mechelse herder uit het asiel

plaats een nieuw onderwerp in het hondenforum meest recente onderwerpen in het hondenforum

honden page profiel jurgenjurgen

hallo iedereen,
ik ben hier helemaal nieuw en ik heb een paar vragen.
We hebben maandag een mechelse herder teefje uit het asiel gehaald. Ze is 5 jaar.
Nu ze is echt supernerveus! Ze piept de hele dag door, stopt alleen als je haar aait en ze loopt de hele dag rondjes door het huis. Ik dacht eerst dat het wel over zou gaan als ze wat gewend is, maar ik krijg meer en meer de indruk dat ze gewoon zo is.
Ik heb ook de indruk dat ze heel erg bang van mij is. Als ik binnenkom s'morgens of na mijn werk, en ze heeft binnen geplast staat ze echt te trillen op haar benen met de staart tussen de benen. Ze is heel erg schichtig, bij overwachte bewegingen duikt ze weg, ze speelt niet met haar speelgoedjes want het lijkt ook alsof ze hier bang van is.
Het wandelen is ook niet bepaald een plezier. Ze trekt enorm hard aan de riem en ze blijft ook trekken. Ik heb vandaag al een hele tijd geprobeerd om elke keer als ze trekt de andere kant op te lopen, maar zonder veel resultaat. Ze heeft ook veel schrik tijdens het wandelen, loopt met de staart tussen de benen. Het gekke is dat ze soms wel naar auto's springt. Daarstraks heb ik ook gemerkt dat ze hapt naar andere honden.

dus ik had heel graag wat tips gehad want ik wil ze echt niet terug brengen naar het asiel. Ze verdiend nu wel een goede baas en een goed leven.

honden page profiel aadjeaadje

honden foto van aadje

hey jurgen

wat vervelend allemaal zeg!
weet je soms wat van de achtergrond van de hond?

groetjes

honden page profiel EstherEsther

honden foto van Esther

Hoi Jurgen,

Wat goed van jullie dat jullie asielhond in huis hebben genomen.

Tja en daar horen toch wel wat probleempjes bij.

Het is een gestresste hond die tijd moet krijgen om aan jullie te wennen.

Als je binnen komt kun je zeggen op een kalme toon hallo meisje. Probeer niet te enthousiast te zijn want dat schrikt ook weer af. Plasjes kun je opruimen nadat ze uit zicht is.

Je zou voertjes kunnen werpen op de vloer. Niet echt naar haar toe want dit kan ook weer afschrikken maar rustig gooien zodat ze iets lekkers met jou gaat linken.

Deze voertjes kun je ook gebruiken voor het trekken. Als ze trekt kun je de naam roepen en dit moet gaan betekenen voor haar voertje halen bij de baas. Als ze dit nog niet gewent is kun je dit trainen in de tuin zodat ze het gaat leren met zo weinig mogelijk prikkels.

Wandelen kun je wel doen maar zodra je een andere hond tegenkomt kun je beter een andere weg inslaan zodat ze eerst leert bij je te komen en rust krijgt op straat zodat ze dat ook leert.

Ik hoop dat je hier al wat aan hebt. Ik volg het topic wel en meld me wel als ik nog wat weet.

Ook zou ik proberen om een prive trainer te krijgen zodat jullie wat ondersteuning kunnen krijgen.

Groetjes van Esther

honden page profiel    Ilja & ***Sterre** Ilja & ***Sterre**

honden foto van    Ilja & ***Sterre**

Hoi Jurgen,

Weet je iets van de achtergrond van je Mecheltje...

Is ze bijvoorbeeld een fokhondje geweest.
Is ze ooit wel in huis geweest, of is het een kennelhond...
Waarom zat zij in het asiel...

Kortom graag even wat meer info.
dan kunnen we hier kijken of we je misschien kunnen helpen...

Heb je al eens eerder honden gehad...

We lezen je binnekort..?

Lieve groet, Ilja
High-five van *Sterre*

honden page profiel LindaLinda

honden foto van Linda

Hoi Jurgen,

Je zit hier op de juiste plek:-) Amy heeft ook wat werk met ex-asielhond Tosca, ook een herder. En dan is er ook nog Ferry, die recent een herder/rotweiler mix uit het asiel heeft gehaald, zie dit topic: http://www.hondenpage.com/hondenforum/top_1386-Bijten-in-de-riem..php

Er zijn er hier dus een aantal die je als ervaringsdeskundigen de nodige tips kunnen geven:-) Eerste tip: Kennelijk linkt ze het thuiskomen (met een plasje dat er ligt) aan straf die ze ooit gehad heeft. Negeer haar de eerste tien minuten bij het binnenkomen, behandel haar als lucht. Daarna roep je haar bij je en knuffel je haar uitbundig. Pas daarna, en heel terloops, ruim je het plasje op.

Voor het enorm hard trekken aan de riem - een snelle oplossing is een tuigje van Jolly met bandjes die onder de oksels doorlopen. Niet duur, en het wandelen verloopt meteen een stuk prettiger. Kun je daarnaast als ze straks wat rustiger is en meer op je gericht, haar gaan trainen op het netjes aan de lijn lopen.

Groetjes,

Linda.

honden page profiel mariaamariaa

honden foto van mariaa

lees ook even de topic "iemand ervaring met een onzekere hond"

Ik geloof dat het zoiezo een paar weken duurt voor een hond een beetje gewend is. Het aan de riem trekken kun je dan miss later afleren...

mijn tips:
1. bachbloesem , heb ik zelf geen ervaring mee maar hoor hier véél goede dingen over.
2. het boek van Jan Fenell "een vrouw die naar honden luistert"

succes,
ps super lief dat je voor een asiel hond hebt gekozen.

gr mariaa

honden page profiel jurgenjurgen

Heel veel over haar achtergrond weet ik niet..
volgens het asiel heeft ze altijd in een open garage gezeten met uitloop in de tuin.
De reden dat ze is weggedaan zou zijn dat ze zou meeblaffen met de kerkklokken waardoor er problemen met de buren waren. Maar hier ligt ook een kerk in de buurt, en ik heb haar daar nog niet op zien reageren.

honden page profiel EllenEllen

honden foto van Ellen

hallo,

ik heb momenteel ook hetzelfde probleem: hond uit asiel die zeer angstig is.

Daarom ga ik ook nog niet met haar wandelen, dit zou teveel stress zijn voor haar denk ik. Aan de lijn lopen wil ze ook nog niet. Daarom draag ik haar meestal.

honden page profiel AmyAmy

honden foto van Amy

Hoi Jurgen,

Half juli hebben we Tosca, een verwaarloosde ex-kennelhond uit het asiel gehaald.
Zij was ook erg gestresst, niet gesocialiseerd en helemaal niet gewend binnen te leven.
Bovendien was zij mishandeld en het vertrouwen in mensen kwijt.
Na een maand heel weinig vooruitgang met haar te hebben gemaakt, werden we door het asiel doorverwezen naar een gedragstherapeute.
Deze schreef medicatie voor, Clomicalm. Na een paar weken zonder vooruitgang, was het verhaal dat we haar maar terug zouden brengen, zodat ze haar in zouden kunnen laten slapen.
Dat hebben we dus NIET gedaan.
Inmiddels is ze bijna drie maanden bij ons en pas sinds kort vind ik dat ze echt met sprongen vooruit gaat en laat zien dat ze echt een super-hond is.

Mijn vraag aan jou is dan ook of je bereid bent en de gelegenheid hebt om heel veel GEDULD met je hond te hebben. Ik denk dat dat het allerbelangrijkste is. (Mijn da zei toen over Tosca: daar mag je wel een jaar voor uittrekken....)

Voor een hond die nooit binnen heeft geleefd is het een giga omschakeling. Bovendien heb je hier wel een Mechelse herder van 5 jaar. Niet meer de jongste en niet zo flexibel als een jonge hond. De Mechelaar is bovendien heel erg slim: een maal een slechte ervaring, zijn ze dat nog niet maar zo kwijt.
Bovendien weet je niet wat voor een opvoeding ze heeft gehad, heeft ze die wel?
Kan ze spelen?
Kent ze wel commando's?
Werd ze wel aan de riem uitgelaten of moest ze alles maar in de tuin doen?
Heeft ze ooit met andere honden gespeeld of ziet ze die alleen als bedreiging?
Verwacht dus nog heel weinig en observeer!

Probeer eerst binnenshuis een veilig plekje voor haar te maken. Tosca vindt het in een hoekje, half verscholen achter de bank bijvoorbeeld een veilig plekje. Daar heb ik haar vetbedje neergelegd en als ze daar ligt, laat ik haar helemaal met rust.

Hopelijk reageert jouw hond al wel op beloningen. Tosca was zo gestresst dat het haar helemaal niets interesseerde, ze pakte de beloningen niet eens aan.
Als jouw hond wel beloond wil worden, kun je dat alvast gebruiken om jezelf interessant en leuk te maken.

Mocht je nu echt het idee hebben, zoals ik die na een maand ook had, dat ze niets oppikt vanwege haar angstgedrag, overweeg dat ook eens op een poosje Clomicalm te gebruiken (via dierenarts). Dat zorgt dat de hond minder last heeft van verschillende (angst)prikkels, zodat ze het allemaal beter "op een rijtje" kan zetten.

Hopelijk kun je iets met mijn verhaal. Ik begrijp dat je graag vooruitgang wil zien bij je hond, ook vanwege de proefperiode die je hebt om te zien of het met de hond klikt.
Vraag om een langere proefperiode, laat jezelf niet opjagen, het asiel begrijpt dat vaak wel.
En geef het de TIJD.

Ik duim voor jou en je hond dat het goed gaat komen!

Groetjes en een poot van Tosca

honden page profiel geagea

honden foto van gea

Hallo Jurgen

Ook mijn evaring is heel veel geduld niets moeten,
en een vast ritme aan houden. Vertrouwen winnen, niet boos worden, rustig blijven.

miranda (Gast)

geef een asiel hond de tijd. je weet niet wat ie mee heeft gemaakt( meestal niet).

