Nova Scotia Duck Tolling Retriever

Nova Scotia Duck Tolling Retriever

Rasgroep van de Nova Scotia Duck Tolling Retriever

De Nova Scotia Duck Tolling Retriever behoort tot de Rasgroep "Retrievers, Spaniels en Waterhonden"

Geschiedenis van de Nova Scotia Duck Tolling Retriever

Nova Scotia Duck Tolling Retriever

*GESCHIEDENIS*De eerste Nova Scotia Duck Tolling Retrievers ontstonden in het begin van de 19e eeuw. Zij werden gefokt om eenden en ganzen te lokken. Zij deden dit d.m.v. het opwekken van de natuurlijke nieuwsgierigheid van deze beesten. Geholpen door de verborgen jager die een bal of stok richting de waterlijn gooide, begon de toller daar met de bal/stok te spelen. Tijdens dit spel om de eenden dichterbij te lokken draaide de hond om zijn as. Het Engelse woord hiervoor is tolling. Als de eenden of ganzen dicht genoeg genaderd waren kon de jager hen afschieten en vervolgens ging de toller te water om de aangeschoten eend op te halen (retrieven). De tollers werden gefokt in Canada, voornamelijk in de streek op en rond het eiland voor de kust aldaar, Nova Scotia.

De vermoedelijke voorouders zijn het Nederlandse kooikerhondje, de Epagnol Breton, de Chesapeake bay Retriever en de Golden Retriever.Verder bestaan er verschillende versies over het ontstaan van het ras. Geen enkele daarvan is echt bewezen.

In het begin waren deze honden bekend in het district , wat een onderdeel is van Nova Scotia, onder de naam Little River Duck Dog.



Pioniers van het ras waren H.A.P. Smit (zie foto boven) Cyril Colwell en Avery Nickerson.

Dit is Buffy, geb. 1949 op foto 1 jaar. Zij is 17 jaar geworden.

De eerste standaard werd geschreven door Colonel Cyril Colwelll en 1945 erkende de Canadese Kennel Club het ras. Toen ook kreeg het definitief de naam Nova Scotia Duck Tolling Retriever. De reden daarvoor was dat de kolonel het ras een naam wilde geven die in zijn visie meer bij Nova Scotia paste. Heden ten dagen zijn er nog veel mensen te vinden van wie dit niet had gehoeven. Overigens zijn de orginele Red dogs nog steeds te vinden rond om Yarmouth County en deze Dogs zijn in type weinig veranderd. De grote stimulator van het ras was Avery Nickerson die na de oorlog begon met fokken onder de kennel naam Green Maedows wat hij later veranderde naar de meer bekende naam Habourlights. Daar naast/voor waren er andere op Nova Scotia al langer bezig met het ras. Een aanrader over deze verhalen is het boek van Gail mac Millan "A Breed Appart" waarin zij een aantal mensen en hun Tollers de revue laat passeren.


Karakter van de Nova Scotia Duck Tolling Retriever

Nova Scotia Duck Tolling Retriever

Het karakter

De Nova Scotia Duck Tolling Retriever is gefokt als werkhond en dankt veel van zijn karaktereigenschappen juist aan het specifieke werk waarvoor hij is gefokt. In Nederland zal over het algemeen slechts van de apporterende eigenschap van de Toller op de praktische jacht gebruikt gemaakt worden. De Toller is een gepassioneerde apporteur die over genoeg kracht moet beschikken om een volwassen gans aan land te brengen. Het spreekt voor zich dat niet van elke Tollereigenaar verwacht wordt dat hij met zijn hond de jachtsport gaat beoefenen, andere hondensporten liggen ook binnen zijn mogelijkheden. Denk hierbij aan behendigheid, obedience en gehoorzaamheid. De Toller is een zeer intelligente hond met een groot uithoudingsvermogen. Hij is een kundige en sterke zwemmer en een natuurlijke en goede apporteur op land zowel als uit het water, waarbij hij zichzelf snel in actie brengt zodra er een indicatie gegeven wordt dat apporteren gewenst is. Zijn sterke wil om te apporteren en zijn speelsheid zijn essentieel voor zijn "Tolling" eigenschap. Zelfs een taak als hulphond of reddingshond zijn op zijn lijf geschreven.

