De winkel doet dat in een opmerkelijke - grote en dus dure - advertentie begin december in het gratis ochtendblad De Pers. De dierenwinkel is van dierenarts Stefan Veenstra (en zijn vrouw).
De winkel in de Amsterdamse Rivierenbuurt is twee jaar open. De advertentie doet daar kond van. Veenstra is in 2005 in Utrecht afgestudeerd als regulier dierenarts. De afgelopen jaren heeft hij in het alternatieve dierencircuit bijgeleerd om 'tekortkomingen' in de reguliere aanpak op te vullen. Hij volgt de Holistische Dierenartsopleiding van de gelijknamige stichting (StEHD) en hij volgt een Chinese kruidencursus, omdat aan verschijnselen 'vaak een simpele voedselintolerantie' ten grondslag ligt. Ook heeft hij zich toegelegd op bloesemtherapie en zich bekwaamd in elektromagnetische diagnostiek en therapie.
Volgens de traditionele Chinese Geneeskunde (TCG) wordt voedsel door Maag en Milt omgezet in Qi, Levensenergie, leren we op de winkelwebsite. Kluiven zijn nodig voor een versterking van de Milt Qi. 'Elke voeding heeft een bepaalde energie en temperatuur. Te veel brokken zorgen voor verhitting van de maag: braken en diarree zijn het gevolg. En ook uitdroging of wel Yin-deficiëntie. Dit veroorzaakt ziekten als suikerziekte, nierproblemen, een te snelwerkende schildklier, allergieën, auto-immuunziekten en kanker, heeft de holistische dierenarts geleerd. Bloesems - bij gedragsproblemen, ter versterking van de aardebinding, om depressie te lijf te gaan - zorgen er voor dat de disbalans tussen negatieve en positieve emoties in evenwicht wordt gebracht: in wezen de Yin-Yang-disbalans. In combinatie met kruiden en met acupunctuur, dat werkt het beste. Als dierenarts Veenstra er niet uitkomt, kan hij de hulp inroepen van een dierentolk. Tolk Saskia Kosterman, die aan de winkel is verbonden, heeft een 'sterk ontwikkeld intuïtief vermogen.' Zo nodig past ze reiki toe.
Alternatief, niet onderbouwd gedoe met dieren, rukt op. Uit een enquête onder VvVA-leden in het blad Arts & Auto begin 2010 blijkt dat 30 procent van de dierenartsen in hun praktijk alternatieve producten en middelen gebruikt. Bij humane huisartsen en tandartsen ligt dit alternatieve aandeel veel lager, blijkt uit een andere enquête in Arts & Auto.
De officiële dierartsenij wil de rem op een alternatieve aanpak, blijkt uit een artikel over alternatieve therapieën in Arts & Auto van december. De dierenartsenvereniging KNMvD (Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde) wil behandelprotocollen opstellen, vergelijkbaar met wat het huisartsengenootschap NHG heeft gedaan voor zijn leden. De verwachting is dat deze protocollen het gebruik van alternatieve behandelingen zullen terugdringen.
De KNMvD heeft een studiegroep complementair werkende dierenartsen met 'interesse in alternatieve geneeswijzen'. Het officiële standpunt van de KNMvD is er een van grote rekkelijkheid. Dierenartsen moeten in eerste instantie behandelen volgens principes van de 'evidenced based medicine'. Er zijn echter gevallen, wordt betoogd in het standpunt, waarin reguliere geneeskunde geen uitkomst (meer) biedt. Dan kan de dierenarts overwegen een alternatieve geneeswijze toe te passen. De eigenaar van het dier moet er dan op worden gewezen dat de werkzaamheid van de voorgestelde behandeling 'niet-wetenschappelijk is bewezen. Alternatief behandelen mag maar die behandeling moet wel gebeuren door een dierenarts.'