Ik heb zelf 2 honden uit het asiel een duitse herder ( 4 jaar geleden gehaald was toen 3) en een terveurense herder( 2 jaar geleden gehaald was toen 4) een belg is nu een maal nerveus.

Bij de laatste van ons heeft het een jaar geduurd voordat ze uitbundig ging kwispelen en spelen. Dus geef het tijd , wat betreft het uitvallen naar een andere hond probeer dit er langzaam uit te krijgen met afleiding en beloning, asiel honden doen alles voor een snoepje. Dus bij andere honden probeer haar af te leiden met een frollicje of iets dergelijks en als ze het goed doen de hemel in prijzen, en je vooral niks van de omgeving aantrekken want je zal dan blikken krijgen van: dat mens spoort niet. laat ze lekker

SUCCES!!!!!!

honden page profiel IngridIngrid

honden foto van Ingrid

Hoi Jurgen,

Een hond,die in een ren met uitloop heeft geleefd heeft waarschijnlijk weinig van de buitenwereld meegekregen.Wat ik je aanraad is haar nu niet te overprikkelen.Ze geeft al aan dat ze erg angstig is.Dus eerst thuis rustig laten wennen aan haar nieuwe huis,haar nieuwe roedel en wat door ramen naar buiten te laten kijken en in de tuin te laten(als je die hebt),vooral niks forceren en nog niet met haar naar buiten te gaan,veel te eng voor haar!
Zorg eerst ervoor,dat ze zich daar veilig gaat voelen in jouw huis en bij jou/jullie.En dan kun je rustig aan,stapje voor stapje haar wereld wat groter maken...

Sterkte!

groetjes van Ingrid en haar roedel van 7(ooit ook getraumatiseerde honden)

honden page profiel joke&taatjoke&taat

honden foto van joke&taat

Hoi jurgen
Ik heb ook een hond uit het asiel Taat was vier en een half toen ik haar uit het asiel haalde .Ik ben de vierde eigenaar als ik het asiel niet mee reken .Ik heb haar nu bijna twee jaar .Taat deed ook lelijk naar andere honden en was ook erg onzeker ze kon helemaal niks het woordje af niet zit niet op comando .Ik ben met haar toen ik haar vier maanden had zo dat ze eerst goed aan mij en men man kon wennen op een goede cursus gegaan waar ze veel geduld met haar hadden Wij dachten in het begin dat taat een hele domme hond was maar dat is achter af beslist niet zo er was gewoon met dat beesje alle jaren niks gedaan .Ik moet wel zeggen dat ik er heel veel geduld en energie in heb moeten steken maar daar ging ik ook voor .Taat veranderd nog steeds in haar voordeel Elke keer staan we weer voor raadseld had je dit ooit verwacht toen we er in het begin hadden zeg ik dan tegen mijn man .Echt we hebben er een wereld hond aan .En zo zie je maar aan tosca die gaat ook steeds beter .He geduld je kan niet verwachten dat alles maar in een keer goed komt

groetjes joke en taat

honden page profiel FerryFerry

honden foto van Ferry

Geduld ... je hond laten wennen en veel rust geven is het motto wat bij mij werkt.

Want Zoë (kruising Duitse herder en rottweiler) was de 1e week ook erg onrustig en "onhandelbaar" als ze buiten kwam. Na die week zag je haar met de dag vooruit gaan. Nu, 2 1/2 week uit het asiel, kan ik echt met haar gaan werken. Ze is meestal goed gefixeerd op mij en wil graag werken (zeker voor een snoepje!).

Geef je mechelaar de tijd om te wennen en beloon regelmatig met een snoepje. Daar wil ze vast voor werken. En speel met een speeltje of een flos, vind mijn herder ook geweldig. Prima manier om een band op te bouwen en het vertrouwen te wekken van je hond naar jou toe.

Heel veel succes.

Hilde (Gast)

Ik zou haar naast alle goede tips hier ook een DAP halsband omdoen en ook een DAP verdamper in huis. Dat geeft rust in je huis en de halsband zit heel dicht bij haar en zo zal ze altijd waar ze is dat stukje rust dmv feromonen ervaren. Het zal geen zelfverzekerde, dolblije hond geven, maar waarschijnlijk wel een hond die je beter kan bereiken doordat de angst wat meer weg is.

Succes!

honden page profiel jurgenjurgen

hier ben ik weer met wat nieuws..
het leek de laatste dagen beter en beter te gaan maar vandaag hapte ze in mijn vriendin haar hand.. ook liet ze mij zonet haar tanden zien..
iemand een idee wat er aan de hand is en hoe we dit aanpakke?

honden page profiel mariaamariaa

honden foto van mariaa

Ik heb ook een hond die nu een paar keer naar ander mensen/honden heeft gegromt en zijn tanden laat zien.
Het is dan voor hem altijd een onzekere situatie( het is ook een onzekere/bange hond) mensen willen iets van de hond of benaderen hem te direct etc.
Hij voelt zich op dat moment niet veilig.
Bij ons helpt rust en voorspelbaarheid in deze situatie proberen te krijgen, dan voelt de hond zich meer ontspannen.
Veel belonen ( met een hoge stem) als moeilijke situaties goed verlopen.
De moeilijke momenten zien te voorkomen of heel beheert begeleiden....
De hond moet nog een band met jullie krijgen., hij ziet jullie mischien nog niet als veilige leiders?
Hier gaat ook veel tijd over heen....
succes

ps het kan ook echt onvoorspelbare agressie zijn maar daar weet ik weer weinig vanaf hoe je hier mee kan omgaan.

ik hoop dat je hier iets aan hebt.

gr mariaa

honden page profiel mariaamariaa

honden foto van mariaa

Ik heb ook een hond die nu een paar keer naar ander mensen/honden heeft gegromt en zijn tanden laat zien.
Het is dan voor hem altijd een onzekere situatie( het is ook een onzekere/bange hond) mensen willen iets van de hond of benaderen hem te direct etc.
Hij voelt zich op dat moment niet veilig.
Bij ons helpt rust en voorspelbaarheid in deze situatie proberen te krijgen, dan voelt de hond zich meer ontspannen.
Veel belonen ( met een hoge stem) als moeilijke situaties goed verlopen.
De moeilijke momenten zien te voorkomen of heel beheert begeleiden....
De hond moet nog een band met jullie krijgen., hij ziet jullie mischien nog niet als veilige leiders?
Hier gaat ook veel tijd over heen....
succes

ps het kan ook echt onvoorspelbare agressie zijn maar daar weet ik weer weinig vanaf hoe je hier mee kan omgaan.

ik hoop dat je hier iets aan hebt.

gr mariaa

honden page profiel JanJan

Hoi,
ik lees hier alleen maar dit vind toch wel een probleem worden. Hieronder twee artikelen waar je wel wat mee kunt. Ik denk dat de hond in de situatie nog veel onduidelijkheid heeft. Hij gaat nu zelf dingen regelen, snauwen, bijten. De hond heeft baat bij duidelijkheid, regelmaat, voornamelijk voorspelbare situaties


PROBLEEMHONDEN & HONDENPROBLEMEN.
Je praat over de problemen van je hond met een goede vriend en je krijgt raad. Je komt je buurman tegen en je krijgt weer andere aanwijzingen hoe je eigenlijk had moeten doen. Een wildvreemd iemand op straat probeert je met goede bedoelingen raad te geven op grond van zijn eigen ervaring. De verschillende hondenexperts die geconsulteerd worden,geven hun advies. Maar waarom lopen de meningen zo uiteen? Alle raadgevingen op zich zijn misschien wel juist,maar eigenlijk zijn ze vaak in strijd met elkaar en wat nog erger is, bijna nooit in overeenstemming met je eigen gezond verstand. Dit komt doordat mensen die zich met honden bezighouden, zich grotendeels baseren op hun eigen mening en niet op inzicht. Over het algemeen weet men zo weinig van honden af, dat iedereen zijn eigen opvatting heeft over de beste handelwijze. De opvattingen worden dapper verdedigd , want meestal betekent het prestigeverlies om ze te veranderen.
De opvattingen over honden van de meeste mensen zijn gebaseerd op hun eigen ervaringen met één, twee of drie honden. Hierin ligt eigenlijk de grootste fout. Honden zijn zo verschillend, dat de ervaring met een enkele hond slechts leidt tot een bepaalde mening, maar geen inzicht geeft in de hondenproblematiek.

HOE WORDT EEN HOND EEN PROBLEEMHOND?