De natuurlijke wil om te apporteren en zijn speelsheid zijn noodzakelijk voor de "tolling" eigenschap. Zoals ook van "voorstaan" bij staande honden kan worden gezegd, geldt dat de "tolling" eigenschap erfelijk bepaald is en niet of nauwelijks kan worden aangeleerd. De honden hebben een intens en natuurlijk plichtbesef. Met pups, jonge én volwassen honden moet worden getraind, maar het opbouwen van een hechte relatie door de kinderen balletjes te laten weggooien, die de Tollers steeds weer met plezier zullen gaan halen, is ook trainen. De mensen in Nova Scotia spreken ook niet van werken met de hond maar van "playing the dog". Andere eigenaren zeggen dat het apporteer-maniakken zijn. "Als ooit iemand een balletje weggooit blijft de Toller hem net zolang terugbrengen totdat de arm van deze ongelukkige eraf valt". Er is een verhaal bekend van een Toller die steeds zijn balletje meeneemt naar de top van een heuvel om hem daar te laten vallen. Vervolgens loopt hij er hard achteraan in een poging het balletje te pakken te krijgen voordat het beneden is. Dit spelletje kon zich uren lang herhalen.



De Toller vertoont in gedrag overeenkomsten en verschillen met andere retrieversoorten. Het ras is gevoelig en erg gehecht aan zijn roedel. De Toller is niet altijd zo'n allemansvriend als de Golden Retriever. Ten opzichte van vreemden stelt hij zich soms wat gereserveerd (maar zeker niet agressief) op. Ook in de training onderscheidt de Toller zich door de hoge mate van intelligentie. Een Toller zal niet klakkeloos doen wat zijn baas van hem vraagt, maar zelf nagaan of er niet een eenvoudigere manier is om het door de baas gewenste resultaat te bereiken. Dit maakt dat voor een goede training een geduldige aanpak is vereist. Het is deze gevoeligheid die in het hele wezen van de Toller zichtbaar is en het trainen tot een aparte uitdaging maakt. Het is dus ten zeerste aan te bevelen met de hond te wandelen, te trainen, te spelen, te sporten en/of te werken. Mits aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan de Toller een leuke en rustige "huishond" zijn.

Kindvriendelijk
In veel hondenencyclopedieën lees je bij de karakterbeschrijving "kindvriendelijke hond". Iedere hond kan een kindvriendelijke hond zijn maar dat valt en staat met de socialisatie, géén enkele hond wordt kindvriendelijk geboren, hoe vaak ze dat ook in de hondenencyclopedieën schrijven. De eerste positieve ervaringen met kinderen zullen ze bij de fokker al moeten krijgen en zal bij de nieuwe eigenaar moeten worden uitgebreid.






Rasstandaard van de Nova Scotia Duck Tolling Retriever

Officiële rasstandaard van de Nova Scotia Duck Tolling Retriever
Hieronder vindt u de volledige rasstandaard, zoals die wordt gehanteerd door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.

De volgende rasstandaard is de Nederlandse vertaling van de Canadese versie, zoals die op 15 november 1992 definitief door de FCI is vastgesteld en met ingang van 1 januari 1998 door de Canadese Kennelclub is herzien. De recent aangebrachte wijzigingen zijn onderstreept en voorzien van een toelichting. De originele standaard is opgesteld in het Engels. Sommige omschrijvingen kunnen door de vertaling iets aan kracht verliezen, waardoor het verstandig is van het origineel uit te gaan bij het keuren van honden.

Afkomst en doel:
De Nova Scotia Duck Tolling Retriever is ontwikkeld in Nova Scotia in het begin van de 19de eeuw om watervogels te “tollen “ (of lokken) en te apporteren. De Toller rent, springt en speelt langs de waterkant in het volle aanzicht van een vlucht of een groep eenden, af en toe verdwijnend uit zicht en dan weer verschijnend, geholpen door de verborgen jager, die kleine stokjes of een bal naar de hond gooit. De spelactiviteit van de hond lokt de nieuwsgierig geworden eenden binnen schootsafstand van de jager. De hond moet dan de neergeschoten vogels apporteren.

