Steeds meer gedragsproblemen Jack-Russell

plaats een nieuw onderwerp in het hondenforum meest recente onderwerpen in het hondenforum

honden page profiel Kimeta Kimeta

honden foto van Kimeta

Inderdaad gewoon hulp inschakelen. Wat Fay zegt, dat moet je gewoon in de wind slaan1 Heel veel succes!

Helaas, dit onderwerp staat op slot.

Dit komt doordat het onderwerp niet meer recent is en in het hondenforum archief terecht ik gekomen.
Als je over "Steeds meer gedragsproblemen Jack-Russell " wilt praten in het hondenforum dan kun je het beste een nieuw onderwerp aanmaken

honden page profiel Paul  (Eefke † )  FoskePaul (Eefke † ) Foske

honden foto van Paul  (Eefke † )  Foske

Ilse , het is natuurlijk een absurd advies om een hond zomaar te euthanaseren omdat hij een gedragsprobleem heeft wat heel goed is op te lossen. Je hebt hier een een groot rangorde probleem. De meeste andere forumleden hebben je al goede adviezen gegeven.
Ik wil hier toch nog wat aan toevoegen. Ga naast het volgen van een basiscursus en en gevorderdencursus bij een goede hondenschool een paar boeken kopen over hondengedrag en hoe een hond denkt. Auteurs van goede hondenboeken zijn Jane Fennell, Klaas Wijnberg en Turid Rugaas. Twee andere boeken waar heel veel informatie in staat maar wel wat moeilijker lezen is "de Roedelmethode" van Arjan van Alphen en Francine Koeman. Kijk ook regelmatig op dit forum. Je kunt hier erg veel leren soms ook hoe het niet moet. Je kunt dat Jack Russeltje echt weer zo krijgen dat het voor weer iedereen een leuk hondje is. Ik wens jou en verder alle andere Forumleden fijne kerstdagen en een voorspoedig 2011.

honden page profiel NickNick

honden foto van Nick

Hoi Ilse lees onderstaande maar eens goed door en kijk of je dingen ziet die mislopen.

Kinderen en honden

Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen die een huisdier hebben, zich beter ontwikkelen omdat ze met het dier een emotionele band aan kunnen gaan. Tegenover dit ‘pleidooi’ voor het aanschaffen van een hond staat echter een groot aantal kinderen dat door een hond (heel vaak de eigen hond!) dusdanig gebeten wordt, dat behandeling door een arts noodzakelijk is.

Voor een hond is het belangrijk zijn plaats (rang) te weten binnen het gezin. Het gezin vormt als het ware de ‘roedel’ waarbinnen de hond leeft. In een roedel heerst een duidelijke hiërarchie, waarbij de leden van de roedel hun plaats (rang) bepalen ten opzichte van de andere roedelgenoten. Om zijn plaats te weten binnen het gezin waarin de hond leeft, moet de hond weten welke gezinsleden boven hem staan (hoger in rang zijn) en welke onder hem staan (lager in rang zijn). Van een gezinslid dat door de hond wordt beschouwd als ranghoger, zal de hond veel meer accepteren dan van een gezinslid dat (in de ogen van de hond) ranglager is. Dit is vanuit de hond bekeken heel natuurlijk; om als groep (wolven of honden) te kunnen samenwerken om zo te kunnen overleven, is het belangrijk dat een ieders rol binnen de groep duidelijk is en dat een ieder zich houdt aan de natuurlijke regels die horen bij die rol.

Een hond ziet een kind niet zoals hij een volwassene ziet: kinderen tot circa 10 jaar zullen door een hond zelden als ranghoger worden erkend. Een precieze leeftijdsgrens is niet te geven omdat dit zowel afhangt van het karakter van de hond (hoe dominant dan wel onderdanig is hij) als van het gedrag van het kind (hoe gedraagt het kind zich ten opzichte van de hond, hoeveel autoriteit kan het kind uitstralen), als van het gedrag van de volwassenen (hoe "hoog" plaatsen zij het kind, gezien door de ogen van de hond).

Eén van de rechten die volgens de natuur van de hond hoort bij het ranghoger zijn, is dat je het recht hebt om een ranglagere te corrigeren wanneer deze zich niet houdt aan de regels die horen bij de rol van de ranglagere. In de ogen van de hond is het bijvoorbeeld volstrekt “ongepast” wanneer een ranglagere dominante gebaren maakt naar een ranghogere. Dominante gebaren zijn onder andere alle gebaren van bovenaf: over de hond heen hangen, over zijn kop en/of rug aaien, omhelzen (!) en dergelijke. Ook ongepast is het wanneer een ranglagere een "prooi" (eten, botje, speeltje) van de ranghogere zou willen afpakken.

Gelukkig is het niet zo dat iedere hond elk kind dat een dominant gebaar maakt of een speeltje van de hond (af)pakt het kind zal corrigeren met een beet. Er zijn heel veel honden die een sterke vriendschap hebben met een kind en op basis van die vriendschap heel veel accepteren. Maar in het kader van de veiligheid is het heel verstandig ervan uit te gaan dat de hond het kind niet als ranghoger erkent en dat de hond dus het voor hem natuurlijke recht heeft het kind te corrigeren indien de hond dit nodig vindt. Op basis van deze uitgangspunten adviseren wij u om uw kinderen zo vroeg mogelijk te leren om:

* Nooit zelf naar de hond toe te gaan maar alleen aandacht te geven aan de hond als deze op eigen initiatief naar het kind toekomt;
* De hond alleen te aaien en te knuffelen op een manier die de hond zelf prettig vindt (dus nooit stevig omhelsen, kleine hondjes niet oppakken, nooit aan de oren, poten of de staart trekken en dergelijke);
* Alleen onder uw begeleiding en pas als het kind daar oud genoeg voor is met de hond te spelen. Geschikt zijn dan alleen spelletjes die niet kunnen uitlopen in een machtsstrijd, dus geen vecht- en trekspelletjes maar wel zoek- en apporteerspelletjes.

Deze regels zijn zowel van toepassing op de omgang van uw kind met de eigen hond, als op de omgang met een vreemde hond. Leer uw kind om een onbekende hond nooit te aaien, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar! Bijtincidenten kunnen zich ook voordoen als gevolg van angst / onzekerheid van de hond. Zeker honden die als jonge pup niet of nauwelijks met kleine kinderen hebben kennisgemaakt, zien kinderen vaak als enge wezentjes. In de ogen van een hond is een klein kind misschien wel een andere soort dan de mens, immers de bewegingen, de geluiden en het uiterlijk zijn heel verschillend. Jonge kinderen doen daarbij vaak precies die dingen die honden snel als bedreigend zien: hard lopen met kleine wiebelpasjes, met de handjes wapperen, hoge geluidjes maken, hard huilen en dergelijke. Ook om deze reden is het in het kader van veiligheid belangrijk om uw kinderen zo vroeg mogelijk de bovenstaande regels te leren!


Het natuurlijk gedrag van onze hond
De hond heeft nog veel kenmerkend gedrag van zijn wolvenvoorouders. Er zijn uiteraard vele verschillen ontstaan, maar toch zal de natuurlijke reactie van de hond het makkelijkst ter herleiden zijn uit het gedrag van wolven binnen hun roedel. Het is goed ons te realiseren dat onze hond ons gezin als roedel beschouwt. Hierbinnen gelden voor hem dezelfde regels als in een hondenroedel. Het is dus zaak om onze eigen regels tijdig in zijn beleving in te prenten als onderdeel van de roedelregels. De plaats, rangorde in de roedel is daarbij zeer bepalend. Door het gedrag onderling in combinatie met met zijn eigen capaciteiten bepaalt de hond zijn plaats in die roedel. De meeste honden hebben beslist geen leiderskwaliteiten, maar eenmaal uitgenodigd door het gedrag van roedelgenoten zullen zij er wel naar streven. De roedelleider moet dus voldoende overwicht hebben op zijn soortgenoten om binnen de roedel de rust te bewaren. In ons gezin geldt dat nog in sterkere mate, want de plaats van onze hond dient de laagste in rang te zijn om te voorkomen dat onze kinderen in de bepaling van de rangorde het onderspit moeten delven en dat ieder lid van het gezin de hond ook uit kan laten. Het is belangrijk ons te realiseren dat een roedelleider geen inspraak of democratie duldt en onze hond dit dus ook niet verwacht. Een bevel is dan ook geen verzoek en omdat een hond een gewoontedier is, kan alleen een consequente houding in regels en bevelen ervoor zorgen dat ook in onze roedel zoveel harmonie heerst dat onze hond zich natuurlijk en gewoontegetrouw kan gedragen.

Om in het bovenstaande te weten hoe de natuurlijke reactie van de hond in een gegeven situatie uitvalt, is het van belang de taal van de hond te spreken. Gelukkig hoeven we geen blafconcert te interpreteren, maar is het zaak om de totale lichaamshouding van de hond te observeren. Oren, staart, haren in nek en op de rug bepalen naast het geluid dat de hond produceert mede de te verwachten natuurlijke reactie: de mimiek van de snuit (neusrug, ogen, lippen en tanden) is daarbij zeer sprekend. In feite zijn er vele gradaties van een tweetal basishoudingen: de hoge houding, die dominantie uitdrukt en de lage houding die acceptatie, onderwerping en onderdanigheid aangeeft. Hoog en laag vertaalt zich ook naar de kenmerkende lichaamshoudingen; de staart wordt laag of hoog gedragen, de nekharen gaan overeind bij de hoge houding en de oren gaan plat in de nek bij een lage houding. De mimiek van de snuit geeft met name het onderscheid tussen twee andere basishoudingen; angst en dreiging. Bij dreiging gaan de mondhoeken naar voren en laat de hond alleen zijn voortanden zien, zijn hoofd lijkt kort en de neusrug is sterk gerimpeld.. Een angstige hond trekt zijn mondhoeken naar achteren, hij laat alle tanden zien, zijn oren gaan naar achteren en zijn hoofd lijkt langer dan normaal. Ook onze eigen lichaamstaal wordt door de hond geinterpreteerd, zoals de wolf zijn roedelgenoten zou verstaan. Aangezien we de roedelleider zijn, moeten we dat ook in onze lichaamstaal tot uiting laten komen.


