Hallo Allemaal,
Wat is jullie mening over sterilisatie na de tweede loopsheid?
Is dit gevaarlijk ivm risico melkkliertumoren etc?
Hoor graag wat jullie hier van vinden,
fijn weekend alvast!
mark
Lees je in....heb het hier voor je neergezet...........................castratie zowel teef als reu. . Feiten en fabels over castratie en sterilisatie De Amerikaanse dierenarts, Mw. Laura Sanborn, de resultaten van een onderzoek dat zij verrichtte naar de effecten van steriliseren en castreren van honden. Overal ter wereld raden dierenartsen hondeneigenaren aan over te gaan tot sterilisatie/castratie (* waar in dit artikel over castratie wordt gesproken, wordt sterilisatie van teven en castratie van reuen bedoeld) van hun hond omdat dit beter voor zijn gezondheid zou zijn. Het is maar zelden dat de dierenarts de eigenaar op eventuele nadelige gevolgen van de ingreep wijst. Mw. Laura Sanborn zocht de hele veterinaire literatuur af naar publicaties over dit onderwerp. In de meeste artikelen werd achteraf gekeken naar de gevolgen van de castratie maar in enkele artikelen kwam zij ook onderzoek naar gevolgen op de langere termijn tegen. Het werd haar al gauw duidelijk dat castratie voor- en nadelen heeft voor de gezondheid van de hond en dat er eigenlijk nog veel te weinig over dit onderwerp bekend is. Over het algemeen kan worden gesteld dat er geen dwingende reden is om vanuit het oogpunt van gezondheid reuen te castreren, vooral niet als het gaat om nog jonge reuen. In tegendeel, castreren op jonge leeftijd lijkt aanzienlijk meer nadelen dan voordelen te hebben. Voordelen van castratie van de reu kunnen zijn: Het risico op testikelkanker wordt met iets minder dan 1% verkleind; Het risico op niet aan kanker gerelateerde prostaatproblemen wordt verkleind; Het risico op peri-anale fistels wordt verkleind; Het risico op diabetes wordt misschien verkleind. De gegevens hierover zijn echter niet doorslaggevend; Röntgenfoto van een vergrote prostaatklier Als nadelen van de castratie van de reu kunnen worden genoemd: Verhoogd risico op botkanker bij castratie op jonge leeftijd; Verhoogd risico op harttumoren; Verdrievoudigd risico op hypothyroïdie; Verhoogd risico op geriatric cognitive impairment, dat wil zeggen achteruitgang van het waarnemingsvermogen op oudere leeftijd; Verdrievoudigd risico op vetzucht met alle daaraan verbonden gezondheidsproblemen; Verviervoudigd risico op prostaatkanker; Verdubbeld risico op kanker van de urinewegen; Verhoogd risico op schadelijke reacties op vaccinaties . Bij teven is de situatie iets ingewikkelder. Het aantal voordelen van sterilisatie kan in sommige gevallen, maar niet alle, groter zijn dan de nadelen. In het algemeen kan worden gesteld dat het voordeel afhangt van de gezondheid en de leeftijd van de teef en het risico op rasgebonden ziektes. Voordelen van sterilisatie van de teef kunnen zijn: Aanzienlijke verlaging van het risico op mammatumoren mits voor de leeftijd van 2,5 jaar gesteriliseerd; Het risico op pyometra, dat bij ongeveer 23% van de niet gesteriliseerde teven voorkomt, wordt praktisch uitgesloten; Het risico op peri-anale fistels wordt verkleind; Het heel kleine risico, minder dan of gelijk aan 0,5%, op tumoren van de baarmoeder, baarmoederhals en eierstokken wordt uitgesloten. Als nadelen kunnen worden genoemd: Indien sterilisatie plaats vindt voordat de teef volwassen is, is er verhoogd risico op botkanker (osteosarcoma) Verhoogd risico op hemangiosarcoma van de milt en sterk verhoogd risico op hemangiosarcoma van het hart; Verdrievoudigd risico op vetzucht met alle daaraan verbonden gezondheidsproblemen; Sterilisatie-incontinentie bij 4 tot 20% van alle teven; Verhoogd risico op steeds terugkerende ontstekingen aan urinewegen; Verhoogd risico op afwijkingen aan de vulva, vaginale dermatitis en vaginitis, vooral bij teven die op zeer jonge leeftijd zij gesteriliseerd; Verdubbeld risico op tumoren aan de urinewegen; Vergroot risico op botafwijkingen; Vergroot risico op schadelijke reacties op vaccinaties. Eén ding is duidelijk: veel van de beschikbare informatie over castratie en sterilisatie is niet sluitend