Landseer ECT

Rasgroep van de Landseer ECT

De Landseer ECT behoort tot de Rasgroep "Pinschers, Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden"

Geschiedenis van de Landseer ECT

Bron: Kennel van Hollandseer

Wie probeert de geschiedenis van de Landseer te beschrijven, begeeft zich onwillekeurig op glad ijs.
Over de geschiedenis van de Landseer en meer in het algemeen de hond van Newfoundland is reeds veel geschreven. De diverse kynologen zijn het echter over de afkomst niet altijd eens.
Vaak moeten wij ons dan ook behelpen met het uitspreken van vermoedens omtrent de oorsprong van het ras. In het begin van de 18e eeuw wordt door Franse en Engelse vissers melding gemaakt
van grote, zwarte, langharige honden die op beren lijken op het eiland Newfoundland. De gewoonte groeide om dergelijke grote, fraaie honden van daar naar Engeland te brengen, waar zij de naam "Newfoundlanders"
kregen. Anderzijds namen de Engelsen en/of Fransen ook honden vanuit Europa mee naar Newfoundland. Deze honden waren ofwel geheel wit, ofwel wit met zwarte aftekeningen. Volgens sommmigen zijn het kruisingen geweest tussen de pyreneese berghond die door portugeese walvisvaarders werd meegenomen met de zwarte indiaase wolfshond geweest die op het eiland st John, voor de kust met New Foundland, voor de grote zwart-witte nakomelingen hebben gezorgd. Geheel duidelijk is dit niet. Zowel op het eiland als in Europa worden de twee rassen met elkaar gekruist. De nakomelingen van deze kruisingen bleken een witte vachtkleur met zwarte aftekeningen te bezitten. Opvallend is, dat oorspronkelijk alleen maar wit-zwarte honden als "Newfoundlanders" werden afgebeeld. In het begin van de vorige eeuw werden deze wit-zwarte honden dan ook populairder dan ooit. Deze populariteit werd verder gestimuleerd toen melding werd gemaakt van reddingsacties van enkele van deze honden. Zij zouden drenkelingen weer op het droge hebben gebracht.

De naam Landseer dankt dit ras aan een beroemde dierenschilder genaamd Sir Edwin Landseer. Hij schilderde altijd deze honden afkomstig uit Newfoundland en men noemde deze honden daarom vaak "Landseer-honden" en zo kreeg dit bijzondere ras dus uiteindelijk de officiële naam Landseer E.C.T.

Verschillende schilders gebruikten deze reddingsacties als motief voor hun werk. Een van de meest bekende onder hen was de Engelsman Sir Edwin Landseer (1802- 1873). Naar aanleiding van zijn schilderijen werden deze wit-zwarte honden langzamerhand bekend onder de naam Landseer-Newfoundlanders. De populariteit van de Landseer bleek echter maar van korte duur. De belangstelling voor de zwarte Newfoundlanders nam gestaag toe. De wit-zwarte Landseer raakte in de vergetelheid. Hier en daar werd de aanwezigheid van de grotere Landseers zelfs volkomen genegeerd. Toen in 1886 de Engelsen de rasclub voor de Newfoundlanders oprichtten, stelden zij tevens de raspunten op. Weliswaar werd ook wit-zwart getolereerd, maar deze honden moesten in alle overige punten voldoen aan de lichaamsbouw van de zwarte Newfoundlanders. Daar de originele Landseers veel hoger op de benen stonden dan de Newfoundlanders, betekenden die raspunten het officiële einde van de Landseers.

Door de jaren heen bleven enkele liefhebbers zich echter met hart en ziel inzetten voor het behoud van het originele type Landseer. In het begin van de jaren twintig waren de aantallen honden
minimaal. In deze periode wilde het met de wederopbouw van de Landseers bovendien niet erg vlotten. Voorts werden de honden die het Landseer-type vertoonden, aangemerkt als Newfoundlanders. Pas in de jaren vijftig steeg het aantal Landseers gestaag, vooral door het werk van Duitse, Zwitserse en Oostenrijkse fokkers. Ook de hoogte, die eerder nog ontbrak, kwam langzamerhand weer terug. Op 24 augustus 1960 erkende de Fédération Cynologique International (F.C.I.), de Landseer als apart ras.

