Jamthund
De Jamthund behoort tot de Rasgroep "Spitsen en oertypes"
Het oudste bewijs dat het een oud ras is, werd gevonden in Ballingsta (Uppland) op een runesteen van rond het jaar 1000. Het is een getekende elandjacht en de ingehouwen afbeeldingen tonen twee grote honden, een eland en boven hen een jachtvalk. Verder staat er een skiloper met pijl en boog en een ruiter met speer op.
In de begin 60tiger jaren werden onder de bisschopskerk in Lund, gebouwd in 1060, door de osteoloog (beenderenkundige) Jan Ekman, een grote hoeveelheid beenderen gevonden. Beenderen afkomstig van een hondeskelet leken veel op die van de hedendaagse Jämthond, afgaande op détails van de schedel. Hetzelfde type voorhoofd, de markante oogkassen tezamen met de brede neusrug gelijken opvallend veel op die van de Jämthond en onderscheidde zich van de overige spitshonden.
De honden waren van een aanzienlijke grootte, duidelijk met een schofthoogte van tegen de 67-70 cm en soms erboven. De conclusie luidde dan ook, dat de mens uit die tijd kennelijk behoefte had aan grote, sterke honden in deze dunbevolkte en afgelegen gebieden voor de zware jacht op de eland, beer en lynx maar niet in het minst voor bewaking van huis en vee.
Deze honden waren krachtig en snel genoeg om weerwerk te bieden tegenover de beer, maar voornamelijk tegenover de wolf en in mindere mate tegenover de lynx. De kleinere, minder snelle spitshonden werden te vaak slachtoffer van de wolf.
Een koninklijke brief uit 1301 moet wel de oudst bekende beschrijving zijn die een aanknopingspunt bevat over de toenmalige elandhonden in Jämtland en Ragunda. De laatste ligt in oostelijk Jämtland en was in die tijd Noors grondgebied.
In de brief wordt gesproken over het recht op elandenjacht, zowel op ski's als door schieten. Met behulp van goede stelhonden ging dat uitstekend wanneer men elanden voldoende kon benaderen om met pijl en boog te schieten, echter zonder een goede hond was dat in de regel onmogelijk. Het heeft natuurlijk ook grote voordelen om met een elandhond plus pijl en boog een eland te vellen wanneer er behoefte is aan vlees. De jager kon op die wijze in alle jaargetijden een eland schieten onafhankelijk van de sneeuwdikte.
Groepen elanden waren heel zeldzaam in Jämtland; op deze wijze gaf men een goede kans op een betere buit. Gezien het in de brief vermeldde: "waar U van oudsher recht op heeft" en "dat oude gebruik heeft gehad" blijkt dat het schieten met pijl en boog van een eland reeds toen een oude gewoonte was.
Door de grote sterfte als gevolg van de 'zwarte pest' omstreeks 1350 volgde slechts spaarzaam mededelingen over het nageslacht.
In de jaren 14-1500 kreeg het provinciewapen van Jämtland zijn vorm en laat een grote, op een wolfgelijkende, hond zien, die gebruikt werd bij de elandjacht.
In rechtbankverslagen van 1625 en 1636 worden lieden veroordeeld wegens het schieten van een groter aantal elanden dan was toegestaan. Reeds toen bestond kennelijk een vorm van licentiejacht.
Uit "Dagboekaantekeningen van reizen in Jämtland 1792 - 1802" van de schrijver Fale A. Burman kan men lezen: 'van de Jämthund kan men twee oeroude inheemse varianten onderscheiden, tamelijk groot van bouw. De ene in de kleur gelijk die van de wolf, de ander pikzwart en wild, kwaadaardig van karakter.
Het is Elof Frisendahl, die vanaf 1860 tot 1920 in 5 boeken zijn ontelbare jachten beschreef. Daarin wordt telkenmale duidelijk gesproken over "de Jämthund" zoals bij een jager in Kaxås die tijdens zijn leven 55 beren schoot, twaalf daarvan met een val, de overige met zijn grote, goede en dappere 'witgekaakte' honden.