en bevat conclusies die overtrokken zijn of niet door feiten worden gestaafd. Hiermee is de eigenaar niet geholpen en ontstaan er op den duur alleen maar meer misverstanden over de effecten van castratie van honden. Het castreren op zeer jong leeftijd van zes maanden en het castreren van oudere honden lijkt de honden bloot te stellen aan gezondheidsrisico’s die vermeden hadden kunnen worden als zou zijn gewacht met de castratie totdat de hond volwassen is of – in het geval van reuen – als er gewoon van was afgezien. De risico’s op langere termijn zullen per hond verschillen. Het advies om alle huishonden te castreren, lijkt niet te worden ondersteund door de bevindingen in de veterinaire literatuur. Prostaatkanker Algemeen wordt gepropageerd dat castratie het risico op prostaatkanker vermindert of uitsluit. Dat klopt wel bij mannen, omdat prostaatkanker bij mannen is gerelateerd aan testosteron. Maar er zijn geen bewijzen gevonden dat dit ook voor honden opgaat. Sterker nog, de feiten bewijzen juist het tegendeel. Recente onderzoeken met controlegroepen, waarvan één in Europa en één in Amerika, toonden aan dat gecastreerde reuen een vier keer zo groot risico hadden op prostaatkanker dan ongecastreerde reuen. De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat castratie de ontwikkeling van prostaatcarcinomen niet doet ontstaan, maar de groei ervan wel beïnvloedt. Het relatief weinig voorkomen van prostaatkanker bij complete reuen duidt er op dat testikelhormonen bescherming bieden tegen carcinomen van de urinewegen of indirect effect hebben op de ontwikkeling ervan omdat zij de omgeving van de prostaat veranderen. Omdat prostaatkanker zelden, minder dan 0,6%, bij honden voorkomt, mag het risico op prostaatkanker geen factor zijn om tot castratie over te gaan. Testikelkanker Aangezien bij castratie de testikels worden verwijderd, wordt met de castratie ieder risico op testikelkanker weggenomen, ervan uitgaande dat er geen sprake was van kanker vóór de castratie. Er moet derhalve een vergelijking worden gemaakt bij complete reuen. Circa 7% van de oudere reuen krijgt testikeltumoren. De prognose is echter zeer gunstig door het lage aantal metastasen, zodat testikelkanker zelden een doodsoorzaak is. Uit onderzoek is gebleken dat minder dan 1% van de honden met testikelkanker eraan overlijdt. Dit lage percentage rechtvaardigt derhalve castreren op jonge leeftijd niet. Een uitzondering kan worden gemaakt voor één- of tweezijdig cryptorchide reuen, omdat testikels die in de buikholte zijn achtergebleven 13,6 keer meer kans geven op de ontwikkeling van tumoren dan ingedaalde testikels. Het is bovendien moeilijker om tumoren van niet ingedaalde testikels tijdens routineonderzoek te ontdekken. Osterosarcoma (botkanker) Uit een onderzoek bij een groot aantal rassen bleek dat het risico op botkanker bij gecastreerde reuen en teven tweemaal zo groot is als bij complete honden. Verder werd aangetoond dat de kans op botkanker is gerelateerd aan de leeftijd waarop de hond werd gecastreerd. Hoe jonger de hond bij castratie, hoe meer kans op botkanker. Bovendien werd ontdekt dat het risico op botkanker toeneemt naarmate het een groter ras betreft. Gezien de slechte prognose voor botkanker en het veelvuldig voorkomen ervan in veel rassen, wordt het castreren van nog onvolgroeide honden van middelgrote, grote en zeer grote rassen geassocieerd met een duidelijk en verhoogd risico op overlijden ten gevolge van botkanker. Mammatumoren (borstkanker) Mammatumoren zijn de meest voorkomende tumoren bij complete teven. Volgens een Noorse studie vormen mammatumoren 53% van alle kwaadaardige tumoren bij teven. En 50 tot 60% van de mammatumoren is kwaadaardig en er is aanzienlijk risico op metastasen. Uit onderzoek blijkt dat het risico op het ontwikkelen van mammatumoren bij gesteriliseerde teven afhankelijk is van het aantal loopsheden dat de teef had vóór de sterilisatie. Had de teef nog geen loopsheid vóór haar sterilisatie dan is het risicopercentage 0.005%. Had zij twee of meer loopsheden vóór de sterilisatie, dan is het risicopercentage 0,26%. Uit een andere rangschikking