De eerste dag
Als de pup in zijn nieuwe tehuis komt zijn er een paar dingen die u zich goed moet realiseren. De pup heeft in een korte tijd enorme ervaringen moeten ondergaan. Allemaal zeer inspannend voor hem.
Daarom zijn de volgende punten van belang :
1e - Zorg er voor dat de pup in een rustig huis komt. Voorkom dat er teveel mensen zijn, die hem willen aaien en liefkozen, wat hem angstig kan maken.
2e - Laat hem in alle rust zijn nieuwe tehuis onderzoeken en de nieuwe geuren en bewoners leren kennen.
3e - Neem hem niet meteen naar buiten. Hij heeft enkele uren nodig om zijn omgeving te leren kennen en alle nieuwe indrukken te verwerken.
4e - Straf hem nu nog niet als hij binnen plast. Hij heeft in dit opzicht nog nooit iets vervelends ervaren en hij is helemaal niet gewend zijn urine op te houden. Leg her en der wat kranten op de grond, dat is hij in de kennel ook gewend en er is een kleine kans dat hij vanaf het begin hierop zijn ontlasting deponeert.
5e - Laat de pup de eerste dagen niet te lang alleen in de kamer, hij is niet gewend aan eenzaamheid. In de kennel had hij dag en nacht zijn broertjes, zusjes en moeder om zich heen. De pup gaat de nieuwe baas of bazin voor zijn moeder aanzien. Daarom moet u handelen als de moeder. Laat de pup niet te lang alleen maar blijf in de buurt. Als hij slaapt ga dan gerust een poosje bij hem vandaan.
6e - Zorg ervoor dat er een hondenmandje, kistje, doosje of iets dergelijks voor hem klaar staat, een jonge pup is snel moe.
7e - Als u kleine kinderen in huis heeft, verdeel dan uw aandacht zeer zorgvuldig. Vooral zeer jonge kinderen kunnen erg jaloers worden als ze denken dat de pup teveel aandacht krijgt. Leer de kinderen vanaf het begin dat ze de pup niet te hardhandig oppakken en dat ze voorzichtig met hem spelen. Leer ze in de eerste plaats dat ze de pup MET RUST LATEN als hij in zijn MAND ligt. Daar moet hij alle rust hebben.
8e - Iedere pup gedraagt zich weer anders als hij in een nieuw gezin komt. De ene pup is erg voorzichtig en verlegen, de andere overvalt het gezin als een wervelwind. De verlegen pup verlangt meer rust en gezelschap van u, terwijl de andere pup meer bezoek verdraagt en meer wil spelen.
De eerste nacht
Het is altijd een moeilijk punt waar de pup het beste kan slapen. Men moet hem het contact met de overige gezinsleden niet onthouden. Het kan voor een pup, die nooit eerder alleen is geweest een hele ervaring zijn, om van zijn echte moeder en zijn broertjes en zusjes te worden gescheiden. Hij wordt in een nieuwe omgeving te geplaatst en opgesloten. Dat kan zelfs de meest vrijmoedige pup angstig maken.
Als de pup alleen wordt gelaten gaat hij zeker piepen en janken. Het is zijn enige middel om zijn moeder naar zich toe te lokken. Het is gevaarlijk voor een pup om alleen te zijn! Hij reageert op de eenzaamheid, of hij nu binnen of buiten is. Daardoor kan hij angst krijgen voor eenzaamheid en daardoor onzelfstandig worden. De pup is volkomen afhankelijk van de bescherming van anderen, hij kan zich niet verdedigen.
Het is waarschijnlijk het beste om de pup een slaaplaats in de buurt van een gezinslid te geven, zodat hij gehoor-, reuk, gezichts- en gevoelscontact kan hebben. Men kan hem beter niet in bed nemen, omdat het gemakkelijk een gewoonte kan worden om daar te liggen, wat als een slechte gewoonte wordt aangerekend als hij ouder is. Als de pup onrustig wordt, kan men beter wat met hem praten of beter nog, als de hondenmand zo is neergezet, een hand uitsteken om hem te aaien.
Ook kan men van het oudernest een lap of iets dergelijks meenemen en dit onder in de mand leggen. De geur hiervan werkt geruststellend op de pup. Als de pup in het begin bij een gezinslid in de kamer slaapt, hoeft dat niet te betekenen dat dit altijd nodig zal zijn. Als de hond iets ouder is kan men hem wennen in een andere kamer te slapen. Het fundamentele vertrouwen om alleen te zijn moet de pup aangeleerd worden terwijl hij nog jong is.
Zindelijkheid
Geen enkele hond zal van nature de plek bevuilen waar hij slaapt. Bij jonge honden duurt het wel even voor ze dit bevel van nature opvolgen. Ze zijn gewend dat de hondemoeder alles weer schoonmaakt. Over het bevuilen van andere plekken dan de slaapplaats heeft de natuur niets gezegd. Dat moet de mens ze vertellen, wat mag wel en wat mag niet. Met andere woorden: de hond moet worden geleerd om binnen niet te plassen.
Het is eenvoudig te leren als je een evenwichtige pup hebt, maar het kan moeilijk worden als de pup nerveus is. De controle over de urineblaas is namelijk zeer gevoelig voor voor elke zenuwinspanning, zelfs als het een inspanning in positieve zin betreft. Er zijn honden, die hun plasje van vreugde niet kunnen ophouden als hun baas thuis komt. De bewuste wilscontrole is niet in die mate ontwikkend, dat de pup kan beslissen over het leeglopen van de urineblaas, maar door een rustig leerproces kan dit wel worden bereikt. Een gebruikelijke manier om de hond zindelijk te maken is om hem eerst te leren zijn behoeften op kranten te doen.
Zindelijk worden
Leg een paar kranten naast elkaar. Neem na enkele dagen er een paar weg tot er uiteindelijk een krant overblijft, waar de pup zijn behoefte opdoet. Deze laatste krant verplaatst u naar buiten. Op den duur blijven de kranten uitsluitend buiten om de hond eraan te wennen het buiten te doen. Het lijkt misschien een vrij omslachtige manier, maar deze methode kan in bepaalde gevallen handig zijn.
Normaliter zal de pup zijn natuurlijke behoeften doen vlak nadat hij heeft gegeten of geslapen. Maar hij kan ook nodig moeten als hij heeft gespeeld, waardoor de functies van het lichaam sneller zijn gaan werken. De kans op een goed resultaat van de zindelijkheidstraining neemt toe, als er rekening wordt gehouden met de volgende punten :
• Laat de pup vaak en op vaste tijden uit gedurende de eerste twee,drie weken. Laat hem daarna iets minder uit. Op deze manier krijgt de pup de mogelijkheid om het lichaamsritme op bepaalde tijden in te stellen.
• Houd de pup goed in de gaten ongeveer 10 - 15 minuten voordat het tijd is om uit te gaan, zodat hij niet uit verveling binnen plast. Zorg ook dat hij zich in die tijd nergens druk over maakt.
• Ga gerust elke keer naar hetzelfde plekje. Het is een voordeel als het een beetje beschut en afgelegen ligt, zodat hij niet gestoord kan worden. Men moet de pup langzaam laten wennen om zijn behoefte op minder beschutte plaatsen te doen.
• Prijs de pup terwijl hij plast, maar niet op zo'n manier, dat hij ermee ophoudt. Het is voldoende om te zeggen bráááááf en dat op een vriendelijke toon te zeggen.
Als het toch nodig lijkt om te straffen, begin hier dan zo laat mogelijk mee, op zijn vroegst twee weken na de eerste geprezen oefeningen. Introduceer de straf geleidelijk aan door hem eerst rustig een verwijt te maken en daarna de toon steeds meer te verscherpen. Zorg dat de pup wordt gestraft op het moment dat hij zijn misstap begaat, anders wordt het gewenste resultaat niet bereikt. Pas wanneer de pup het nut heeft leren inzien om zijn natuurlijke behoeften buiten te doen, kan men hem leren dat het verboden is het binnen te doen. De pup moet eerst leren wat het verschil is - daarna kan men de eis stellen.