Een roedelleider moet door dominantie te tonen laten zien dat hij de baas is. Deze dominantie handelingen gelden dus ook voor ons. Zelfverzekerd met een lage stem geven wij duidelijke commando's en we eisen absolute gehoorzaamheid (we moeten natuurlijk wel zeker weten dat de hond begrijpt wat wij vragen). Uiteraard zijn we consequent en heffen elk bevel zelf op. Ook in het spel zijn wij het die bepalen wanneer we stoppen en niet de hond. We lopen rechtop (kop baas is hoger dan van de hond) en zorgen ervoor dat de hond als we op hem inlopen opzij gaat. Tijdens de wandeling bepalen wij de richting en we eisen dat de hond op ons let en wij niet op hem. Gaat de hond rechts, dan gaan wij naar links en als het goed is, hoeven we hem niet eens te roepen. Wij mogen de hond borstelen en leggen de hond daarbij op zijn zij of op zijn rug, wat een uiterste onderwerping voor de hond inhoudt. We pakken de hond ook rustig over de snuit, een sterk dominantie gebaar. Onze hand wordt door de hond namenlijk gezien als een snuit en de gebaren die we met de hand maken worden door de hond vertaald als behorend bij de gezichtsmimiek. Zo vertelt Martin Gauss in het eerste hoofdstuk van zijn 'Instructieboek voor hondenbezitters' dat wij honden zijn met drie koppen. Hij legt daarbij uit dat onze handen hetzelfde kunnen als de bek van een hond. Aangezien een ranghogere nooit naar een ranglagere gaat, zullen we ons moeten aanleren nooit naar een hond toe te lopen. Dit lijkt voor de veel mensen heel erg moeilijk met name wanneer de hond geroepen wordt en hij niet wil komen. Het is tegennatuurlijk voor ons mensen om dan van de hond weg te lopen, maar we dienen ons te realiseren dat door naar de hond toe te lopen hij de inzet van een spel verwacht of ,als onze dreiging erg groot is, een afstraffing en komen is dan wel het laatste wat de hond zou willen doen. Nooit laten we de hond "rijden" tegen de baas (een teken van dominantie - ook bij honden onderling). We tolereren geen opdringerig gedrag zoals pootjes geven, snuit duwen, tegen je opspringen (kop hond naar niveau kop baas)en piepen. We geven geen onverdiende beloning en we vertroetelen onze hond niet als hij dit niet verdiend. Maar ook houden we ons in, hoe kwaad we ook zijn, als de hond in zijn mand ligt of zich duidelijk heeft overgegeven door onderdanig gedrag. We moeten duidelijk veel leren om een goed roedelleider te zijn, maar onze hond heeft er recht op.

Castratie en gedragsproblemen
Je hoort het geregeld: "laat hem maar castreren dan gaat het wel over". Met "hem" bedoelt men de reu en met "het" worden diverse gedragsproblemen bedoeld. Agressie naar andere honden en/of andere mensen, weglopen, het op de meest vervelende plaatsen de poot oplichten, hypersexueel gedrag etc. Vaak wordt deze ingreep als een soort wondermiddel toegepast. Dat de resultaten niet altijd even bevredigend zijn wordt als jammer beschouwd. Toch kan castratie een goed hulpmiddel zijn bij gedragstherapie of als middel om een klinisch probleem te verhelpen.

Als we allereerst naar de klinische problemen kijken komen we een aantal ziektes tegen bij de reu die verholpen of verbeterd kunnen worden door castratie. Prostaatvergroting, voorhuidontsteking en tumoren in de teelbal worden positief beinvloed door castratie.

Bij de gedragsproblemen liggen de zaken iets anders. Het mannelijk geslachtshormoon testosteron heeft in belangrijke mate invloed op het gedrag van een reu. Tijdens het leven, en zelfs al in de baarmoeder van de teef, heeft dit hormoon invloed op het ontstaan van "typisch mannelijke hersenen". Terwijl ontbreken van dit hormoon, zoals bij teven het geval is, zal leiden tot het ontstaan van "vrouwelijke hersenen". Hierdoor ontwikkelen zich gedragspatronen die specifiek zijn voor mannelijke dieren en die verschillen van vrouwelijke dieren, bijvoorbeeld de specifieke manier waarop reuen urineren. Dit "pootje lichten" komt echter ook af en toe bij teven voor. Ook ziet men weleens teven, vooral als ze (bijna) loops zijn, een andere teef bestijgen en deze 'berijden'.

Maar al met al is dit gedrag typisch voor een reu en niet voor een teef. Testosteron heeft dus nogal wat invloed op gedrag, maar ook andere invloeden en met name leerprocessen spelen een grote rol in de ontwikkeling van gedrag. Denk maar eens aan de rang-laagste hond in een roedel die niet tot pootje lichten komt bij het urineren omdat de dominantere honden in die roedel dat niet toestaan. Ook komt het voor dat een reu in zo'n zelfde situatie nooit tot dekken komt. Verander roedel in huisgezin en zie hier weer andere invloeden op de ontwikkeling van het gedrag van een hond. Bij gedragsproblemen moet men daarom altijd de omgeving van de hond bekijken en evalueren in hoeverre deze meespeelt in de ontwikkeling van het gedragsprobleem.

Vooral bij agressieproblemen laat men reuen nogal eens castreren. Uit diverse onderzoeken blijkt echter dat slechts enkele van de verschillende soorten agressie afnemen na castratie en dan nog niet eens volledig. Het meeste effect lijkt castratie te hebben op agressie naar andere reuen, in ongeveer 60% van de gevallen neemt deze vorm van agressie na castratie af. Ook agressie buitenshuis naar teven en vreemde mensen neemt af, maar minder vaak: slechts in 25% van deze probleemgevallen lijkt castratie te helpen.

Angst-geinduceerde agressie is geen indicatie voor castratie. Uit geen van de onderzoeken blijkt dat castratie een oplossing voor dit soort gedrag zou kunnen zijn. Bij dit type agressie spelen vaak veel andere dingen mee, zoals slechte socialisatie of bepaalde traumatische ervaringen. Een van de gedragsproblemen die wel aanzienlijk verbetert, is weglopen en/of zwerven. Ook het urinemerken, het "pootje lichten" op diverse plaatsen (en dan met name in huis) vermindert sterk na castratie.

Seksueel gedrag ten opzichte van andere reuen zou eveneens behoorlijk verminderen na castratie. Verder kan castratie overwogen worden bij gedragsproblemen die ontstaan door seksueel gedrag naar teven en/of naar mensen toe. Uitsluitend castratie heeft dus wel effect op het gedragsprobleem, maar het effect is beduidend groter als tegelijkertijd gestart wordt met gedragstherapie. Het positieve resultaat wordt bijna verdubbeld als beide therapieen toegepast worden. De gedragstherapie zou met behulp van een gedragstherapeut opgestart kunnen worden, onder diens begeleiding kan dan bepaald worden of castratie in dat specifieke geval van nut zou kunnen zijn.

Verder heeft castratie nog enige invloed op de verdere lichamelijke gesteldheid van de reu. Doordat het wegvallen van testosteron zorgt voor een verhoogde etensdrang en het energieverbruik van de hond vermindert, kan de reu dikker worden na castratie. De voeropname en het gewicht van de hond moet in de gaten worden gehouden. Verder neemt een aantal eigenaren na castratie van de reu een wat verhoogde haaruitval waar, dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat testosteron een haargroeibevorderende werking heeft (door een positieve invloed op de eiwitsynthese) en deze werking valt na castratie weg.

Dit waren in het kort de 'voors' en 'tegens' van castratie bij reuen. Castratie kan een positief effect hebben op een aantal lichamelijke problemen en op bepaalde gedragsproblemen. Vooral bij dit laatste zal uitsluitend castratie echter nooit DE oplossing zijn.

Basistraining voor je hond
Zit
Het belangrijkste is dat je commando duidelijk is. Zeg duidelijk ZIT en niet zit, zit, zit, toenou, zitten, mooi zit. Dit is veel te verwarrend voor de hond. Gebruik 1 commando. Dit kan natuurlijk ook bijvoorbeeld, mooi zit, zijn. ga voor je puppy staan als een leider, dus rechtop, schouders naar achter. Geef het commando en til met je rechterhand voorzichting de kin op of trek omhoog met de halsband terwijl je je linker duim en wijsvinger zachtjes op zijn middel drukt. Druk niet hard op de ruggegraat! Je kunt ook een koekje boven zijn neus houden. Zodra je hond gaat zitten beloon je hem met een koekje of met je stem. Oefen dit een paar keer en je zult zien dat je pup dit al snel door heeft.
Lig of af
Ikzelf gebruik het commando lig, maar het kan zijn dat je hond het verschil tussen zit en lig niet hoort dus kun je ook af gebruiken. Pak een koekje en laat je hond zitten, maar voordat je het koekje geeft leg je je hand tussen de poten van je puppy en zeg je lig. Je duwt dan met je linkerhand zachtjes zijn schouders naar beneden tot hij ligt. Geef je hond het koekje en beloon hem.
Sta
Terwijl je puppy ligt pak je een koekje en geef je het commando sta. Trek aan een denkbeeldig touwtje dat vanuit de snuit van je puppy komt. Houd je vingers stil wanneer je puppy staat en leg je hand onder zijn buik terwijl je het commando herhaalt. Geef hem dan zijn beloning.
Breng en los
Kniel op de vloer en haal je puppy eerst een minuutje aan voordat je een speelgoedje pakt. Gooi het in de lucht om de interesse te wekken en gooi het dan weg. Als hij het speeltje pakt, ga je naar hem toe en beloon je hem. Ga hier mee door tot dat hij naar je kijkt terwijl hij het speeltje pakt. Moedig hem aan naar je toe te komen en zeg breng, of kom hier. Als hij het speeltje niet meteen los laat, knijp dan zachtjes in zijn bek zodat hij het los laat en zeg os. Beloon hem als hij het speeltje loslaat.
Blijf of wacht
Laat je puppy zitten en blijf hem aankijken terwijl je langzaam achteruit wegloopt. Je kunt je hand omhoog houden zodat de hond daarop focust. Zeg blijf terwijl je wegloopt. Loop de eerste paar keren maar 1 of 2 stapjes. Ga dan stil staan en roep je hond. Hij mag komen. Je kan ook kom roepen of oke of een ander commando. Als hij maar weet dat dat betekend dat ie vrij is en mag komen. Doe elke keer als het goed gaat een paar stapjes achteruit.