Een andere passage is de volgende:
"Het typische Jämthonden-uiterlijk vererft zeer sterk, zodat vele kruisingen het uiterlijk van een Jämthond laten zien, maar zijn waardevolle eigenschappen als eland/'stel'hond zijn onbetrouwbaar en dus een slechte reproductie van dit oeroude ras"
Er is nog een soort stövere of een stövere vermenging hier boven in Norrland, die 'drijven' a.h.w. de eland met groot uithoudingsvermogen op. De een na de andere eland valt ook bij zulke jachten, maar de Norrlanders bedanken voor een degelijke jacht. Mijn sterke Stövere DON b.v. dreef de eland met grote volharding voort. Maar ondanks dat kende ik niemand die zin had om met hem te jagen, want het zou een kwestie van gokken zijn wanneer ik in de gelegenheid kwam om te schieten.
Hoe anders is het met een eerste klas 'stel'hond, de Jämt, afgezien van zijn uitstekend vermogen om grootwild op te sporen. Zijn goed beoordelingsvermogen zegt hem n.l. wanneer de eland 'onmogelijk' is en laat hem ook die dag met rust.
De Jämthund neemt de zaak dan ook bewonderingswaardig praktisch op. De Jämthund, Skog, vaak genoemd in mijn twee voorgaande boeken heeft meer dan eens zijn eland 5 tot 6 uur vastgehouden toen het wild de lucht kreeg van mensen er met een matig gangetje wegliep. Maar dezelfde hond heeft ook enkele minuten een onder 'de wind lopende' eland verlaten omdat hij wist dat het voor die dag zinloos was het edelwild met een voorsprong in te halen. De elandjager van Norrland weet ook zijn vierbenige kameraad juist om zijn praktisch oordeel hieromtrent te waarderen."
Veel aandacht besteed Frisendahl aan de Jämthond rond 1900. Ook in Zweden heeft men een wolvenplaag gekend zoals in Noorwegen. Dit was voor het ras een kritieke periode omdat daarna de beer bijna niet, en de eland in een gering aantal voorkwam. Er bleef nauwelijks iets over voor die honden, die niet gespecialiseerd waren op klein wild. De Jämthond was bijna een verloren ras.Juist daarom maakte hij pure propaganda voor dit zo unieke ras, waarmee hij als natuurmens en jager zulke dierbare herinneringen aan had.
In 1937 accepteerden de Kennelclubs van Noorwegen en Zweden de algemene standaard van de Gråhund of Norrland Spitz. Een algemene standaard waarin de hoogte van de reu wordt vermeld met 52 cm, de teef iets minder. Het grotere type werd compleet genegeerd.
Een tijdlang is het stil rondom de Jämthond. In de winter van 1942 ontvangt Bjørn von Rosen, die werkzaam is voor "Svenska Dagbladet" en verantwoordelijk was voor de rubriek 'Jacht en Honden', een brief van de Jämtlander Axel Lindstrøm, die sprak over een "Berenhond" die niet op de rantsoeneringslijst stond. Deze, door de overheid uitgebrachte lijst, vermelde die rassen, die in de praktijk hun nut hadden bewezen en derhalve gerechtigd waren om speciale rantsoenen te ontvangen. De schrijver van de brief zag dat de grijshond niet op de lijst stond en wilde zo de aandacht vestigen, en daarmee ook op de grotere variant uit Jämtland, die hem zo na aan het hart lag.
Als bijlage waren enige foto's toegevoegd die een krachtige spitshond lieten zien. Het uiterlijk van de hond trok de aandacht van von Rosen en vroeg de schijver om meer informatie.
Dat was het begin van een kynologisch geschil dat als "de strijd om de Jämthond" de geschiedenis in zou gaan.
