De inprentingsfase

Dogboek > De inprentingsfase

Zoals we hebben geconstateerd leert de pup van de vierde tot de zevende week de dingen beter kennen. Maar alleen met leren zijn we er niet. Alles wat geleerd moet worden moet nog beklijven, dus het moet ergens opgeslagen worden. Dit gebeurt in het geheugen. Als de hond geen geheugen had zou hij iedere keer de situatie opnieuw moeten benaderen en inschatten. Hij zou dan iedere keer het wiel nog eens moeten uitvinden en dat werkt op den duur niet goed. In de periode waarin de pup juist rijp is voor het aanleren van nieuwe lesstof is het maar goed dat dan de pup ook open staat voor het inprenten hiervan. Hij onthoudt de ervaringen die hij heeft opgedaan en ook de handelingen die hij heeft moeten verrichten om tot die ervaring te komen. Hiermee hebben gedragsonderzoekers wel een proeven gedaan. Ze legden pups van een chihuahua bij een nest katjes en lieten die door de poes grootbrengen. Deze pups waren helemaal op katten ingeprent en zagen die dan ook als hun soortgenoten. Toen ze wat later in contact werden gebracht met hondjes van hetzelfde ras en dezelfde leeftijd, wisten ze niet wat ze ermee aan moesten. Ze waren verkeerd ingeprent. Gelukkig speelt er nog een andere factor mee en dat is dat de hond een geurdier is. Daarom waren deze hondjes ook niet voorbestemd om als een kat door het leven te gaan. Omdat de hondjes waarmee ze in aanraking werden gebracht in geur overeenkwamen met hun eigen geur begonnen ze iets te herkennen. Een geur die zo dicht bij de hunne kwam kon onmogelijk vreemd, vijandig of afstotelijk zijn. Daarom is het op de lange duur ook met hen goed gekomen. Hiermee is wel aangetoond dat ze in die periode bepaalde ervaringen goed vastleggen.
Hoe moet een hondenfokker nu met deze wetenschap omgaan? Eigenlijk is het antwoord hierop niet zo moeilijk als je bedenkt dat een hond zijn hele verdere leven genoodzaakt is om met mensen op te trekken en samen te leven. Daarom moet juist in deze periode een pup veelvuldig in contact komen met zoveel mogelijk verschillende mensen. Afzonderen is uit den boze. Als juist nu een pup alleen maar enkele keren per dag in aanraking komt met een en dezelfde mens die ze voert, maakt hij geen contact met en ontvangt hij ook geen geuren van andere mensen. Hij kan zich dan niet inprenten op mensen en mist de omgang met hen en het gedrag ten opzichte van hen. Als de pup dan ook op de leeftijd van 8 of 9 weken bij de eigenaar komt, heeft hij een ervaring gemist. Anders gezegd: de pup heeft in die voor hem belangrijke, gevoelige periode niet geleerd hoe hij precies op vreemde mensen moet reageren als die hem benaderen of met hem willen spelen. Jammer genoeg heeft hij dan eigenlijk een gat in zijn vermogen om zich aan een voor hem vreemde mens aan te passen. In het beste geval krijgt zo'n hondje wel contact met zijn nieuwe eigenaar - al zou dit in bepaalde opzichten soms ook wel beter kunnen - maar met andere mensen zal deze hond slechts heel moeilijk contact zoeken. Hij zal ze vaak niet spontaan benaderen. (echter hier speelt ook de erfelijke aanleg mee). Dit in grote tegenstelling tot diertjes die in hun inprentingsperiode wel door vreemde mensen werden aangehaald en waarmee wel werd gespeeld. Zij hebben vertrouwen in de mensen en zien in bijna iedere mens die met ze wil spelen een speelkameraad totdat ze ermee zijn uitgespeeld, dan tevreden naar hun eigen baas terugkeren en moe maar voldaan te kennen geven dat ze met iedereen vriend zouden kunnen zijn, maar dat ze al een baas hebben. En dat is toch eigenlijk wat we van onze hond willen?

Door honden page profiel Bert NieuwenhuisBert Nieuwenhuis op 13 september om 12:07



 

Laat een reactie achter

Om een reactie achter te laten moet je eerst even inloggen!

 

De HondenPage maakt gebruik van cookies. Dit zorgt er voor dat onze website voor jou als bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken en advertenties.info / verbergen en toestaan
^