Toelichting: Het woord neergeschoten is gebruikt in plaats van de dode of de gewonde vogels om te benadrukken dat levende of aangeschoten vogels op de spelende hond zullen afkomen.

Algemeen voorkomen:
De Toller is een middelgrote, krachtige, compacte, goed in balans zijnde en goed gespierde hond; middelmatig tot zwaar in bone, met een hoge mate van werklust, oplettendheid en vasthoudendheid. Vele Tollers hebben een enigszins droevige uitdrukking die verandert in een uitdrukking van intense concentratie en opwinding wanneer ze werken. Tijdens het werken is de hond snel, waarbij het hoofd bijna op lijn met de rug gedragen wordt en de zwaar bevederde staart steeds in beweging is.

Temperament:
De Toller is een zeer intelligent, gemakkelijk te trainen hond met een groot uithoudingsvermogen. Hij is een sterke en kundige zwemmer en een natuurlijke en vasthoudende apporteur op land zowel als uit water, zichzelf opmakend voor snelle actie als maar de kleinste indicatie gegeven wordt dat apporteren verwacht wordt. Zijn sterke wil om te apporteren en zijn speelsheid zijn essentieel voor zijn “Tolling” eigenschap. Liefdevol en speels voor zijn familie, kan hij gereserveerd zijn naar vreemden zonder agressief of overdreven verlegen te zijn. Agressie wordt niet getolereerd.

Toelichting: Deze toevoeging is bedoeld als aandachtspunt voor fokkers en keurmeesters in verband met een toename van het aantal meldingen van agressie bij sommige Tollers.

Grootte:
Ideale hoogte voor reuen boven de 18 maanden is 48-51 cm, voor teven boven de 18 maanden 45-48 cm. Afwijking van de ideale hoogte naar boven en beneden tot 3 cm is toegestaan. Het gewicht moet in verhouding zijn met de hoogte en bone van de hond.

Richtlijnen:

20-23 kg voor volwassen reuen;

17-20 kg voor volwassen teven.

Vacht en Kleur:
De Toller is gefokt om te apporteren uit letterlijk ijskoud water en moet een waterafstotende dubbele vacht van middelmatige lengte en zachtheid hebben met een zachtere, dichte onderbeharing. Deze vacht mag enigszins golvend zijn op de rug, maar is verder stijl. Tijdens sommige winters kunnen lange losse krullen bij de keel ontstaan. De bevederingen zijn zacht bij de keel, achter de oren en aan de achterzijde van de achterpoten, aan de voorpoten middelmatig bevederd. Terwijl het is toegestaan de oren en de voeten te trimmen moet de Toller een natuurlijke uitstraling behouden.

De kleur mag variëren van rood of oranje met lichtere bevedering aan onderzijde van de staart, en gewoonlijk minstens één van de volgende witte markeringen aan staart, poten (niet boven de polsen), borst en bles. Een hond met verder goede kwaliteiten mag niet worden gestraft voor een gebrek aan wit. Het pigment van de neus, lippen en oogranden moet overeenkomen en vleeskleurig zijn passend bij de vacht, of zwart zijn.

Toelichting: De eerste aanpassing is gedaan omdat er steeds meer Tollers geshowd worden waarvan de vacht is opgedoft of plat geföhnd. Dit moet voorkomen worden, omdat de hond een natuurlijke uitstraling dient te bezitten. De laatste toevoeging is bedoeld om te benadrukken dat het pigment moet overeenkomen met de vacht.

Hoofd en schedel:
Het hoofd, dat in proportie dient te zijn met de omvang van het lichaam is scherp omlijnd en enigszins wigvormig wanneer bezien van de bovenkant. De brede schedel is iets afgerond, het achterhoofdsbeen is niet dominant aanwezig, de wangen zijn vlak. De afstand van het achterhoofdsbeen tot aan de stop dient ruw geschat even groot te zijn als de afstand van de stop naar de punt van de neus. De stop is gemiddeld.