Er zijn bijna evenveel problemen als er honden zijn. Sommige problemen zijn klein en eenvoudig op te lossen (de hond trekt als hij aan de lijn loopt) andere zijn groot en moeilijker oplosbaar (de hond bijt de leden van het gezin). Eén ding hebben alle problemen echter gemeen: ze worden door de baas ervaren als een belemmering in de plezierige omgang met de hond. Hij raakt geïrriteerd en verdrietig en kleine problemen worden groot wanneer men er dag in dag uit mee wordt geconfronteerd. Een wandeling met de hond wordt een noodzakelijk kwaad in plaats van een leuke bezigheid.
FYSIEKE OORZAKEN.
VERWONDINGEN: De hond kan last hebben van een verwonding (aan zijn poot) of een andere lichamelijk defect (een gat in een kies, een anaal klierontsteking, afwijking van het heupgewricht). Het ligt in de aard van iedere hond om zich terug te trekken als hij gewond of ziek is en om dat hij niet kan vluchten, zal hij zich verdedigen wanneer hij zich bedreigd voelt. Hij wordt vaak stug en teruggetrokken.
INFECTIEZIEKTEN: Gewoonlijk zijn infecties van voorbijgaande aard en hebben zelden nadelige gevolgen, maar de hond kan tijdens de ziekteperiode bepaalde gedragspatronen aanleren, die blijven bestaan nadat hij is opgeknapt. Als een hond door zijn ziekte, bijvoorbeeld opgezette keelamandelen, naar leden van het gezin gromde toen ze aan zijn keel kwamen of een buitenstaander (bijvoorbeeld de dierenarts) als onaangenaam ervoer, waardoor hij onzeker en achterdochtig wordt, ook nadat hij genezen is.
GEBREKSZIEKTEN: Gebrek - evenals overdosering! - aan vitaminen en voedings stoffen kan zowel lichamelijke als mentale stoornissen veroorzaken. Aantasting van de botten, verminderde weerstand tegen infecties en verschillende psychische spanningen zijn hier een voorbeeld van. Door goed samengesteld voedsel zal de kans op gebreksziekten klein zijn.
GEZICHTS- EN GEHOORMOEILIJKHEDEN: Vooral oudere honden kunnen last krijgen van een verminderd gezichts- of gehoorvermogen. Als een hond van negen tot tien jaar of ouder stug en gespannen wordt, als hij plotseling uit zijn slaap opschrikt en onder meubels en dergelijke gaat liggen, of op een andere manier laat zien dat hij met rust gelaten wil worden kan dit komen omdat hij slecht ziet of hoort. Ook het reukvermogen kan slechter worden en dergelijke symptomen geven. Een hond met een of andere verminderde zintuig functie heeft een groter of kleiner deel van zijn contact met de buitenwereld verloren - hij merkt niet op dezelfde manier op als vroeger wat zich om hem heen afspeelt en wordt daardoor onzeker over wat er vlak bij hem gebeurt. Hij kan schrikken wanneer iemand zonder te waarschuwen vastpakt, hij wordt gespannen en is voortdurend voorbereid dat iemand onverwacht zal komen. Men moet er op letten dat men hem altijd luidruchtig en van voren nadert, zodat de hond ziet en hoort wanneer men er aankomt.
VERKEERD VOEDSEL: Bij de hond gaat de weg naar het hart door de maag, er bestaat in elk geval een sterk verband tussen de maag van de hond en de andere lichaamsfuncties. Maar een goed gevoede hond is een uitzondering en veel honden hebben last van en onrustige maag.
SCHIJNDRACHT: Een teef kan ongeveer zeven tot acht weken na het einde van de loopse periode lastig worden. Dit hangt samen met de schijndracht, d.w.z. dat de teef reageert alsof ze moeder is ondanks het feit dat ze niet is gedekt of gejongd. Het is normaal dat ze in deze tijd een sterk veranderd gedrag vertoont. Er komt melk in de borsten, ze maakt haar nest klaar, verzamelt allerlei voorwerpen om zich heen, zoals schoenen, doekjes e.d., en bewaakt ze alsof het haar welpen zijn. Het is allemaal een gevolg van de hormoonverandering. De kans bestaat dat een schijndrachtige teef bepaalde dingen tegen de gezinsleden gaat bewaken en haar territorium beter tegen vreemden gaat beschermen. Nadat de schijndracht voorbij is kunnen zulke gedragingen blijven bestaan.
STERKE GESLACHTSDRIFT: Door een overproductie van mannelijke hormonen kan de hond een agressief karakter krijgen, wat verschillende problemen met zich meebrengt. Agressiviteit ten opzichte van andere honden is een normaal gevolg. De geslachtsdrift van de teef wordt helemaal geregeld door de loopse perioden en geeft over het algemeen minder problemen.
HERSENBESCHADIGINGEN: N.B. Tumoren, virussen en infecties in de hersenen zijn een uitzondering, ondanks het feit dat er vaak honden worden afgemaakt op grond van het feit dat ze dit soort hersenstoornissen zouden hebben. Ze zijn erg moeilijk te bepalen, eigenlijk alleen door lijkschouwing.
PSYCHISCHE OORZAKEN
ERFELIJKHEID: Het is waarschijnlijk duidelijk dat de hond door erfelijke factoren wordt beïnvloed. Men heeft geconstateerd dat onder andere vrees, agressiviteit en nervositeit erfelijk kunnen zijn. Maar iedere willekeurige aanleg kan worden beïnvloed door het milieu! Dank zij zijn grote aanpassingsvermogen is de hond niet onherroepelijk gebonden aan een onveranderlijke erfelijk geconditioneerd is, is niet zo erg als velen denken.
GEBEURTENISSEN VOOR DE GEBOORTE: Onderzoeken hebben aangetoond dat vrouwen, die tijdens hun zwangerschap schokkende gebeurtenissen hebben meegemaakt, kinderen krijgen die eerder nerveus worden dan vrouwen met een rustige zwangerschapsperiode. Men mag aannemen dat dit ook voor honden geldt. Een drachtige teef moet daarom niet aan enerverende belevenissen of inspanningen worden blootgesteld en zoveel mogelijk tegen schokkende gebeurtenissen worden beschermd. Het spreekt vanzelf dat de gezondheidstoestand optimaal moet zijn.
ERVARINGEN ALS WELP: De welpen zijn de eerste drie weken van hun leven tamelijk beschermd wanneer de moeder ze verzorgt. Pas de tijd daarna begint de welp ervaringen op te doen. Deze kunnen beslissend zijn voor het toekomstige gedrag. Men moet welpen beschouwen als gevoelige en zwakke individuen, die moeten worden beschermd tegen ál te schokkende belevenissen. Een welp moet echter zowel goede als slechte ervaringen opdoen, excessen moet men voorkomen! Tijdens de ontwikkeling kunnen er zich plotseling allerlei omstandigheden voordoen, waardoor de welp een probleemhond wordt. Wat hij als welp heeft aangeleerd is later moeilijk af te leren. De eerste belevenissen laten de diepste sporen achter, maken de sterkste indruk. Een verkeerde ontwikkeling en stoornissen gedurende de jeugd periode veroorzaken in de eerste plaats drie probleemcomplexen, namelijk vrees, agressiviteit ten opzichte van buitenstaanders (mensen en honden) en agressiviteit ten opzichte van gezinsleden. Deze problemen, die ook op volwassen leeftijd kunnen ontstaan, zijn de ergste die we tegen kunnen komen.
PSYCHISCHE SHOCK: Een shock, d.w.z. een sterke, plotselinge overbelasting van de zintuigen kan een sterk verminderd functioneren van het zenuwstelsel tot gevolg hebben, net als een collaps. Er ontstaat, afhankelijk van de sterkte van de belevenis, voor een korte of langere tijd een plotselinge leegte in het bewustzijn. Men weet niet wat er tijdens een shock gebeurt - de hersenen functioneren immers op dat moment niet. Daarom zoekt men naar een verklaring voor de verlammingstoestand die onmiddellijk optreedt als de hersenen opnieuw beginnen te werken en het bewustzijn terugkeert. Voorbeeld: een kind dat schrikt van een hond kan een shock krijgen. Wat er in de seconden na het moment van schrikken gebeurt, bepaalt of het kind in vervolg bang zal zijn voor honden. Wanneer de moeder van het kind opgewonden raakt, het kind op een overdreven manier beschermt en troost, krijgt het kind door haar optreden de indruk, dat het heel gevaarlijk was wat er net gebeurde. Honden zijn dus gevaarlijk! Als de moeder echter rustig en zakelijk uitlegt wat er gebeurde en het kind wat afleidt, krijgt het kind de indruk, dat het niet zo gevaarlijk was wat er gebeurde. Honden zijn dus niet gevaarlijk!