Toen rond de eeuwwisseling de standaard van de grijshond werd geschreven, had de standaardcommitee‚ een kleinere en minder zware hond als model genomen,die ook veel voorkwam in Jämtland. In de veertiger jaren hadden als gevolg van het opgezette stamboomboek bijna overal de grotere honden in de provincie verdrongen. Alleen in de afgelegen dorpen waren nog resten van het van het grotere type. In pogingen om het ras erkend te krijgen, noemde Lindstrøm de honden 'berehonden' hoewel ze nauwelijks meer op beren jaagden. De naam werd louter en alleen gekozen omdat zij afkomstig waren van een lokale stam, die beroemd waren door hun prestatie's op de berejacht. Notitie's van oude jagers uit die streek alsmede door het verzamelen van oude jacht- en hondenfoto's bevestigden Lindstrøm's denkbeeld: Honden, die het goed doen op de berenjacht, waren van "het grote, oude soort"
Bjørn von Rosen bezocht de S.K.K. en sprak met de directeur en secretaris, die opvallend voorzichtig met hun uitspraken waren. Ook had hij een vruchtbaar gesprek met een jager, Eimar Edstrøm uit Norrland, die, zo bleek later, in de functie van majoor het hoofd was van de hondenbrigade bij het
leger waarbij hij vertelde goede ervaringen te hebben met deze grijshonden als trekhond. Met deze gegevens ging Bjørn over tot publiceren van zijn bevindingen. Een bestuurslid van de Zweedse Spitshonden club schreef daarop dat hij bij herhaling had getracht de S.K.K. tot andere gedachten te brengen. De Jämtlanders hadden, zo schreef hij, hardnekkig beweerd dat de standaard over een ander type hond ging, een type dat, volgens hen, van Noorse oorsprong was. Het idee van het bestuurslid zowel als die van Lindstrøm betekende een keuze tussen twee alternatieven: òf de huidige standaard herzien ten gunste van de grote variatie, òf een nieuwe standaard te schrijven voor de grotere grijshond.
Er volgde een lange tijd van argumentering tussen voor- en tegenstanders tot de Zweedse Spitshonden Club Lindstrøm en von Rosen uitnodigde tot deelname aan de discussie op de jaarvergadering in Östersund. Toen von Rosen en zijn reisgenoot uit de trein stapte, werden zij opgewacht door Nils Eriksson en zijn hond Boj.
Tijden het eerste gedeelte van de avond moest er stoom van de ketel worden afgeblazen, temeer daar ieder zo zijn eigen gedachten had maar deze niet had kunnen uiten omdat de tegenstanders elkaar nog niet eerder ontmoet hadden.Toen de discussie enigszins geluwd was, werd Nils gevraagd zijn hond naar binnen te brengen.
Axel Lindgren, was een vooraanstaand man in de Spitshondenclub en een veel gevraagd keurmeester. Hij was het geweest die zich tijdens de debatten het agresiefst had opgesteld. Toen de Jämthond Boj binnenkwam kreeg Axel een peinzende uitdrukking op zijn gezicht en het werd stil in de zaal en de sfeer veranderde voelbaar. Boj stond daar onverstoorbaar, z'n staart zwak kwispelend.
De nu volgende dialoog werd het cruciale moment. Het was Axel Lindgren die de stilte verbrak en zei:'ik zie niets byzonders aan deze hond, zulke honden hebben wij hier veel gehad. Het is ongeveer een hond waarnaar wij willen streven.' Bjørn von Rosen stelde toen de vraag 'Is dat het type hond dat de Spitshondenclub wil fokken? U bent toch keurmeester!' 'Nee, dat niet' zei Lindgren 'volgens de standaard is hij niet'; waarop von Rosen repliceerde dat een aanpassing van de standaard zodat deze bruikbaar was voor beide types, het doodvonnis betekende voor de grote variant; de honden zijn tè verschillend. Doodstil werd het in de zaal en Axel Lindgren haalde diep adem en sprak:
"Tja, misschien, wij zullen erover nadenken"
Axel Lindstrøm liet de benaming 'berenhond' vallen. Een werkcommissie werd ingesteld om een ontwerpstandaard op te stellen voor de Jämthond, die na enige correctie's van het bestuur naar de S.K.K. werd gezonden. Vele jaren gebeurde er niets, maar de Jämtlanders, waaronder Erik Arvidsson, gingen door met het zoeken naar rastypische honden. De aanhangers van de grijshonden maakten er een prestigezaak van terwijl het kennelbestuur het er kennelijk moeilijk mee had om op eerdere uitspraken terug te komen.
In 1946 kwam er plotseling schot in de zaak; de chef van de hondenbrigade, Edstrøm, deed plotseling een positieve uitspraak, Carl Leuhusen, secretaris S.K.K. reisde af naar Jämtland en verklaarde vervolgens dat de Jämthond, naar zijn inzicht, niet alleen als zelfstandig ras moest worden verklaard,
maar bovendien ook als 'oorspronkelijk' moest worden beschouwd en dus het 'oertype' was waaruit de grijshond van nu volgens de nu geldende internationale standaard was gefokt. Daarmee was erkenning een feit en de standaard voor de Jämthond werd op 21 november 1946 gepubliceerd naast die van de Gråhund.