van deze gegevens blijkt dat bij een sterilisatieleeftijd jonger dan 29 maanden het risicopercentage 0,06% is en bij een sterilisatieleeftijd van ouder dan 30 maanden 0,40%. Het risico voor complete teven is 1%. ? Boxers, Amerikaanse Cocker Spaniels en Dashonden blijken rassen te zijn met een verhoogd risico op mammatumoren. Rashonden hebben een groter risico dan niet-rashonden en dat geldt ook voor rashonden met een hoog inteeltcoëfficiënt. Het steriliseren van teven verkleint het risico op mammatumoren aanzienlijk en hoe minder het aantal loopsheden was voor de sterilisatie, hoe lager het risico. Kanker van de voortplantingsorganen (baarmoeder- cervix- en eierstokkanker Baarmoeder- en cervixtumoren komen zelden voor bij honden. Sterilisatie zal het risico wegnemen maar het risico is zo gering (0,5%) dat het een sterilisatie om deze reden niet rechtvaardigt. Urinewegkanker (blaas- en urethra-kanker) Uit een studie bleek dat gecastreerde reuen en teven twee keer zo vaak kanker kunnen ontwikkelen aan de lagere urinewegen (de blaas/urethra) dan complete honden. Deze tumoren zijn bijna altijd kwaadaardig, maar komen niet vaak voor. Het is 1% van alle tumoren bij de honden. Dit risico zal dus bij het besluit om te castreren niet zwaar wegen. Hemangiosarcoma Hemangiosarcoma is een veel voorkomende vorm van kanker bij honden. Bij een onderzoek werd ontdekt dat gesteriliseerde teven 2,2 keer meer kans maken op hemangiosarcoma va de milt, dan complete teven. Een onderzoek naar hemangiosarcoma van het hart laat zien dat gesteriliseerde teven een vijf keer groter risico lopen dan complete teven en gecastreerde reuen een 1,6 keer groter risico dan complete reuen. De onderzoekers wijzen op het beschermende effect van geslachtshormonen, met name bij teven. Hypothyroïdie Onderzoek toont aan dat gecastreerde honden driemaal zo groot risico op hypothyroïdie hebben vergeleken met complete honden. Hypothyroïdie ij honden veroorzaakt zwaarlijvigheid, lusteloosheid, haarverlies en afwijkingen aan de voortplantingsorganen. Zwaarlijvigheid Door veranderingen in het metabolisme hebben gecastreerde reuen meer last van zwaarlijvigheid dan complete honden. Een onderzoek toont aan dat het risico op zwaarlijvigheid bij gesteriliseerde teven twee keer zo groot is als bij complete teven. Bij reuen lag de factor zelfs op drie. Zwaarlijvigheid of overgewicht kan tal van gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals scheuren van de belangrijkste gewrichtsbanden, afwijkingen van lagere urinewegen afwijkingen in de mond . Bij zwaarlijvige honden kan eerder hyperthyroïdie, diabetes mellitus, pancreatitis, scheuring van de gewrichtsbanden en neoplasia (tumoren) worden vastgesteld. Diabetes Sommige onderzoeken laten zien dat castratie van reuen de kans op diabetes verdubbelt. Er werd geen verband tussen diabetes en steriliseren gevonden. Ongewenste reacties op vaccinaties Een groepsonderzoek naar ongewenste reacties op vaccinaties bij honden inclusief allergische reacties, netelroos, anafylaxie, hartstilstand, cardiovasculaire shock en plotselinge dood werd verricht. Hieruit bleek dat ongewenste reacties 30% meer kans hadden zich voor te doen bij gesteriliseerde teven en 27% meer kans bij gecastreerde reuen. Urogenitale problemen Urine-incontinentie komt bij gesteriliseerde teven regelmatig voor. Het kan direct na de operatie optreden of na een periode van één of meerdere jaren. Het risicopercentage is 4 tot 20% vergeleken met 0,3% bij complete teven. Urineverlies is zo sterk gerelateerd aan sterilisatie dat het meestal sterilisatie-incontinentie wordt genoemd. Het wordt veroorzaakt door een slechte werking van de sluitspier van de urineleider. De meeste , maar niet alle, gevallen kunnen goed met medicijnen worden behandeld. In veel gevallen moet de behandeling gedurende het hele leven van de teef worden volgehouden. Uit een onderzoek bleek dat aanhoudende of steeds terugkerende blaasontstekingen drie tot vier keer vaker voorkomen bij gesteriliseerde teven. Uit een ander onderzoek bleek dat teven die voor de leeftijd van vijfeneenhalve maand werden gesteriliseerd 2,76 keer