Karakter van de Landseer ECT

bron: Nederlandse Landseer Club
De Landseer ECT is boven alles een hond met een tamelijk grote drang om iets "te doen" met de baas. Hij is actief, heeft temperament, maar behoort beslist niet nerveus te zijn. Hij is
zelfverzekerd, aanhankelijk, intelligent, trouw aan zijn baas, tamelijk zachtmoedig van aard en bij voldoende vrije beweging buiten, prettig rustig in huis.

De meeste Landseers beschikken over een flinke portie onafhankelijk- en eigen zinnigheid. Zijn baas draagt een grote steen bij in de ontwikkeling van zijn karakter. Wie zijn hond zeer consequent, zonder hardhandigheid, maar met veel liefde en geduld opvoedt, zal aan de Landseer een fijne kameraad hebben

Om te voorzien in zijn behoefte aan beweging en “werk", is elke dag een lange wandeling van ca. 1 a 1½ uur, waarbij ook los moet kunnen lopen, noodzakelijk. Daarnaast is dan 3 maal daags een korter ommetje voldoende. De Landseers zijn dol op water. Bijna alle Landseers zwemmen graag en goed, en hier ligt een goede mogelijkheid voor de baas om met z'n hond "bezig" te zijn. Het gooien van stokken, dummy's of andere objecten in het water, die de hond dan weer ijverig op het droge brengt, vormt een immer gewaardeerd spel. Er zijn zelfs Landseers die voorwerpen van de bodem opduiken. Dagelijks de mogelijk om te zwemmen is ideaal; waar dit niet kan bijv. omdat u niet in de buurt van water woont, dient toch geprobeerd te worden het water regelmatig op te zoeken. Volwassen Landseers beschikken over veel uithoudingsvermogen en kunnen ook heel goed naast de fiets. Vanaf 1 jaar kan begonnen worden met 5minuutjes, wanneer hij 1~ jaar is kan dat een ~uur geworden zij. Vooral wanneer er eens een keer niet zoveel tijd is voor een lekkere lange wandeling is dit een goed alternatief.
Het is zeker aan te bevelen met een Landseer een puppycursus (vanaf 3 maanden oud) en later een gewone gehoorzaamheidscursus te volgen; zeker voor de mensen die nog weinig of geen ervaring hebben met het opvoeden van een hond. Maar ook de zogenaamde benendigheidscursussen worden door hen zeer gewaardeerd, daar de meeste honden zelf er ook plezier in hebben om met de baas te "werken".

De Landseer behoort tot de groep der waak- en verdedigingshonden. Dit feit zegt iets omtrent bepaalde te verwachten karaktereigenschappen. Hij is meestal wel waaks, echter niet blafferig, veel Landseers weten uitstekend onderscheid te maken tussen (in hun ogen) werkelijk onraad en bijv. een argeloze voorbijganger. Hij behoort niet scherp te zijn en zal als het goed is bij onraad of gevaar voor baas of huisgenoten altijd eerst waarschuwen (grommen) en pas wanneer het werkelijk niet anders kan zijn tanden gebruiken.


De Landseer is een fantastische hond en vooral ook een echte vriend voor diegene die de nodige tijd aan hem kan besteden, die opgewassen is tegen zijn vaak eigenzinnig gedrag en die in staat is hem een goede, consequente opvoeding te geven.

Rasstandaard van de Landseer ECT

Land van herkomst: Newfoundland, later gefokt in Duitsland/Zwitserland

Korte geschiedenis van het ras
Reeds in de laatste helft van de vorige eeuw is er in Engeland verschil van mening geweest of de zwarte en zwart-witte Newfoundlanders tot een en het zelfde ras behoren. De Engelsen stopten de discussie met de oprichting van de Newfoundlander Club in 1886, waarbij in de raspunten werd opgesteld dat de zwart-witten in alle opzichten, behalve de kleur, aan de zwarten gelijk moeten zijn. Na de oorlog laaide de strijd weer op, met name in Duitsland, Zwitserland en Nederland. Het op verschillende punten afwijkende type (met name hoger op de benen) van de zwart-witten rechtvaardigde een aparte standaard die in 1960 werd opgesteld.