De uitleg is bepalend voor de uitwerking van de shock!
Als een hond een shock krijgt door een schot en de eigenaar schrikt en hem probeert te kalmeren en te troosten, kan hij juist daardoor schotvrees krijgen!!
Het is heel natuurlijk voor een mens om iemand die een shock krijgt te troosten en te kalmeren - maar helaas heeft dat gedrag een verkeert effect. Het troosten geeft een persoon of een hond, die geshockeerd is, het idee dat er iets gevaarlijks is gebeurd. Het kalmeren geeft hetzelfde idee en het heeft voor honden nog een groot nadeel, namelijk dat men de hond vast moet houden om hem te kunnen kalmeren. Het geeft de hond het gevoel, dat hij niet kan vluchten, waardoor de angst nog groter wordt. Men moet hem proberen af te leiden. Loopt de hond daarentegen los op het moment van de shock en vlucht hij, dan kan hij door zijn eigen vlucht het gevoel versterken, dat het gevaarlijk was! De eigen vluchtreactie van de hond bepaalt de indruk van wat er gebeurde. De hond is van mening dat hij door de vlucht is gered. Alleen het zelf reageren wanneer je hond bang is, kan al genoeg zijn om hem te laten schrikken (Aanstekelijk gedrag).
Waarom heeft de mens geen schotvrees? Een mens kan een shock krijgen door plotseling schieten, maar de verklaring: 'iemand schiet, maar niet op mij', volgt onmiddellijk.
De hond kan niet op die manier redeneren. Hij kan geen acceptabele verklaring voor het lawaai bedenken en de reactie van zijn baas wordt doorslaggevend voor de manier waarop de hond de situatie opvat.
Als een hond een ongeluk krijgt en bewusteloos raakt (bijvoorbeeld een verkeersongeval), moet men zeer voorzichtig zijn, als hij bij bewustzijn komt. Hij zal een verklaring zoeken voor wat er is gebeurd. De herinnering aan de auto, die in vliegende vaart op hem afkwam, wordt gemakkelijk uitgewist door de daarop volgende bewusteloosheid, al duurde die maar een paar seconden. Er is iets gebeurd en het doet pijn. Voor de hond zal de meest voor de hond liggende verklaring zijn dat de persoon die het dichtst bij hem zit, wanneer hij bij bewustzijn komt de oorzaak van zijn pijn is. De hond kan nog lang daarna wantrouwend tegen deze persoon zijn. Het is voorgekomen dat honden na een ongeluk angst of agressiviteit vertoonden tegen personen, waar ze voordien op gesteld waren.
Alhoewel schrik minder erg is dan shock en bovendien niet hetzelfde fysiologische gevolgen heeft, kan deze toch een dergelijke psychische uitwerking hebben. Als een hond gauw schrikt en men hem troost en kalmeert, kan hij angstig worden. Als men een hond per ongeluk op zijn poot trapt en direct medelijden met hem heeft en ach en oh roept, kan de hond nederig in elkaar duiken en bang lijken voor de persoon die hem trapte. Er zijn zelfs honden die mank gaan lopen wanneer men medelijden met ze krijgt, omdat ze een keer per ongeluk zijn getrapt en getroost. De meeste honden met weinig ervaringen zullen een nederige en verlegen houding aannemen wanneer men medelijden met ze heeft zonder dat er iets is gebeurd. Ze hebben (volgens het principe van onvrijwillig leren) het gevoel van medelijden gekoppeld aan een onaangename gebeurtenis.
FRUSTRATIE: Frustratie houdt in dat "men niet mag doen wat men wil".
Het Engelse woord frustratie betekent teleurstellen, wat iets van de betekenis weergeeft. Gefrustreerd zijn houdt in dat men wordt verhinderd om dat te doen waar de wil en de interesse op gericht zijn en dat men agressief op deze belemmering reageert.
Heeft u wel eens geprobeerd om een draad door een te klein oog van een naald te halen? Ondanks herhaalde pogingen en alle moeite buigt de draad zich tegen het oog van de naald. Men voelt hoe de maag samentrekt, de rillingen langs de rug lopen - en het geduld opraakt - men is gefrustreerd! Als reactie begint men te vloeken, gooit de naald en draad neer, raakt geïrriteerd tegen personen in de buurt enz.
Wat gebeurt er bij een frustratie? Wel, alle activiteit die zou worden gebruikt om iets te doen waar mee ie begonnen of waar men belangstelling voor heeft, wordt afgeremd. Men raakt in een irritatietoestand, die bedoeld is om het lichaam meer kracht te geven. Er wordt adrenaline afgescheiden en men wordt agressief. Het heeft allemaal een bepaalde functie: de woede vergroot de kracht en helpt de belemmering overwinnen. Wanneer men iets probeert op te tillen, wat steeds weer mislukt, raakt men gefrustreerd eb daardoor agressief. In zo'n situatie kan men aanzienlijk meer presteren en slaagt men er waarschijnlijk in het voorwerp op te tillen.
Er zit echter ook een negatieve kant aan frustratie, men wordt o.a. onredelijk als men geïrriteerd en kwaad is. Amok maken en dergelijke soorten van uitbarstingen van agressiviteit worden gewoonlijk veroorzaakt door frustraties. Remmingen die er voor zorgen dat individuen van dezelfde soort een onderdanige houding, het ridderlijke instinkt respecteren, worden helemaal of gedeeltelijk uitgeschakeld. Een hond die onder zulke omstandigheden leeft dat hij zich steeds gefrustreerd voelt, kan er toe komen om in een gevecht met een andere hond zwaar te verwonden. Hij lijkt verblind van woede en schijnt de tekens van onderdanigheid van de ander niet als zodanig te herkennen.
Frustratie wekt nog meer belangstelling op voor wat men niet kan bereiken. Het gras van de buren is altijd groener, verboden vruchten zijn het zoetste. Wat men niet kan bereiken lijkt altijd aantrekkelijker. De meeste hondeneigenaars zullen het verschil wel gemerkt hebben in de belangstelling van hun hond, voor een andere hond, die hij heeft kunnen begroeten en alleen op een afstand mocht bekijken.
In het algemeen willen honden elkaar begroeten, het is behoefte die is ontstaan door de karaktervorming en door positieve ervaringen met andere honden. Als een hond aan de lijn loopt kan hij andere honden niet begroeten - de bevrediging van zijn wil en behoefte wordt belemmerd. Hij raakt dan gefrustreerd. Waarschijnlijk begint hij luid blaffend aan de lijn te rukken. Het is de eerste stap naar agressiviteit. Wanneer zulke frustraties vaak voorkomen, kan de hond na verloop van tijd steeds agressiever worden. De woede van een kettinghond tegen mensen en dieren kan voor een groot deel een gevolg van frustratie zijn. Het door de overheid verplicht gestelde aan de lijn houden van honden heeft hetzelfde effect.
Fysieke belemmeringen, zoals hekken, het vasthouden of aan de lijn houden, zijn veel frustrerende dan psychische belemmeringen, zoals aangeleerde commando's. Het commando geeft namelijk signalen, die sterkere prikkels symboliseren dan de dingen, die aanlokkelijk voor de hond zijn. Het commando foei mits goed aangeleerd, is in het algemeen zo strek dat een hond onmiddellijk ophoudt met bijvoorbeeld blaffen naar een hond aan de overkant van de straat.
MENTALE SPANNING: Een hond die veel prikkels tegelijk, of in een korte tijd een opeenhoping van prikkels ondergaat, vertoont vaak symptomen van overspannen zenuwen. Neurotische symptomen, net als bij conflictsituaties zijn niet ongewoon in dergelijke omstandigheden.
Voorbeeld: Wanneer men zijn hond voor het eerst zal tentoonstellen, bestaat de mogelijkheid dat hij weigert om de tentoonstellingsruimte binnen te gaan en bij de uitgang gaat liggen. Alle geuren en geluiden van de andere honden worden een te grote belasting, hij is overprikkeld en heeft even nodig om alle indrukken te verwerken. Pas daarna kan de hond de tentoonstellingsruimte binnen gaan. Wanneer men een hond, die een mentale overspanning vertoont, dwingt, kan hij bang worden.
Honden, die te intensief worden gedresseerd of inspannend werk moeten verrichten, zoals waakhonden, kunnen overspanningverschijnselen vertonen. Het spreekt vanzelf dat het van de hond tot hond verschilt, hoeveel hij verdraagt. Maar als een hond tijdens de dressuur tekenen vertoont, die men misschien als koppigheid of onwil interpreteert, moet men de dressuur beëindigen met wat eenvoudige prettige gehoorzaamheidsoefeningen en de hond daarna laten uitrusten. Stop niet onmiddellijk, want dan bestaat de mogelijkheid dat de hond zich, volgens het principe van vrijwillig leren, aanleert, dat de houding die hij aanneemt (bijvoorbeeld te gaan liggen) succes heeft en dan heeft de hond waarschijnlijk geleerd hoe hij kan ontkomen aan de oefeningen, waar hij geen zin in heeft.
COMMUNICATIESTOORNISSEN: Moeilijkheden met onderling begrip tussen mens en hond zijn vaak de oorzaak van angst en agressiviteit. Er zijn veel mensen die niet weten wat de verschillende tekens van de hond betekenen en het komt veel voor dat men zelf verschillende tekens in verkeerde situaties gebruikt.
Dat een welp bang is voor mensen kan berusten op een wederzijds wanbegrip. De meeste mensen willen een welp graag aaien, maar welpen zijn vaak wat schuw voor vreemde mensen en willen zelf eerst wat snuffelen om een eigen mening te vormen. Het komt voor dat een vreemde zich aan een welp wil opdringen, met als resultaat dat de welp bang wordt. De persoon heeft de tekens van angst en onderworpenheid van de welp niet onderkend of begrepen of misschien heeft hij wel geprobeerd te laten zien hoe ongevaarlijk hij is door te proberen met liefkozingen het vertrouwen van de welp te winnen.
Een van de grootste fouten die een mens kan maken is strak aankijken van een vreemde hond, vooral als deze bang of agressief is. Ook al wil men het dier alleen maar observeren, de hond ervaart het heel anders, hij vat het niet op als iets vriendelijks.
In de natuur schijnen dieren het bestaan van elkaar niet op te merken, als ze niet op een of andere manier speciaal in elkaar geïnteresseerd zijn (bang, agressief of verliefd).
Als honden elkaar strak aankijken hebben ze belangstelling voor elkaar, vaak uitdagend of dreigend. Dit geldt ook voor de mens U kent het onbehaaglijke gevoel wel dat ontstaat wanneer een vreemd persoon u lang aankijkt. "Dat mens wil iets van me" denk je en je voelt je op alles voorbereid. Als je met iemand die je niet kent in de lift staat doe je alle moeite om elkaar niet aan te kijken. De blik dwaalt overal rond of je kijkt strak naar de grond, maar niet naar die ander. Je staat te dicht bij elkaar en als blikken elkaar zouden kruisen zou dat een te diep contact betekenen. Bij een gesprek tussen twee mensen dwalen de ogen meestal rond totdat degene die spreekt aan het eind van zijn verhaal komt. Bij de laatste zinnen kijkt hij de ander aan alsof hij met het tekensysteem van de ogen wil zeggen: 'Ik ben uitgesproken, nu is het jouw beurt.'
Degene die luistert kijkt meestal naar degene die praat.(Controleer maar!).
Wanneer men dus een vreemde hond strak aankijkt, geeft men een teken dat men op een of andere manier belangstelling voor hem heeft. Is de hond schuw, bang of agressief, dan ziet hij een negatieve belangstelling in het teken: "Nu kom ik je pakken!"
Als men erbij glimlacht wordt men niet minder afschrikwekkend, want dat vat de hond niet op als een teken van vriendelijkheid.
Wanneer de eigenaar of iemand anders waar de hond op gesteld is hem aankijkt, is het een positieve belangstelling, mits de algemene stemming positief is, die wordt omgezet in: "Je bent braaf"! Dat oogcontact kan lang duren.
CONFLICTEN: Men heeft altijd beweerd dat er een gevoelsdimensie van de ervaringen bestaat, namelijk lust - onlust. Iets aangenaams geeft lustgevoelens en iets onaangenaams geeft onlustgevoelens. Er zijn natuurlijk ervaringen, die tussen lust en onlust liggen en helemaal geen gevoel geven. Een schema van de lust - onlust- dimensie, ook het "hedonistische principe" genoemd, zou er als volgt uitzien:
+ O -
sterk neutraal sterk
lustgevoel de hond is onlustgevoel
de hond komt dichter bij ongeïnteresseerd de hond vlucht
Ondanks veel kritiek en pogingen om een andere verklaring te vinden voor de wijze waarop de gevoelens het gedrag bepalen.wordt dit nog steeds gehandhaafd. Het is ontoereikend om het menselijk gedrag ermee te verklaren, we zijn te gecompliceerd, maar zonder te overdrijven kunnen we zeggen dat het gedrag van de hond kan worden ingedeeld in twee gedeelten, nl een plezierig en een onplezierig gedeelte en op die manier kunnen de meeste gedragingen van de hond worden verklaard. Het jagen, spelen, eten en geaaid worden zijn voorbeelden van plezierige ervaringen en bedreigd, gestraft, gebeten of bang gemaakt worden zijn voorbeelden van onplezierige ervaringen.
Gewoonlijk probeert de hond het onaangename te vermijden en wordt hij door het aangename aangetrokken. Lust en onlust zijn gevoelens, en kunnen dus ook niet door het bewustzijn en de wil van de hond worden beïnvloed.
Met conflict bedoelen we het tegelijkertijd ondergaan van tegenstrijdige gevoelens. Er zijn drie belangrijke soorten conflicten, namelijk 1) als men moet kiezen tussen twee even plezierige en aanlokkelijke dingen, 2) als men moet kiezen tussen even onplezierige en afstotelijke dingen en wat het meest voorkomt 3)als iets zowel aanlokkelijk als afstotelijk is.
1. Het eerste soort kan het beste worden beschreven met het beeld van de ezel tussen twee bergen hooi: In het algemeen is zo'n situatie niet moeilijk. Wanneer de baas eb de bazin tijdens een wandeling plotseling elk een andere richting opgaan kan de hond in zo'n soort van conflictsituatie komen, mits hij geen uitgesproken voorkeur heeft voor een van beiden. De hond zal heen en weer gaan rennen om te proberen zijn 'bergen hooi' weer bij elkaar te krijgen. Hoe groter de aantrekkingskracht van het voorwerp is des te sterker wordt het conflict. Zo kan een sterke aantrekkingskracht tot dwang worden. Een teef, die jongen heeft, kan in tweestrijd staan als ze naar buiten moet - en tegelijkertijd haar jongen onbewaakt moet achterlaten.
2. Een ander soort van conflictsituatie dat minder voorkomt, is tegenovergestelde van de eerste. In dit geval zijn er twee verschijnselen die even afstotelijk zijn, waartussen men moet kiezen. Voorbeeld: Men bevindt zich op de tiende verdieping van een brandend gebouw en moet kiezen tussen levend verbranden of naar beneden springen en op straat te pletter vallen. Honden kunnen door twee onaangename dingen, bijvoorbeeld tijdens het dresseren, in tweestrijd raken. Als de hond op zijn plaats moet gaan liggen en de grond is nat en koud en het commando plaats evenveel onlust inhoudt als het gaan liggen op de vochtige en koude plek, staat de hond voor de keus tussen twee onaangename dingen. De hond zou nooit in zo'n conflictsituatie terecht komen, als het goed plaatscommando hem goed was geleerd. Een goed plaatscommando mag natuurlijk niet te pas en te onpas worden gebruikt maar alleen wanneer werkelijk nodig is!
3. Er ontstaat een derde soort conflict als een situatie of een ding zowel aanlokkelijk als afstotelijk is. Dit is de meest voorkomende innerlijke strijd bij mensen en dieren. Men wil zowel dichterbij komen als vluchten. Een jongen wil een knap meisje ten dans vragen, maar is bang dat ze hem niet accepteert en dat hij "een blauwtje zal lopen":

