Adem in, adem uit...

Dogboek > Adem in, adem uit...

Ik zit in de auto op weg naar mijn ouders. De heren zitten achterin, vastgeketend met hun tuigjes aan de ijzeren kettinkjes die daar speciaal voor hen geplaatst zijn aangezien Pepijn het doorknagen van alles wat op een gordel lijkt als leuke hobby ziet. Het is heerlijk om af en toe de drukte in de stad te kunnen ontvluchten en te genieten van de rust in het dorp waar ik grotendeels ben opgegroeid. Karel en Pepijn vinden het er ook fantastisch. Zodra we de snelweg af gaan en door de weilanden rijden, beginnen de staartjes al te kwispelen en hoor ik af en toe wat opgewonden gekef vanaf de achterbank. Veel gras, ruimte om lekker te rennen en vooral... ze mogen hier los! Daar kan de stad niet tegenop met haar zogenaamde “speelweides” die altijd langs de drukste wegen lijken te liggen zodat vrij spelen enkel is voorbehouden aan een handjevol brave hendriken. Mijn knakkies horen daar helaas niet bij, dat mag duidelijk wezen.

We stappen het huis van mijn ouders binnen. Zoef! De heren vliegen zonder mijn ouders of hun honden ook maar één blik waardig te keuren meteen door naar de achtertuin. Thuis moeten ze genoegen nemen met een klein balkon en de tuin hier is dus extra spannend. Eerst wordt er druk snuffelend een verkennend rondje gelopen en zoals gewoonlijk wordt die afgesloten met een plas tegen het lantaarntje die in het kleine grasveldje in het midden van de tuin gepland staat. Eerst gaat Karels poot omhoog, daarna die van Pepijn en dan kunnen Floris en Kazan, de honden van mijn ouders, natuurlijk niet achter blijven. Mijn moeder vraagt zich regelmatig af waarom ze ook alweer gras gezaaid heeft.

Zoef! In volle vaart vliegen ze weer naar binnen. Karel kwispelt zo hard naar mijn moeder dat zijn kont van links naar rechts schudt. Pepijn uit zijn blijdschap verticaal door bijna op mijn vaders hoofd te springen. Kazan vindt dit allemaal maar wat overdreven en laat met een vriendelijke grom weten hoe hij er over denkt voordat hij bij mij een knuffel komt halen. Floris springt er een tikje hyper tussendoor en probeert mijn heren zover te krijgen dat ze achter hem aan komen rennen. Pakkertje spelen is zijn lievelingsspelletje en wanneer is dat nou leuker dan wanneer er hondenvriendjes op visite zijn?

Na een uurtje of wat gaan we met de honden naar een wandelpad waar de hondjes ongestoord los kunnen lopen. Pepijn weet al waar we heen gaan en is bijna niet te houden aan de lijn. Al hijgend probeert hij zichzelf op te hangen. Zijn tong hangt bijna op de grond en zijn ogen staan hysterischer dan ik in lange tijd gezien heb. Ik probeer contact met hem te krijgen en hem wat te kalmeren, maar ik krijg geen enkele reactie van het mannetje. Ik blijf even stil staan en er stijgt een enorm gejank op uit Pepijns keel. Ik hou hem kort bij me om zoveel mogelijk contact met hem te houden en zijn hysterie neemt af tot een milde overspannenheid. Ik kijk naar Karel die er onverstoorbaar bij staat en denk terug aan zo'n anderhalf jaar geleden. Toen stond hij hier in ongeveer dezelfde overspannen toestand als Pepijn en ook dat is uiteindelijk goed gekomen. Adem in, adem uit en we gaan weer verder.

Eenmaal bij het wandelpad aangekomen, gooien we alle vier de honden los. Kazan rent meteen achter zijn balletje aan en komt die ook weer enthousiast terug brengen. Floris rent rond, snuffelt wat en probeert af en toe Kazan te snel af te zijn en zijn balletje te jatten. Pepijn rent de longen uit zijn lijf om de twee razendsnelle spanjaarden bij te houden. Af en toe weerklinkt er een wanhopig gejank als hij er weer eens achter komt dat zijn pootjes daar niet lang genoeg voor zijn. Het is toch wat om een teckeltje te zijn... Karel scharrelt wat rond, snoept wat van het heerlijke lange voorjaarsgras en komt af en toe heel blij aanrennen om vervolgens vlak voor mijn moeder op zijn kont te gaan zitten en te bedelen om een koekje.

Het is heerlijk om de honden zo te zien genieten. Pepijn is gelukkig alweer vergeten dat hij op sommige plekken tussen het prikkeldraad door kan en zo kan ontsnappen naar de aan weerszijden gelegen weilanden. Ook de baggersloot laat hij met rust. Pfff zou hij dan toch eindelijk iets minder dwars worden? Ik durf het eigenlijk al niet eens te dénken.

Dan komen we bij een bocht die leidt naar een meertje. Als je na het meertje doorloopt kom je op de dijk waar auto's overheen rijden en daarachter bevinden zich de uiterwaarden. Ik ga met mijn heren teckelmeneren nooit verder dan het meertje, want ik ben veels te bang dat ze de dijk op schieten.