Toelichting: Deze veranderingen zijn bedoeld om wat gedetailleerder aan te geven wat er in een Toller hoofd wordt verlangd.

De snuit:
taps toelopend van de stop naar de neus, met een sterke maar niet prominente onderkaak. De onderlijn van de snuit loopt bijna in een rechte lijn van de hoek van de lip naar de hoek van het kaakbeen, waarbij de diepte bij de stop groter is dan bij de neus. De lippen sluiten behoorlijk goed af, waarbij ze een zachte ronding in het profiel geven, zonder zwaar te zijn.De beharing op de snuit is kort en fijn. Snorharen worden niet verwijderd.

Toelichting: Deze zin is toegevoegd om te benadrukken dat de Toller een jachthonden ras is en dat snorharen een integraal onderdeel vormen van de mogelijkheden van de hond om zijn werk te doen.

Gebit:
het correcte gebit is scharend, met alle tanden en kiezen aanwezig. Overbijt van meer dan 1/8 inch (3 mm), onderbijt en een scheve mond is hoogst ongewenst.
De kaken zijn sterk genoeg om een vogel van aanzienlijke omvang te kunnen dragen en zachtheid in de bek is essentieel.

De neus: loopt taps toe vanaf de aanzet van het neusbeen tot de punt, de neusgaten zijn goed geopend. De kleur moet overeenkomen met die van de vacht, of zwart zijn.

De ogen: staan goed uit elkaar, zijn bijna rond van vorm en middelmatig groot; kleur variërend van amber tot bruin.
De uitdrukking is vriendelijk, alert en intelligent. Oogranden moeten van gelijke kleur zijn als de lippen.

Oren:
driehoekig, gerond aan de punten middelmatig groot en gedragen in een gevallen manier. Ze zijn hoog aangezet en ver genoeg achter op de schedel, met de basis iets omhoog gedragen, zodat de rand van het oor aan de zijkant van het hoofd wordt gedragen. Ze zijn goed bevederd aan de achterzijde, met kort haar op de ronde punten.

Toelichting: Deze toevoeging is geplaatst om te helpen de veelvoorkomende fout van knikoren te vermijden. Dit omdat bijvoorbeeld de spits gedragen oren die in het midden gevouwen zijn het hoofd van de hond een volstrekt andere ontypische uitdrukking geven.

Nek:
Enigszins gebogen, sterk gespierd en goed gezet. Met middelmatige lengte zonder zichtbaar hangend keelvel.

Toelichting: Veel huidige Tollers hebben korte dikke nekken. Met de toevoeging enigszins gebogen hoopt men de lengte van de nek veilig te stellen, zonder dat dat ten koste gaat van de kracht.

Voorhand:
Schouders gespierd met de bladen goed naar achterliggend en aangezet om een goede “withers” te geven glooiend in de korte rug. (Withers is het punt tussen de schouders waar de nek in het lichaam overgaat. Het blad en de bovenarm zijn ongeveer gelijk van lengte met de opperarm goed achtergehoekt onder het lichaam.

Toelichting: Dit gedeelte is opgenomen om te benadrukken dat de hoeking goed dient te zijn, met een goede voorborst als resultaat.

Ellebogen dicht tegen het lichaam, niet naar buiten of naar binnen draaiend, netjes en gelijkmatig werkend. De voorpoten komen over als twee evenwijdige kolommen, recht en sterk in bone. De hiel is sterk en enigszins oplopend. De sterke (van vliezen voorziene) voeten zijn middelmatig groot, dicht en rond, met goed gehoekte tenen dikke voetzolen en sterke nagels en zijn in proportie met de grootte van de hond.

Toelichting: het kan niet genoeg benadrukt worden dat een jachthond sterke voeten en dikke zolen moet hebben om zijn werk te kunnen doen, maar ze moeten steeds in een goede verhouding staan met de omvang van de hond.

Lichaam:
Diepe borst, goed de ribben volgend, reikend tot de elleboog. Korte en rechte rug.

Rechte bovenbelijning. Lendenen sterk gespierd. Ribben niet rond, noch vlak.