+ wil De jongen komt in een
jongen situatie, die hem zowel
- durft niet aanlokt als afschrikt.

Dit soort van conflicten heeft men experimenteel bij mensen en dieren opgewekt. De onderzoeker bracht katten in conflict door ze eerst te wennen om op een signaal naar een bak te gaan om te eten. Nadat ze dit hadden aangeleerd kregen ze op het eetsignaal geen eten - maar werd er vanuit de bak lucht in hun gezicht geblazen. Toen het signaal weer klonk wisten ze niet of ze eten zouden krijgen of dat ze in hun gezicht zouden worden geblazen. De wil en de gewoonte om te eten wanneer het signaal had geklonken, dreef hen naar de bak toe, terwijl de vrees voor de luchtstoot hen er van weerhield.(Hun gedrag veranderde, rustig en lief, in onrustig, agressief en impulsief).
Hetzelfde gebeurt wanneer een hondengeleider, die zijn hond heeft geleerd om op bevel te komen, bij een of andere gelegenheid zijn hond straft omdat hij niet snel genoeg komt, of omdat hij iets doet wat hij niet mag. Herkent u deze situatie? Door de verheven stem en de samengeperste lippen wordt het commando en alles wat men zegt extra benadrukt, de bevelen gaan gepaard met stampvoeten en gebaren. Wanneer de hond uiteindelijk komt, kan men zijn woede niet inhouden en geeft de hond een tik. Deze leert dan volgens het principe van onvrijwillig leren dat hier en kom zowel lust als onlust betekenen! Door de wil om te gehoorzamen wordt de hond gedreven om te komen en door angst voor straf wordt hij weerhouden om naar zijn geleider te gaan. Als de situatie zich herhaalt zal het gedrag veranderen. Onzekerheid, agressiviteit, onderdanigheid en angst zijn vaak het gevolg. De hond was niet in staat om de informatie die er vanuit ging te interpreteren. Hetzelfde ondergaan veel honden in meer of mindere mate thuis. Soms mag hij op de bank liggen, soms is het verboden. Een hond krijgt een bevel, maar er wordt niet altijd van hem geëist dat hij gehoorzaamt. Onder het spelen hitst men de hond op, maar men heeft al gauw genoeg van en straft de hond omdat hij niet wil ophouden. Hieruit blijkt dat men de hond goed en duidelijk moet laten weten wat ja en wat nee is, wat toegestaan en wat verboden is. De hond moet de gevolgen van onduidelijke wensen worden bespaard!