In 1980 werd de standaard (nr. 42) herzien, terwijl in 1981 de standaard van de Gråhund (nr. 112) niet langer van kracht werd verklaard, die van de Noorse Elandhond (nr. 242) is nu het enige erkende ras.
De Jämthund is een rustige, moedige en doortastende maar bovenal een eigenzinnige hond.
Er is een redelijk verschil in karakter tussen de reu en de teef. De teef is wat vriendelijker ten opzichte van kinderen en mensen in het algemeen dan de reu. De reu kan aangeven dat hij ergens genoeg van heeft door wat te “gorgelen” en verwacht dat hij gerespecteerd wordt. Dat ziet men bij de reu ook ten opzichte van soort/sexgenoten. Vertoont dominant gedrag maar valt zelf zelden uit maar als de opponent neigt uit te vallen dan volgt de Jämt het principe “de eerste klap is een daalder waard” De Jämt is in aanleg geen gezelschapshond noch een waakhond. Geeft aan dat er “vreemd volk” is en vervolgens de weg naar het zilver aanwijst. Het is een jachthond die trouw is aan zijn baas en altijd voor hem zelfstandig aan het werk gaat/is. En dat maakt het lastig om de hond, evenals de Husky, vrije loop te geven.
FÉDÉRATION CYNOLOGIQUE INTERNATIONALE (F.C.I.)
SECRETARIAT GENERAL: 14, rue Léopold II, 6530 THUIN (Belgique)
No. 42 12 mei 1980
STANDAARD: JÄMTHUND
LAND VAN OORSPRONG: ZWEDEN
ALGEHELE VERSCHIJNING:
Groot, rechthoekig, evenwichtige spitshond, droog, krachtig maar lenig en met een goede houding. De hond moet energiek en moedig zijn maar tegelijkertijd bedaard.
Het lichaam moet niet te lang lijken noch te zwaar.
Hoofd:
Het hoofd moet droog, wat lang en evenredig breed tussen de ogen zijn.
De schedel licht gewelfd. De stop duidelijk maar niet te scherp afgetekend. De wangen moeten vlak zijn. De snuit moet, van de stop tot de neus, een weinig korter zijn dan de afstand stop tot jachtknobbel. De snuit moet gelijkmatig toelopen naar de neus.
Bezien van opzij of van boven mag deze niet spits lijken. De neusrug is recht, breed en sterk met een brede neus. De lippen zijn goed aangesloten tegen de kaken.
Ogen:
Lichtelijk ovaal, bruin met een levendige maar rustige uitdrukking.
De ogen mogen niet uitpuilend zijn.
Oren:
Hoog aangezet, rechtopstaand, puntig en beweeglijk. De hoogte van het oor moet enigszins meer zijn dan de breedte aan de basis. De binnenzijde van het oor moet overvloedig behaard zijn.
Gebit:
Schaargebit.
Hals:
Lang, droog, sterk en met een goede houding.
Lichaam:
Sterk en droog. De lengte iets meer dan de schofthoogte.
De rug is recht en iets aflopend van de schoft tot het kruis. De lendenen breed en goed ontwikkeld. Het kruis moet breed en iets aflopend zijn. De borst moet diep en goed afgerond zijn.
De buik iets opgetrokken.
Voorhand:
De benen moeten droog, recht en krachtig zijn. De schouderbladen moeten lang en schuin geplaatst zijn. De ellebogen dicht tegen de borstkas.
Achterhand:
Van achteren bezien moeten de achterbenen evenwijdig en van opzij bezien duidelijk gehoekt in knie- en spronggewricht.
Voeten:
De voeten moeten krachtig, lichtelijk ovaal zijn naar vorenstaand met goed gesloten tenen.
Staart:
Hoog aangezet, van middelmatige lengte en gelijkmatig dik. De staart wordt goed gekruld over of dicht bij het midden van de rug gedragen en is rijkelijk met haar voorzien maar geen bevedering.
Vacht:
Dicht aaneengesloten en tamelijk rijkelijk dekhaar en kort, zacht, bij voorkeur crèmekleurige ondervacht. Op het hoofd en voorzijde van de voorbenen is de vacht kort en glad, langer op de borst, hals, staart en achterzijde van de voor- en dijbenen.