Angst bij honden kent velerlei oorzaken

Angstig gedrag bij honden kent velerlei oorzaken maar ook diverse verschijningsvormen. Bij een angstige hond denkt u wellicht in eerste instantie alleen of vooral aan een hond die zijn staart tussen de poten drukt, een lage houding aanneemt en/of probeert te vluchten. Veel angstige honden vertonen inderdaad dit soort gedrag; deze vormen komen voort uit zogenaamde passieve verdedigende reflexen. Dat wil zeggen dat de hond wanneer hij zich bedreigd voelt, probeert de bedreiging uit de weg te gaan door zich zo klein en onderdanig mogelijk te tonen en/of door te vluchten.

Maar: angst of onzekerheid bij honden kan zich ook uiten door het tegenovergestelde gedrag (actieve verdedigende reflexen). In dat geval toont de hond zich, wanneer hij zich bedreigd voelt, juist heel stoer. Hij gromt en/of blaft, de haren op zijn rug komen overeind, zijn staart staat hoog en de hond maakt zich zo groot mogelijk. U kunt dit vergelijken met sommige mensen, die zich heel stoer voordoen om hun eigen verlegenheid te "overschreeuwen". Bij honden is er bij dit gedrag vaak sprake van "geconditioneerde (=aangeleerde) dominantie". De hond toont zich dus heel dominant, terwijl hij eigenlijk heel onzeker of zelfs angstig is. Dit kan het gevolg zijn van een leerproces; de hond heeft dan meermalen ervaren dat de "bedreiger" afdruipt wanneer de hond zich dominant voordoet, dreigt aan te vallen of zelfs daadwerkelijk aanvalt. Vaak zien we bij een hond die geconditioneerd dominant gedrag vertoont, tegenstrijdige signalen. Bijvoorbeeld: zijn nekharen komen overeind (groot maken = dominant/actief verdedigend), maar zijn staart wijst naar beneden (klein maken = onderdanig/passief verdedigend).
Angst bij honden kan voortkomen onder andere uit (een combinatie van)

* Genetische aanleg
Eventueel in combinatie met het imiteren (als jonge pup) van het angstige gedrag van de moederhond

* Een slechte inprenting / socialisatie
Tot zo’n 12 weken oud doorloopt iedere hond de zogenaamde inprentings- en socialisatieperiode, ofwel primaire socialisatieperiode. In deze “gevoelige” perioden staat de hond open om te leren wat er normaal is in het leven en wat niet. Dit is als het ware zo voorgeprogrammeerd. Daarom is het heel belangrijk om een jonge pup met van alles te laten kennismaken (drukke mensenmenigte, lawaai, andere beesten, andere honden, kinderen, bezoekers, verkeer enzovoort). Hoe meer een jonge pup opdoet aan positieve ervaringen hoe beter. Hij zal dan later tegenover die dingen waarmee hij als jonge pup uitgebreid en op een positieve manier heeft kennisgemaakt op een ontspannen, vrolijke manier reageren. Heeft een hond de eerste 1 tot 3 maanden van zijn leven weinig kennisgemaakt met allerlei zaken, dan is de kans groot dat hij op latere leeftijd angstig zal zijn (en blijven!) voor deze zaken. Overigens: het socialisatieproces stopt niet abrupt op de leeftijd van 3 maanden. Wanneer een pup op jonge leeftijd bijvoorbeeld prima is gesocialiseerd met allerlei andere honden maar in de periode tussen 3 en 6 maanden geen (of vervelende) ervaringen opdoet met andere honden, dan kan het oorspronkelijk positieve effect van een goede socialisatie weer teniet worden gedaan.

* Een traumatische ervaring
Honden kunnen angsten overhouden aan ingrijpende gebeurtenissen, zoals een auto-ongeluk, een ernstig gevecht met een andere hond, al dan niet opzettelijke mishandeling enzovoort.

Wanneer u een hond heeft die angstig gedrag vertoont, dan raden wij u aan de hulp van deskundige gedragsbegeleiders in te schakelen wanneer dit gedrag van uw hond gepaard gaat met een hoge mate van stress en/of agressie. In dit geval kan (goed bedoelde) verkeerde begeleiding van de hond namelijk al snel leiden tot verergering van het probleem en tot ongelukken! Wanneer uw hond wel eens ergens bang voor is, zonder dat er sprake is van regelmatig terugkerende grote stress en/of agressie, dan heeft u wellicht iets aan de volgende adviezen:

* Troost uw hond nooit wanneer hij angstig gedrag vertoont!
Hoe begrijpelijk en menselijk troosten van een angstig dier ook is, het werkt absoluut averechts. Immers: de hond verstaat uw uitleg dat er geen reden is om bang te zijn niet, het enige dat hij hoort is dat u vriendelijk/belonend klinkt. U beloont de hond dus (onbedoeld) voor zijn angstige gedrag, waarmee u bevestigt dat dat gedrag is wat u graag van de hond wilt zien. Belonen van gedrag leidt altijd tot herhaling en intensivering van dat gedrag; uw hond zal dus steeds vaker en heftiger angstig gedrag laten zien!

* Stel u in plaats van troostend juist kordaat en vrolijk op wanneer uw hond bang is.
Wanneer uw hond u als zijn leider ziet en u laat zien dat er geen enkele reden is om bang te zijn (door vrolijk en zonder aarzeling gewoon recht op "het gevaar" af te gaan), dan draagt u ertoe bij uw hond over zijn angst heen te helpen. Neem een houding aan die uitstraalt "kom op, stel je niet aan" en beloon de hond pas op het moment dat die besluit om ondanks zijn angst toch maar met u mee te lopen. Wanneer u op dat moment met uw stem beloont, zorg er dan voor dat u oprecht vrolijk en dus niet geruststellend/troostend klinkt.

* Welke beloning u ook gebruikt, zorg dat de timing van die beloning precies goed is.
Het is dus niet goed om een hond die al angstig gedrag vertoont, af te leiden met iets lekkers of een speeltje! Dan beloont u immers precies het gedrag dat u niet wilt zien en beloond gedrag zal zich steeds vaker en heftiger herhalen. Wat wel kan is om te proberen het ontwikkelen van angstig gedrag vóór te zijn. Bijvoorbeeld: wanneer uw hond bang is voor andere honden en u ziet in de verte een andere hond naderen, doe dan iets met uw hond dat hij heel leuk vindt (vóórdat uw hond de eerste tekenen van angst of opwinding i.v.m. de naderende hond vertoont!). Speel met hem met een balletje of laat hem simpele gehoorzaamheidsoefeningetjes doen waarbij u beloont met iets lekkers. Stop het spel/de beloning zodra uw hond toch angstig gedrag gaat vertonen! Hervat het spel/de beloning zodra uw hond zich weer "gedraagt". In de tussentijd negeert u het angstige gedrag van uw hond volkomen (niet mopperen, niet troosten; gewoon niet reageren). Wanneer u dit consequent herhaalt dan gaat uw hond de komst van een andere hond zien als de voorbode van iets leuks in plaats van als iets bedreigends (namelijk dat u met hem gaat spelen of dat hij iets lekkers kan verdienen).

Of angstig gedrag kan worden afgeleerd is vooral afhankelijk van de oorzaak. Wanneer de basis van de angst een slechte inprenting / socialisatie is, dan is de kans op verbetering klein (maar niet onmogelijk). Is de angst op latere leeftijd ontstaan, dan is in de meeste gevallen verbetering of zelfs "genezing" mogelijk.


Bijtdrift en loslaten bij puppies
Sommige pups zullen als je probeert de voerbak weg te halen gaan grommen, of zelfs proberen te bijten! Sommige mensen zeggen, dat moet je ook niet doen het is toch zijn eten? Maar wat nu als je een kind op visite hebt, die per ongeluk naar je hondje toegaat als deze staat te eten? Ikzelf vind het noodzakelijk dat ik de voerbak kan weghalen, en hetzelfde geld voor een lekkere kluif. Ik geef het wel altijd terug, dus niet weghalen en weglaten, want daarmee bevorder je juist dat hij/zij het de volgende keer niet meer zo makkelijk afgeeft. Hetzelfde geld voor de voerbak, praat tegen je hondje (even kijken hoor) en haal de voerbak heel eventjes weg (doe net of er iets in zat wat niet klopte bijv.) en zet hem weer terug. Ikzelf straf een pup die gromt bij voedsel resoluut af. Dit tolereer ik niet als baas,(dit is dus wél foei) want het is vaak het begin van het einde (hij/zij zal op veel meer gebieden gaan uitproberen) Dus ik geef een grote mond (donkere stem)en blijft de pup grommen, dan leg ik hem net als zijn moeder zou doen op zijn/haar rug. Mijn oudste paquita had geen buitdrift, maar de jongste heel erg, ik heb ze iedere keer resoluut afgestraft, wel weer datgene wat ik wegpakte teruggegeven, en nu weet ze dat als ik iets pak van haar dat er of iets niet goed mee is (bijv als ze een stok heeft wil ik wel even controleren of er geen spijkers in zitten).