In de bocht wachten mijn moeder en ik tot we alle honden weer bij elkaar hebben. Pepijn vliegt al vooruit naar het meertje. Dat verbaast me niets want hij is gek op zwemmen. Ik blijf nog even staan, want Karel is wat achterop geraakt. Als ik zie dat kereltje Karel blij kwispelend aangewaggeld komt, draai ik me om naar het meertje en zie ik dat Pepijn met een noodgang weer terug komt. Ik kan hem niet helemaal peilen, hij lijkt nog een beetje meer hyperdepieper dan net. Misschien geschrokken van een eend? Al lijkt hij zich eerder heel stoer te vinden dan dat hij bang is... Hmmm even in de gaten houden maar.

Als de roedel zich weer verzameld heeft en we nog even door willen lopen naar het meer zie ik Pepijn ineens contact zoeken met Karel. Karel reageert direct door met fonkelende ogen terug te kijken. Elkaar in de ogen kijkend springen ze stoer een paar keer op en neer alsof ze elkaar uit de tent proberen te lokken. Bij beiden zie ik ineens de staartjes verticaal de lucht in steken, hun lijfjes verstrakken en voordat ik in kan grijpen peren ze hem richting het water. En dan schrik ik me helemaal het apelazarus, want ze vliegen niet het meer in zoals ik verwacht had maar rennen elkaar aankijkend en opjuttend verder naar de dijk! Ik weet meteen dat roepen of weglopen geen zin heeft. Als ze gaan dan gaan ze en dan is er geen houden aan.

Mijn hart zit ergens in mijn keel. Er rijden niet veel auto's over de dijk, maar als ze er rijden dan weten ze over het algemeen het gaspedaal wel te vinden. Eventjes sta ik versteend, maar dan herpak ik mezelf en ren zo hard als ik kan achter Karel en Pepijn aan de dijk op. Onder het rennen kijk ik naar links en rechts en ik zie gelukkig tot in de verste verte geen auto aan komen.

Eenmaal boven op de dijk tref ik een licht paniekerige Karel aan. Hij kijkt me wanhopig aan en kijkt moeilijk als ik hem zeg bij me te komen. Hij is Pepijn kwijt. Ik merk dat dit me, ondanks alles wat door mijn hoofd schiet omdat ook ik Pepijn niet zie, wel heel erg ontroert. Ik loop dus maar naar hem toe in plaats van dat ik moeilijk ga lopen doen en lijn hem aan. Ineens springt er een paar meter verderop iets omhoog uit het hoge gras langs de weg: Pepijn. Hij heeft de paarden ontdekt die beneden in het weiland staan. Als een compleet geflipt konijn met een pilletje teveel op springt hij woest grommend, grauwend en loeiend op en neer om boven het gras uit te komen en de paarden te zien. Zijn oren vliegen daarbij helemaal omhoog, zijn ogen lijken uit zijn oogkassen te rollen en over zijn tong lijkt hij de controle compleet verloren te zijn. Ik maak me vooral zorgen over wat er zou gebeuren als hij met dat idiote gespring de steile dijk af zou flikkeren.

Één van de paarden beneden in de wei hinnikt een keer en Pepijn schrikt zich de pleuris. Hij duikt ineen en springt achteruit het wegdek op. Hij is nu wel weg van die enge steile helling, maar nu sta ik weer panisch om me heen te kijken of er geen auto's aan komen. Ik ben nu nog zo'n 4 meter van hem verwijderd. Ik zeg:”Pepijn kom hier”, maar in plaats van naar me toe te komen, trek hij een smoelwerk dat in tien talen “echt niet” zegt. Hij heeft de tijd van zijn leven, vindt het maar wat spannend met die grote reuzen daar beneden in de wei terwijl hij hoog op de dijk staat en dan zegt het vrouwtje dat hij moet komen? Toch zie ik nog een andere uitdrukking over zijn smoeltje heen glijden. Hij voelt mijn spanning en begint zich toch wat zorgen te maken. Vertwijfeld kijkt hij nog eens achterom naar de paarden. Ik ga op mijn hurken zitten en zeg zachtjes: “Kom maar, ventje”. Hij twijfelt nog een paar seconden, maar komt dan toch naar me toe gelopen. Ik lijn hem aan en kan wel janken van opluchting. Karel, die alles kalm heeft gadegeslagen, blaft eens een keer alsof hij wilt zeggen: “Kom, we gaan!” Wijsneus...

Net als we op weg terug gaan naar het wandelpad beneden aan de dijk, scheurt er een auto voorbij. Mijn hart lijkt een keer over te slaan. Ik moet er toch niet aan denken dat één van mijn ventjes, of laat staan allebei, onder deze of een andere auto waren gerend. Ik word misselijk van de gedachte alleen al. Nou ja, dat wordt voorlopig maar even niet meer tegelijkertijd los lopen, want de één steekt duidelijk de ander aan. Liever een aangelijnd teckeltje dan een platgereden teckeltje denk ik dan maar. Één ding scheelt: nu hoef ik me niet meer zo schuldig te voelen wanneer we weer in de auto stappen en terug rijden naar die o zo saaie stad, want loslopen? Daar kunnen de heren, aangezien ik het niet heb gepland om voor mijn dertigste grijs te worden, de komende weken even naar fluiten. Adem in, adem uit en we gaan weer verder...

Door honden page profiel L, K & PL, K & P op 09 mei om 19:03



OOOH wat een verhaal. Ja ik zou gek worden, niet weten wat te doen! Kdurf Finn ook echt ni loslaten. Maar eind goed al goed!

 

Laat een reactie achter

Om een reactie achter te laten moet je eerst even inloggen!

 

^