Vrouwtje, de keuken gromt!

Dogboek > Vrouwtje, de keuken gromt!

Mijn ouders zijn op vakantie naar Denemarken en ik ben in hun huis. De hondjes en ik hebben net genoten van de mooie omgeving en daarna lekker gegeten. Ik zit nog even achter de computer mijn mail te lezen als ik plots “Grrrrrwrafwoefgrrrrr” ergens achter me hoor. Pepijn heeft sinds we hier zijn ineens de taak van Kazan, de oudste hond van mijn ouders, overgenomen: waken. En Pepijn vindt alles verdacht en loopt dus ook de hele godganse te mopperen. Vogels, de buren, pluisjes... tegen alles wat voorbij het huis komt moet gegromd en gebromd worden. En dat gaat natuurlijk gepaard met een prachtige jachtpose en duister in de verte staren. “T'is goed Pepijn...”, zeg ik en hij is even stil.


Ik beantwoord een paar mailtjes en ben Pepijns gebrom eigenlijk al weer vergeten. Dan ineens hoor ik een raar geschraap. Dat doet Karel. Die heeft vast wéér honger en probeert een keukenkastje open te maken. Meteen zet Pepijn zijn gemopper weer in: “Grrrrrwoehoehoegrrrr”. “Jongens, klaar nu...”, zeg ik afwezig. Daar hebben de heren natuurlijk geen boodschap aan en ik hoor Karel tegen de kastjes aanspringen en er weer een paar keer tegen aan meppen. Rare flapdrol, hij wéét toch dat daar niets ligt voor hem? Pepijn begint zachtjes en onzeker te loeien. Hij vindt dat Karel raar doet, beredeneer ik. Ik zeg nog een keer “Klaar nu!” en beantwoord mijn laatste mailtje.


Trippel, trippel, trippel. Dat is duidelijk Karel die verontwaardigd door de kamer aan komt lopen. “WOEF!!!” Ook Karel. Lekker subtiel als altijd. Ik draai me nu toch maar om. Om het muurtje dat tussen mij en de keuken staat zie ik twee koppies verschijnen. Het ene koppie is die van een onzekere Pepijn die niet goed weet wat hij moet doen. Nerveus likt hij over zijn lippen, zijn ogen wijd opengesperd. Moet hij stoer zijn? Of moet hij heel hard naar het vrouwtje toe rennen en achter haar benen gaan zitten. Hij neigt overduidelijk naar het laatste. Karels kop zegt mij hele andere dingen. Ook zijn ogen zijn groot, maar dan van verontwaardiging. “Ik riep je toch?!”, lijkt hij te willen zeggen. Met een strak gespannen lijfje en zijn kop verdraaid in een eigenwijze stand kijkt hij me aan. Ik word duidelijk in de keuken verwacht.


Ik verstuur het mailtje en treuzel nog wat extra om niet direct op stel en sprong gehoor te geven aan de heren. Ik ben nu toch wel érg benieuwd wat voor engs er zich in de keuken bevindt. Allerlei enge vieze beesten zie ik in gedachte al voor me, maar ik hou mezelf voor dat ze die heus wel hadden durven pakken. Die zouden ze waarschijnlijk eerder voor me verstoppen. Het is vast iets anders. Ik weet het zeker. Heus, het is géén smerig beest.


Met dat in gedachte loop ik langs mijn gespannen teckels naar de keuken. Pepijn begint direct weer te grommen naar het voor mij onbekende enge “iets” en Karel sprint direct op hoge poten (voor zover een teckel dat kan dan hè...) en met wild kwispelend staartje naar de keuken: “WOEF!” Tot mijn opluchting is er nergens een eng of vies beest te zien. Ik zie sowieso helemaal niets abnormaals, maar het diepe gegrom van Pepijn, die nu aan de andere kant achter het muurtje zit en waarvan ik nu weer enkel een om de hoek gestoken koppie zie, en het overtuigende geblaf en de drukke bewegingen van Karel vertellen me dat er toch íéts moet zijn. Maar wat?


Pepijn verliest zijn geduld en komt op me af gerend. Ik krijg een por met zijn neus in mijn kuit. Doorlopen moet ik. Ja leuk... maar wat moet ik dan? Op het aanrecht klimmen ofzo? Karel begint zijn geduld te verliezen. Hij kijkt me indringend aan en blaft nog eens keihard naar me. Ik zie iets over het hoofd... Karel slaakt iets wat zowel voor een zucht als een kreun door kan gaan en kwakt zichzelf tegen de keuken, de vaatwasser zie ik nu, aan. Hij slaat er met zijn poten tegen aan en begint weer oorverdovend te blaffen. Pepijn begint een “ahoewoewoehoeoeoeoe”-concert tegen me. Langzaam begint er bij mij een lichtje te branden. Maar natuurlijk,de váátwasser...


Het voor mij zo bekende geluid van de vaatwasser is natuurlijk compleet onbekend voor de heren, want die hebben wij thuis niet! Ik ga bij de vaatwasser zitten en leg mijn handen er op. “Het is goed jongens, het is een liefie!”, zeg ik met mijn hoogste stemmetje. Pepijn houdt zijn kop schuin en ik zie aan de uitdrukking op Karel kop dat hij twijfelt of ik wel helemaal goed bij mijn hoofd ben. Vol verbazing kijken ze beide van mij naar de vaatwasser en weer terug. “Het is een liefie! Écht!”, kir ik nogmaals.


Op dit moment hoop ik vooral dat er niemand plots binnen komt lopen terwijl ik met een hoog stemmetje de keuken zit te aaien. Dat moet er toch een beetje vreemd uitzien. Langzaamaan beginnen de heren me te geloven. Karel begint blij te kwispelen en van Pepijn krijg ik een flinke lik over mijn gezicht. Nou, dát is voor de verandering eens snel opgelost!


Ik wil opstaan, maar precies op dat moment nestelen twee teckelmeneren zich tegen me aan. Beide kijken ze met grote ogen, dit keer vol liefde in plaats van bang of verontwaardigd, naar me op. Ik voel de vaatwasmachine tegen mijn rug aan en ik bedenk me dat het geluid inderdaad wel wat weg heeft van grommen. Pepijn slaakt een vermoeide zucht en kruipt nog wat dichter tegen me aan eer hij zich volledig ontspant. Mijn kleine stoere man heeft het maar zwaar met de taak die hij op zich genomen heeft. Karel probeert nog even zijn ogen open te houden, maar dan vallen ook die langzaam dicht. Ook hij heeft het zwaar, maar dan met dat domme vrouwtje dat ook nóóit wat snapt. Ik laat me iets onderuit zakken en geef zowel Karel als Pepijn een dikke knuffel. Mijn heerlijke mannen...

Door honden page profiel L, K & PL, K & P op 27 juli om 00:09



Agossie..;-)

 

Laat een reactie achter

Om een reactie achter te laten moet je eerst even inloggen!

 

De HondenPage maakt gebruik van cookies. Dit zorgt er voor dat onze website voor jou als bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken en advertenties.info / verbergen en toestaan
^