meer kans hadden om blaasontsteking te krijgen dan teven die na die leeftijd werden gesteriliseerd. Afhankelijk van de leeftijd waarop de teef wordt gesteriliseerd, kan sterilisatie leiden tot abnormale ontwikkeling van de uitwendige geslachtsorganen. Bij gesteriliseerde teven werd een verhoogd risico op afwijkingen van de vulva, vaginale dermatitis, vaginitis en blaasontsteking gevonden. Dit risico wordt groter wanneer de teef voor haar pubertijd wordt gesteriliseerd. Pyometra Uit gegevens van ziektekostenverzekeringen in Zweden, waar sterilisatie heel ongebruikelijk is, bleek dat 23% van alle teven voor de leeftijd van tien jaar pyometra krijgen. Teven die nooit pups hebben gehad, hebben een verhoogde kans op pyometra, of wel baarmoederontsteking. Pyometra wordt meestal operatief maar ook wel met medicijnen behandeld; 4% van de honden overlijdt eraan. Dit feit, in combinatie met het voorkomen van pyometra leidt tot de conclusie dat ongeveer 1% van alle complete teven zal overlijden aan pyometra. Peri-anale fistels Reuen ontwikkelen twee maal zo vaak peri-anale fistels dan teven. Gecastreerde honden hebben een verminderde kans op peri-anale fistels Niet-kankerachtige afwijkingen aan de prostaat De kans op goedaardige hypertrofie, een vergrote prostaat, neemt met het ouder worden van de reu toe en doet zich voor bij 80% van de complete reuen van vijf jaar en ouder. In de meeste gevallen veroorzaakt een vergrote prostaat geen problemen, maar soms heeft de hond moeite met de ontlasting en de urinelozing. Castratie zal een prostaatprobleem voorkomen. Wanneer de castratie geschiedt nadat de prostaat is vergroot, zal de prostaat betrekkelijk snel kleiner worden. Een vergrote prostaat is gerelateerd aan ander problemen met de prostaatklier, zoals infecties, abcessen en cysten die soms heel ernstige gevolgen kunnen hebben. Orthopedische problemen Uit een onderzoek bij Beagles bleek dat na het verwijderen van de eierstokken, wat dus bij een sterilisatie gebeurt, meer gevallen van vormverandering van het bekken optraden. Dit kan een verhoogd risico op heupdysplasie na sterilisatie doen vermoeden. Ook werd ontdekt dat sterilisatie een netto verlies van botmassa in de ruggenwervels veroorzaakte. Castratie van onvolgroeide honden vertraagt de sluiting van de groeischijven in botten die nog steeds groeien. Hierdoor worden deze botten aanzienlijk langer dan bij complete honden die op volwassen leeftijd werden gecastreerd. Aangezien de groeischijven zich niet allemaal op hetzelfde moment sluiten, kan sterilisatie op jonge leeftijd leiden tot onnatuurlijke lichaamsverhoudingen, wat mogelijk van invloed kan zijn op het functioneren en de duurzaamheid van de gewrichten. Castratie op een leeftijd van 5,5 maanden of jonger kan leiden tot 70% groter risico op heupdysplasie in vergelijking met honden die na die leeftijd werden gecastreerd. De onderzoekers menen dat het mogelijk is dat de toename in botlengte die ontstaat door een vroegtijdige sluiting van groeischijven, veranderingen teweegbrengt in een gewricht, hetgeen zou kunnen leiden tot de diagnose heupdysplasie. Geriatric cognitive impairment Gecastreerde honden hebben, in vergelijking met complete reuen, een verhoogd risico op geriatric cognitive impairment, of wel achteruitgang van het waarnemingsvermogen op oudere leeftijd. Er waren niet voldoende complete oudere teven beschikbaar om hun risico te bepalen. De achteruitgang van het waarnemingsvermogen op oudere leeftijd uit zich in disoriëntatie in huis of buiten, verandering in de sociale omgang met baas en gezinsleden, onzindelijk worden en veranderingen in het slaap/waakpatroon. De onderzoeker merkte op dat deze conclusie overeenkomt met het onderzoek dat wordt gedaan naar de neuro-productieve rol van testosteron en oestrogeen op celniveau en de rol van oestrogeen bij het voorkomen van Alzheimer bij vrouwen. Verwacht zou kunnen worden da oestrogeen eenzelfde beschermende functie heeft bij complete teven. Helaas waren er te weinig complete teven voor het onderzoek beschikbaar om deze stelling te bewijzen. Conclusies De objectieve studie van beschikbare literatuur