Achterhand:
Gespierd, breed en vierkant in het voorkomen. Achterhand- en voorhandhoekingen dienen in balans te zijn. Dijen erg gespierd, onder en bovenkant van ongeveer gelijke lengte. Knie goed gehoekt en sprong voldoende laag, niet naar binnen of buiten draaiend. Hubertusklauwen dienen niet aanwezig te zijn.

Staart:
De natuurlijke belijning van de rug volgend, breed aan de basis, weelderig en sterk bevederd waarbij het laatste botje minimaal het spronggewricht moet halen. De staart mag lager dan de ruglijn gedragen worden, behalve wanneer de hond alert is; in dat geval moet hij hoog gedragen zijn, nooit de rug rakend.

Gangwerk:
De Toller combineert een indruk van kracht met een elastisch, zwierig gangwerk, goed naar voren reikend en sterk stuwend van achter. Voeten mogen niet naar buiten of binnen draaien en de poten bewegen in een rechte lijn. Als de snelheid toeneemt, waarbij de hond enkelspoors moet gaan lopen moet de bovenbelijning recht blijven en moet terrein winnen met beheerste bewegingen.

Toelichting: Deze omschrijving duidt simpelweg op een voor een jachthond goede manier van beweging, hoewel deze toevoeging in tegenspraak lijkt met het elastische, zwierige gangwerk, is de omschreven krachtige indruk die daarmee wordt gecombineerd wellicht voldoende om de schijnbare tegenstrijdigheid weg te nemen.



Reuen moeten twee normaal gevormde teelballen bezitten, die volledig in de balzak zijn ingedaald.

Gezondheid van de Nova Scotia Duck Tolling Retriever

Nova Scotia Duck Tolling Retriever

De Nova Scotia Duck Tolling Retriever kan HD problemen (heupdysplasie), Oogaandoeningen en epilepsie (PRA, CEA/CH) hebben.

De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders.
Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieen van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.

De HD en oog-test worden door een specialist uitgevoerd.
Voor HD worden rontgenfoto's gemaakt en beoordeeld door de Raad van Beheer.
Voor PRA en CEA/CH zijn DNA testen beschikbaar.

De beste uitslag voor HD is HD-A. Met HD-B (een overgangsvorm) mag ook vaak gefokt worden.

Bij PRA en CEA/CH kan de uitslag: VRIJ (van de aandoening), DRAGER (kan ziekte doorgeven) en LIJDER (zal waarschijnlijk PRA/CEA/CH ontwikkelen).

De uitslag bij de oogtest (ECVO) moet VRIJ zijn en elk jaar herhaald worden.

Bron: L.Scharenborg www.mexxum.nl/nestjepups.html

Verzorging van de Nova Scotia Duck Tolling Retriever

De toller moet 1x per week geborsteld worden.
Trimadvies

De Toller is een Retrieversooort met een dubbele vacht: Een ondervacht die isoleert voor warmte, kou en water en een bovenvacht die de huid beschermt, bijvoorbeeld als de hond door dichte struiken rent. De Tollervacht heeft niet veel onderhoud nodig, de hond moet er vooral natuurlijk en gewoon uit zien. Toch wordt er het een en ander getrimd aan de Toller om hem een verzorgd en functioneel uiterlijk te geven.




Voeten
Tussen de voetzolen groeit het haar over de voetzolen heen. Gewoonlijk word dit haar kort geknipt tot op één lijn met de voetzolen zelf. Dit geeft een netter beeld maar is ook prettiger voor de hond: honden zweten via de voetzolen wat beter gaat als die vrij zijn van lange haren. In de winter zorgen deze lange haren tevens voor de vorming van stukken ijs tussen de voetzolen die de hond irriteren.

Voor het knippen van de voeten gebruik je een rechte schaar, de grootte maakt niet veel uit maar een kleine schaar is prettiger omdat het oppervlak ook klein is. Om te voorkomen dat je per ongeluk de huid beschadigt knip je met het blad van de schaar, niet met de punt. Het blad ligt dus plat op het te knippen gedeelte en de punt is naar buiten gericht. Op deze manier knip je de haren tussen de voetzolen en de buitenste randen. Voor het grootste, bovenste voetzooltje geldt dat de haren daar van boven naar beneden worden gehaald. Dat wat dan over het voetzooltje valt word op die lijn weggeknipt met de rechte schaar.