Nog een reden waarom ik het belangrijk vind dat een hond los laat op commando is dat er tegenwoordig veel te veel honden vergiftigd worden, doordat ze gauw datgene wegschrokken, wat ze op straat vinden.(Ik las in de krant dat een hond net ontkomen was aan een frikandel met zes scheermesjes erin, het zal je maar gebeuren) Het mag dan hard lijken dat ik in dit opzicht mijn honden resoluut afstraf, maar dat liever dan dat ze vergiftigd worden. Dus geef je hondje een kauwstaafje en na verloop van tijd (als hij/zij lekker bezig is) pak je het staafje af en geef tegelijk het commando "los" , laat hij/zij los, dan is hij/zij braaf, en krijgt hij/zij het staafje weer gewoon terug. Dit kun je ook doen nadat de pup een tijdje alleen is geweest met een rookbot je neemt het weg en geeft er iets anders voor in de plaats wat sneller op is (bijv. bullepees, dit vinden ze net zo lekker of een pensstaafje, van een heel rookbot zouden ze immers ziek kunnen worden) Hij/zij heeft dan niet het gevoel dat je zijn/haar bot hebt afgepakt, en je kunt het weer gebruiken voor de volgende keer als je weggaat.

Soorten epilepsie bij honden
Primaire epilepsie wordt ook wel idiopatische, genetische of 'echte' epilepsie genoemd. Voor dit soort epilepsie is meestal geen oorzaak te vinden. De diagnose wordt gesteld door alle andere oorzaken uit te sluiten. Primaire epilepsie ontstaat meestal als de hond een leeftijd heeft tussen 6 maanden en 5 jaar (met een gemiddelde van 3 jaar). Door onderzoeken is inmiddels aangetoond dat idiopatische epilepsie een erfelijke grondslag heeft. Het is dus ook verstandig met honden die epilepsie hebben niet te fokken. U kunt het beste de fokker van uw hond inschakelen, aangezien het noodzaak is de lijn waarin de epilepsie voorkomt, geheel van de fok uit te sluiten.

Secundaire epilepsie wordt gekenmerkt door een aanwijsbare oorzaak die voor de aanvallen te vinden is. Er zijn tal van oorzaken voor secundaire epilepsie, waarbij het doel van de behandeling is, de oorzaak weg te nemen, wat echter soms moeilijk is, omdat de oorzaak niet altijd duidelijk is vast te stellen.

De meestvoorkomende oorzaken voor secundaire epilepsie is hepato-encefalopathie en hersentumoren. Hepato-encefalopathie treedt vaak op bij hele jonge honden (<1 jaar) of oude honden (>6 jaar). Bij jonge honden wordt het vaak veroorzaakt door een levershunt. Een levershunt is een aangeboren afwijking waarbij bepaalde bloedvaten niet goed zijn aangelegd. Hierdoor kan de lever gifstoffen niet uit het bloed zuiveren, waardoor o.a. ammoniak in het bloed achterblijft. Deze ammoniak kan zorgen voor gedragsveranderingen, agressie en epileptiforme aanvallen. Bij de oudere hond wordt hepato-encefalopathie vaak veroorzaakt door acute hepatitis.

Hersentumoren zijn er in vele soorten en maten. Vaak kan alleen middels een hersenscan (CT-scan) worden aangetoond of er sprake is van zo'n tumor. Over het algemeen komen hersentumoren meer bij de oudere hond voor, dan bij de jongere en helaas is er in de meeste gevallen weinig aan te doen als bij een hond een tumor wordt vastgesteld. Secundaire epilepsie komt meestal tot uiting als de hond jonger is dan 6 maanden, of ouder is dan 5 jaar.

Naast hepato-encefalopathie en tumoren zijn er nog een aantal andere aandoeningen die epileptiforme aanvallen veroorzaken. We noemen er een aantal van:

* Hypoglycemie, ofwel een te laag bloedsuikergehalte. Dit komt soms voor bij pups en bij jachthonden (hunting dog hypoglycemic syndrome). Ook bij een insulinoom wordt dit symptoom gezien. Een insulinoom is een woekering van kliercelletjes in de alvleesklier. Deze gezwelletjes produceren insuline, waardoor de hond aanvalsgewijs een veel te laag bloedsuikergehalte heeft. Doordat de hersenen te weinig voeding krijgen, kunnen er epileptiforme aanvallen optreden.

* Intoxicaties, waarbij vaak acute epileptiforme aanvallen optreden. In het bloed worden veelal geen afwijkingen aangetroffen. Diagnose is echter erg moeilijk als er geen duidelijke aanwijzingen zijn.

* Meningo-encephalitis (hersenvliesontsteking) is een progressief verlopende aandoening, waarbij ook epileptiforme aanvallen kunnen optreden. Vooral bij een infectieuze ontsteking kunnen de aanvallen het enige duidelijke symptoom zijn.



Welke lichaamstaal moet je gebruiken bij je hond?
Lichaamstaal
Een uniek aspect van mensen is gesproken taal. Wij vinden woorden heel belangrijk en richten ons vaak voornamelijk daarop in onze uitingen. Toch vindt volgens de wetenschap 80 procent van onze communicatie helemaal niet plaats via woorden, maar via lichaamstaal. Tegelijkertijd zie je dat woorden zelfs in onze onderlinge communicatie soms meer een obstakel zijn dan een hulpmiddel om de boodschap over te brengen, zeker als gevoelens een rol spelen.

Zelfs in onze onderlinge communicatie komt 80 procent dus over via lichaamstaal. Bij onze communicatie met honden is dat aandeel nog vele malen groter, simpelweg omdat honden onze spreektaal niet kunnen volgen. Of je boos of blij bent, je hond ziet het direct aan je houding, je gezichtsuitdrukking, hij hoort het aan je ademhaling en misschien ruikt hij het zelfs.

Naast je emoties kun je met allerlei hoofd-, hand-, schouder- of lichaamsbewegingen ook andere informatie overbrengen op je hond. Als je je echter niet bewust bent van wat je doet, kun je daarmee je hond de fout insturen. Omdat je je er niet van bewust bent, begrijp je ook niet waarom je hond die fout maakt. Als je je hond dan op zijn kop geeft, wordt het voor de hond onbegrijpelijk en frustrerend: hij deed toch gewoon wat jij hem vroeg?!? Probeer je eens in je hond in te leven: iemand geeft jou tegenstrijdige informatie. Jij doet wat je denkt dat die persoon je vroeg. En vervolgens krijgt je de wind van voren! Zou jij die persoon daarna nog 100 procent vertrouwen? Als we duidelijk met onze viervoetige vrienden willen communiceren, is het dus heel belangrijk dat we onze eigen lichaamstaal daarvoor bewust leren gebruiken.
Gezichtsuitdrukking
Niet iedere hond is er gevoelig voor, maar de meeste wel: je gezichtsuitdrukking. Met je gezichtsuitdrukking kun je extra gewicht geven aan je juichend prijzen of, indien eens nodig, aan je stemcorrectie. In ieder geval moet je ervoor zorgen dat je gezichtsuitdrukking in overeenstemming is met de boodschap die je je hond wilt sturen: op je hond foeteren - toch al niet zo'n goede manier van corrigeren - terwijl je glimlacht of je hond prijzen terwijl je nors of boos kijkt, is voor jouw hond heel tegenstrijding. Bij twijfel - en dat heeft de hond meestal bij onze gesproken woorden - zal de hond kiezen voor wat hij op je gezicht of aan je lichaamstaal leest. En eerlijk gezegd heeft hij helemaal gelijk, want met onze lichaamstaal kunnen we bijna niet liegen.
Lichaam
Met je lichaam kun je heel veel informatie aan je hond geven. Je kunt er je emoties mee uitdrukken, maar ook richting aangeven, de doorgang blokkeren, je hond uitnodigen of juist van je afduwen - en dat allemaal alleen al met je bovenlichaam!

Bij het gebruik van je bovenlichaam is het belangrijkste hoe je je zwaartepunt gebruikt. Als je iets naar voren leunt terwijl je verder gewoon rechtop blijft staan (dus je zwaartepunt naar voren brengt), kun je je hond naar achteren dringen of laten zitten. Dit hangt van de hond af. In ieder geval 'duw' je je hond op die manier wat van je weg. Dit kun je ook gebruiken als je hond op de bank wil springen terwijl jij dit niet wilt: trek je handen terug (die zijn alleen maar uitnodigend), draai je hoofd weg met je neus verwaand in de lucht en leun schuin voorover richting je hond èn richting de plek bij jou op de bank. Je leunt dus min of meer in zijn doorgang. Een brutale hond of een die altijd op de bank mag, zal je misschien negeren. Maar een die toestemming nodig heeft, zal dit gebaar begrijpen en al snel afdruipen.

Als je iets achterover leunt, nodig je je hond juist uit. Bij het hierkomen kun je deze houding dus prima gebruiken door met je lichaam iets achterover te leunen, eventueel met verwelkomend geopende armen (je armen sluit je weer tegen je lichaam aan als je hond dichterbij komt. Daarbij kun je je handen samendoen of je kunt je armen voor je borst kruisen).

Een hond een richting in sturen kan op een heel vergelijkbare manier. Leun met je lichaam in de richting waarin je wilt dat de hond gaat. Nog iets duidelijker voor de hond is het, als je dan ook nog met je schouders en voeten in de richting wijst waarin je wilt dat hij gaat. Als je wilt dat de hond langs je heen gaat in een bepaalde richting, kun je hem eerst uitnodigen om naar je toe te komen door licht achterover te leunen of eventueel iets achteruit te lopen. Als de hond bijna op jouw hoogte is, kun je met hem meedraaien - waarbij je een beetje van hem wegstapt om hem de ruimte te laten, je creëert als het ware een gat waar hij doorheen kan - en dan door te draaien zodat je in dezelfde richting als je hond doorloopt.