Wandelen
In het begin is uw huis en tuin voldoende voor uw Ridgeback. Maar maak wel een begin met het oefenen van Lopen aan de lijn. Begin hiermee door de pup er eerst aan te laten wennen om een halsbandje te dragen. Neem hiervoor een simpel smal leren halsbandje. Is hij hieraan gewend, kijk dan of hij ook aan de lijn wil lopen. Geen ketting maar een gewoon leren lintje. Oefen dit alles gewoon in huis of in de tuin. Lukt dit allemaal, ga dan buiten op een rustige plaats met hem oefenen, 5 minuten is ruim voldoende voor de eerste keer. Heel belangrijk is om niet uw geduld te verliezen en de hond vooral veel en uitbundig prijzen. Tegen de tijd dat de hond netjes met u aan de lijn loopt, gaat u kleine wandelingetjes met hem maken, maar vooral niets forceren. Zorg er wel voor dat de hond er geen gewoonte van maakt om te lopen trekken. Doet hij dit wel, maak hem dan duidelijk door kleine rukjes aan de lijn te geven en met uw stem afkeurend tegen hem te praten, dat u daar niet van gediend bent. Ook moet u hem thuis al aanleren om op uw roepen en/of fluitje te komen, anders kunt u hem nooit eens op een veilige plaats flink uit te laten rennen en laten spelen met andere honden. Een eerste vereiste is komen als je geroepen wordt.
EEN RIDGEBACK ZIET OP DE WEG GEEN GEVAAR HOUDT HEM OP STRAAT AAN DE LIJN.
U wilt toch niet het risico lopen dat uw hond de oorzaak zou kunnen zijn van een ernstig verkeersongeluk en bovendien daardoor uw hond kwijt raken. Zonlicht is voor een jonge hond erg belangrijk, geef hem dus zoveel mogelijk directe zon (niet achter glas), of als het erg warm is, in de schaduw. Door inwerking van de zon maakt een hond zijn eigen vitamine D, hetgeen rachitis voorkomt. Dus als het even kan zet dan de hond rustig enkele uren per dag in de tuin, mits deze goed afgerasterd is.
10 tips voor wandelen met de hond!
1. Start pas met grote of dagtochten als de hond één jaar of ouder is. Dit in verband met het lichamelijk groeiproces van de hond. Redelijkerwijs kunt u aannemen dat de hond qua grootte na één jaar is volgroeid.
2. In de periode voordat de hond één jaar oud is, is het verstandig de wandelafstand aan te passen aan de leeftijd. De stelregel is: per maand maximaal vijf minuten wandelen.
Stel dat de hond drie maanden oud is, dan wandelt u maximaal drie maanden maal vijf minuten, dat is dus 15 minuten.
3. Als de hond één jaar oud is, kan deze zestig minuten (5 of 6 kilometer) wandelen.
Bouw de tijd en het aantal kilometers daarna met 15 minuten extra per twee weken op.
Neem na elk uur wandelen een rustpauze met de hond. Na verloop van tijd kunt u dag- en meerdaagse wandeltochten maken met de hond.
4. Neem in uw dagrugzak water en voer (bijvoorbeeld brokken) mee zodat de hond onderweg ook wat broodnodige versterking krijgt. Wanneer de hond volgroeid is, kunt u zelfs overgaan tot het aanschaffen van een ‘hondenrugzak’, verkrijgbaar in de betere buitensportzaken, om eigen water en voer te kunnen dragen.
5. Wandel met de hond ‘aan de lijn’ om deze er vast aan te laten wennen,
dat-ie niet altijd los kan lopen. Tevens is het raadzaam om ook op drukkere punten te gaan wandelen, zoals markten en drukke straten. Hierdoor raakt de hond gewend aan het verkeer.
6. Wandel met de hond niet alleen over graspaden en andere zachte paden.
Laat de hond ook op harde paden van asfalt en dergelijke wennen, zodat de hond voldoende eelt krijgt op de voetzolen. Controleer regelmatig de voetzolen.
7. Bij meerdaagse tochten, wandelingen in rotsachtige gebieden of onder barre weersomstandigheden is het raadzaam de voetzooltjes in te smeren met vaseline ter bescherming. Ook zijn er in de handel speciale ‘sokken’ te krijgen voor honden om de voetzolen te beschermen.
8. Zorg dat u eerste hulp spullen bij u heeft, zowel voor uzelf als voor de hond. Denk bijvoorbeeld aan een tekentangetje.
9. Bij twijfel over de gezondheid van uw viervoeter, kunt u het beste contact op nemen met de dierenarts. Bijvoorbeeld kunt u laten nagaan of de conditie van een oudere hond nog wel goed genoeg is voor een lange afstandwandeling.
10. Het is belangrijk dat u hond onder appèl staat, zodat-ie geen overlast veroorzaakt in de natuur of andere wandelaars de schrik aanjaagt. Voor baasjes en hun hond is het zeker raadzaam gehoorzaamheidstrainingen te doen bij een lokale hondensport vereniging of via een rasvereniging.
O ja, ga er altijd van uit dat u als eigenaar/begeleider iets komt leren. Verwacht niet dat de instructeur uw hond leert luisteren en gehoorzamen.
U bent degene die het leert en vervolgens overbrengt aan de hond.
Alleen zijn!
Na een dag of twee als de pup op zijn gemak is in huis begin je al met het “alleen zijn”.
Een hond is een roedeldier en eigenlijk niet van nature gewend om helemaal alleen te zijn, het is dus belangrijk dat dit onderdeel met veel geduld wordt aangeleerd.
De oefening begint eigenlijk al zonder dat je het huis uit gaat.
De meeste pups lopen het liefst de hele dag achter je aan bijv. als je naar de wc gaat of de keuken in loopt.
Dat is erg aandoenlijk maar de pup wordt zo wel heel afhankelijk van je.
Begin af en toe is door na de gang te lopen en even de deur achter je dicht te doen en na 5 seconden weer open en naar binnen lopen.
Geef de pup geen aandacht als je dit doet, ga gewoon door met waar je mee bezig bent.
Herhaal dit vervolgens meerdere keren per uur, soms wel 4 a 5 keer achter elkaar. Je zult op een gegeven moment merken dat de pup zoiets zal krijgen van “ja nu weet ik het wel, je gaat weg en komt weer binnen” en deze zal gaan spelen of ergens gaan liggen.
Dit is de eerste stap naar alleen leren zijn.
Let wel op dat je bij deze oefening elke keer maar een paar seconden de pup alleen laat, anders werkt de oefening averechts en wordt de pup bang.
Bench.
De volgende stap is de bench training.
Als je uiteindelijk de pup alleen wilt laten in de bench dan moet je ervoor zorgen dat de bench het leukste plekje in huis is!
Dus een lekkere kluif geef je in de bench, het voer geef je in de bench.
Begin met een lekkere kluif, als de pup in de bench ligt te kluiven dan doe je even het deurtje dicht.
Zorg dat je na een aantal seconden de deur weer openzet.
Altijd de deur openen voordat de pup het eng gaat vinden en gaat zitten krabben aan de deur.
Deze oefening ga je regelmatig herhalen en heel langzaam laat je het deurtje wat langer dicht.
Dit alles als je nog gewoon thuis bent.
Pas als je merkt dat de pup op zijn gemak is met het deurtje even dicht, ga je eens even de voordeur uit naar buiten en direct weer naar binnen.
Deze oefening herhaal je een aantal keren achter elkaar zodat de pup leert dat als je door de deur naar buiten gaat je direct weer terug komt.
Is de pup op zijn gemak en piept niet dan ga je bijv. 10 seconden buiten staan etc. Dit breid je langzaam uit dus je begint de eerste week met een aantal seconden tot een paar minuutjes de tweede week een minuutje of 5 a 10 en weer een week verder een kwartiertje tot half uurtje dit uitbreiden geldt uiteraard alleen als de pup stil en rustig en niet jankt!
Let op! Als de pup jankt ga je pas terug naar binnen als de pup even stil is anders leert hij dat met janken de baas terugkomt.
Dit betekent echter wel dat de oefening nog niet moet worden uitgebreid, doe liever een stapje terug en begin weer met de oefening bij het begin.
Op een gegeven moment maakt het de pup niet veel meer uit of je een uurtje of een paar uurtjes weg bent.
Als je de pup alleen laat doe je hem in de bench met iets lekkers en gaat de voordeur uit.
Je kan bijv. zeggen, even boodschappen doen, verder zeg je niets en neemt zeker niet uitgebreid afscheid dit maakt de pup alleen maar onzeker.
Als je weer naar binnengaat loop je naar de bench en doet het deurtje open, je kunt de hond even een aai geven maar verder even geen uitgebreide begroeting.
Het weggaan en thuiskomen moet zo normaal mogelijk worden, als je uitgebreid afscheid gaat nemen van de hond wordt het weggaan heel beladen en zal de hond dit ritueel gaan herkennen en als onplezierig gaan ervaren.
Want iedere hond is het liefst de hele dag bij zijn baasje.
Het weggaan van de baas is heel normaal net als het thuiskomen, niets bijzonders!
Het alleen zijn is een belangrijke training die uiterst langzaam moet worden opgebouwd, een pup die te snel en te lang alleen wordt gelaten kan voor altijd problemen houden met het alleen zijn!