Aan de voorpoten bevind zich nog een extra kussentje boven de voet, ter hoogte van de pols. Het haar wat tussen dat kussentje en de voet groeit wordt bijgeknipt met een enkele efileerschaar. Zo'n schaar heeft een gewoon blad en een blad met een soort kam, hierdoor word de vacht gelijkmatig uitgedund in plaats van recht afgeknipt met een rechte schaar. Houd de voorpoot vast bij de voorvoet en kam de beharing tussen de voet en bovenste kussentje eerst naar onder voordat je gaat knippen. Vervolgens efileer je de beharing daar in een rechte lijn vanaf de voet naar het uiterste puntje van het kussentje waardoor het geleidelijk langer wordt en overloopt in de bevedering van de voorpoot.

Als het voetje weer op de grond staat kun je met een rechte schaar de onderste randen van het voetje bijwerken zodat er geen plukjes uit steken. Pas wel op dat je niet teveel weg knipt, je moet van de zijkant van de voet het kussentje niet duidelijk kunnen zien.

De beharing tussen de tenen moet worden ingekort tot de bovenkant van het voetje. Hiervoor halen we de haren tussen de tenen omhoog, zorg hierbij dat je alleen de lange,zachte haren tussen de tenen omhoog haalt. Vervolgens houd je de enkele efileerschaar plat op het voetje, recht tegen de haargroeirichting in en dus met de punt wijzend naar de hond. Een paar korte knipjes op het voetje (niet tussen de tenen) en daarna de beharing weer natuurlijk laten vallen en kijken of er nog meer weggeknipt dient te worden. Ook hierbij geldt dat het natuurlijk moet zijn, de Toller heeft een zogenaamde katvoet: rond met goed aangesloten tenen. Het is dus belangrijk niet teveel haar weg te knippen en niet tussen de tenen te knippen. Het resultaat is een rond, gesloten voetje met nette, rechte randen en geen uitstekende plukjes.




Hakken
De beharing aan de achterkant van de hakken groeit langer en het is gewenst om dit in te korten met een enkele efileerschaar. Hiervoor kam je allereerst de beharing recht naar achter zodat de haren uitsteken. Daarna zet je de schaar boven aan de hak, loodrecht naar beneden wijzend. Knip een aantal keer in een rechte lijn naar beneden waarbij je de beharing helemaal kort knipt op één lengte. Kam regelmatig de haren weer naar achter om overzicht te krijgen over wat nog ingekort moet worden. Kort vanaf alle kanten goed in tot de beharing aan de hak een netjes geheel vormt. Het kan nuttig zijn om de achterpoot nog even op te tillen en extra te efileren vanaf het bovenste voetkussentje naar de hak.



Oren
Bovenop en achter de oren van de Toller groeien lange haren die klitten kunnen vormen als ze niet worden ingekort. Deze haren zijn doorgaans plukbaar en plukken is ook de beste techniek hiervoor. De plukbare haren zijn lang, zacht, golvend en meestal iets lichter van kleur. Haal die haren eerst allemaal omhoog, vervolgens pak je het uiteinde van een plukje haar tussen duim en wijsvinger en trek je de haren met een snelle beweging naar beneden eruit. Dit zijn in feite dode haren dus het doet de hond geen pijn als ze getrokken worden. Het kan hooguit irritatie opleveren aan de huid vanwege de trekbeweging. Om dit te voorkomen houd je met de andere hand te huid op de schedel, boven het oor, strak.

Het is makkelijker om meerdere keren kleine plukjes haar te plukken in plaats van grote stukken in een keer. Probeer dus regelmatig de te plukken haren opnieuw op te kammen en steeds kleine stukjes te plukken. De beharing bovenop het oor, bij de ooraanzet, is meestal iets langer dan aan de punt maar wel duidelijk van dezelfde structuur en dus niet plukbaar.