IS EEN PROBLEEMHOND TE VERANDEREN.
Er is geen enkele hond,die niet kan worden veranderd! Theoretisch gezien bestaan er geen onhandelbare honden. Alle hoger staande diersoorten kunnen zich aanpassen aan veranderlijke omstandigheden en zijn daardoor te beïnvloeden. Anders zouden ze een natuurlijk bestaan met alle verscheidenheden en verschillende levensvoorwaarden nooit kunnen overleven. Het is een van de meest kenmerkende eigenschappen van de hogere diersoorten, dat ze zich, afgezien van hun genetische geaardheid, kunnen aanpassen aan een wisselende omgeving. Toch zijn er praktische beperkingen in de invloedssfeer en de mogelijkheid om een hond te veranderen. Maar deze liggen meer bij de mens dan bij de hond. Wij missen kennis, middelen en gelegenheid om de moeilijke problemen op te lossen. Wij zullen altijd beperkt blijven in ons vermogen en dat brengt met zich mee, dat niet alle probleemhonden kunnen worden veranderd. Onze mogelijkheden hangen van zoveel dingen af: tijd, kennis, behendigheid, interesse, goede raad, morele overwegingen en juiste hulpmiddelen. Ik hoop, dat dit boek vooral de kennis zal verrijken en als hulpmiddel zal dienen. Tijd en behendigheid zijn niet door boeken te verkrijgen, alhoewel men dat vaak zou willen. Interesse is aanwezig, anders zou dit boek nog op de toonbank liggen.
WAAR VIND JE DE PROBLEEMHOND?: In het algemeen bij een baas, die voor het eerst een hond heeft. Helaas is gebleken, dat in veel gevallen de eerste hond haast alle fouten, waaruit naderhand lering wordt getrokken, moet ondervinden. Het ontbreekt de nieuwe hondeneigenaar in de eerste plaats aan kennis van het gedrag, van de hond, van de opvoeding, van de eventuele moeilijkheden en aan kennis van de oplossing ervan. Moeilijkheden zijn er om overwonnen te worden! Als je je eerste hond hebt, wees dan niet bang, zorg goed voor de hond en verrijk je kennis. Dan heb je alle kans om de gemiddelde leeftijdsstatistiek te doorbreken.
WAT EISEN WIJ VAN EEN HOND?: Eigenlijk is het niet zo moeilijk te begrijpen dat een hond zich verkeerd kan ontwikkelen en lastig kan worden, als men bedenkt hoeveel wij in het algemeen van hem eisen.
- Hij moet stil zijn en mag niet opvallen -maar toch moet hij waaks zijn en aanslaan als er iemand komt.
- Hij moet lief zijn voor mensen maar grommen tegen ongewenste personen.
- Hij moet lief zijn voor kinderen maar kinderen hoeven niet altijd lief voor hem te zijn.
- Hij mag Sinterklaas en de melkboer wel binnenlaten maar dieven moet hij verjagen.
- Hij moet rustig zijn en geen lawaai maken toch moet hij vrolijk en speels zijn.
- Hij moet pit hebben en eerzuchtig zijn maar hij moet aan de riem, aangepast aan de slakkengang van zijn baas mee kunnen lopen.
- Hij moet begrijpen wat je zegt vaak zonder dat je hem eerst hebt geleerd.
- Hij moet onmiddellijk gehoorzamen en toch een zelfstandig en eigen karakter tonen.
Het moet worden gezegd, dat honden fijne dieren zijn, want de meeste honden voldoen aan deze eisen!
WAT EISEN WE VAN ONSZELF?: Om een probleemhond goed te kunnen begrijpen en ermee te kunnen werken, moet je eerst weten hoe de normale hond functioneert en zich gedraagt. Dikwijls ontstaan er problemen doordat het natuurlijke,oorspronkelijke gedrag van de hond in conflict komt met de eisen,die de gemeenschap en wij aan hem stellen. Zo kunnen bijvoorbeeld de van oorsprong aanwezige sterke wil en de behoefte om zijn omgeving te beschermen en te verdedigen ertoe leiden,dat hij agressief wordt tegen mensen.
Men moet weten welke problemen een hond heeft, hoe deze zijn ontstaan en welke fouten men zelf maakt, de juiste oorzaken kunnen vinden en weten hoe deze kunnen worden weggenomen.
Andere Problemen.
Niet alleen kunnen zijn.
Verschijnselen. De hond blaft, jankt, huilt e.d. als hij alleen wordt gelaten.
Oorzaak. Vaak een sterke band met de eigenaar, die is ontstaan door een gevoel van onveiligheid van vroeger. Meestal begint het met piepen en eindigt het met huilen. Het kan ook komen omdat hij niet gewend is om alleen te zijn. Er kunnen ook conflicten meespelen.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond te leren zich veilig te voelen als hij alleen is en hem eraan te wennen om in zo'n geval te gaan rusten, wat een natuurlijk gedrag is.
Als de hond bang is om alleen te zijn mag men hem niet straffen.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen.
2. Als de hond weinig zelfvertrouwen heeft wordt dit geoefend.
3. In het begin past men het blijf commando zo toe dat men de hond enkele ogenblikken alleen laat, als hij aan zijn mand is vastgemaakt en het liefst als hij ligt. Het commando blijf moet op een besliste, neutrale toon worden gegeven. Als men na enkele seconden weer naar de hond toe gaat, prijst men hem uitvoerig.
4. Men gaat steeds iets langer en verder weg. Denk er om dat men de hond niet zo lang alleen mag laten dat hij onrustig wordt en begint te janken. Hij moet zich veilig leren voelen door het gevoel te krijgen dat men altijd na een poosje terugkomt. Dit poosje wordt steeds langer en langer...
5. Als de training zo ver gevorderd is dat men de voordeur dicht kan doen en misschien de voordeur dicht kan doen en misschien een paar stappen naar buiten kan lopen, doet men de hele procedure weer van voren af aan, maar nu met de jas aan. Dit betekent immers voor de hond dat hij voor een langere tijd alleen wordt gelaten. Het is daarom belangrijk dat men eerst korte poosjes met de jas aan traint.
6. Geleidelijk aan blijft men nu langer weg, maar let er op dat de hond niet onrustig wordt. Hij moet eigenlijk liggen slapen als men weg is, dat is natuurlijk voor een rustige hond.
7. Als hulpmiddel bij de training kan men een kruik en een wekker onder de deken van de hond leggen.
8. Tijdens het eigenlijke leerproces moet men voorkomen dat de hond zo lang alleen wordt gelaten dat hij begint te janken of op een andere manier zijn onveiligheid toont. Anders verknoeid men de hele training! Als men lang weg moet, moet men voor een hondenoppas zorgen of de hond meenemen.
9. Als de hond tijdens een training begint te piepen, blaffen, janken of huilen, mag men niet naar hem toe gaan! Hij wordt immers beloond doordat je komt, ook al ben je kwaad -want de hond is niet meer alleen!
10. Als de training geen succes heeft moet men de hond (als hij niet te angstig is) straffen voor het lawaai dat hij maakt. Men moet hem in zo'n geval straffen zonder zelf te worden opgemerkt, omdat hij alleen zo tekeer gaat als hij alleen is. Aangezien onrustige honden meestal gevoelig zijn, raden wij aan om eerst de watermethode te proberen. Als die niet helpt en de hond niet erg gevoelig is kan men de kettingmethode proberen.
11. Iemand kan zich met een waterpistool verbergen en de hond -zonder te worden opgemerkt- straffen. Denk er om dat het moeilijk is om een hond voor de gek te houden. Of men kan verschillende trucjes toepassen en speciale maatregelen nemen. De hoofdzaak is dat de straf onzichtbaar is. (Asociale situaties). De hond moet het idee krijgen dat het gevoel van onbehagen is en niets met zijn baas te maken heeft.
NAAR BENEDEN TREKKEN EN KAPOT BIJTEN.
Verschijnselen. De hond trekt dingen naar beneden en bijt zich kapot. Dit gebeurt bij voorkeur wanneer hij alleen is.
Oorzaak. Een gevoel van onveiligheid als welp is de meest voorkomende oorzaak. De angstgevoelens die de hond krijgt als hij alleen is, veroorzaken spanningen die op deze manier worden geuit (angstverminderend gedrag). De oorzaak kan ook zijn dat het een buitengewoon actieve hond is, die geen rust heeft. Het gedrag kan ook door conflicten geconditioneerd zijn. Ernstige voedingsproblemen kunnen waarschijnlijk ook toe bijdragen.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond zich minder onrustig en onveilig te laten voelen als hij alleen is, hem nare ervaringen te laten opdoen als hij dingen naar beneden trekt en kapot bijt en hem goede ervaringen te laten opdoen als hij met zijn eigen spullen speelt. De gelijkenis met het vorige stuk Niet alleen kunnen zijn is treffend. De reden dat het apart wordt behandeld is dat er verschillende redenen kunnen zijn waarom een hond huilt of dingen naar beneden trekt en kapot bijt.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen. In de eerste plaats de blijf oefening.
2. Zie Niet alleen kunnen zijn, punt 2, 3, 4, 5, 6 en 7. De hond wordt dus eerst geoefend om rustig te zijn en zich veilig te voelen als hij alleen is.
3. Na de veiligheidstraining kan men beginnen te straffen, als dat nodig mocht zijn. Men moet hier een methode kiezen die uitgevoerd kan worden zonder dat men zelf wordt opgemerkt, anders zal de hond de straf in verband met een persoon brengen en zich alleen netjes gedragen wanneer er iemand in de buurt is (zie Asociale situaties). De watermethode is het meest geschikt voor gevoelige honden, de kettingmethode voor minder gevoelige honden.
4. Iemand kan zich met een waterpistool of een ketting verstoppen (N.B. het is erg moeilijk om een hond voor de gek te houden) om de hond -zonder iets te zeggen- te straffen.
5. Men kan ook de eigen fantasie de vrije loop laten om verschillende technische foefjes te bedenken, waardoor men de hond alleen kan laten en hij toch wordt gestraft. De voorwerpen waar de hond in bijt kan men met azijn besprenkelen. De lucht ervan is afschrikwekkend. Met een plastic of kartonnen beker (of een ketting) en wat naaigaren kan men een constructie maken, waardoor de hond een onaangename ervaring krijgt als hij iets pakt, dat hij niet mag hebben.
ZICHZELF BIJTEN.
Verschijnselen. Het lijkt alsof de hond soms, vooral wanneer hij opgewonden is, een jeukaanval krijgt, vaak op zijn poten.
Oorzaak. Waarschijnlijk is de oorzaak vaak van medische aard. Stofwisselingsstoornissen spelen een grote rol, maar er zijn ook psychisch geconditioneerde oorzaken. Honden die erg gespannen en onrustig zijn kunnen soms zeer veel last van jeuk hebben. Het lijkt soms alsof het krabben en bijten de angst doen afnemen en de onrust verminderen.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond te laten ophouden om zichzelf te bijten, gedeeltelijk met behulp van medicamenten en verandering van dieet en gedeeltelijk door de spanningen van de hond te verminderen en hem rustig te krijgen.
Maatregelen.
1. De behandeling begint net de basis voorbereidingen, vooral met de nadruk op zelfonderzoek.
2. Laat de dierenarts de hond onderzoeken en volg de raad over voeding nauwgezet op. Geef de hond niets anders te eten dan wat in het voedseltabel is aangegeven.