door mw. Laura Sanborn laat zien dat de invloed die castratie van honden op de lange duur heeft, niet eenvoudig is vast te stellen. De feiten tonen aan dat er zowel gunstige als ongunstige effecten zijn. Ook blijkt hoe weinig we er eigenlijk nog over weten. Bij afweging blijkt dat het niet duidelijk aantoonbaar is dat castratie van reuen problemen in de toekomst voorkomt. Het aantal nadelen van castratie is in de meeste gevallen groter dan de voordelen. Bij teven ligt het ingewikkelder. Het aantal voordelen van sterilisatie zou in de meeste, maar niet alle, gevallen groter kunnen zijn dan de nadelen. De vraag of sterilisatie de kansen op een goede gezondheid vergroot of verkleint, hangt waarschijnlijk af van de leeftijd waarop de teef wordt gesteriliseerd en van de verschillende rasgebonden afwijkingen. Castratie van honden die jonger zijn dan zes maanden lijkt de honden bloot te stellen aan onnodige risico’s. Wachten tot de hond lichamelijk volgroeid is en – in geval van de reu – helemaal afzien van castratie tenzij er een medische noodzaak is, zou onnodige risico’s kunnen voorkomen. Afweging De afweging van de voor- en nadelen van castratie en sterilisatie zullen per hond verschillen. Er is in de literatuur geen draagvlak gevonden voor algemene aanbevelingen voor alle honden. Bronvermelding: De tekst in dit artikel is letterlijk overgenomen uit het blad “De Hondenwe
Willemijn, ik ben na een paar zinnen afgehaakt toen er stond 'bij reuen castratie en bij teven sterilisatie'.
Teven worden ook gecastreerd. Als ze gesteriliseerd worden, blijven ze loops.
Het is zeker aan te raden je teef te laten helpen ivm tumoren. Voor kleine honden tussen de 1 en 1,5 jaar en bij grote honden tussen 1,5 en 2 jaar (is wat ik aanraad) aangezien grote honden pas later volgroeid zijn. De hormonen hebben ook invloed op het gedrag en het is fijn als je hond al stabiel gedrag heeft en dan pas te castreren.
Een prof. heeft me aangeraden om een teef toch eerst 1 keer loops te laten worden en pas dan te steriliseren/castreren
Willemijn, als je alineas maakt in je verhaal is het leesbaar ;).
Mijn hond is na 2 loopsheden geholpen.
Hier teven, die niet geholpen worden, als het niet nodig is zal ik het nimmer doen, alleen medisch, er wordt te vaak alleen maar naar de voordelen gekeken , nadelen zijn er zeker....het is een keuze die je maakt.....
Je hebt gelijk, maar dat lukt hier niet, helaas...
voor- en nadelen vermeld op de site van het specialistisch Medisch Centrum voor Dieren te Amsterdam. Daar staat ook:
citaat
Wetenschappers zijn het niet eens over de leeftijd waarop teven het best gesteriliseerd kunnen worden.
einde citaat
Bron: https://www.mcvoordieren.nl/sterilisatie-hond
Bedankt voor al jullie reacties.we werden toch een beetje nerveus van alle verhalen.
We hebben besloten om het na de tweede loopsheid te doen.
Fijn weekend allemaal
Natuurlijk zijn er nadelen. Maar een hond dood zien gaan aan kanker is een nog veel groter nadeel. (Zelf meegemaakt). Vandaar mijn advies, teefjes laten helpen.
Baarmoeder ontsteking is misschien nog wel een groter risico dan tumoren. En als je daar niet op tijd bij bent is het ook klaar.
Maar het is lief dat er een artikel wordt gedeeld, maar zodra er in de eerste (soort van alinea) al een veelgemaakte fout wordt gemaakt, neem ik de rest van het artikel niet meer serieus.
Mijn meisje werd 2x schijnzwanger. Niet fijn, gedragsverandering, medicatie nodig, ... Maar ze kreeg de tweede x ook baarmoederontsteking! Dit is best gevaarlijk. Dus hebben we na het genezen hiervan haar laten steriliseren.
Als er gegronde medische redenen zijn, zoals bij onze hond, en de DA zegt dat het waarschijnlijk nog zal gebeuren, dan vind ik het een morele verplichting. Zomaar zou ik het ook niet doen.
Voor de eerste loopsheid is niet verstandig, ze hebben de hormonen nodig, vooral voor de opbouw van hun botten.
Ze zeggen, dat na de eerste loopsheid het meest ideale is, ik zelf vraag me dat af. Denk dat het niet veel uitmaakt of het na de eerste of 2e loopsheid gebeurd.
Persoonlijk vind ik de voordelen van een teef te laten castreren zwaarder wegen, dan de nadelen.