Achter en onder het oor groeien dezelfde lange, plukbare haren. Deze haren kunnen op dezelfde manier geplukt worden. Hierbij is het lastiger om niet te veel haar te plukken, er moet geen gat ontstaan achter het oor. Bekijk dus regelmatig hoe het oor aan ligt en bepaal dan of er meer geplukt moet worden of het geheel er goed aangesloten uit ziet. Omdat (vooral bij reuen) zich daar ook een kraag vormt zijn de haren van nature langer maar horen niet allemaal geplukt te worden!

Als laatste kun je het oor optillen en de beharing onder de gehoorgang iets inkorten. Inkorten is een ander woord voor efileren dus ook hierbij gebruik je een enkele efileerschaar. Zet een paar knipjes met de schaar die de groeirichting van het haar volgt of daar juist direct tegenin gaat. Daarna kam je de beharing naar beneden en bekijk je of het geheel weer goed aan sluit. Dit gedeelte hoeft niet heel kort geknipt te worden maar vooral minder opvallend zodat het oor beter aansluit. Bij te veel inkorten ziet het geheel er "geknipt" uit wat voorkomen moet worden.




Opvoeding van de Nova Scotia Duck Tolling Retriever

Nova Scotia Duck Tolling Retriever

Een toller leert snel, niet alleen goede dingen maar ook verkeerde dingen en die laatste zijn dan weer moeilijk af te leren.
Daarnaast zijn tollers erg intelligent waardoor ze je makkelijk kunnen manipuleren.
In de handen van een ervaren hondeneigenaar zijn ze makkelijk in opvoeding.

Rasvereniging van de Nova Scotia Duck Tolling Retriever


Nova Scotia Duck Tolling Retriever Club Nederland
Nova Scotia Duck Tolling Retriever Club Nederland

Sleedoornlaan 23
6841AB Arnhem
Telefoon: Puppy Info: 033 4943476

Popularitieit van de Nova Scotia Duck Tolling Retriever

De Nova Scotia Duck Tolling Retriever staat op dit moment op de 57e plek van de meest populaire hondenrassen op de HondenPage

Overige informatie over de Nova Scotia Duck Tolling Retriever


behendigheid, jacht of flybal, onderneem wat met je toller maakt niet uit wat als je er maar met zijn tweeën van geniet.
Een toller heeft naast lichamelijke uitdaging ook geestelijke uitdaging nodig.
Dit is geen hond voor 4x per dag een wandeling. Ze hebben uitdaging nodig.

Nova Scotia Duck Tolling Retriever pup aanschaffen

Gemiddelde prijs voor een tollerpup is € 1000 euro.
Een goede fokker heeft een wachtlijst en wil dat je langs komt voor je op de wachtlijst staat.
http://www.tollertales.nl
http://www.ducktollingretriever.nl

Nova Scotia Duck Tolling Retriever fokkers informatie

Geen fokkers informatie gevonden over de Nova Scotia Duck Tolling Retriever.
Heb jij overige informatie het fokkken van een Nova Scotia Duck Tolling Retriever pup. ? Dan kun je dat toevoegen als je je fokbeleid hebt laten keuren op de hondenpage.

Meer suggesties

Ben je op zoek naar een Hondenras ? Bezoekers van de hondenpage met een Nova Scotia Duck Tolling Retriever hebben ook deze rassen

Meer weten over de Nova Scotia Duck Tolling Retriever ?

 

De mening van de bezoeker

Hoogte: middelgroot
Kindvriendelijk:
Gehoorzaam:
Waaks:
Kan goed alleen zijn:
Heeft veel beweging nodig:
Is sociaal:

Geef jouw mening!

Deel de info over de Nova Scotia Duck Tolling Retriever:


Afbeeldingen

Nova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling RetrieverNova Scotia Duck Tolling Retriever

Je kunt een foto toevoegen

Informatie verbeteren

Als jij informatie over de Nova Scotia Duck Tolling Retriever hebt die de kwaliteit van deze pagina verbetert dan kun je deze pagina aanpassen. Log wel eerst even in om dit te doen.


De HondenPage maakt gebruik van cookies. Dit zorgt er voor dat onze website voor jou als bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken en advertenties.info / verbergen en toestaan
^