Een van de leukste lessen die we bij behendigheid wel eens hebben gehad, was toen we alleen met ons lichaam mochten werken. Dan merk je heel goed dat je je hond dan toch heel goed kunt sturen.
Schouders
Schouders zijn een heel belangrijke ondersteuning voor de bewegingen van je romp. Je kunt je bedoelingen met je schouders nog duidelijker maken. Met het volgen bij de gehoorzaamheid zie je dit heel duidelijk. Mensen waarbij de hond achterblijft trekken vaak hun linkerschouder naar achteren om hun hond te kunnen blijven zien. Een heel natuurlijke neiging van ons natuurlijk, maar daardoor blijft de hond alleen maar nog verder achter! Die schouder duwt hem namelijk nog verder terug. Iets anders wat schouders kunnen helpen overbrengen, is nervositeit (spanning in de schouders) of boosheid en dreiging (starheid en licht optrekken van de schouders, om jezelf groter te maken).
Armen
Armen en handen gebruiken we heel vaak verkeerd bij onze omgang met honden. Graaiende handen en armen jagen een hond juist weg. Door te duwen tegen je hond gaat hij in een reflex tegenduwen (de meeste mensen trouwens ook!). Als je je hond met je handen en armen tegenhoudt, zorg je er juist voor dat hij van je weg trekt. Als we andersom onze hond met onze handen wegduwen, leunt hij er juist tegenin. Daarom werkt het meestal averechts als we de hond wegduwen wanneer we hem van de bank af willen houden. Armen zijn wel prima geschikt om de signalen van je romp en schouders te ondersteunen en duidelijker te maken. Leun je met je romp een bepaalde kant op om richting aan te geven, kun je dit prima met je armen ondersteuning. Verder kun je jezelf imposanter maken voor je hond door je armen in je zij te zetten terwijl je je schouders breed maakt. Ook kunnen je armen ondersteunen bij het maken van een uitnodigend gebaar (zie lichaam).
Benen
Onze benen zijn heel belangrijk in het bewaren van ons evenwicht en in het ondersteunen van de romp als we ons zwaartepunt verleggen. Het beste lukt dit als we licht door onze knieën buigen. Dan kunnen we het snelste reageren op wat onze hond doet. Dit geldt ook als we op onze beurt staan te wachten tijdens individuele oefeningen: als je je knieën recht houdt en je verveelde hond besluit ineens een ommetje te maken, sleurt hij je met gemak een eind mee. Sta je met licht gebogen knieën (en blijf je opletten wat je hond doet, ook heel belangrijk!), dan kun je met gemak je hond opvangen en heeft hij geen succes met zijn escapade.

Onze benen kunnen ook weer helpen met de communicatie met onze hond. Daarom leer je dat je tijdens het volgen met je linkerbeen (het been dat het dichtste bij de hond is) moet wegstappen en de bochten moet inzetten. Wil je juist dat de hond blijft zitten, stap je met je rechterbeen weg. Je linkerbeen blijft dan iets langer bij de hond om hem stabieler te houden. Doe je dit consequent, dan krijgt je hond extra informatie over wat hij moet doen tijdens het volgen, puur door op je benen te letten! Overigens gebruiken sommige mensen hun benen om hun hond te schoppen. Deze vorm van communicatie met de hond is op onze club ten strengste verboden!
Ademhaling
Ook een onderdeel van de lichaamstaal is ademhaling. Een lichte, oppervlakkige ademhaling vertelt je hond dat je zenuwachtig bent of je ergens druk om maakt. Een dergelijke ademhaling kan ervoor zorgen dat je hond nog gespannener wordt bij voor hem moeilijke situaties. Bijvoorbeeld als hij ergens bang voor is of bij confrontaties met andere honden. Als je examen doet, is je ademhaling één van de zaken waardoor je hond weet dat er iets vreemds aan de hand is. Andere indicatoren voor zenuwen bij de baas zijn: algeheel gespannen houding (maar vooral gespannen schouders, nek en kaken) en bewegingen en eventueel geur. Een rustige, diepe ademhaling duidt juist op kalmte. Door in spannende situaties bewust diep en rustig via je buik te ademen, kun je jezelf helpen kalmeren, maar ook je hond!

Als je hond zich verzet bij verzorging omdat hij het een beetje eng vindt en in allerlei andere situaties, kun je je hond helpen door heel rustig en regelmatig adem te halen. Daarmee vertel je hem dat er helemaal niets engs aan de hand is. Geeuwen (gapen) kan aan deze uitstraling van rust nog extra bijdragen. De eerste paar keer doe je nog alsof je geeuwt. Maar al snel gaap je echt! Als je hond mee gaat geeuwen, weet je dat je tactiek effect begint te krijgen.

Aan de andere kant kun je je hond juist klaarmaken voor actie door kort en snel adem te halen. Bijvoorbeeld aan de start bij een behendigheidswedstrijd of als wilt dat je hond sneller aan de voet of terug plaats gaat. Weten hoe je je lichaamstaal gebruikt, is een eerste stap. Hoe dan ook is het bij hondentraining belangrijk dat je je bewust bent van wat je doet: welk commando je geef, hoe je het geeft (toonhoogte, volume, stemgebruik) en wat je met je lichaam doet.

Als je je hier bewust van bent en tegelijkertijd oplet hoe je hond reageert, krijg je informatie: hee, als ik zus doe, doet mijn hond zo. Zo leer je zelf hoe je optimaal kunt communiceren met je hond, hoe je jouw boodschap zo duidelijk mogelijk kunt overbrengen bij je.

Loopsheid bij teven, is het gewenst?
Loopsheid
Teven worden gemiddeld twee keer per jaar loops. De eerste loopsheid bij een jonge hond mag tussen de zes en vijftien maanden verwacht worden. Het meest opvallende verschijnsel van de loopsheid is de uitvloeiing. Deze duurt ongeveer drie weken en is in het begin helderrood van kleur. Rond de twaalfde dag na het begin van de uitvloeiing is de teef bereid om zich te laten dekken. De reu toont vaak al eerder interesse, maar wordt tot dit moment afgesnauwd. Na de dekking volgt een zwangerschap van 63 dagen. Het aantal jongen kan varieren van een tot wel zestien. In het algemeen is het zo dat grotere honden ook grotere nesten krijgen.
Geboortebeperking
Er zijn meerdere redenen om loopsheid of drachtigheid bij de teef te voortkomen. De uitvloeiing of de aantrekkelijkheid voor reuen kan zeer hinderlijk zijn. Ook moet de hond steeds in de gaten gehouden worden om een ongewenste dekking en de hieruit resulterende pups te voorkomen. Een nestje pups is leuk, maar vraagt om veel ruimte, tijd en aandacht in huis. Bovendien moet er een goed tehuis voor worden gezocht, wat niet altijd meevalt.
Prikpil
Er zijn twee manieren om loopsheid te voorkomen bij de teef. De eerste is door middel van hormonen, de zogenaamde prikpil. De teef krijgt hierbij een hoge dosis hormonen ingespoten, waardoor ze vijf tot zes maanden niet meer loops zal worden. Hierna moet deze injectie elk half jaar herhaald worden. Bijwerkingen van deze hoge dosis hormonen zijn onder andere een toenemende kans op melkklier kanker en een verhoogde kans op een baarmoederontsteking. Vooral bij langdurig prikpilgebruik neemt het risico sterk toe. Deze prikpil doen wij alleen op uitdrukkelijk verzoek van de eigenaar.
Sterilisatie
De tweede oplossing is een sterilisatie. Hierbij worden de eierstokken en eventueel de baarmoeder weggenomen. De hond wordt dan nooit meer loops omdat de hormoonbron, de eierstok, is weggenomen. Als een sterilisatie op jonge leeftijd, liefst voor de 1e loopsheid, wordt uitgevoerd biedt deze ingreep een goede bescherming tegen melkklierkanker en baarmoederontstekingen. Ook is het goedkoper dan levenslang de prikpil geven. Wilt u uw teef laten steriliseren dan is de tijd tussen de loopsheden de beste periode. Een jonge hond kan al voor de eerste loopsheid gesteriliseerd worden. Het is niet nodig om het dier eerst loops te laten worden of een keer een nestje te laten krijgen.
Ongelukje
Als uw teef ondanks alle goede zorgen toch nog een ongelukje heeft gehad en per ongeluk ongewenst is gedekt, is het nog mogelijk de hond direkt te laten steriliseren. Deze methode is 100% effectief. Ook bestaat de mogelijkheid om de hond een soort morning-after prik te geven. Deze bestaat uit twee injecties die op de derde en vijfde dag na de dekking gegeven moeten worden. Helemaal betrouwbaar is deze methode niet, in ongeveer 3% van alle gevallen krijgt de hond toch nog een of meer puppies. Bovendien kan deze morning-after prik als nare complicatie een baarmoederontsteking tot gevolg hebben. Daarom is voorkomen ook hier veel beter dan 'genezen'. Denkt U dus tijdig aan de anti-loopsheid preventie, voordat uw hond U verblijdt met een onverwachte gezinsuitbreiding...

De keuze van een hond: een reu of een teef?
Pas op voor generalisaties
Over reuen en teven doen allerlei verhalen de ronde. Teefjes zouden liever zijn dan reuen, maar er zijn veel teven die echt krengerig zijn. Aan de andere kant zijn er reutjes die enorm lief en zacht zijn en helemaal niet "macho". Ga dus niet af op allerlei generalisaties van reuen en teven.
Persoonlijke keuze
In de eerste plaats is de keuze tussen een reu en een teef een persoonlijke. Bovendien is elk ras weer anders. Van sommige rassen is bekend dat de reuen (bijna) altijd dominant(er) zijn. Later gaan we nader in op punten die van belang kunnen zijn bij de keuze tussen reu of teef.
Vooroordelen
Wat wordt er nu precies gezegd over reuen en teven?