Het maakt de training een stuk makkelijker als de pup moe is en een volle buik heeft.
Zorg dus dat de pup heeft gespeeld, goed uit is geweest en heeft gegeten!
Let op!
Zorg wel dat als je de pup iets lekker geeft in de bench, dat als je weggaat dit wel veilig is.
Dus geen dingen die in stukken kunnen worden gebeten en waar de pup
vervolgens in kan stikken!
Mand.
Uiteraard kun je de pup ook heel goed leren om in een gewone mand te moeten slapen, er bestaat alleen vooral in het begin een grote kans dat er dingen gesloopt gaan worden als de pup alleen is.
Zorg er dus voor dat de mand ergens staat waar de hond niet veel kwaad kan doen!
Een hond een hele dag alleen laten kan echt niet, deze hond zal dan ook zeker voor problemen gaan zorgen door vernielzucht en/of te gaan janken!
Zorg dus voor oppas voor je hond als je wat langer weg moet!
Maar liever natuurlijk …..neem hem gezellig mee!
Let op!
De bench of mand moet een plekje zijn waar de hond zich altijd in kan terugtrekken. De hond mag op die plek dan niet worden lastig gevallen!
Socialiseren.
Het is van groot belang dat de pup wordt gesocialiseerd. De fokker is al begonnen met de socialisatie door contact met allerlei mensen en geluiden in en om het huis, een uitstapje met de auto naar de dierenarts, winkels, markten etc.
Een pup die goed is gesocialiseerd kan best nog wel eens schrikken van iets maar zal ook weer heel snel herstellen van de angst en op onderzoek uitgaan.
In tegenstelling tot een slecht gesocialiseerde hond die heel angstig zal blijven en er alles aan zal doen om uit de angstige situatie te komen.
Veilig socialiseren.
Veel mensen zijn nog van mening dat je de pup de eerste 12 weken niet in contact moet laten komen met anderen honden in verband met ziektes!
De meeste besmettelijke ziektes zoals bijv. Parvo worden doorgeven via de ontlasting.
Vermijd dus de eerste weken uitlaatplaatsen.
Laat je pup dus gewoon lekker spelen met andere honden want een zieke hond is erg, maar een hond die bang of asociaal is naar soortgenoten is minstens zo erg!
Dus kort gezegd: vermijd plaatsen met veel uitwerpselen!
Puppiecursus.
Op puppiecursus leert de pup al dat er niet alleen maar bruine hondjes met een streepje op hun rug rondlopen, maar witte honden met lange haren of honden die veel kleiner of groter zijn, hangoren en rechtopstaande oren etc.
Puppiecursus is dus erg belangrijk en de pup moet het liefst met 8 weken hier wekelijks naar toe!
Verder leert je pup op de puppiecursus wennen aan allerlei vreemde objecten.
Zo is er vaak een geluidenkastje om hem aan de meest vreemde geluiden te laten wennen.
Ook zijn er tunnels om doorheen te lopen, hindernisjes etc.
Let op!
Zorg dat de hondenvereniging je aanspreekt, dus op een positieve manier traint
met de honden en liefst zonder slipkettingen etc. werken. Ga dus eerst even kijken!
Rustig aan!
De eerste dag is spannend genoeg en laten we de pup met rust, maar vanaf dag 2 begint de socialisatie.
Doe om de dag iets bijzonders met de pup, dus naar de markt, de dierentuin, de stad, kermis, ritje met de bus etc
Doe om de dag een dagje rustiger aan dus alleen even een wandelingetje door de wijk of een boodschapje!De pup moet ook de tijd krijgen om alle opgedane indrukken te verwerken!
Houd de uitstapjes kort dus niet een hele ochtend of middag!
Puppies hebben nog veel slaap nodig hier groeien ze van!
Een pup die te weinig rust krijgt kan nerveus worden en zelfs lichamelijke klachten krijgen!
Angstige situaties.
Een klein pupje op bijv. een drukke markt kan misschien de eerste keer wat eng zijn,
bovendien in de drukte zo iemand om hem kunnen gaan staan.
Het is geen enkel probleem om de pup op de arm te nemen en deze zo de markt over te nemen.
Ook vanaf je arm zal de pup alle indrukken opdoen.
Zolang je de pup maar optilt als deze NIET bang is.
Let op!
Als een pup bang wordt in een bepaalde situatie dan moet je hier geen aandacht
aan geven in de vorm van troost en medelijden, dus nooit de pup gaan beklagen of
optillen als deze bang is. Zou je dit wel doen dan is de kans groot dat de pup jouw aandacht als een bevestiging ziet om dat object of die situatie eng te vinden en alleen maar banger worden. Negeer liever het angstgedrag en laat zien dat jij de situatie volkomen normaal vind, de angst zal zo snel overwonnen zijn. Soms kan afleiden met een speeltje of een heel lekker koekje de situatie ook wat minder spannend maken.
Ga naar het object, waar de pup bang voor is, en laat door het object aan te raken zien, dat jij er absoluut niet bang voor bent.
Lok de pup met een brokje, je zul zien dat de angst omslaat in nieuwsgierigheid.
Wennen aan de auto.
Om een pupje aan de auto wennen is het raadzaam om in het begin hele korte ritjes te maken.
Zorg dat de ritjes eindigen met iets leuks een leuke wandeling, lekker ravotten en
spelen. Veel pups zijn in het begin nog wel eens autoziek, de meeste groeien hierover
heen.
Heeft een pup heel veel problemen (janken, etc.) om in de auto te gaan zorg dan dat de pup vlak bij je kan zijn tijdens de rit, of iemand op de achterbank bij hem.
Meestal is dit voldoende om de pup even die extra steun te geven.
Je zult merken dat na een week of twee de paniek is vergeten en de pup rustig achterin kan.
Andere huisdieren.
Heb je bijvoorbeeld katten dan is het verstandig om ervoor te zorgen dat de je pup nooit achter de katten aan laat rennen.
Door het jachtinstinct heeft de Ridgeback (net als vele andere jachthonden) de neiging tot najagen!
Socialiseer je pup dus op vroege leeftijd met een uiteraard lieve kat die honden is gewend!
Houd de pup hierbij in het begin aangelijnd zodat deze niet achter de kat aan kan gaan als deze wegloopt!Neem je pup ook eens mee naar een kinderboerderij en bijv. een manege!
Kinderen.
Als je de pup aan kinderen laat wennen begin je met één of twee kinderen en laat ze de pup iets lekkers geven.
Een zoekspelletje is ook erg leuk, laat de kinderen een lekker koekje verstoppen die de pup dan moet zoeken.
Laat kinderen de pup niet optillen, als de pup onverwacht gaat stribbelen kan deze
vallen en iets breken!!
Laat kinderen nooit alleen met de pup/hond, kinderen hebben minder geduld en kunnen onbedoeld een pup veel te hard corrigeren, te hardhandig spelen of stoeien met alle nare gevolgen van dien!
Angstperiode.
Vanaf 12 weken begint bij de hond de angstperiode deze duurt tot ongeveer 6 maanden.
In deze periode gaat de pup vluchtgedrag vertonen als hij situaties eng vind, dit is normaal.
Zorg ervoor dat de pup zoveel mogelijk leuke dingen meemaakt want in deze periode is hij extra gevoelig voor traumatische ervaringen.
Socialisatie schema (richtlijn)
Week 1 (dus vanaf week 8)
Dag 1 - rust, thuis blijven of alleen naar het park om met andere honden te spelen
Dag 2 - (met de auto) op visite bij vreemden (kennissen/ familie)
Dag 3 - rust, thuis blijven, wandeling in de eigen omgeving of in park
Dag 4 - (met de auto) naar het centrum van de stad, op de arm rond laten kijken
Dag 5 - rust, thuis blijven, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 6 - openbaar vervoer, stukje met de bus rijden, op de arm houden
Dag 7 - rust, thuis blijven, wandelen in eigen omgeving of in park
Week 2
Dag 1 - naar een school/ speelplaats
Dag 2 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 3 - naar centrum stad, stukje zelf laten lopen, eventueel mee op de arm
Dag 4 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 5 - kinderboerderij/ dierentuin, eventueel mee op de arm
Dag 6 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 7 - wandelen langs drukke weg met veel verkeer (aangelijnd!!), of op (bus)station
Week 3
Dag 1 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 2 - naar het strand/ bos, koffie drinken in cafe/restaurant
Dag 3 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 4 - mee op familiebezoek/ kennissen met katten. In vreemde omgeving wandelen
Dag 5 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 6 - naar stadscentrum of overdekt winkelcentrum. Winkels in.