Kleur:
Donker- of lichtgrijs. Karakteristiek voor de Jämthund is de lichtgrijze of crèmekleurige gedeelten op de snuit, wangen en de keel.
Dezelfde kleuren moeten zich bevinden op de buik, benen en onderzijde van de staart.
Schofthoogte:
Reu: 58 - 63 cm.
Teef: 53 - 58 cm.
Iedere afwijking van de voorgaande punten zal beschouwd worden als een fout en de mate van ernst zal in de juiste verhouding worden bezien.
De Zweedse kennelclub vermeld: Het ras wordt in het algemeen beschouwd als gezond, maar epilepsie en heupdysplasie (HD) komt voor.
De Jämthund is een energieke hond en heeft veel beweging nodig. En dat betekent géén rondje plantsoen. Vrije uitloop houd in dat de hond op zoek gaat naar wild en dat kan "even" duren voordat hij/zij zich weer meld bij z'n eigenaar. Om zijn energie uit te leven is een fietsrondje van ± 10 km toereikend
Hij is niet geschikt om in de stad te wonen. In het land van herkomst is men vaak van mening dat het geen huishond is.
In het algemeen verhaart een teef, veelal kort voor de loopsheid, 2 x per jaar; een reu als regel 1 x per jaar. Zoals alle Scandinavische rassen, heeft het ras een onder- en bovenvacht. Het moge duidelijk zijn dat veel kammen en borstelen een “must” is.
De Jämthund heeft een zéér consequente opvoeding nodig doordat het van nature zeer zelfstandig is.Immers van oudsher is het ras, mede door zijn intelligentie, gewend zelfstandig beslissingen te nemen aangaande het wel of niet “stellen” van groot wild. Met de gebruikelijke commando’s heeft het ras weinig moeite al moet men a.h.w. de hond overtuigen van het nut of noodzaak ervan. Bovenal moeten de eigenaar en de Jämt respect, lees begrip, voor elkaar hebben. Het is geen slaafse hond maar fier en trots ! Op die basis is de eeuwenlange samenwerking tijdens de jacht gebaseerd. En dat begrip opbrengen tijdens de vrije loop is wel eens lastig als men een stief uurtje of langer moet wachten voordat de hond zich weer meld.
Scandinavische Spitshondenrassen 'Scandia', Vereniging van Fokkers en Liefhebbers van
Scandinavische Spitshondenrassen 'Scandia', Vereniging van Fokkers en Liefhebbers van
Hilversum
Website: http://www.scandia-rasvereniging.nl
De Jamthund staat op dit moment op de 108e plek van de meest populaire hondenrassen op de HondenPage
De Jämthund is een jachthond optima forma en feitelijk niet geschikt voor Nederland door zijn jachtpassie waarbij het ras grote oppervlakten beslaat. In het kleine Nederland steekt hij geheid op enig moment een autoweg over . . . . .
Als sledehond is het ras ongeschikt omdat de hond bij een wildluchtverwaaing links of rechts af gaat.
Wel als trekhond met een last op de slee en de baas als leider.
In de 2e Wereldoorlog is de Jämthund, evenals de Noorse Elandhond, als koerier ingezet gebruikmakend van zijn grote uithoudingsvermogen en trouw aan zijn baas.
Hier in Nederland is tot dusver geen nest geboren, de Zweedse Kennel Klub kan uitsluitsel geven.
Als koper moet men hééél goed nadenken over waar men aan begint !!
Geen fokkers informatie gevonden over de Jamthund.
Heb jij overige informatie het fokkken van een Jamthund pup. ? Dan kun je dat toevoegen als je je fokbeleid hebt laten keuren op de hondenpage.
Ben je op zoek naar een Hondenras ? Bezoekers van de hondenpage met een Jamthund hebben ook deze rassen
Hoogte: groot
Kindvriendelijk:
Gehoorzaam:
Waaks:
Kan goed alleen zijn:
Heeft veel beweging nodig:
Is sociaal:
Als jij informatie over de Jamthund hebt die de kwaliteit van deze pagina verbetert dan kun je deze pagina aanpassen. Log wel eerst even in om dit te doen.
Zoek je iets op de HondenPage ? Vul dan hier jouw zoekwoorden in ?