Pumi

Pumi

Rasgroep van de Pumi

De Pumi behoort tot de Rasgroep "Herdershonden en Veedrijvers behalve Zwitserse Sennenhonden"

Geschiedenis van de Pumi

Pumi

In 't kort
De pumi is een kwieke hond met een uitgesproken intelligentie. Hij heeft veel 'will to please' en is een vrolijke kameraad die goed als gezinshond gehouden kan worden. Hij is leergierig en past zich gemakkelijk aan zijn omgeving aan. De Pumi heeft een moedig en waakzaam karakter. Hij kan wel wat luidruchtig zijn; hij blaft erg graag. Dit kan hem echter vaak wel afgeleerd worden. Naar vreemden kan hij zich wat terughoudend opstellen en hij is soms wat eenkennig. De Pumi is een gezond ras dat weinig erfelijke afwijkingen of problemen kent. Fokdieren worden gecontroleerd op heupdysplasie (HD).

De Pumi is niet zo oud als de Puli. Hij is zeer waarschijnlijk ontstaan uit kruisingen tussen Puli's en Duitse Keeshonden. Daarnaast zouden ook nog de Franse Briard en mogelijk ook Terriërs zijn ingekruist.

Deze honden kwamen rond 1760 naar Hongarije met de kuddes Merinosschapen die toen werden geïmporteerd. Dat er Terriërs zijn ingekruist is nooit bewezen, maar wie naar de Pumi kijkt, herkent in hem direct zijn Terrierverwantschap.

Onderscheid
In 1801 komt men zijn naam voor het eerst in geschriften tegen. Men bedoelde er een drijvende Herdershond mee, maar in deze periode werd er nog geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende Herdershonden. Het was de Hongaarse professor Emil Raitsits die onderscheid maakte tussen de Puli en de later ontstane Pumi. In het begin van de twintigste eeuw werd er een duidelijke scheiding aangebracht tussen deze twee rassen. Het nieuwere ras kreeg een naam die was afgeleid van het oudere (de Puli) en zo was de Pumi een feit. In 1921 legde men deze scheiding vast in de opgestelde raspunten. Zo kon de Pumi zich verder ontwikkelen. De Pumi werd in 1923 voor het eerst als zelfstandig ras geshowd en een jaar later officieel als apart ras erkend.

Onbekend
Toen de Puli buiten de kudde bekendheid kreeg door tentoonstellingen en geïnteresseerden, bleef de Pumi achter bij de schaapsherder. Hij is altijd in de schaduw van de Puli blijven staan en heeft nooit diens populariteit gekend. Het feit dat de Pumi eigenlijk altijd de "werkende hond in de kudde" is gebleven, heeft ook een grote invloed gehad op het fokbeleid. Bij de meeste rassen is al vroeg in de ontwikkeling het stamboek gesloten voor de honden van onbekende afstamming. Bij de Pumi is het stamboek lange tijd geopend gebleven, omdat de herders zich niet of nauwelijks bezighielden met de afstamming van hun drijvende hond. Zo zijn er diverse uitstekende Pumi's gevonden bij de kudde, die eigenlijk niet in het stamboek hadden mogen komen, omdat hun voorouders niet bekend waren.

Gebruik
Zijn belangrijkste functie was (en is nog steeds) het drijven van het vee. De pumi is een vrolijke hond met veel energie. Hij is niet voor een kleintje vervaard en gebruikt zijn stem graag bij zijn werk. In de oude standaard stond dat hij 'onmogelijk stil te krijgen' is. Dit is overigens niet waar. Zoals bij de meeste werkhondenrassen is een consequente opvoeding noodzakelijk. Wanneer u de Pumi duidelijk leiding geeft en u hem duidelijk maakt dat u oeverloos geblaf niet op prijs stelt is hij redelijk stil te krijgen.
De Pumi is, met zijn bravoure en alerte waaksheid, een ideale waakhond. De pumi heeft zijn werkgebied voornamelijk in de steden. De Pumi is een veelzijdige hond: naast het werk in de kudde als hoeder van schapen, varkens en runderen, en zijn functie als erfhond, wordt hij ook ingezet bij de jacht op het wilde zwijn. Hier komt zijn terriërbloed tot zijn recht! Hij is bovendien een goede muizen- en rattenverdelger. Tenslotte wordt de Pumi als huishond gehouden.