Liever snijden in een gezond jong lichaam, dan een oudere doodzieke hond, met baarmoederontsteking, of aan tumoren.
In het artikel, noemen ze het bij een teef steriliseren, bij een reu castreren. Dit klopt niet.
Steriliseren (steriel maken) is het afbinden of doorsnijden van de ei-of zaadleiders.
Castreren is het verwijderen van de geslachts organen, bij zowel teef als reu. De baarmoeder wordt bij een teef meestal ook verwijdert.
Vind het artikel, bij de te en de nadelen veel zwaarder doen voorkomen.
En toch heb ik verschillende teven laten castreren/steriliseren voor hun eerste loopsheid. Totaal geen nadelen van ondervonden.
Wat ik een beetje irritant vind als er een topic over sterilisatie wordt geopend: sommige mensen gaan dan allerlei artikels opzoeken en plaatsen maar hebben zelf te weinig of zelfs totaal geen ervaring met het steriliseren of castreren van reuen of teven.
Dat gebeurt hier vaker op HP :p
en @Indy haar bazin
Mocht de laatste alinea/opmerking ook voor mij bestemd zijn, omdat ik vaak links bij mijn postings plaats. De links plaats ik ter onderbouwing of alleen de link, omdat menig maal en soms kort achter elkaar gelijkende topics zijn geopend.
Het zeer bekende Medisch Centrum voor Dieren is een veterinair specialistische kliniek; waar dierenartsen werken, die zich door studie en praktijk gespecialiseerd hebben.
Wat mijn eigen ervaring betreft; ik heb zelf al 40 jaar honden. Mijn ouders hadden ook altijd honden. Ik heb ervaring met zowel reuen als teven, waarvan één herplaatser, de rest van pup af aan. Dus ik heb meer dan voldoende te maken gehad met het wel of niet castreren/steriliseren.
Ik plaats ook graag linkjes, goed onderbouwde linkjes, vooral op de bronnen letten.
Als het over medische vragen gaat, heb je bij de grotere dierenklinieken vaak hele goede artikelen.
Hun ervaring gaat ook niet over één hond.
Er is onderzoek gedaan naar vroeg castreren. Funest is, hele jonge honden te castreren. Wat bij de labradoodles gebeurd, vanuit het nest. Daar is iedereen het wel over eens.
De hormonen hebben ze nodig voor o.a. de bot opbouw, vooral dus tijdens de groei.
Voor de eerste loopsheid castreren, als ze nog niet uitgegroeid zijn, maakt dat een hond langer doorgroeit, de botten dunner en brozer worden. Ook wordt gezegd dat de kans op tumoren niet minder is bij vroeg castreren.
Dat merk je helaas niet op kort termijn.
Ik zelf, ben geen arts, geen wetenschapper, weet alleen van er over lezen, (vroeg castreren) wat er over geschreven wordt.
Ik zou niet weten of het uitmaakt na of voor de eerste loopsheid
Luca is na de eerste loopsheid gecastreerd. Ze is recentelijk op de foto geweest, sport keuring gehad, alles is gelukkig helemaal in orde.
Dat is mijn ervaring.
Ja jij post heel graag linkjes...
Mensen zijn best in staat om zelf die artikels op te zoeken hoor Suzanne.
Ik lees al die van het net geplukte teksten zelfs niet meer en ik denk, ik niet alleen.
Denk dat de vragenstellers vooral nood hebben aan antwoorden gebaseerd op wat mensen ZELF hebben meegemaakt.
Hoi Mark,
Als je t risico op melkkliertumoren wilt terugbrengen moet je je teef zo snel mogelijk laten helpen.
Succes!
Je zegt dat je het zelf nooit zou doen, alleen als het medisch noodzakelijk is. In het artikel dat je post staat wel: "Bij teven ligt het ingewikkelder. Het aantal voordelen van sterilisatie zou in de meeste, maar niet alle, gevallen groter kunnen zijn dan de nadelen. " En dan natuurlijk wel afhankelijk van de hond en het ras.
Mij maakt dit ook niet uit. is iets wat ieder voor zich moet beslissen. Maar het viel me alleen op, omdat het lijkt uit je bericht of je eerder tegen castratie bent, terwijl de conclusie van dat artikel eigenlijk net iets meer voor castratie is.