3. Houd de hond zo veel mogelijk bezig met activiteiten die geen jeuk opwekken en vermijd elke situatie waardoor hij jeuk krijgt.
4. In moeilijke gevallen kan men proberen om het krabben en bijten voorzichtig te bestraffen, om, dat de spanning vermindert, dit te doorbreken. Men moet echter een straf geven die geen pijn veroorzaakt, want de hond mag absoluut niet opgewonden of opgehitst raken, zodat hij onrustig en gespannen wordt.
5. Elke keer dat de hond zich begint te krabben en te bijten geeft men hem een standje. Meteen daarna moet men hem ergens mee bezighouden (bijvoorbeeld gehoorzaamheidstraining), waardoor hij goed wordt afgeleid. Men mag echter niet te vaak boos worden, want het bijten kan ook alleen een oorzaak van medische aard hebben.
ZIJN BEHOEFTE BINNEN DOEN.
(N.B.! Geldt voor volwassen honden)
Verschijnselen. De hond doet zijn behoeften binnen en trekt zich niets van de training aan.
Oorzaak. Fout leerproces of angst (straf vergroot de angst), die remmend werkt op het leerproces is meestal de oorzaak.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond zindelijk te maken, in de eerste plaats door opnieuw met de welpentraining te beginnen, d.w.z. straf vermijden. Op die manier neemt de angst van de hond af en worden de kansen op een geslaagd leerproces vergroot.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen. De hond moet tamelijk evenwichtig zijn voordat men met de training kan beginnen.
2. Als de hond weinig zelfvertrouwen heeft, oefent men dit.
3. Maak hem zindelijk volgens de opvoeding van de welp.
4. Aangezien de hond zijn behoeften niet graag in zijn mand doet, kan men daar profijt van hebben door hem ongeveer een half uur voordat hij wordt uitgelaten aan zijn mand vast te binden.
5. Als de training geen resultaat oplevert gaat men tot bestraffen over. Zorg er voor dat de straf niet wordt gegeven als de hond zijn behoeften reeds heeft gedaan, maar vlak daarvoor! Na de straf neemt men de hond mee naar buiten en prijst hem lovend als hij daar iets doet.
WAGENZIEKTE.
Verschijnselen. De hond geeft over tijdens het rijden in de auto. Wil vaak niet in de auto stappen.
Oorzaak. Waarschijnlijk zijn er oorzaken gedeeltelijk psychisch geconditioneerd, want men kan wagenziekte door een psychische benadering verhelpen. Honden die niet van autorijden houden worden vaak ziek. Dat ze niet van autorijden houden vindt meestal zijn oorsprong in het feit dat de eerste indruk van het in de auto rijden negatief was -ze zijn naar vervelende plaatsen toe gereden (bijvoorbeeld naar de dierenarts). Er kunnen natuurlijk ook oorzaken van medische aard zijn.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om het plezierig te maken om in een auto te rijden, doordat men alleen naar plaatsen toe gaat die voor de hond leuk zijn. Men moet de hond nooit vlak voor een autorit eten geven!
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen.
2. Als de hond weinig zelfvertrouwen heeft, moet men dit oefenen
3. Rijd korte ritjes -in het begin bijvoorbeeld 50-70 meter- met de hond en stap daarna uit om met hem te spelen. Het is fijn als er een groenstrook of een bos in de buurt is waar men naar toe kan rijden. Op een korte rit heeft de hond niet genoeg tijd om ziek te worden.
4. Na verloop van tijd rijd men naar leuke plekken, die verder weg liggen -maar rijd nooit zo lang dat de hond de tijd heeft om ziek te worden. Geleidelijk aan maakt men langere ritten. Het is het beste als de hond tijdens de training door het raam naar buiten kan kijken. Het is vanzelfsprekend dat men niet in de auto moet roken, als de hond mee is.
OVER ACTIVITEIT.
(N.B. Geldt voor volwassen honden).
Verschijnselen. De hond breekt het huis af met zijn activiteit. Hij is vrijwel nooit langer dan een paar seconden stil. 's Nachts kan hij echter slapen alsof hij in coma ligt. Hij schijnt ondanks veel lichaamsbeweging onvermoeibaar te zijn.
Oorzaak. Een veel voorkomende oorzaak van de over activiteit van de hond is dat men hem door lichaamsbeweging probeert uit te putten. Hoe meer lichaamsbeweging men een hond geeft, des te fitter wordt hij! Vaak zijn het honden die tijdens hun groeiproces te weinig slechte ervaringen hebben opgedaan, waardoor gemakkelijk een overdreven vooruitstrevendheid en activiteitslust ontstaan. Over activiteit kan ook door nervositeit geconditioneerd zijn.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond te kalmeren en om de activiteit beter te reguleren.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen.
2. De lichaamsbeweging van de hond moet niet meer, maar juist minder worden. Hoe veel minder is uiteraard individueel en afhankelijk van de grootte van de hond.
3. Men moet de activiteit van de hond terugbrengen tot bepaalde gedragingen en speciale tijden. Spelen met andere honden, sporen volgen e.d., zijn fijne bezigheden voor een over actieve hond. Het is belangrijk dat men consequent een bepaald dagprogramma aanhoudt. De hond moet weten wanneer hij mag spelen en zijn energie kwijt kan maar ook wanneer hij moet uitrusten.
ONGEHOORZAAMHEID.
Verschijnselen. De hond accepteert geen leiding en is moeilijk op te voeden. Hij is eigenwijs, er valt moeilijk met hem te werken bij de training en hij doet eigenlijk alleen wat hij zelf wil.
Oorzaak. Meestal mist de eigenaar van de hond het leiderimage, d.w.z. de hond ziet hem niet als uitgesproken, vastberaden leider, die boven hem in rangorde staat. Het is natuurlijk ook erg afhankelijk van de persoonlijkheid van de hond. Het is meestal een eigenwijze en zelfstandige hond.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de eigenaar een groter leiderimage te geven, zodat de hond een uitgesproken vastberaden leider zal krijgen, die veel eist en tegelijkertijd vriendelijk is.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen vooral met de nadruk op gehoorzaamheidstraining.
2. De gehoorzaamheidstraining wordt ontwikkeld en als de hond niet gevoelig is wordt de kettingmethode toegepast. Men stelt hogere eisen aan de gehoorzaamheid van de hond, men treedt beslister op en men prijst de hond extra wanneer hij vorderingen maakt. Herhaling van het leerproces wordt bij de gehoorzaamheidstraining toegepast.
NERVOSITEIT, RUSTELOOSHEID EN ONDERDANIGHEID.
De reden dat deze vaak zo verschillende problemen onder één rubriek worden samengebracht is dat ze in de meeste gevallen dezelfde oorzaak hebben en eenzelfde behandeling vragen.
Verschijnselen. De hond is nerveus en schrikt op van een onverwacht geluid zonder dat hij echt bang is voor lawaai. Hij is rusteloos, heeft moeite om een lange tijd stil te zijn en schijnt een overdosis aan energie te hebben. Hij is onderdanig, lijkt bang te zijn om te worden geslagen en is overgevoelig als hij wordt gestraft of een standje krijgt.
Oorzaak. Nervositeit en rusteloosheid kunnen verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende zijn sterke geslachtsdrift bij reuen, psychische shock, frustratie, mentale overspanning en conflicten. Een angstige hond vertoont vaak de genoemde symptomen. Onderdanigheid is meestal veroorzaakt doordat de hond hard is behandeld, soms in combinatie met zijn gevoelige en zachte aard. De ervaringen als welp spelen een belangrijke rol. Het kan ook door conflicten geconditioneerd zijn.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond te kalmeren en het zelfvertrouwen te vergroten.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen. Bij vrij ongevoelige honden kan men het beste gehoorzaamheidstraining toepassen.
2. Men traint het zelfvertrouwen. Alles wat negatief of angstaanjagend kan werken moet worden geëlimineerd.
HET JAGEN EN ACHTERNA RENNEN VAN ANDERE HONDEN, MENSEN OF VOERTUIGEN.
Verschijnselen. De hond is niet tegen te houden als hij iets ziet wat hij achterna wil rennen.
Oorzaak. Alles wat snel beweegt, wat lijkt te vluchten, wekt de achtervolgingslust van de hond op (men zou kunnen spreken van een achtervolgingsinstinct). Als het achtervolgen als plezierig wordt ervaren en succesvol is, wordt het aangeleerd. Het gedrag kan ook zijn geconditioneerd door agressiviteit ten opzichte van alles wat vlucht, bijvoorbeeld als de hond een mens achterna rent.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond op bevel te komen, te leren om geen vluchtende dieren of voorwerpen achterna te gaan en om hem door vertrouwensoefeningen, voor zover dat mogelijk is, te leren omgaan met de dingen waar hij op jaagde. Men moet hier met proefobjecten werken. Het is onmogelijk om voortdurend klaar te staan en af te wachten of er zich een geschikt voorval zal voordoen, men moet de situaties creëren. Lopende, fietsende of autorijdende mensen en andere honden kunnen als figuranten optreden. Met andere dieren is het lastiger want men kan moeilijk een vreemd dier als proefobject laten fungeren. Men kan heel goed opgezette dieren of modellen gebruiken, die op een wagen of een slee worden gezet. Een witte doek die met een lang touw aan een stok wordt vastgemaakt, kan -op enige afstand- de illusie van een haas geven.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen, vooral met de nadruk op gehoorzaamheidstraining.
2. De kettingmethode wordt aangeleerd. Als de hond gevoelig is kan men het op bevel komen oefenen met een lange lijn en alleen af en toe de ketting gebruiken.
3. Maak de hond vast aan een dunne lange lijn, zodat hij het gevoel heeft dat hij los is. Het is belangrijk dat de lijn niet wordt gespannen, anders voelt de hond direct dat hij niet vrij is. Een trucje hierbij is om de hond bovendien zijn gewone lijn om te doen en die pas los te maken op het moment dat de oefening kan beginnen.
4. Op een bepaald teken, dat de hond niet begrijpt, komt het voorwerp tevoorschijn. Als de hond de eerste stappen doet om weg te rennen, wordt de ketting tegen zijn achterwerk gegooid. Als hij zich niets van de ketting aantrekt, rukt men zo hard mogelijk aan de lijn. Dit wordt een aantal keren herhaald.
5. Als de hond de oefening aan de lijn na verloop van tijd volledig onder controle heeft, wordt alles herhaald zonder lijn.
Er moeten dan wel een of meer personen goed verborgen met een ketting in de buurt van de hond zijn. Als de hond, ondanks alle training, naar het verboden voorwerp toesnelt, moet hij door de kettingen worden getroffen. Blijft hij staan dan moet hij kalmerend worden geprezen. Als extra veiligheidsmaatregel kan men een net, een tennis badminton-,vis- of ander net, op de grond voor het voorwerp leggen. Als de hond naar voren loopt kan men hem tegenhouden door het net omhoog te halen. Denk er om dat de personen, die de kettingen moeten gooien, zich niet mogen laten zien.