Karakter van de Pumi

Pumi

De Pumi is een echte gezinshond. Hij is zeer temperamentvol en levendig van aard en altijd alert en moedig en houdt, waar hij ook komt alles onder controle. Hij is wantrouwend tegenover vreemden.
De Pumi heeft bij zijn werk altijd gebruik gemaakt van zijn stem om de kudde in beweging te laten komen. Bovendien liet hij met een blafje aan zijn baas weten dat hij diens commando had begrepen en blafte opnieuw als hij het betreffende commando uitvoerde. Zijn blaf had dus een duidelijke functie. De pumi die als huishond gehouden wordt, zal nog steeds zijn stem veelvuldig gebruiken. Hij blaft nou eenmaal erg graag en het is hem soms maar moeilijk af te leren. In ieder geval iets om rekening mee te houden voordat u overgaat tot de aanschaf van dit bijzondere ras. Positief hieraan is dat geen inbreker ongemerkt uw huis binnenkomt. De Pumi meldt met grote ijver alles wat hem vreemd of ongewoon voorkomt.

Rasstandaard van de Pumi

Het zijn vooral de Magyaren geweest die, in hun nomaden bestaan, voor de verspreiding van allerlei werkhonden door Europa hebben gezorgd. De kruisingen door de jaren heen, vormen de grondslag voor de inmiddels bekende rassen en hun varianten. Waarbij de grote Herders speciaal werden gefokt om de Herder en zijn rondtrekkende kudde te beschermen en te verdedigen, terwijl de wat kleinere honden, zoals de Pumi, werden gebruikt voor het hoed- en 'alarm' werk.

Nog steeds wordt de Pumi voor het drijf- en 'alarm' werk in Hongarije gebruikt en als de grotere Hongaarse Herdershond niet aanwezig is, zal de Pumi zijn bijdrage leveren aan de verdediging van de kudde en zijn Baas. Het is in het verleden vaak gebleken dat hij menig knaagdier en klein roofwild buitenspel heeft gezet of heeft gedood. Ook een everzwijn zal hij niet uit de weg gaan om zijn kudde te verdedigen.

De Pumi zou volgens de geschiedenis, naast de Puli, ook nog de uit Pommeren afkomstige werkhonden met een keesachtig uiterlijk in zijn stamboom hebben staan. Niet onwaarschijnlijk, want een rumoerig karakter en een doldrieste dapperheid is een Keeshond niet vreemd.

Met de import van schapen, in de 17de eeuw, vanuit Pommeren en Frankrijk kwamen niet alleen de Keeshonden mee naar Hongarije, maar ook op de Briard lijkende Herdershonden en hondjes met een warrige, maar niet vervilte vacht. Aangenomen wordt dat de Pumi zijn huidige jas van deze honden heeft geërfd.

De Pumi is een typisch herdershondje, alert, levendig, dapper en rumoerig. Al zijn voorvaderen hebben duidelijk hun eigen specifieke kenmerken bijgedragen aan dit energieke, opgewekte brokje leven. Er bestaat over de oorsprong van de Pumi meer dan een versie, maar aangenomen mag worden dat de oorspronkelijke afstamming parallel loopt aan de geschiedenis van de Hongaarse Herdershonden met vervilte vacht, met als basis ingrediënt de Puli. Bekend is dat Pumi-achtige hondjes tussen de 16de en 18de eeuw werden ingezet voor de jacht in het moeras als eendenspecialist. Om de honden fanatieker, vasthoudender en harder te maken voor dit werk, werd er Terriër in gefokt.