* reuen zijn dominanter dan teven
* reuen trekken naar de vrouw des huizes, teven naar de man des huizes
* reuen lopen dikwijls weg, teven nooit
* teven zijn aanhankelijker dan reuen
* teven zijn verstandiger dan reuen
* reuen zijn moeilijker op te voeden dan teven
* reuen zijn minder trouw dan teven

Genoemde beweringen zijn niet allemaal onwaar of waar. Vooropgesteld dat men bedenkt dat ieder ras en zelfs iedere individuele hond weer anders is zullen we de argumenten nader onder de loep nemen.
Dominantie
Zijn reuen daadwerkelijk dominanter? Dit is sterk afhankelijk van het ras. Wanneer men twee honden wil aanschaffen, of denkt om een tweede hond te nemen zal men vaak merken dat de teven "dominanter' zijn dan de reutjes. De reu accepteert enorm veel van de teef. Wanneer de teef de reu corrigeert zal de reu dit bijna in alle gevallen accepteren. Ook wanneer een reu en teef elkaar ontmoeten op straat zal de reu een grauw van een teef accepteren. Wanneer twee onbekende reuen elkaar tegenkomen op straat zullen de reuen uit maken wie van de twee hoger in rang staat. Of een dergelijke ontmoeting uitloopt op een gevecht hangt sterk van de honden af. Wanneer de honden goed gesocialiseerd zijn zullen er waarschijnlijk geen problemen optreden. Men mag derhalve niet op voorhand stellen dat reuen dominanter zijn dan teven!
Wie trekt naar wie?
Dat de reu naar de vrouw des huizes zou trekken en de teef naar de man is een fabeltje. Iedere hond heeft een "alpha-hond" nodig in zijn roedel. Het hoofd van de roedel kan de man of de vrouw zijn. Zowel reuen als teven kunnen opeens "jaloers" zijn wanneer de man en de vrouw elkaar knuffelen in huis. Het hangt dus van de roedelverdeling in huis af hoe dit zal gaan.
Van huis weglopen
De bewering dat reuen wegloperig zijn en teven niet, is deels waar, deels niet. Reuen kunnen inderdaad weglopen wanneer een teefje in de buurt loops is. Ze gaan dan op pad en kunnen uren voor het huis van hun geliefde zitten wachten totdat zij naar buiten komt. Aan de andere kant kunnen teven enorme uitbrekers en weglopers worden wanneer zij loops zijn. Zij gaan dan op hun beurt op zoek naar een minnaar. Teven zijn gemiddeld tweemaal per jaar loops, gedurende 21 dagen. Buiten deze perioden zullen teven over het algemeen niet wegloperig zijn. Reuen daarentegen kunnen - wanneer dit in hun aard ligt - het hele jaar door op zoek gaan naar loopse teefjes.
Aanhankelijkheid
Over de aanhankelijkheid van reuen en teven geldt hetzelfde als gesteld werd over de vraag "wie naar wie trekt" in huis. Ook hier is van belang hoe de roedel eruit ziet in huis. Ook in dit geval zijn sommige teven afstandelijk, terwijl andere weer erg aanhankelijk zijn. Ditzelfde geldt voor de reutjes. Deze bewering is dus niet waar.
Verstandiger?
Ook de bewering dat teven verstandiger zouden zijn dan reuen is niet waar. Het hangt van de individuele hond af en is niet specifiek sexe-gebonden. Het is wel waar dat teefjes bij trainingen en werk veelal iets geconcentreerder zijn, omdat reuen toch tijdens het werken hun geurvlag (via hun urine) moeten zetten om hun terrein af te bakenen. Teefjes hebben hier geen last van en zullen doorwerken. Bij activiteiten als speuren en gehoorzaamheid kan dit een punt van overweging zijn.
Makkelijker op te voeden?
Dat reuen moeilijker op te voeden zouden zijn is niet waar. Of een hond makkelijk of moeilijk te trainen is hangt af van zijn karakter. Wanneer een hond erg gericht is op de baas is een hond makkelijk te trainen. Zoals reeds eerder gesteld kan zowel een reu als een teef naar de baas toe trekken.
Trouw
Komen we bij het laatste punt, de trouw. Ook hier geldt weer dat zowel reuen als teven trouw zijn. Vaak wordt het weglopen van de reu - op zoek naar loopse teven - gezien als een teken van ontrouw. Dit is echter geen ontrouw, maar het volgen van een instinct. Of honden erg aan huis gebonden zijn hangt sterk van het ras af. Een keeshond zal bijvoorbeeld bijna nooit het erf verlaten zonder zijn baas! Trouw aan een baas kan ook beinvloed worden door de mate waarin een hond neiging heeft om een eenmanshond te zijn. ook dit is sterk rasgebonden!
Geldige issues
Waar moet men dan wel rekening mee houden?
Na bovengenoemde beweringen over de vermeende verschillen tussen reuen en teven weet u misschien helemaal niet meer hoe u een keuze moet maken. Natuurlijk zijn er punten die u in overweging dient te nemen voordat u een besluit neemt. Naast persoonlijke voorkeur hangt de keuze sterk af van de activiteiten die u met de hond wilt gaan ondernemen.
Teven
Teven worden zoals gezegd tweemaal per jaar loops gedurende 21 dagen. Dit kan lastig zijn bij tentoonstellingen, omdat zij dan niet mee mogen doen. Ook trainingen kunnen problematisch zijn, omdat de meeste teven snel afgeleid zijn gedurende de loopsheid. Ook zullen verenigingen u meestal vragen niet te komen trainen wanneer de hond loops is omdat de reuen anders "op de loop" gaan. Tijdens de loopsheid zult u de hond scherp in de gaten moeten houden om te voorkomen dat de hond ongewenst gedekt wordt. Tegen de loopsheid zijn diverse preparaten beschikbaar, die voorkomen dat de hond drachtig kan raken. Voor- en nadelen van deze middelen moet u bespreken met de dierenarts. Er wordt gezegd dat teven die dergelijke preparaten krijgen meer kans hebben op problemen zoals borstklierkanker en/of baarmoederkanker of baarmoederontstekingen. Zeker is dit echter niet. U kunt ook overwegen om de hond te laten steriliseren, maar een nestje in de toekomst is dan uitgesloten.

Natuurlijk kunt u de teef laten dekken en een nestje laten krijgen. Bedenk echter dat dit erg veel werk is, en dat u dit verantwoord moet doen. Er zijn immers al genoeg ongewenste honden op de wereld. Een ander punt dat bijna altijd waar is, is het feit dat teven over het algemeen iets kleiner en lichter zijn dan reuen. Dat kan in sommige gevallen wellicht gewenst zijn.
Reuen
Reuen zijn vrijwel altijd groter en zwaarder dan teven. Wanneer u graag tentoonstellingen bezoekt kan dit een punt van overweging zijn. Wanneer de hond erg mooi is qua exterieur kan het gebeuren dat men uw reu vraagt voor dekkingen. Vanzelfsprekend moet men dit afwachten, omdat men niet van te voren kan zeggen hoe een puppy uitgroeit. Reuen hebben verder geen echte nadelen, behalve het eerder genoemde verschijnsel dat sommige reuen verstokte Don Juans zijn en op zoek gaan naar loopse teefjes.
Gezondheidsproblemen
Zowel reuen als teven hebben zo hun eigen gezondheidsproblemen. Teven kunnen onder andere problemen krijgen met de baarmoeder, borstkliertumoren, en haaruitval door hormoonstoringen. Reuen daarentegen kunnen voorhuidontsteking krijgen, hetgeen gepaard gaat met uitvloeiing uit de penis, of prostaatproblemen. Men kan echter niet stellen dat reuen meer of minder last van sexe-gebonden klachten hebben dan teven. conclusie Naast uw persoonlijke keuze zult u zich dus af moeten vragen wat u met de hond wilt gaan ondernemen (training, fokken, etc). Laat u goed voorlichten door de fokker over de beschikbare honden. Ieder ras en iedere foklijn kan verschillen!

Over teefjes en loopsheid
Het teefje
Op 6-10 maanden leeftijd wordt een teefje over het algemeen voor het eerst loops. Wilt u een nestje, dan is het beste haar voor het 3e levensjaar te laten dekken, omdat daarna de vruchtbaarheid van de teef snel minder wordt. Indien u niet wilt fokken adviseren wij u de hond te laten steriliseren. Dit is voor de gezondheid van de teef het beste. Wij zien nogal eens dat op wat oudere leeftijd de teef een baarmoederontsteking oploopt. Dit risico wordt nog groter indien u wilt dat de hond een anti-loopsheidspuit krijgt. Tevens is de kans op melkkliertumoren dan groter. Voor u nog even de voor- en nadelen op een rij van de twee verschillende manieren om loopsheid te voorkomen.
Sterilisatie
Hierbij worden de eierstokken en de baarmoeder verwijderd
Voordelen

* ingreep is eenmalig en 100% zeker
* geen kans meer op baarmoederontsteking
* voor de 2e loopsheid gesteriliseerd, dan minder kans op latere melkkliertumoren-op langere termijn goedkoper

Nadelen

* geen herkansing voor drachtigheid
* een gering risico op complicaties (zoals bij elke operatie)
* een geringe kans op urine incontinentievoornamelijk bij bepaalde grote rassen: Boxer, ..Dobermann en Duitse Dog)

Prikpil
Deze hormoonspuit moet ruim voor of na de loopsheid gegeven worden
Voordelen

* in principe is bij een volgende loopsheid dracht mogelijk
* geen chirurgie nodig

Nadelen

* geen verminderde kans op melkkliertumoren en baarmoederontsteking
* injectie tijdens of rondom loopsheid is zeer nadelig voor de gezondheid
* vaak geen normale loopsheid na stoppen met de prikpil
* soms kaalheid en/of haarverkleuring op de injectieplaats



Honden en zindelijkheid, niet altijd de perfecte combinatie
Helaas zijn honden niet net als wij mensen supernetjes. Maar goed, ze zijn eigenlijk voorbestemd voor een leven in hollen met een toilet in de vrije natuur. Natuurlijk zouden honden het huis niet moeten bevuilen, maar sommige doen het wel, vooral puppy's. Het grote woord als het gaat om zinderlijkheidstraining is geduld!! Het is echt heel goed te doen om je puppy te leren waar hij moet plassen, je moet alleen op een bepaalde manier denken. Correcties achteraf helpen uiteindelijk niet, je moet het op een andere manier benaderen. Somiige puppy's zijn binnen 2 dagen zinderlijk, andere puppy's hebben 2 maanden nodig.