Zelf heb ik een hondje gehad wat op oudere leeftijd opeens nog een baarmoederontsteking en baarmoedertumor gekregen had. Opereren was dan een risico vanwege haar leeftijd. Ik vind het jammer dat we haar niet hebben laten castreren toen ze jong was. Ik ben zelf dus wel eerder een voorstander van castratie. In de onderzoeken die ik erover vond, heb ik ook altijd gelezen dat er voor-en nadelen zijn (en dus verschillende gezondheidsrisico's die groter of kleiner worden), maar leken de voordelen toch groter dan de nadelen. Een bijkomend voordeel naast de gezondheid vind ik dat er dan geen risico is op 'ongelukjes' en je geen last hebt van andere honden als je teef loops is. Maar dat zijn natuurlijk niet de hoofdredenen.
Ik ben wel benieuwd naar de links van de onderzoeken. Ik vind dit altijd heel interessant en zeker wetenschappelijk onderbouwde artikels. Ik ben dan misschien een van de weinige personen die de links wel open klikt, maar dus zeker blijven plaatsen voor degene die het wel interessant vinden, zou ik zeggen
Het is ook vaak wat men zelf heeft mee gemaakt, hier twee teven gecastreerd op vier jarige leeftijd, allebei incontinent, wordt er medicatie gegeven , die veel bijwerkingen hebben, steeds meer medicatie , de bijwerkingen waren een drama.....castratievachten, niet dat dat de hoofdzaak is van niet castreren hoor, wat moet dat moet, ook heb ik een vriend, twee honden beiden op zeer jonge leeftijd overleden, botkanker, vijf jaar en zes jaar, onlangs, beiden gecastreerd.......een is pech, maar twee ? .....mijn eigen honden, waren wat betreft karakter niets veranderd door de castratie, maar door incontinentie met de medicatie, veranderde het karakter, ...ieder maakt een keuze, vaak wat men heeft mee gemaakt, en men gaat dan zoeken naar een middenweg, zelf castreer ik niet meer, als mijn teven een goede loopsheid hebben en niet een schijndracht hebben die voor ongemakken zorgt , hou ik ze intact....bams is inmiddels bijna 10 jaar oud, geen ongemakken, ook ben ik niet bang voor een ongewenst nest, daar zorg ik goed voor, en ik heb nimmer een reu achter dr aan, als er een reu achter dr aan zit vind tie dr aardig, als ze niet loops is.....ieders keuze, ik heb een dierenarts die niet direct zegt, castreer, alleen als er problemen zijn...maar nogmaals wat heb je meegemaakt.
Kan het een dierenarts wat schelen ? Twee teven van me, werd aangeraden de prikpil, ik wist niets, heb ik gedaan, allebei moesten ze geholpen worden, beiden net vier jaar oud....daarna nimmer meer een prikpil gegeven , een prikpil bevordert een baarmoeder ontsteking, wist toendertijd niets...nu zal ik dat nimmer meer doen, daarna altijd loops laten worden, zolang mijn honden een goede loopsheid hebben zal ik niet overgaan op castratie, zou dat wel zo zijn zal ik er net zo goed als anderen er over nadenken of het verstandig is om wel te castreren.
Ik ook!
Ik lees ook graag wetenschappelijk onderbouwde artikelen, vooral over gedrag, gezondheid en fokkerij.
Ik vraag me af wat de link is, tussen het weg vallen van hormonen en kanker.
Ik heb op 36 jaar salon, welgeteld 2 teven meegemaakt die incontinent geworden zijn door een sterilisatie. Meestal blijven de klantjes hun leven lang hier komen voor verzorging, daardoor kan ik hun gezondheid volgen.
Botkanker, heb ik nog nooit een hondje gekend die het had.
Wel al heel veel andere soorten kankers gezien, maar die komen ook voor bij niet gecastreerde/gesteriliseerde honden.
Maar misschien komt dat meer voor bij de grotere rassen.
Mijn grote gecastreerde en gesteriliseerden grote honden hebben het in ieder geval nooit gehad.
Die ellenlange links leest verder ook niemand denk ik....inderdaad wat we zelf meemaken , dát wilt een gast horen.
Wel mijn ene teefje dat ik had is pas op 12 jaar gesteriliseerd met succes.
Al mijn honden hebben hun kroonjuwelen behouden , zonder ooit nare gevolgen.
Nou, het verbaasd me vaak, hoeveel er hier gevraagd wordt, waarvan je met even zoeken gelijk het antwoord op vind.
Daarom plaats ik hier vaak linkjes.
Vind ook, dat er vaak zaken voor waar worden aangenomen, van onbetrouwbare of onbekende bronnen. „Het stond op FB, dus is het waar"
Iemands eigen ervaring hoeft geen algemeenheid te zijn.