Als herder is hij erg waakzaam en zal proberen de groep bij elkaar te houden, door er met snelle, korte, driftige pasjes om heen te marcheren. De Kees in hem zal onmiddellijk met veel 'bombarie' aangeven als er iets of iemand in de buurt komt die als vreemde bestempeld moet worden, en het stukje Terriër deinst er absoluut niet voor terug om de zogenaamde vijand zelf te verjagen.

Een Pumi is een middelgrote herders hond en zijn ideale schofthoogte is:

* reu 41 - 47 cm (ideaal 43-45)
* Teef 38 - 44 cm (ideaal 40-42)

Hun gewicht is tussen 8 – 15 kg en ondanks alles is hij zo moedig als een leeuw. Geen wonder dat hij de ideale hoeder is voor 'knorrige varkens' en 'ardleerse runderen'. Door hun halflange warrelige vacht en hun tippende oren hebben ze een kwajongens uiterlijk.

De diepe pigmentatie van de slijmvliezen, zwarte neus, zwarte lippen, helderrode tong, tip-oren, stralende, ondeugende, donkere ogen versterken de sprankelende indruk in Optima Forma.

De kleuren in de Hongaarse standaard zijn:

* Zwart (Fekete)
* Grijs (Szurke), de hond is grijs of zwart geboren en wordt daarna grijs, grijs komt voor in verschillende tinten
* Wit (Feher)
* Maszkos Fako, abrikoos, de voornaamste kleuren: rood, geel/crème met een kleine hoeveelheid zwart of grijs erin en met een zwart masker.

Bij alle kleuren is een kleine borstvlek toegestaan.

Tegenwoordig vindt men ook Pumi's met de kleur 'Black and Tan', deze kleur is niet erkend.

Als men naar een Pumi kijkt, ziet men dat zijn hele lichaam en zijn doen en laten veel levenslust uitstraalt. Het is ook zeer belangrijk dat een Pumi goed gesocialiseerd wordt, veel beleeft en veel ziet, anders heeft men kans dat ze erg terughoudend worden tegen over vreemden. Doordat ze makkelijk leren, is ook het blaffen goed onder controle te houden en andere dingen aan te leren.

Dit opgewonden 'standje' vindt het niet leuk om de hele dag voor de kachel te liggen. Als hij echter voldoende 'speelruimte' krijgt om zijn overmatige energie kwijt te kunnen en heeft geleerd wat de regels zijn, is de Pumi een heerlijk, speels en makkelijk te onderhouden hondje. Net als de Mudi, is hij ook terug te vinden in de hondensport, zoals Agility, Flyball, Show, Reddingswerk en Speuren, alles vinden ze leuk, zolang zij het maar samen met hun baas kunnen doen.

Bovendien weet hij zich uitstekend te gedragen tegen over andere honden, poezen en voor kinderen is hij een prima kameraadje.


De Pumi is een middelgrote, terrierachtige hond met een levendig temperament.

Hoofd: langgerekte voorsnuit, tamelijk smalle schedel, gewelfde bovenschedel. Glad, gewelfd en lang voorhoofd, nauwelijks waarneembare stop. Rechte neusrug, lange en spitse voorsnuit, smalle neusspiegel, droge lippen.

Ogen: ietwat schuin geplaatst, donkerbruin.

Oren: hoog aangezet, rechtopstaande tiporen, middelgroot en bijzonder beweeglijk.

Hals: hoog aangezet, middellang, gewelfde nek.

Gebit: schaargebit.

Lichaam: uitgesproken schoft, hellende bovenbelijning, korte rug, middellange lendenpartij. Lange, diepe borstkas, tamelijk platte ribben, platte voorborst, opgetrokken buiklijn.

Ledematen: door zijn vierkante lichaamsbouw lijkt de Pumi tamelijk hoogbenig. Steile schouder, korte opperarm, rechte voorbenen, rechte voormiddenvoet. De achterbenen zijn naar achteren geplaatst, lange dijbenen, korte onderbenen en steile sprong.

Voeten: gerond, goed gesloten met verende voetzolen.

Staart: hoog aangezet, wordt naar achteren en naar boven gericht gedragen.

Gangwerk: levendig en snel.