Honden zullen van nature nooit hun eigen plekje bevuilen en hebben graag een vast plek waar ze hun behoefte kunnen doen. Vooral bij puppy's is het belangrijk dat je een vast , beschut plekje vlak bij je huis uitkiest voor de eerste maanden. De ontlastingsgewoonten van een puppy volgen een patroon. Puppy's gaan als ze gespeeld hebben, als ze net wakker zijn en als ze gegeten hebben. Let op het patroon van je puppy en bedenk daarbij een programma.

* Begroet of beloon je puppy pas als hij zijn behoefte heeft gedaan.
* Gebruik een bepaald woord als je met je pup naar het toiletplekje loopt.
* Volg altijd dezelfde weg naar het toiletplekje.
* Gebruik een commando als je pup bezig is. Als je dat lang genoeg vol houdt zal je hond later op dat commando zijn behoefte doen!
* Negeer je puppy als je er bent en ga pas spelen als je hond zijn behoefte heeft gedaan.
* Draag een puppy niet naar het toiletplekje, hij moet zelf leren hoe hij er moet komen.


Het is handig om je aan een plasrooster te houden. De algemene richtlijnen zijn:

leeftijd van de puppy Aantal plaspauzes per dag
6 tot 14 weken 8 tot 10 keer
14 tot 20 weken 6 tot 8 keer
20 tot 30 weken 4 tot 6 keer
30 weken tot volwassenheid 3 tot 4 keer

Maak op basis van deze richtlijnen een rooster. Zodra het rooster er een beetje in zit, dus als de hond gewent is en niet meer binnen plast, kun je het rooster wat veranderen. Je kunt dan de tijden tussen de plaspauzes vergroten. Als je buitenshuis werkt, probeer dan tussen de middag even thuis te komen of neem een hondenuitlater. Een puppy kan zijn plas echt niet langer dan 2 uur ophouden!! Zet je puppy het liefst in een kleine ruimte, of in een bench. Leg aan de ene kant zijn dekentje, speeltjes en bak en aan de andere kant kranten. Je puppy zal waarschijnlijk zijn behoefte op de kranten doen als hij vindt dat de andere kant echt zijn plekje is.

Op een gegeven moment zal je hond een seintje geven als ie naar buiten moet. Hij zal dan gaan piepen, naar de deur lopen of aan de deur krabben. Doet je hond dit niet, dan kan je een belletje bevestigen aan de deur en elke keer als je naar buiten gaat met je hond rinkel je aan het belletje en zeg je buiten. De hond zal dit dan later na gaan doen. Als je je puppy op heterdaad betrapt als hij zijn behoefte binnen doet kan je hem laten schrikken door in je honden te klappen en nee te zeggen. Hij zal dan stoppen van de schrik en dan kan je hem naar zijn toiletplekje brengen en verder gaan zoals altijd. Straf je puppy niet als je ineens een plas ziet liggen. De hond weet echt niet dat jij boos bent omdat hij 5 minuten geleden heeft geplast!

Als het maar niet wil lukken..... blijf volhouden. Wees consequent en blijf door gaan met de training. Ben overenthousiast als je pup het buiten doet!! Hij moet denken dat ie iets geweldigs heeft gedaan, zodat ie het graag weer buiten doet. Als de hond eenmaal door heeft dat als ie binnen plast er niets gebeurd en als ie buiten plast, hij de hemel in geprezen wordt, zal hij uiteindelijk echt niet meer binnen plassen!!!

Leiding geven aan je hond: wat is een goede leider?
Wat is een goede leider?

Vroeger werd nog gedacht dat een hond 'afgericht' moest worden, dat hij zijn plaats moest weten en sommige technieken om dat te bereiken, waren aan de harde kant. De hond leerde bang te zijn voor straf en in sommige gevallen leerden zij ook 'bang' te zijn voor hun bazen. Gelukkig hebben we dit achter ons gelaten en weten we dat leiderschap veel meer is dan alleen maar bevelen geven en streng zijn. Leiding geven aan je hond betekent vooral: heldere richtlijnen geven over wat wel en wat niet acceptabel is. Honden hebben interactie en structuur nodig. Ze hebben rituelen nodig en willen weten waar ze aan toe zijn. Pas dan hebben ze rust en zijn ze gelukkig.

Goede discipline is altijd vriendschappelijk. Honden hebben een nauwe band met mensen en willen het ze graag naar de zin maken. Daarom leren zij zo gemakkelijk. Ze moeten alleen weten wat wij willen, niet wat we niet willen! Discipline betekent dus: aanleren wat wel moet en niet: afleren wat niet mag!

Om je hond duidelijkheid te geven, zijn de volgende zaken van belang:

* Stel -voor zover je dat binnen het gezin nog niet had gedaan- hele duidelijke regels op. Schrijf ze op een A4-tje en hang dit op een prominente plaats in huis. Niets is zo funest voor een hond dan soms iets wel mogen en soms niet. Duidelijkheid is voorwaarde nummer één voor stabiel gedrag.

* Ga verder met trainen! De meeste mensen stoppen met trainen na het volgen van een puppycursus. Vooral als hun hond het heel erg goed deed tijdens deze cursus. En dat is een veel voorkomende fout. Zoals jij schrijft, Melissa, loopt een pupje vaak als vanzelf achter zijn baas aan als hij nog klein is. Jij bent immers zijn houvast in de grote, boze wereld. Als hij vervolgens wat zelfstandiger en onderzoekender wordt, verlegt hij gaandeweg zijn aandacht van de baas naar zijn omgeving en ontdekt hij dat er in die omgeving ook heel veel leuke dingen te doen zijn! Door consequent te blijven trainen, leer je je hond dat hij voor jou moet blijven werken en dat hij daar positieve aandacht voor terugkrijgt. Zorg dat je in ieder geval op een positieve manier blijft trainen met je hond totdat hij anderhalf jaar oud is!

* Ga je hond uitbundig belonen voor goed gedrag. Te vaak nemen we goed gedrag voor lief en mopperen we alleen als hij iets niet goed doet! Ga dit eens omdraaien en beloon hem voor alles wat hij uit zichzelf al goed doet. Doordat je dit gedrag beloont, zal hij dit de volgende keer graag weer vertonen!

* Geef je hond geen succes met ongewenst gedrag. Springt je hond bijvoorbeeld tegen je op? Draai je dan gewoon om en kijk naar de lucht. Geen standje, niet wegduwen, gewoon negeren (lees ook artikel 4 eens: de kracht van het negeren). Zodra hij weer met vier poten op de grond staat, aai je hem en geef je hem aandacht. Springt hij weer op? Negeren! Zo leert hij dat hij alleen maar aandacht krijgt als hij op zijn poten blijft staan. Vooral de combinatie van het negeren van ongewenst gedrag en het belonen van goed gedrag, zorgt voor een snelle verandering bij je hond!

* Bepaal zelf momenten van aandacht. Een goede leider bepaalt wanneer er aktiviteit is en hoe lang deze aktiviteiten duren. Neem dus regelmatig zelf het initiatief om wat met je hond te doen. Zo laat je de hond uit als jij dat wilt en niet als hij met zijn poten tegen de deur schraapt. Je speelt met hem wanneer jij dat wilt en niet als hij heel aandoenlijk met zijn speeltje aan komt lopen. Je aait hem als jij dat wilt en niet als hij heel dwingend zijn kop op je schoot legt en tegen je hand duwt. Je geeft hem eten als jij dat wilt en niet als hij bij zijn voerbak staat te blaffen.

Samenvattend: geef je hond duidelijkheid en structuur, beloon hem voor goed gedrag en negeer ongewenst gedrag. Ga weer met hem trainen en geniet van de speciale band die jullie samen gaan opbouwen! Succes!


Onzindelijkheid bij de jonge hond of kat
Onzindelijkheid bij de pup/jonge hond
Een jonge pup moet zindelijk gemaakt worden. Vaak krijgt de nieuwe eigenaar het advies om de pup eerst krantzindelijk te maken. Maar dit geeft nogal eens problemen om het weer af te leren en het buiten te doen. Een gewoonte afleren is altijd moeilijker dan iets nieuws leren. Beter kunt U van het begin af aan de pup leren dat hij zijn behoefte buiten moet doen. Belangrijk is dat U met Uw hondje regelmatig naar buiten gaat, in het begin elke 2,5 uur, en vooral ook als-ie net wakker wordt. Ga in het begin steeds naar dezelfde plek. Als-ie buiten wat doet beloont U hem uitbundig met iets lekkers, als-ie binnen wat doet straft U hem rustig met "Foei".

Een pup moet 3 maanden oud redelijk zindelijk zijn en met 4 maanden helemaal. Veel pups zijn al veel eerder zindelijk. Als Uw jonge hond op die leeftijd nog in huis plast zal dat meestal overdag zijn. Het beste wat U dan kunt doen is de hond volkomen negeren. Als U de hond straft en op hem moppert kan de hond dat als (gezellige) aandacht ervaren. Een veel grotere straf is als U hem negeert. Ruim de ontlasting en urine op zonder ophef. Een bench kan daarbij ook als goede "afligplek" fungeren. Het voordeel daarvan is ook dat een hond zijn eigen slaapplaats niet gauw zal bevuilen. Een ander probleem kunnen vreugde/angstplasjes zijn: Uw hondje is vrij goed zindelijk maar bij binnenkomst en begroetingen laat hij/zij een plasje lopen. In dat geval moeten U of andere gezinsleden (en ook visite en zo) bij binnenkomst niet direkt aandacht aan de hond schenken maar pas later rustig de hond begroeten. Meestal groeit de pup er dan wel overheen. Indien het ondanks alle pogingen niet lukt Uw pup goed zindelijk te krijgen (en er is lichamelijk niets mis met 'm) dan adviseren wij gedragstherapie.
Onzindelijkheid bij de volwassen hond
Een volwassen hond die als pup zindelijk is gemaakt en op tijd wordt uitgelaten zal niet gauw onzindelijk worden. Bull Mastiff Er zijn nog wel eens macho reuen die de stoelpoten markeren bij U thuis of erger nog juist bij degene waarbij U op visite komt. Dit is territoriumgedrag. De hond wil laten zien dat dit zijn territorium is. Als dit vaker gebeurt zodat het een probleem wordt kunt U de hond laten castreren. U kunt Uw dierenarts vragen eerst een injectie te geven om zijn testosteron omlaag te brengen. Als-ie het dan niet meer doet, zal castratie helpen. Hongaarse Staander Een ander probleem is het lekken van teven, wat wij passieve incontinentie noemen. Oudere, gesteriliseerde teven van grote rassen hebben dit probleem relatief vaker dan teven van kleine rassen. De teef voelt niet (meer) dat ze moet plassen. De kringspier van de blaas is niet stevig genoeg meer en waar de hond gelegen heeft is het nat van de urine. Voor het weer wat sterker maken van de te slappe kringspier bestaan goede medicijnen.