Dag 7 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Week 4
Dag 1 - naar een dierenartsenpraktijk, assistente vragen om een koekje te geven
Dag 2 - openbaar vervoer, met trein/bus of tram rijden
Dag 3 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 4 - mee naar winkel, even buiten vastbinden (vanuit winkel toekijken!)
Dag 5 - andere stad, door centrum wandelen
Dag 6 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 7 - school/ speelplaats, laten aanhalen door kinderen
Week 5
Dag 1 - bos/ strand, restaurant voor koffie/lunch
Dag 2 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 3 - kinderboerderij/ manege o.i.d.
Dag 4 - markt of drukke winkelstraat
Dag 5 - rust, wandelen in eigen omgeving of park
Dag 6 - mee naar kantoor/ werk, of op visite bij bekenden
Dag 7 - naar een hondentrimsalon, op tafel nageltjes knippen o.i.d.
Week 6
Dag 1 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 2 - eens kijken bij een hondenclub/kynologenvereniging
Dag 3 - naar de stad, winkels in, koffie op terras
Dag 4 - openbaar vervoer, NS station
Dag 5 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 6 - school/ speelplaats, kinderen koekje laten geven en aan laten halen
Dag 7 - bos/ strand
Week 7
Dag 1 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 2 - winkelcentrum, lift in warenhuis op en neer
Dag 3 - dierenartsenpraktijk, koekje halen
Dag 4 - op visite bij bekenden (liefst met honden of andere huisdieren)
Dag 5 - rust, wandelen in eigen omgeving of park
Dag 6 - kinderboerderij of weilanden met koeien/paarden, laten snuffelen
Dag 7 - markt of drukke winkelstraat
Week 8
Dag 1 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 2 - openbaar vervoer bus/trein
Dag 3 - bos/ strand
Dag 4 - cafe/ restaurant/ terras
Dag 5 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 6 - andere stad, aan laten halen door vreemden en iets lekkers laten geven
Dag 7 - langs drukke weg met veel verkeer wandelen (aangelijnd!!)
Week 9
Dag 1 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 2 - paar uurtjes bij bekenden thuis laten of dagje uit logeren
Dag 3 - dierentuin/ manege/ kinderboerderij
Dag 4 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 5 - winkels, buiten vastbinden en even alleen laten
Dag 6 - naar het stadscentrum met openbaar vervoer
Dag 7 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Week 10
Dag 1 - bos/ strand
Dag 2 - trimsalon, laten wassen of borstelen
Dag 3 - naar de stad/ markt
Dag 4 - rust, wandelen in eigen omgeving of in park
Dag 5 - op visite bij bekenden met honden of andere huisdieren
Dag 6 - naar school/ speelplaats, aan laten halen door kinderen
Dag 7 - langs drukke weg wandelen (aangelijnd!!)
Alle onderdelen regelmatig herhalen, tot de leeftijd van een jaar, met een aantal dagen rust ertussen. Daarna kan de frequentie eventueel verminderd worden. Neem de volwassen hond zoveel mogelijk mee, verveling is de grootste oorzaak van probleemgedrag!
Ridgeback en kinderen
Een hond is een roedeldier, een groepsdier. In een hechte hondengemeenschap heerst een duidelijke hiërarchie. Er is een leider, de alfa-hond, die ook duidelijk de leiding heeft en geeft. Hierdoor hoeven de andere honden zich niet zo druk te maken over het wel en wee van de groep. Het geeft hen een zekere mate van zekerheid en dat schept rust in de groep. Onder de alfa-hond komt een beta-hond. Deze heeft bijna evenveel gezag als de alfa maar moet deze wel gehoorzamen. Alle andere honden komen hier weer onder te staan in sociale ladder en gehoorzaamheid. Door deze hiërarchie heeft de leider het recht om iedere andere hond met een grauw, snauw of zelfs beet terecht te wijzen. ieder die onder hem staan moet respect tonen aan de leider door te gehoorzamen. Wie dit niet doet kan een correctie verwachten. En dit gaat zo het rijtje weer af tot dat er onderaan de ladder de laagste in rang komt.
In het geval van een mensen-met-hond-roedel is het van het grootste belang dat u de baas bent en uw hond de laagste in rang. Hij moet zijn plaats weten en dat is onderaan de ladder. Dus ook onder uw kinderen!
Kinderen zijn van nature dol op honden en Ridgebacks zijn meestal ook dol op kinderen. Voor beiden kan dit een positief effect hebben tijdens hun opvoeding. Kinderen leren rekening houden met een ander wezen, ze leren er voor te zorgen en misschien ook al een bijdrage leveren aan de verzorging van de hond. En de hond leert rekening te houden met de kinderen.
Een kind jonger dan 10 jaar wordt meestal door een hond niet gezien als een ranghogere. Die uitstraling heeft en jong kind nu eenmaal niet. Ook is het zo dat een hond van nature altijd probeert hoger in rang te komen. De ene hond iets meer dan de andere.
Laat uw jonge kinderen nooit alleen met de hond! Ook al vertrouwd u uw hond voor 100%. Er kan altijd iets zijn (misschien heeft uw hond wel hoofdpijn) waardoor uw hond even geen zin heeft in een kind die bijvoorbeeld iedere keer de armpjes om de nek van de hond slaat. De hond zal een rustige grom laten horen, een teken dat hij er geen zin in heeft, dat het kind moet stoppen. Het kind echter begrijpt de verbale correctie niet en gaat door. De hond zal tenslotte 2 dingen kunnen doen: weglopen, en als dat niet gaat bijten.
Leer uw hond dat er een vaste plek is waar hij rustig kan liggen, het liefst in een bench. Voor de kinderen is dat een duidelijke plek waar de hond zich terug kan trekken en waar ze hem dus niet mogen lastig vallen.
Geef uw hond eten in de bench, zo is deze geen strafplaats, maar een welkome rustplaats.
Leer uw kind dat ze de hond op een bepaalde manier moeten benaderen:
• Niet over hem heen hangen.
• Niet over de kop aaien, maar onder de kin.
• Niet plots van achteren benaderen, maar van voren.
• Geen botten, speeltjes of voedsel af willen pakken.
Leer uw kind dat ze de hond geen pijn mogen doen. Bekend is het verhaal van de hond die een kind had gebeten en de ouders lieten hem inslapen. Op de tafel bij de dierenarts bleek hij meer dan 20 (!) nietjes in een oor te hebben! Hij had pas bij het laatste nietje gebeten........
Laat uw kind geen machtsspelletjes doen met de hond, zoals trekken aan touw of flos. Wie wint is de baas, en dat is meestal de sterkere hond. Hard wegrennen van een hond is ook uit den boze, dat wakkert het jachtinstinct aan en de hond zal achter het kind aan rennen.
• Leer uw kind dezelfde basiscommando's aan die u uw hond heeft geleerd, zoals ZIT en BLIJF, zodat uw kind deze ook kan gebruiken.
• Leer uw kind de hond naar zich toe te roepen, in plaats van er naar toe te lopen.
• Leer uw kind niet met de handen te wapperen of te gaan gillen.
Gelukkig is een Ridgeback een echte gezinshond, maar voorkomen is beter dan genezen! Uw hond zal een jong kind nu eenmaal niet accepteren als ranghogere en heeft daardoor het 'recht' (als hond-zijnde) om uw kind te corrigeren.
Een hond is niet intelligent genoeg om zijn instincten aan te passen, laten wij dat als verstandige mensen dan ook niet proberen, maar gebruik deze wetenschap in de omgang met uw hond in uw gezin!
Gedrag en training.
Een Rhodesian Ridgeback is over het algemeen een rustige stabiele hond met een redelijk sterk ontwikkeld jachtinstinct en een redelijk waakinstinct.
Het zijn geen blaffers en alleen als ze iets echt niet vertrouwen zullen zij van zich laten horen.
Ze zijn zeer intelligent en op zijn tijd lekker eigenwijs, waar je zeker de humor van
moeten kunnen inzien!
Verder hebben ze een bepaalde verwaandheid die met overduidelijke
gelaatsuitdrukkingen worden kenbaar gemaakt.
s’Winters kunnen ze erg genieten van een warm plaatsje vlak bij de baas om lekker opgerold te liggen doezelen. En zomers doe je ze een groot plezier met een lekker plekje in de zon.
Een Ridgeback leert snel, het is daarom belangrijk om als pup met de training te beginnen.
Zorg dat je oefeningetjes kort houdt en dat de pup de oefeningen leuk vindt!