Vacht: leigrijze huid. Zichtbare huid dient leigrijs of zwart te zijn. Lichaam is bedekt met een middellange, krullende vacht op de oren slordig rechtopstaand.

Kleur: kan varieren. Meestal duifgrijs, zilvergrijs of leigrijs. Zwart, lichtgrijs, wit of roodbruin komen ook voor.

Schofthoogte: 35-44 cm.

Gezondheid van de Pumi

Pumi

De Pumi kan HD- (heupdysplasie hebben.

De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders.
Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieen van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.

De HD wordt door een specialist uitgevoerd.
Voor HD worden rontgenfoto's gemaakt en beoordeeld door de Raad van Beheer.

De beste uitslag voor HD is HD-A. Met HD-B en HD-C (een overgangsvorm) mag ook vaak gefokt worden.

Bron: L.Scharenborg www.mexxum.nl/nestjepups.html

Verzorging van de Pumi

Regelmatig een kam door de vacht van de Pumi is geen overbodige luxe. Eens in de 3 a 4 weken is voldoende. Normaal is voor een Pumi die als huishond wordt gehouden 4 a 5 keer knippen per jaar voldoende, maar men moet kijken hoe hard de vacht groeit en hoeveel kamwerk men wil hebben. Als men een Pumi naar een trimster brengt, moet men goed informeren of zij het ras kent, want er zijn maar weinig trimsters die weten hoe zij de vacht moeten behandelen.

De beharing is wollig en los en hangt samen in bosjes, en is nooit glad of in strengen hangend. Gemiddeld zijn de haren 4 tot 7 cm lang. De bovenvacht is draadharig, terwijl de ondervacht zacht is. Samen vormen deze haren de lokken. De verhouding tussen de beide vachten is dan 50 -50% tot 65 - 35%. De beharing aan de oren is middellang (1 tot 2 cm), dicht en draadharig en wijst naar boven. Bij puppies van 8 week tot 1 jaar, vragen de oren om wat extra aandacht, zodra ze gaan hangen dient het haar kort gehouden te worden zodat ze weer gaan staan. Vanaf een leeftijd van 1 jaar hebben de oren zich gezet en kunnen ze mee onderhouden worden met de rest van de vacht. Niet teveel beharing rond de ogen en voorsnuit.

Zijn vacht heeft een isolerende werking, zodat de Pumi ook bij vochtig weer en op nat terrein goed kan werken. Het haar droogt vrij snel als het nat is geworden. Het haar van de Pumi mag niet vervilten. Honden die geshowd worden, worden getoiletteerd.

Opvoeding van de Pumi

Pumi

Deze hondjes zijn zeer geschikt voor agility of wel behendigheid, hieraan beleven zij veel plezier. Dit ook door het karakter van de Pumi The will to please.

Rasvereniging van de Pumi


ers- en Berghonden van Zuid- en Oost-Europa en Azië;, Vereniging
ers- en Berghonden van Zuid- en Oost-Europa en Azië;, Vereniging

Rucphen
Website: http://www.vhbinfo.com

Popularitieit van de Pumi

De Pumi staat op dit moment op de 106e plek van de meest populaire hondenrassen op de HondenPage

Overige informatie over de Pumi

Pumi pup aanschaffen

800 euro,

Pumi fokkers informatie

Geen fokkers informatie gevonden over de Pumi.
Heb jij overige informatie het fokkken van een Pumi pup. ? Dan kun je dat toevoegen als je je fokbeleid hebt laten keuren op de hondenpage.

Meer weten over de Pumi ?

 

De mening van de bezoeker

Hoogte: middelgroot
Kindvriendelijk:
Gehoorzaam:
Waaks:
Kan goed alleen zijn:
Heeft veel beweging nodig:
Is sociaal:

Geef jouw mening!

Deel de info over de Pumi:


Afbeeldingen

PumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumiPumi

Je kunt een foto toevoegen

Informatie verbeteren

Als jij informatie over de Pumi hebt die de kwaliteit van deze pagina verbetert dan kun je deze pagina aanpassen. Log wel eerst even in om dit te doen.


^