Rasbeschrijving
De Landseer ECT is een grote, sterke en krachtige hond. Vooral de reuen staan hoger op de benen dan de zwarte Newfoundlander.

Hoofd: breed, massief, met een uitgesproken achterhoofdsknobbel, uitgesproken stop, droge, gepigmenteerde lippen, zwarte neusspiegel.

Ogen: middelgroot, amandelvormig, bruin, vriendelijke uitdrukking.

Oren: middelgroot, driehoekig, geronde punten, hoog aangezet, maar niet te ver uit elkaar geplaatst. Ze moeten goed tegen de wangen aanliggen en goed behaard zijn.

Gebit: schaargebit.

Hals: normale lengte, brede nek, droog.

Lichaam: vlakke, rechte rug, diepe en brede borstkas, goed gewelfde ribben, nauwelijks opgetrokken buiklijn, sterke lendenen, afgeronde croupe.

Ledematen: sterke botten, rechte voorbenen, goed gehoekte voorhand, goed bespierd. Sterke achterbenen, normaal gehoekte achterhand, goed bespierde en brede dijen.

Voeten: groot, goed gesloten.

Staart: moet tot iets onder de sprongen reiken, krachtig en bossig behaard, wordt hangend of iets omhoog gebogen gedragen.

Gangwerk: licht, wijd en ruim.

Vacht: lang, behalve op het hoofd, glad, vlak tegen het lichaam aanliggend, fijn, met onderhaar en dekhaar.

Kleur: witte basiskleur met onregelmatige zwarte vlekken op lichaam en croupe. Hals,borst, buik, benen en staart moeten wit zijn. Zwart hoofd. Zwarte kleine vlekjes in het wit minder gewenst.

Schofthoogte: reu 72-80 cm, teef 67-72 cm

Gezondheid van de Landseer ECT

De Landseer kan HD-(heupdysplasie), ED- (elleboogdysplasie), oog- problemen en Trombopathie (CTP, bloedstollingsziekte) hebben.

De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders.
Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieën van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.

De HD en ED-test worden door een specialist uitgevoerd.
Voor HD en ED worden een rontgenfoto gemaakt en beoordeeld door de Raad van Beheer.
De ogen worden mbv de ECVO-test door een specialist uitgevoerd.
CTP wordt via een DNA test getest.

De beste uitslag voor HD is HD-A. Met HD-B (een overgangsvorm) mag ook vaak gefokt worden.
Bij ED en de ECVO-test is VRIJ de uitslag die je op het certificaat wil zien.

Er kunnen 3 verschillen uitslagen voor CTP zijn: VRIJ, DRAGER en LIJDER. Dragers mogen alleen gebruikt worden in combinatie met Vrije honden.

Bron: L.Scharenborg www.mexxum.nl/nestjepups.html

Verzorging van de Landseer ECT

mocht de landseer een dikke ondervacht hebben dan is het van groot belang deze meerdere malen per week te borstelen, dit om klitten te voorkomen. Ook de oren moeten goed in de gaten worden gehouden door dat het hangoren zijn en er dus weinig frisse lucht bij kan komen, kan het zijn dat door oorsmeer dit enorm gaan broede en irriteren.

Opvoeding van de Landseer ECT

zie uitleg karakter. Hier staat al veel uitgelegd over het tempramentvolle karakter van de landseer. Een goed opgevoede landseer is het begin van een mooie en goede vriendschappelijke band tussen baas en hond. Vergeet niet dat het een grote sterke hond is als hij eenmaal is uitgegroeid.

Geen fokkers informatie gevonden over de Landseer ECT.
Heb jij overige informatie het fokkken van een Landseer ECT pup. ? Dan kun je dat toevoegen als je je fokbeleid hebt laten keuren op de hondenpage.

Meer suggesties

Ben je op zoek naar een Hondenras ? Bezoekers van de hondenpage met een Landseer ECT hebben ook deze rassen

Alaskan Malamute

Leonberger

friese stabij

Border Terrier

Shih Tzu

Sint Bernard, langhaar

Grote Poedel, zwart wit bruin