Een hond die de training leuk vindt zal de oefeningen snel oppakken en kwispelend
uitvoeren. Zorg dus voor afwisseling, tussendoor spelen en beloning in de vorm van iets
lekkers en een aai. Liever 2 x per dag 5 minuutjes oefenen, dan een half uur aaneengesloten.
Ga nooit trainen met een hond die moe is, de aandacht zal niet optimaal zijn en de
hond zal nieuwe oefeningen niet onthouden.
Ook het tegenovergestelde, met een hele energieke hond zal de aandacht niet
optimaal dan is het verstandig om eerst even wat te spelen zodat de ergste “gekte”
eruit is!
Gebruik voor de pup een gewoon leren halsbandje en leren riempje!
Consequent zijn.
Belangrijk is dat je de pup leert wat wel en niet mag wees hier vooral in het begin heel consequent in. Niet de ene keer wel op de bank en de andere keer niet.
Bepaal voor jezelf wat de hond wel en niet mag!
Zorg dat je de pup direct leert dat hij niet mag trekken aan de riem, een Ridgeback wordt groot en heel sterk!
Een goede methode is om op het moment dat de pup aan de riem trekt te stoppen met lopen, zodra de pup een stapje in jouw richting doet en de lijn dus weer slap hangt ga je weer lopen.
De pup leert zo op een positieve manier dat trekken hem niet brengt waar hij zo graag naar toe wilt!
Hiervoor geldt wel “alleen de aanhouder wint” je zult dus een lange adem moeten
hebben, maar dan heb je er ook een heel lang hondenleven plezier van!
Aandacht voor de baas, de basis om iets te leren.
Hetzelfde geldt voor opspringen tegen mensen, negeer zijn gespring en geef hem geen aandacht als hij springt.
Je blijft gewoon stil staan, met je armen langs je lichaam en kijkt hem niet aan.
Op het moment dat hij weer op de grond is met alle vier de pootjes zeg je dat hij braaf is.
De pup leert dat springen niets oplevert!
Probleemgedrag.
Als je duidelijk en consequent bent, goed gedrag beloont en verkeerd gedrag negeert of de hond afleid met iets lekkers dan zal je vrijwel geen dominantie problemen krijgen.
Dominantieproblemen ontstaan vaak omdat eigenaren onduidelijk zijn t.o.v. de hond.
Bovendien is wat wij vaak “probleemgedrag” noemen, voor de hond is dit heel normaal, natuurlijk gedrag.
Alleen wordt veel van dat gedrag in deze maatschappij niet meer geaccepteerd als zodanig.
Wat de één probleemgedrag vind, zal voor de ander helemaal geen probleem zijn.
Als je vindt dat je hond probleemgedrag vertoont, probeer dan te achterhalen waarom en wanneer jou hond dit gedrag vertoont vaak ligt daar ook de oplossing! Een klein probleem kan heel snel een groot probleem worden, kom je er dus niet zelf uit zoek dan iemand die je kan helpen!
Je fokker kan je helpen en anders in ieder geval in contact brengen met een deskundige!
Soms is er ook geen oplossing voor een bepaald probleem en zul je je er bij neer moeten leggen dat het deel uitmaakt van het karakter van je hond.
Wordt niet ongeduldig en/of hardhandig als je hond gedrag vertoond wat jij vervelend vind.
Een Ridgeback die hardhandig wordt opgevoed/gecorrigeerd kan heel onbetrouwbaar worden en zelfs van zich af gaan bijten! Bovendien zal zijn vertrouwen in jou verdwijnen en de problemen in plaats van afnemen alleen maar toenemen.
Wees dus gewoon consequent, zorg dat je een goede band opbouwt met je hond door positieve trainingen te volgen, veel te spelen en heel veel knuffelen, je zult dan merken dat jouw hond geen enkel probleem heeft met jou als baasje!
Ook hier geldt weer ga na de puppiecursus en liefst ook de Gehoorzame hond cursus, het is zo leerzaam voor baas en hond.
Pubertijd.
Vanaf ongeveer 6 maanden komt de hond in de pubertijd.
De ene hond is heel puberig en aan de andere hond merk je niets!
In de pubertijd lijkt het of de hond ineens alle geleerde oefeningen is vergeten.
Wees niet bang hij weet nog wel hoe alles moet maar zijn interesse is in deze periode even wat minder op de baas gericht en wat meer op de omgeving.
Het is nu uiterst belangrijk dat je heel geduldig blijft en gewoon de oefeningen weer te gaan zoals je ze deed bij de puppiecursus!
Doe maar net of je gek bent en of hij echt niet meer weet hoe het gaat.
Blijf rustig en consequent. Besteed wat extra aandacht aan de gehoorzaamheidsoefeningen en ga trouw elke dag wat oefeningen doen. Komt hij niet als hij buiten los is loop dan maar gewoon resoluut weg, je zult zien dat hij echt wel achter je aan komt. En anders kun je de hond ook even aan een lange lijn doen en het hierkomen weer gaan oefenen. Natuurlijk wordt het goede gedrag direct uitbundig beloond!
Bedenk dat er in de pubertijd van alles gebeurt met je pup, hij heeft te maken met allerlei hormonale veranderingen die hem wat in de war maken.
De pubertijd is een fase waar de hond doorheen moet (net als bij mensen)!
Rekening houden met andere!
Tegenwoordig is het overal behoorlijk druk vooral op de toch weinige losloopgebieden zijn heel wat honden. Reuze gezellig natuurlijk, maar bedenk je dat er allerlei soorten honden lopen.
Het kan zijn dat er ook mensen lopen met honden die aangelijnd zijn.
Een reden kan zijn dat deze hond aangelijnd is omdat hij anders wegloopt of bijv. loops is, maar het kan ook zijn dat deze hond niet zo vriendelijk is tegen andere honden!
Als een hond dus aangelijnd is houd je je pup/hond gewoon even bij je.
Ook niet vriendelijke honden moeten tenslotte hun beweging krijgen!!!
Vaak zijn er in losloopgebieden ook trimmers, mountainbikers en ruiters.
Als je weet dat je hond dit erg interessant vindt en er nog wel eens achteraan wil rennen, lijn hem dan tijdig aan. Zo voorkom je irritaties en ongelukken!
Het is belangrijk om vandaag de dag waar toch al regelmatig ergernissen zijn over honden je als hondeneigenaar altijd verantwoordelijk te voelen voor het gedrag van je eigen hond.
Verzorging en gezondheid.
Voor de gezondheid van je hond is het belangrijk dat hij goede voeding en voldoende
beweging krijgt, de jaarlijkse enting en elk half jaar een wormenkuur.
Wennen.
Probeer je pup zo snel mogelijk te wennen aan lichamelijk contact, dus voorzichtig met een aaibeurt even de oortjes bekijken en even een pootje optillen, hand over de rug strijken etc. etc.
Vertel wat je doet, dus bij de oren zeg je “oortjes kijken”, bij pootje “pootje kijken” zo weet de hond op den duur precies wat je gaat doen en dat hij even rustig moet blijven.
Pootjes altijd naar achter en langs het lichaam optillen, een hond heef geen sleutelbeen en kan de draai naar opzij niet maken! Wees altijd voorzichtig denk er bijv. aan dat een pup met tandjes kijken aan het wisselen is en zijn bekje dus heel gevoelig is. Oefen daarom bijv. alleen om voorzichtig een lipje op te tillen en hem bijv. onder kin te krabbelen.
Als je te hard doet of de pup pijn doet zal hij zich later als hij ouder is niet makkelijk laten onderzoeken (bijv. bij de dierenarts, keurmeester)!
Poot achterwaarts langs het lichaam optillen. Dit geldt ook voor de achterpoot
Vacht.
De Ridgeback is erg makkelijk qua vachtverzorging met zijn korte vacht, toch kan
hij behoorlijk verharen en in die periode (meestal 2x per jaar) is een regelmatige
borstelbeurt met bijv. een rubberen borstel of een wat hardere harenborstel geen
overbodige luxe. De borstelbeurt stimuleert de huid en verwijdert de dode haren.
Visolie, schapenvet of bijv. af en toe een hard gekookt ei zijn allemaal goed voor een
soepele huid en een glanzende vacht. En uiteraard is een goede voeding ook heel belangrijk.
Als de hond toe is aan een wasbeurt gebruik hier dan een echte hondenshampoo voor, in deze shampoo zitten vetbestanddelen die zorgen dat de huid niet uitdroogt zoals een shampoo bestaande uit alleen zeep wel doet!
Een borstelbeurt is ideaal om de hond te controleren op vreemde bultjes, wratjes, teken etc.