Ik hecht veel aan verstrekken, van juiste informatie
Ik volg
Voor degenen, die geïnteresseerd zijn; standpunten van Duitse wetenschappers in verband met vroegcastratie.
citaat
Eine pauschale Antwort auf die Frage „Kastration ja oder nein?“ kann es nicht geben.
In jedem Einzelfall sollte man sich vor einer Entscheidung gut informieren, weshalb ich Ihnen hier aufzeigen möchte, was Wissenschaftler über Chancen und Risiken der Kastration wissen.
Ganz unten finden Sie auch noch den Link zu einem Interview mit Prof. Dr. Axel Wehrend -von der Klinik für Geburtshilfe, Gynäkologie und Andrologie Justus-Liebig-Universität Gießen - zum Thema Pro und Contra Kastration als Krebsprophylaxe bei Hündinnen.
Frühkastration:
Viele Tierärzte und Hundetrainer raten heute zur Frühkastration vor dem Höhepunkt der Pubertät, damit geschlechtsspezifische Verhaltensweisen erst gar nicht erlernt werden. Der Slogan „Sexualhormone weg, Pubertät weg, Probleme weg“ ist zu einfach, um wahr sein zu können. Eine ordentliche Beziehung zwischen Hund und Halter entsteht durch viele gemeinsame Erfahrungen, eine Kastration steht dieser eher störend entgegen.
Dr. Udo Gansloßer, Privatdozent für Zoologie an der Universität Greifswald, hält nichts davon, Hunde vor dem Höhepunkt der Pubertät kastrieren zu lassen: „In dieser Zeit eine ganz wichtige Komponente des Hormonhaushalts aus dem Hund herauszunehmen, kann in der Regel nur zu Chaos führen."
Aussagekräftige Studien zu den Auswirkungen der Frühkastration auf das Verhalten gibt es jedoch leider nicht.
Körperliche Nebenwirkungen der Frühkastration können sein:
Wachstumsstörungen oder -verzögerungen: Durch den Hormonschub in der Pubertät wird das Längenwachstum der langen Röhrenknochen abgeschlossen.
Befinden sich die entsprechenden Hormone in einem frühen Entwicklungsstadium in zu geringer Menge im Stoffwechsel, kann es, je nach Rasse, zu Größenwachstum oder Kümmerwachstum kommen.
Anfälligkeit für Skeletterkrankungen: Durch den Mangel des Sexualhormons Testosteron werden beim Rüden die Muskeln schwächer ausgebildet. Infolgedessen wird das Bindegewebe stärker beansprucht, was die Anfälligkeit für Erkrankungen des Bewegungsapparates erhöhen kann.
Bei Hündinnen kann es (auch bei Kastration nach der Pubertät) zu Mineralstoffwechselstörungen bis hin zu Knochenveränderungen kommen. Einer Studie zufolge erkranken kastrierte Hunde beiderlei Geschlechts häufiger an Knochenkrebs als unkastrierte, wobei das Erkrankungsrisiko aber sehr gering ist.
einde citaat
http://www.klaeffpunkt.de/2011/03/14/kastration-pro-und-kontra-2/
Dr. Udo Gansloßer Privatdozent für Zoologie an der Universität Greifswald
citaat
Als Argument für die Kastration der Hündin wird oftmals die Vorbeugung gegen Gesäuge- und Gebärmutterkrebs genannt. Inwiefern ist die Kastration der Hündin tatsächlich eine gesundheitliche Absicherung?
Eine gesundheitliche Absicherung der Hündin durch Kastration ist auch nach neueren veterinärmedizinischen Erkenntnissen nicht das Mittel der Wahl. Insbesondere in Bezug auf Gesäugetumoren sind andere Risikofaktoren, nämlich beispielsweise Fehlernährung (zu eiweißreich, und insgesamt Überernährung und Fettleibigkeit) im ersten Lebensjahr, sowie mehrfache chemische Läufigkeitsunterdrückung, als Risikofaktoren wesentlich höher einzuschätzen, und haben die eigentliche statistische Aussagekraft für eine mögliche Tumorbildung.
Außerdem ist zu berücksichtigen, dass die häufig angeführten Studien verschweigen, von welcher Grundgesamtheit ausgehen, da beispielsweise eine solche Tumorproblematik bei Hündinnen nur bei zwei bis acht Prozent, je nach Altersklasse, aller unkastrierten Hündinnen jeweils auftreten würden.
einde citaat
Boek van dr. Udo Gansloßer en Sophie Strodtbeck
https://www.amazon.de/Kastration-Verhalten-beim-Hund-Ganslo%C3%9Fer/dp/3275018205
Zoek je iets op de HondenPage ? Vul dan hier jouw zoekwoorden in ?