Ook een vaak voorkomend probleem is het opeens weer in huis plassen na een grote emotionele verandering (verhuizing, eigenaar overlijdt, mede-huisdier overlijdt, ander bankstel, baby in huis, echtscheiding). Belangrijk is dan om het vertrouwen van het dier te herstellen. Herhaal de basisoefeningen (zit, af, kom etc.). Geef de hond een vaste plek en ga op vaste tijden uit. Blijft het vervelende plasgedrag, dan kan een D.A.P.-verdamper vaak heel goed werken. Deze verspreiden hondenferomonen (lokstoffen), die de hond een geruststellend "thuis"-gevoel geven. Zelf merkt U er overigens niets van. Als niets lijkt te werken bestaat er de mogelijkheid tot gedragstherapie, met vaak goede resultaten.

Hoe kan ik mijn hond het opspringen verleren?

Opspringen tegen mensen is normaal honds gedrag, met een aangeboren en een aangeleerde factor. De aangeboren factor is de natuurlijke neiging om te begroeten door neus- en bekcontact. Jonge pups likken naar en zelfs ín de bek van hun moeder en andere volwassen honden. Met dit gedrag tonen ze vriendschappelijke onderdanigheid èn bedelen ze om voer. De moederhond geeft (soms) als reactie op het naar de bek likken voorverteerd voer op voor haar jongen. De drang om (met bek en tong) contact te willen maken met uw gezicht (of het gezicht van iemand anders) heeft dus een natuurlijke achtergrond.

De aangeleerde factor betreft het feit dat honden vaak ervaren dat opspringen belonend werkt. Het resultaat van opspringen is namelijk meestal - zeker wanneer een pup dit doet - aandacht en liefkozingen. Jong geleerd is oud gedaan! Als u de hond het opspringen wilt afleren, zult u de hond moeten laten ervaren dat opspringen geen succes heeft. Dus als hij opspringt om aandacht te krijgen, krijgt hij juist geen aandacht! Geen aandacht betekent ook de hond niet van u afduwen. Wanneer u dat doet ‘gunt’ u de hond stevig lichamelijk contact met u. En dat is precies wat hij wil.

Het afleren van probleemgedrag door de hond consequent geen succes te laten hebben wanneer hij het betreffende gedrag vertoont heet uitdoven. Wanneer u deze techniek wilt toepassen

ik hoop dat je er wat aan hebt

groetjes

Nick

honden page profiel isabelle isabelle

honden foto van isabelle

Ha,ha,ha Nick; Jij bent de eerste die een compleet boek heeft gepost ;-) ipv een link naar het boek :-D ;-) (ff voor de duidelijkheid, flauw grapje :-D )

honden page profiel nora jazzy en poppynora jazzy en poppy

honden foto van nora jazzy en poppy

ik heb ook twee jacks.jazzy is een kruising jack russell basenji en poppy is een volle jack.poppy word 16 januari 1 jaar en met haar was het zeker niet makkelijk.maar door veel met haar te trainen mensen inschakelen en gedult is ze nu veranderd in een lief goed luisterd jack russeltje.jazzy en poppy zoeken hun rust zelf en ze slapen zeker wel de 18 uur die ze nodig hebben.jazzy was zeer makkelijk op te voeden maar ook hij heeft wel eens een banaan in zijn oor moment.ook dat gaat steeds beter.als jazz en pop het te bont maken dan hoef ik alleen maar te zeggen klaar en ze gaan naar hun eigen plaats.noch jazy noch poppy hebben ooit naar me gegromd of gehapt.ik heb respect voor hun en zij hebben respect voor mij.geef haar de rust die ze nodig heeft en geef niet op.poppy loopt zonder lijn op straat om de simpele reden dat ze meteen terugkomt als ik roep.het heeft me veel bloed zweet en tranen gekost maar het is me gelukt en daar ben ik heel trots op.het lukt jou ook.geef de moed niet op een sterkte.grt noor en een pootje van jazzy en poppy

Joost (Gast)

Ik wordt niet goed van die Ilja & **Sterre**...elk onderwerp schiet ze een hoop vragen de lucht in en vervolgens gaat ze nergens meer op in. Irritant gedrag zeg!

honden page profiel jojo

honden foto van jo

Heb niets toetevoegen verder aan nick's advies.
Denk dat je daarmee heel ver kan komen.
Heb zelf ook een jack en die was ook niet een van de makkelijkste maar nu ze is onderhand 6 en heel veel geleerd en een vreselijke lieve hond.

honden page profiel jojo

honden foto van jo

@GAST joost kan je je eigen niet gewoon inloggen.
Want elke keer heb je een ander naam als gast erg verward voor de forummers hier,Je gaat eerst als gast sasja hier te werk later als rocky toen als johan en nu als joost is prettiger als je dan gewoon een naam aanhoud weten de forummers ook met wie ze te maken hebben en wij als modjes ook.

honden page profiel het Moderatorteamhet Moderatorteamgoedgekeurde fokker

honden foto van het Moderatorteam

HP is een forum dat laagdrempelig wil zijn, vandaar dat wij hier gasten toestaan die vragen kunnen stellen zonder zich direct aan te moeten melden.
Helaas zijn er veel mensen die lange tijd als gast hier komen zonder een vraag te hebben, maar zich alleen bemoeien met bepaalde topics (in dit geval voeding).

We hebben besloten dat we gasten die alleen in dit hoekje komen, en alleen met hun mening en of kritiek uiten, te gaan weren.

Deze mensen hebben een week om zich aan te melden, na deze week zullen wij een ban opleggen.

Vandaag 1e kerstdag is het de laatste dag..

Groeten het modteam


honden page profiel MiekeMieke

honden foto van Mieke

@ Joost

Teneerste is het kerst. Zeur niet. Ten tweede omdat Ilja zo lief is dat ze iedereen wilt helpen reageert ze wel op 5 verschillende onderwerpen. Als je gewoon een beetje geduld hebt zal je zien dat ze heus wel weer een berichtje plaatst. Zeurpiet

honden page profiel Machtel, Romeo en Luca +Machtel, Romeo en Luca +

honden foto van Machtel, Romeo en Luca +

Dat ben ik met Mieke eens.
Ilja geeft altijd goede adviezen en raad.
Als iemand hier op hp het goed voor heeft met honden
en baasjes, is zij het wel.
Dus wat hier gemeld wordt, is zeer onterecht.

honden page profiel ukkieukkie

honden foto van ukkie

Meestal reageert Ilja wel weer. Wellicht heeft ze het nu druk. Wellicht met kerst? O-)

Ilse (Gast)

Lieve mensen, bedankt voor de vele reacties, tops, adviezen, etc :-D
Vanochtend heb ik mijn dierenarts gebeld om een afspraak te maken, vanavond kon ik al terrecht met NONA.

Resultaat: NONA is NIET dominant, maar angstig en gespannen. Niet goed wetende wat ze met de situatie aan moet gaat ze grommem en bijten.

Advies: starten met voedingssupplementen in de hoop NONA wat relaxter te krijgen, ongeveer met 2 weken moeten we beginnend resultaat zien en over een maand evalueren.
Ook een aantal tips gekregen, hoe om te gaan met dit gedrag.
Afgesproken om dit een maand vol te houden en hierna kijken of het inschakelen van een GT nodig is. Ook meteen een adres/tel.nr. gekregen van een GT die goed bekend staat bij dierenartsen en dierenverzekeringen.

Ik houdt jullie op de hoogte!!!


Voor allemaal een goede jaarwisseling en een hondvriendelijk 2011

honden page profiel ukkieukkie

honden foto van ukkie

Dat is goed zeg!
Naar welke DA ben je geweest?
Heel veel succes jullie zijn fantastisch bezig!

honden page profiel Wilma en Dobby (RIP)Wilma en Dobby (RIP)

honden foto van Wilma en Dobby (RIP)

Angst en gespannenheid kan ook ontstaan doordat een hond geen of niet voldoende leiding krijgt. Als je de roedelregels ook gaat toepassen heb je kans dat die duidelijkheid en de voedingssupplementen elkaar helpen.

honden page profiel Machtel, Romeo en Luca +Machtel, Romeo en Luca +

honden foto van Machtel, Romeo en Luca +

Ik ben blij dat je zover bent om dit te doen.
Je hondje zal je er straks dankbaar voor zijn.
Met kalmerende signalen kun je je hondje al rustig
maken.
Er is hier ergens op hp een prima filmpje hoe dat zo gaat, met die kalmerende signalen.

honden page profiel jannekejanneke

honden foto van janneke

een doorgefokt hondje zou idd goed kunnen maar dan nog kan je toch een gt inschakelen en op cursus gaan? wat er te redden valt is mee genomen. goede beentje voorzetten en zal echt tijd en een strijd zijn maar het zal je lukken

veel succes
gr janneke

Helaas, dit onderwerp staat op slot.

Dit komt doordat het onderwerp niet meer recent is en in het hondenforum archief terecht ik gekomen.
Als je over "Steeds meer gedragsproblemen Jack-Russell " wilt praten in het hondenforum dan kun je het beste een nieuw onderwerp aanmaken

pagina 2 van 2 12
Volgende forumvraag: Wat is het toch met mijn meisje
De HondenPage maakt gebruik van cookies. Dit zorgt er voor dat onze website voor jou als bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken en advertenties.info / verbergen en toestaan
^