Ogen
De ogen regelmatig schoonmaken met een watje gedrenkt in gekookt afgekoeld water. Als u dat niet regelmatig doet, zet zich vaak een afscheiding in de hoeken vast en vormt daar korsten. Gebruik geen boorwater want daar kunnen veel honden niet tegen. Als het oog ontstoken is met een etter uitvloeiing raadpleeg dan de dierenarts.
Nagels.
De nagels van de Ridgeback horen kort te zijn vooral omdat de katvoetjes dan het mooist uitkomen. Lange nagels zorgen voor spreidtenen dit is een lelijk gezicht en vervelend voor de hond met lopen. Als je veel op zachte ondergrond loopt dan kan het zijn dat de nagels niet genoeg uit zich zelf slijten, deze zul je dan zelf moeten knippen. Let op: wen de pup al vroeg aan zitten aan de tenen. Nagels knippen vinden honden niet leuk! Als je knipt zorg dan dat je maar een klein puntje afknipt, in de nagel zit weefsel het zogenoemde “leven” als je hierin knipt gaat de nagel bloeden en dit is erg pijnlijk voor de hond. Gebruik voor het knippen van de nagels een speciale nageltang! De dierenarts, trimmer of fokker kan je hier altijd bij helpen. De nagels zijn goed van lengte als ze bij het staan van de hond de grond net niet raken!
Oren.
Oren dienen altijd schoon te zijn en niet te stinken, als een hond met zijn kop loopt te
schudden en/of steeds krabt kan hij bijv. last hebben van oormijt of oorontsteking.
Bij problemen aan de oren altijd naar de dierenarts gaan en nooit zelf gaan lopen
dokteren met wattenstaafjes. Meestal verergert dit alleen maar het probleem, doordat je het vuil en oorsmeer allemaal naar beneden duwt. Bovendien is een oorontsteking erg pijnlijk voor de hond en dient dus snel medicatie te krijgen.
Gebit.
Als de hond eenmaal zijn volwassen tanden heeft dan is het belangrijk om het gebit
schoon te houden. Een gebit krijgt op den duur last van tandplak een gele laag op de tand en/of kies. Dit tandplak verandert op den duur in tandsteen dit is een harde geel/bruine
rand op de tand/kies. De tandplak en tandsteen bestaan uit allerlei bacteriën die uiteindelijk voor ontstoken tandvlees kan zorgen. Maar er kunnen zelfs ontstekingen in de rest van het lichaam ontstaan, doordat de bacteriën in de bloedbaan komen. Het is dus belangrijk om regelmatig te poetsen. Hiervoor zijn in dierenspeciaalzaken en bij de dierenarts speciale borsteltjes, vingergaasjes en tandpasta te krijgen. Als het niet lukt om dit zelf te doen moet je het gebit regelmatig controleren en op tijd door de dierenarts laten schoonmaken!
Kluiven op een groot bot bijv. kalfspoot kan ook tandsteen verwijderen, deze kun je
gewoon in de dierenwinkel kopen.
Anaalklieren.
Als de hond steeds aan de anus likt (langdurig, overdreven) en/of gaat schuren met zijn achterste over de grond (sleetje rijden) dan kan het zijn dat de anaalzakjes vol zitten.
Anaalklieren zitten aan beide zijden rond de anus en monden uit in anaalzakjes.
Normaal gesproken leegt de hond deze automatisch bij doen van zijn behoefte!
Anaalzakjes die ontstoken zijn of vol zitten stinken vreselijk, dit kwaaltje zul je dus niet snel negeren! De dierenarts kan de anaalzakjes legen dit gaat heel snel en pijnloos!
Meestal is het probleem dan opgelost. Bij chronische verstopping van de anaalzakjes, kan een operatie noodzakelijk zijn. Hierbij worden de anaalklieren operatief verwijderd.
Gewicht en voeding.
Het is belangrijk dat je de pup de juiste voeding geeft. Van de fokker heb je een zak voer meegekregen wat is afgestemd voor een pup en voor grote rassen. Wil je over gaan om een ander voer dan moet je dit heel geleidelijk doen om diaree te voorkomen! Zorg dat de hond niet te dun maar ook zeker niet te dik wordt. Een dikke hond heeft een grotere kans op gewrichtsproblemen en bijv. hartkwalen! Een dikke hond heeft in het algemeen een lagere levensverwachting dan een hond met een juist gewicht! Een hond is goed op gewicht als je de ribben voelt en je mag een laatste rib ietsje zien. Een pup heeft nog behoefte aan meerdere maaltijden per dag, de fokker verteld je precies hoeveel. Uiteindelijk kun je de maaltijden terugbrengen naar 2 of 3 per dag.
Loopsheid.
De meeste teven zijn twee keer per jaar loops. Dit uit zich door een lichte bloeding. De meeste teven houden zichzelf goed schoon. De eerste loopsheid treed op in de periode tussen de 7e en de 15e maand. Daarna meestal regelmatig om de 6 maanden. U kunt het tijdstip het beste even noteren, zodat u van te voren ongeveer kunt berekenen wanneer uw teef loops kan worden.
Tijdens de loopsheid, die ongeveer 3 weken duurt, moet u uw teef goed in de gaten houden, zodat ze niet kan ontsnappen en er een ongewenste dekking tot stand komt. Laat haar dus gedurende deze tijd altijd aan de lijn lopen. Ook niet los om haar uit te laten rennen, want een dekking is gebeurt voordat je er erg in hebt.
Als de loopsheid voorbij is kunt u de teef het beste helemaal in bad doen, zodat de geur van de loopsheid verdwijnt en de reuen niet meer lastig doen. Natuurlijk moet u niet vergeten ook het kussen of de plaid waar uw teef op ligt of slaapt en de mand na de loopsheid grondig te reinigen.
Wat de reu betreft heeft u er alleen maar last van dat de reu soms vervelend kan doen door te zitten piepen en/of jammeren omdat er loopse teven in de buurt zijn. De ene reu heeft hier meer last van dan de andere. Vooral als de reu eens een keer een loopse teef heeft gedekt, dan wil het nog weleens voorkomen dat hij de smaak te pakken krijgt en konstant op zoek is naar loopse teven.
Ten laatste, heeft er toch een ongewenste dekking bij de teef plaatsgehad, dan kunt u het beste onmiddelijk kontakt opnemen met uw dierenarts. De teef kan dan een kuur krijgen waardoor de eventuele bevruchting wordt afgebroken. Uw teef wordt daarna wel weer opnieuw loops, maar dat is beter dan ongewenste puppies.
Castratie reuen.
In tegenstelling tot bij de teven kan bij reuen wel een positieve gedragsverandering
optreden na een castratie. De reu zal minder macho zijn naar andere reuen als hij is gecastreerd doordat het testosteron hormoon sterk verminderd. De gedragsverandering vind alleen plaats als de hond nog geen macho gedrag vertoont, dus bij tijdig castreren.
Giftige zaken.
Denk eraan dat er heel wat zaken zijn die heel interessant kunnen zijn voor onze pup
maar ook uiterst giftig zijn. Denk maar aan schoonmaakspullen. Ook zijn er heel veel planten die in onze tuin staan giftig. Verder is er ook eten wat wij mensen eten, dat heel gevaarlijk kan zijn voor de hond. Bijv. chocolade, de stof Theobromine die hier in zit is giftig en kan zelfs dodelijk zijn. Tabak , de nicotine is giftig. Let ook op rondslingerende medicijnen.
Puppies zetten graag overal hun tanden in en eten vaak de meest vreemde dingen, zorg dus dat “gevaarlijke” spullen veilig opgeborgen zijn.
Als je pup iets vreemds heeft gegeten overleg dan altijd met de dierenarts wat je moet doen!
Teken.
Gedurende de zomer kan de hond ook teken krijgen. Teken komen vooral bij warm weer veel voor in hoog gras en struiken. Teken nestelen zich graag in oksels, liezen en rond de kop.
Door de korte vacht van de Ridgeback vallen teken vaak snel op waardoor je ze in een vroeg stadium kan verwijderen. Het verwijderen van een teek moet je met een speciale tekentang doen. Deze tang zet je over de teek en draait een aantal malen de tang rond tot de teek vanzelf loslaat. Ga nooit met alcohol aan de gang want de kans dat de teek hierdoor zijn maaginhoud leegt is groot en dat kan nou juist ziektes overbrengen.Hoe eerder je de teek verwijderd hoe beter! Teken kunnen de ziekte van Lyhm overbrengen ook bij honden.
Word je hond dus na een teek ziek bijv. koorts en/of kreupellopen dan is het verstandig om de dierenarts op de hoogte te brengen van de tekenbeet!
Vlooien.
Vlooien zijn zeer vervelend voor de hond. Bovendien kan de hond allergisch zijn en hele kale plekken krijgen die gepaard gaan met heel veel jeuk.Je kunt de hond behandelen met een anti vlooienmiddel. Let op als de hond vlooien heeft dien je ook het huis te behandelen met een anti vlooienmiddel, hiervoor is een speciale omgevingspray. Ook andere huisdieren moeten worden behandeld met voor hun een veilig anti vlooienmiddel. Vlooien kunnen gastheer zijn van wormen dus als de hond vlooien heeft is een wormenkuur zeker aan te raden.
Als preventie kun je het beste al in het voorjaar beginnen met de hond tegen vlooien te behandelen liefst tot de herfst. Als je de hond preventief behandeld kun je veel gedoe en ellende voorkomen.
Lintworm
Als uw hond ondanks een goede eetlust mager wordt en blijft, let er dan op of er in zijn ontlasting kleine witte stukjes zitten die er uitzien als meloenpitjes. Dit duidt op lintworm, de hond is hiermee waarschijnlijk besmet geraakt doordat hij een vlo heeft doodgebeten. De vlo is namelijk de tussengastheer van de lintworm. Haal hiervoor tabletten bij de dierenarts.
Spoelwormen
Veel jonge honden hebben tijdens hun eerste levensjaar last van spoelwormen. Deze zien eruit als witte draadjes in de ontlasting. Ontworm uw hond elke drie maanden tijdens zijn eerste levensjaar. Tabletjes hiervoor haalt u bij de dierenarts. Verder ontwormt u uw hond 2 maal per jaar.
Maagtorsie.
Een maagtorsie betekend dat de maag om zijn lengte-as draait. Dit houdt in dat zowel de ingang als de uitgang van de maag worden afgesloten en alle aanwezige gassen uit de voeding niet weg kunnen. De hond zwelt op, probeert over te geven zonder resultaat, krijgt het benauwd en heeft vreselijke pijn. Een maagtorsie is dodelijk als je niet direct naar een dierenarts gaat bij de eerste symptomen. Een maagtorsie ook wel maagdraaiing genoemd komt vooral voor bij grote rassen met een diepe borstkas. Je kunt voorzorgsmaatregelen treffen om dit te voorkomen. Zorg dat de hond vlak voor het eten rustig is en zeker 2 uur na het eten geen grote inspanning levert. Dus een lange wandeling, ravotten met andere honden, spelen etc. niet eerder dan 2 uur na het eten. Probeer verder het eten te verdelen in minimaal 2 porties per dag zodat de hond geen grote hoeveelheden in een keer krijgt. Ook geen grote plons water laten drinken vlak voor een lange wandeling! Liever meerdere keren kleine beetjes!
Diarree
Duidt meestal op een storing van maag en darmen, vooral bij jonge honden die vaak allerlei dingen opeten van de straat of de uit de tuin. Het beste is een dag of twee vasten, wel gekookt water geven of slappe thee met wat druivensuiker. Door het overgeven en/of diarree raakt de hond erg veel vocht kwijt, terwijl de nieren nu extra hard moeten werken om de schadelijke stoffen uit het lichaam te verwijderen. Wil de hond niet drinken, giet dan met een theelepeltje voorzichtig wat gekookt water met druivensuiker of honing naar binnen. Houd de hond vooral warm. Veel regen en nattigheid, vooral 's- winters kunnen dikwijls ook de oorzaak zijn van maag- en darmstoornissen. (eten van sneeuw) Controleer in ieder geval rectaal zijn temperatuur. De normale lichaamstemperatuur bij de hond ligt hoger dan bij de mens. n.l. 38 a 39 graden celsius. Is zijn temperatuur lager dan 36.5 of hoger dan 40 neem dan direct contact op met uw dierenarts. Is de maag en/of darmstoornis minder ernstig en heeft de hond geen koorts, dan is een dag vasten vaak al voldoende. Geef de eerste dagen daarna geroosterd wittebrood, beschuit, wat droge hondenbrokjes (geen diner), gekookt vlees en gekookte witte rijst, gekookte kip en vis. GEEN groenten, kalk en olie. Pas als zijn ontlasting weer normaal is kunt u langzaam overschakelen op zijn normale voeding.
Het eten van een PLASTIC ZAKJE kan dodelijk zijn, evenals het verorberen van stuiters en knikkers. Als u ziet dat uw hond een plastic boterhamzakje naar binnen werkt, geef hem dan gelijk een flinke bak met eten en een paar sneetjes ontbijtkoek. Waarschijnlijk zult u dan de volgende dag het plastic zakje in de ontlasting vinden. Is dit niet het geval, is de hond stiller dan normaal en wil hij niet eten en/of drinken, ga dan direct naar uw dierenarts of neem eerst contact met hem op. Bent u er getuige van dat de hond een stuiter of knikker doorslikt, wacht dan geen minuut langer maar bel direc uw dierenarts. Een stuiter of knikker kan gemakkelijk een afsluiting veroorzaken in de maag en zal dan operatief verwijderd moeten worden. Ook moet u oppassen met het laten rondslingeren van stopnaalden, veiligheidsspelden, enz. Het is naar binnen voor u hebt kunnen ingrijpen met alle mogelijke complicaties nadien. Een jonge hond in huis staat bijna gelijk met aan baby die over de vloer begint te kruipen.
Beweging.
Tot een jaar moet je echt voorzichtig zijn voor overbelasting. Een pup moet je heel gedoseerd laten bewegen. Een pup van 4 maanden mag 4 x 5 min. is 20 minuten per dag lopen, met de 5 maanden is dat 5 x 5 etc. (zie wandeltips!). Een pup kan lang doorgaan zonder er aan toe te geven dat hij moe is, taak van de baas om tijdig te stoppen! Een pup die te veel en verkeerde beweging krijgt kan hierdoor ernstige gewrichtsafwijkingen krijgen.
Behalve door erfelijkheid kan ook verkeerd en teveel bewegen Heupdysplasie veroorzaken.
Heupdysplasie is een ontwikkelingsstoornis van de heup(en) en kan de hond chronische pijn en blijvende kreupelheid geven. Verkeerde beweging is bijv. veel trappen lopen door de pup (vooral er op en af rennen), regelmatig rennen over hele gladde vloeren, te veel beweging, veel achter balletjes aanrennen! Allemaal proberen zoveel mogelijk te voorkomen bij een pup.
Als de Ridgeback ongeveer een jaar oud is, is de grootste groei achter de rug. Nu kan hij lekker mee op lange wandelingen. Met anderhalf jaar kun je voorzichtig beginnen met het opbouwen van het fietsen (zie fietstips) Een volwassen Ridgeback heeft een groot uithoudingsvermogen en dus veel behoefte aan beweging. Zorg ervoor dat hij dagelijks ergens veilig lekker los kan rennen en spelen! Aangezien de Ridgeback een goed ontwikkeld jachtinstinct heeft is het belangrijk om ervoor te zorgen dat hij niet los loopt in de buurt van drukke wegen!
Conditie fiets programma voor honden
Enkele tips voordat U wilt starten met een training:
• Uw hond moet gewend zijn aan het verkeer, andere honden, lawaai, etc.
• Wen de hond aan de fiets; neem de fiets mee tijdens een wandeling. Eerst de fiets links en de hond rechts van U vervolgens de fiets tussen U en de hond.
• Ga niet meteen op drukke straten fietsen, maar kies veldwegen of bospaden, zodat hij niet wordt afgeleid.
• Bouw rustig op en ondersteun de hond als hij netjes naast U loopt. Laat hem altijd rechts van U lopen.
• Gebruik en leren riem van twee meter, zonder ringen, haken en handvat.
• Sla de riem niet meerdere malen om Uw pols of stuur, maar houdt deze zo vast, dat hij gemakkelijk tussen de vingers kan glijden. Dit voor het geval Uw hond plotseling zou schrikken en U uit balans raakt. De riem moet U zo verdelen dat hij de grond niet raakt. Wat van de lijn overblijft, dwars over het stuur leggen tussen vingers en stuur.
• Controleer regelmatig de voetkussen op beschadigingen en splinters.
• U kunt eventueel gebruik maken van een Springer.
Voorwaarden voor alle trainingsschema's met of zonder fietsen op een rij:
1. De gemiddelde leeftijd is 1 jaar (afhankelijk van het ras)
2. Laat u hond eerst goed uit.
3. Laat de hond altijd aan de rechterkant van de fiets lopen voor uw veiligheid en die van uw hond
4. Langzaam opbouwen en tijd in de gaten houden.
5. Probeer zoveel mogelijk rechtlijnige bewegingen te maken.
6. Beweging in versnelde stap ook wel draf genoemd.
7. Vaak gehoord is nog de opvatting dat het voor onvolgroeide honden slecht zou zijn om naast de fiets mee te gaan. Deze gedachte is inmiddels achterhaald (de meeste dierenartsen, zijn nu een andere mening toegedaan). Een goede en gelijkmatige spieropbouw is belangrijk voor een jonge hond; zeker bij de HD-gevoelige rassen. Gelijkmatige beweging (zoals draven naast de fiets) is hierbij een uitstekend middel! Relatief ongezond (maar vaak niet te voorkomen ...) zijn juist alle abrupte bewegingen - van stilstaan naar sprint en andersom, scherpe wendingen, ongecontroleerde sprongen e.d.
8. Nooit fietsen met een hond bij een buitentemperatuur hoger dan 20 graden C.
9. Let op het gewicht van de hond, deze mogen niet te zwaar zijn.
10. Voorkom oververhitting van de hond.
11. Bij fietsen van meer dan 30 minuten, 15 minuten halverwege rusten.
12. Geef de hond één uur voor en één uur na de training geen eten.
13. Laat de hond lauw water drinken, geen koud water en niet veel in 1 keer maar met maten. Dit i.v.m. maagtorsie.
14. Zorg dat uw hond nooit totaal is uitput. Als u van de fiets afstapt moet de hond nog steeds in staat zijn om achter een bal aan te rennen.
15. Als u een lange tocht gaat maken zorg dan dat u vers water bij u heeft en na het fietsen de nagels en zolen controleren op scheurtjes en wondjes.
Trainingsschema voor de jonge hond:
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Dag 7
Week 1 5 - 5 - 5 - 5
Week 2 5 - 5 10 5 - 5
Week 3 5 10 5 10 - 5 10
Week 4 10 10 5 - 10 10 10
Week 5 15 10 10 - 15 10 -
Week 6 15 10 10 - 20 10 -
Trainingsschema voor de volwassen hond, (voorwaarde is, dat de volwassen hond bovenstaand schema heeft afgewerkt):
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Dag 7
Week 1 15 15 - 25 20 - -
Week 2 25 20 - 30 - 30 -
Week 3 35 20 30 - 30 20 -
Week 4 30 20 30 - *40 15 -
Week 5 *40 25 - *40 20 - -
Week 6 *45 20 - - *60 - 20
* Halverwege 15 minuten rust.
Trainingsschema conditie onderhoud:
Als een hond de bovenstaande schema's heeft afgewerkt, kunt U de conditie onderhouden door 2 tot 3 maal per week 30-45 minuten met de hond te gaan fietsen, naast de normale wandelingen en activiteiten. Denk eraan dat door goed te blijven trainen U zeer veel problemen kunt voorkomen.
De springer: veilig fietsen met uw hond:
Hond aan springer
• Doordat de spiraalveer laag geplaatst is, blijft u gemakkelijk in balans
• De spiraalveer absorbeert het trekken en rukken van de hond; zelfs een ferme ruk van een sterke hond brengt u niet uit balans!
• Beschermt de hond tegen het verkeer, de pedalen en de wielen
• U kunt twee handen aan het stuur houden
• Past op iedere standaard heren-, dames- sportfiets en mountain-bike
• De Springer is gemaakt van hoogwaardige materialen en is beschermd tegen roestvorming
• De Springer wordt toegestaan bij het U.V.examen van uw hond
• Wanneer uw hond tijdens het fietsen trekt, raden wij u aan de Springer te gebruiken in combinatie met een fietstuig. Het tuig verdeelt de kracht over het lijf van de hond en houdt de hals vrij van druk.
Een Springer is weliswaar niet goedkoop, maar geeft u de mogelijkheid om veilig te fietsen, zelfs met een sterke/drukke hond. Wilt u de springer aan meerdere fietsen gebruiken, dan zijn er extra bevestigingsbeugels verkrijgbaar. De spiraalveer is dan zeer eenvoudig van de ene naar de andere fiets te verplaatsen!
Fietstuig
Het fietstuig is eenvoudig om te doen bij uw hond. De borst- en middenband zijn afzonderlijk verstelbaar. Via de opzij geplaatste D-ring wordt de zijwaartse kracht op een gelijkmatige manier op de hond uitgeoefend. De D-ring schuift naar boven of naar beneden, afhankelijk van de hoek waaruit getrokken wordt. De hond kan voortdurend vrij ademen, omdat geen druk wordt uitgeoefend op zijn keel.
Tot slot.
Wij wensen iedereen heel veel plezier met zijn/haar puppie!
Succes met alle ondeugende puppiestreken!
En vergeet niet door alle drukte met opvoeden en trainen te genieten van je pup, want kleintjes zijn heel snel groot!
Heb je een probleem, een vraag, of iets leuks wat je kwijt wilt dan staan wij uiteraard
altijd klaar!
Succes!
Dit komt doordat het onderwerp niet meer recent is en in het hondenforum archief terecht ik gekomen.
Als je over "Puppiehandleiding" wilt praten in het hondenforum dan kun je het beste een nieuw onderwerp aanmaken
ja ik heb wel een vraag.mijn pup is nu 5 maanden oud en komt eigenlijk uit roemenie.daar worden honden gevangen en tegen auto,s aan gegooit.en ik denk dat mijn pup dat ook heeft mee gemaakt.dus als ik mijn pup aan de lange riem wilt doen is die erg bang en loopt dan weg.wat kan ik doen om hem over die angst heen te komen.
@Diana
Het is nogal wat wat je pup heeft doorgemaakt!
Bovenstaande handleiding is wat ik in de loop der jaren heb vergaard en aan mijn pupkopers meegeef, ook heb ik al een aantal HP-eigaren hiermee blijgemaakt en mensen uit mijn omgeving.
Maar om op jouw vraag terug te komen:
Een bange pup vertoont stresssignalen, probeert te vluchten, houdt zijn staart tegen zijn buik geklemd of probeert je te bijten. Als je pup bang is volg dan de volgende instructies:
- Aai de pup niet wanneer hij angstig gedrag vertoont.
- Til je pup niet op. Laat hem de tijd nemen om te onderzoeken waar hij denkt bang voor te zijn.
- Ook al vind je dat jouw pup niet bang hoeft te zijn, je pup bepaalt uiteindelijk zelf waar hij denkt bang voor te zijn. Probeer dus niet (goedbedoeld weliswaar) de hond te stimuleren om toch de beangstigende prikkel te onderzoeken. Een echt angstige pup is op dat moment niet in staat om te leren.
- Als een situatie te overweldigend is voor de pup, neem dan wat afstand tot hij weer ontspant. Ga niet weg!
- Start vervolgens vanaf dit punt en bouw zijn zelfvertrouwen weer op.Ga langzaam dichter naar de prikkel toe.
- Blijf zelf rustig!Wend je lichaam af van de prikkel en kijk er zelf ook niet naar. Je pup houdt je feilloos in de gaten. Als je je niet bezighoudt met de prikkel, dan stimuleer je de pup om te ontspannen.
- Voorkom dat de pup kan vluchten. Want wanneer het jouw pup lukt om te vluchten, beloont de hond zichzelf door afstand te nemen van de beangstigende prikkel. Dit resulteert vaak in een notoire "wegloper".
- Zorg voor een slappe lijn. Spanning op de riem zorgt voor spanning in het lijfje van de pup.
- Mocht de pup moeite blijven houden met bepaalde prikkels, neem dan contact op met een gediplomeerd gedragstherapeut
in het begin wou de pup helemaal niet lopen aan de riem.dat is nu gelukkig anders hij begint nu echt voor op te lopen.voor verkeer was die ook bang nu kijkt hij gewoon naar auto,s zonder echt bang te zijn.ik heb in het begin hem gewoon geneageerd.en hem niet aan gekeken toen die bang was.hij kwam dan altijd heel dicht bij me lopen.gelukkig gaat dat nu wel goed.maar als ik in huis de lange riem pak dan gaat hij altijd gelijk naar de mand.soms gaat hij wel mee naar de gang en dan doe ik hem wel de riem om.hij kijkt me wel bang aan maar dan zeg ik altijd is goed we gaan lekker wandelen.en als de riem aan is. dan zeg ik altijd goed zo. ben echt trots op je hoor met een blije stem.want wandelen vindt hij nu wel leuk.
ik hoop dat ik het goed doe zo.
Dit komt doordat het onderwerp niet meer recent is en in het hondenforum archief terecht ik gekomen.
Als je over "Puppiehandleiding" wilt praten in het hondenforum dan kun je het beste een nieuw onderwerp aanmaken
Zoek je iets op de HondenPage ? Vul dan hier jouw zoekwoorden in ?