6. Als de hond is tegengehouden wordt hij flink aangehaald en getroost. Men moet na het trainen op afstand ook dichtbij trainen, zodat de hond het object leert verdragen. Men kan de hond er na de training naar toe brengen om hem het te laten begroeten en besnuffelen. Zo lang de hond zich correct gedraagt wordt ij rustig geprezen waardoor men de goede reactie versterkt.
7. Om een goed resultaat van de training te krijgen en om te bereiken dat de hond gaat generaliseren, moeten de oefeningen op een aantal verschillende plaatsen (ongeveer drie,vier) worden herhaald. Anders bestaat er een grote kans dat de hond het jagen alleen laat op de plaats waar men hem heeft getraind!
VAN HUIS WEGLOPEN.
Verschijnselen. De hond glipt het huis uit zodra hij de kans krijgt (of nog erger: alleen af en toe, wanneer men geheel onvoorbereid is).
Oorzaak. Meestal mist de eigenaar van de hond het leiderimage d.w.z. de hond ziet geen uitgesproken, vastberaden leider in hem, die boven hem staat. In een roedel met een zwakke leider bestaat ook geen hechte band! Andere oorzaken kunnen onvoldoende gehoorzaamheid, verveling, verdriet en eer sterke geslachtsdrift zijn. Een hond die de smaak van het weglopen te pakken heeft en succes had met zijn gedrag, zal het steeds weer doen zodra hij een kans ziet.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om het leiderschap van de hondeneigenaar te vergroten en om er voor te zorgen dat de hond zich thuis beter vermaakt en zich prettig voelt. Bovendien wordt de hond gestraft als hij wegloopt. Denk erom: niet straffen als hij weer thuiskomt! Denk erom dat de hond niets positiefs leert als hij achteraf wordt gestraft! Het is een asociale situatie en men moet de hond straffen zonder te worden opgemerkt -de hond moet het idee hebben dat zijn gedrag onbehagen veroorzaakte.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen en gehoorzaamheidstraining.
2. Lees het gedeelte over de bestraffingtechniek nauwkeurig.
3. Als de gehoorzaamheidstraining wordt beheerst, traint men -als de hond niet te gevoelig is- volgen de kettingmethode.
4. Let op waar de hond de tuin meestal verlaat als hij wegloopt en maak eventuele andere uitgangen dicht. Men moet nu namelijk een onzichtbaar hek maken. Op het moment dat de hond het erf wil verlaten, wordt de ketting tegen hem aangegooid vanuit een goed verborgen plek (geen commando's!). Als het een gevoelige hond is, kan men een beker water boven het gat hangen en aan de beker een draad vastmaken, zodat het water op de hond terecht komt wanneer hij door het gat kruipt.
5. Als dit geen succes heeft, kan men vragen of iemand zich net buiten het terrein wil verstoppen en daarvandaan de ketting op de hond wil gooien. Het zal nog beter gaan wanneer de baas de hond op lokkende toon roept en het aantrekkelijk maakt voor hem om thuis te komen.
6. Men moet de hond tenminste een paar keer in verleiding brengen om weg te lopen, om het verboden gedrag te provoceren en het leerproces effectiever te maken. De reden hiervan is dat het de hond meestal zo'n heerlijk gevoel geeft om weg te lopen, dat hij snel weer aanleert als de straf niet echt effectief is. Men kan bijvoorbeeld een hond buiten het hek laten lopen om hem in de verleiding te brengen.
7. Na een voltooide behandeling moet men een paar kettingen in de doorgang, waardoor hij de tuin uitloopt, hangen. Ze moeten zo worden opgehangen dat wanneer de hond door het gat heen loopt hij de kettingen raakt, die dan gaan rinkelen.
8. Verder moet men ervoor zorgen dat de hond thuis wordt beziggehouden, bijvoorbeeld door elke dag op bepaalde tijden met hem te spelen en hem te trainen en dat hij verder bij het gezin mag zijn.
WEGLOPEN TIJDENS HET WANDELEN.
Verschijnselen. De hond gaat er vandoor tijdens het wandelen, meestal een of ander dier achterna.
Oorzaak. Meestal mist de baas het leidersimage, d.w.z. de hond ziet hem niet als uitgesproken, vastberaden leider, die boven hem staat. Vaak komt daar nog bij dat hij slecht gehoorzaamt.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen en gehoorzaamheidstraining.
2. Lees het gedeelte over de bestraffingtechniek nauwkeurig.
3. Als de gehoorzaamheidstraining wordt beheerst, traint men -als de hond niet te gevoelig is- volgen de kettingmethode.
4. Als de hond gevoelig is en zich gemakkelijk laat beïnvloeden, is het aan te bevelen dat men iedere keer, dat hij verder dan tien meter wegloopt, tijdens het wandelen, verstopt. Hij zal onzeker worden omdat hij niet weet waar zijn begeleiders is en voortaan in de buurt blijven.
5. Als de hond minder gevoelig is en steeds wegloopt, beveelt men hem iedere keer, dat hij meer dan 2 à 3 meter van zijn begeleider vandaan loopt, consequent terug te komen. In het algemeen heeft men de hond dan zo goed onder controle, dat men tijd genoeg heeft om hem te straffen als hij weg wil rennen. Als de hond niet meer wegloopt, kan men minder van hem gaan eisen en hem meer vrijheid geven, maar men moet hem altijd volledig onder controle hebben.
BUITEN DE "DEUR" ETEN.
Verschijnselen. De hond eet buiten de deur wat hij te pakken kan krijgen, voornamelijk allerlei afval.
Oorzaak. Waarschijnlijk een spijsverteringsstoornis of een tekort aan bepaalde voedingsstoffen door verkeerd samengesteld voedsel. Hij kan de gewoonte om zich met van alles vol te stoppen blijven houden, ook al zijn de fundamentele oorzaken weggenomen.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om door een goed dieet de fundamentele oorzaak weg te nemen en om de hond te straffen als hij buiten iets eet. Denk er om dat het niet gevaarlijk is voor een hond om bijvoorbeeld uitwerpselen van een paard te eten, ook al is het misschien onesthetisch voor de eigenaar van de hond. De meeste dieren zijn in staat om te ruiken of iets giftig is of niet (N.B. Dit geldt niet voor bepaalde chemicaliën e.d.!).
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen vooral met de nadruk op ziekte (darmparasieten!) en voeding.
2. Als de hond gevoelig is wordt de watermethode toegepast, anders wordt volgens de kettingmethode getraind.
3. Men straft de hond op het moment dat hij zijn tanden in het verboden voorwerp wil zetten zonder een bevel te geven en het liefst zonder gezien te worden. Als men er niet op bedacht is kan men altijd de lijn nog naar hem toe gooien.
4. De meeste kans op een snel resultaat heeft men als de verboden voorwerpen op voor de hond aanlokkelijke plaatsen worden neergelegd of als men een val voor hem opstelt. Plaats op uw wandelroute klemmen met voor de hond verleidelijke hapjes. Loop uw route en laat de hond z'n gang dan gaan. Deze methode niet bij angstige of schrikkerige honden toepassen.
BLAFFEN.
Verschijnselen. De hond blaft te pas en te onpas of bij bepaalde gebeurtenissen, bijvoorbeeld als er wordt gebeld.
Oorzaak. Het overdreven blaffen van een hond wordt meestal veroorzaakt doordat hij agressief ten opzichte van of bang is voor vreemde mensen. Een tomeloze territorium verdedigings lust is ook een veel voorkomende oorzaak. Teven gaan soms meer blaffen als ze schijndrachtig zijn. Dat kan worden verklaard doordat zo'n teef het gevoel heeft, dat ze haar welpen moet bewaken.
Behandeling De behandeling is erop gericht om de hond te leren om op bevel stil te zijn en om gecontroleerd te blaffen, als daar een reden voor is. Denk er om, dat als de hond uit angst of uit agressiviteit blaft, hij eerst voor deze problemen moet worden behandeld. Blaffen is meestal een agressieve handeling (er bestaat ook blij geblaf!). Als er een straf wordt gegeven, die pijn met zich meebrengt, moet dit zo gebeuren dat de hond er meteen mee ophoudt, anders zal hij nog meer gaan blaffen. Een hond moet mogen blaffen! Een van zijn belangrijkste taken is immers het bewaken van het territoir. De hond moet daarentegen leren, dat hij ophoudt als men dat zegt!
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen en gehoorzaamheidstraining.
2. Bij een gevoelige hond probeert men eerst de watermethode. Telkens wanneer hij begint te blaffen wordt hij gestraft. Als hij ophoudt, wordt hij op een kalmerende manier geprezen.
3. Als de hond minder gevoelig is wordt de kettingmethode toegepast. Als hij die kent kan de ketting als commandoversterker worden gebruikt. Men beveelt hem stil te zijn en rinkelt met de ketting. Als de hond niet ophoudt met blaffen kan men de ketting naar hem toe gooien als men het bevel geeft. Zodra de hond stil is, prijst men hem op een kalmerende manier.
4. Als de hond in de lucht blaft zonder zichtbare reden en alleen als men niet bij hem in de buurt is, kan men met de ketting rinkelen of de ketting naar hem gooien zonder iets te zeggen.
5. Provoceer de hond in verschillende situaties tot blaffen, want hij moet vaak worden gestraft. De hond is namelijk vaak zo opgewonden als hij blaft, dat men hem heel intensief moet oefenen om stil te zijn, voordat hij werkelijk op het commando zal gehoorzamen. Iedere keer dat de hond in een bepaalde situatie stil is, wordt hij geprezen en aangehaald. Probeer de hond te prijzen, voordat hij weer begint te blaffen!
6. Als deze methoden niet helpen moet men contact opnemen met een ervaren hondentrainer.
"RIJDEN".
Verschijnselen. De hond klemt zijn voorpoten om verschillende voorwerpen, bij voorkeur armen en benen van de gezinsleden en maakt paringsbewegingen.
Oorzaak. Meestal een blijk van geslachtsdrift, maar het gedrag kan ook andere oorzaken hebben. Het gedrag komt ook vóór de geslachtsrijpheid voor, zelfs bij welpjes, en heeft dan geen seksuele betekenis. Ook nadat de hond geslachtsrijp is kan het voorkomen zonder dat het wordt veroorzaakt door geslachtsdrift. Soms houdt het verband met de agressiviteit van honden, als ze elkaar uitdagen door te gaan rijden of hun kin op de rug drukken (wat het begin is van het rijden). Het is een zeer provocerende handeling. (Bij apen komt een dergelijk gedrag ook voor. Als twee apen hebben gevochten, voert de overwinnaar meestal een rituele bestijging uit, om zijn overwinning te benadrukken).
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond te leren, dat hij niet mag rijden. Het is niet verkeerd om hem dit gedrag te verbieden, het is eerder verkeerd om hem toe te staan er mee te beginnen, zonder dat hij er mee door mag gaan.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen, vooral met de nadruk op gehoorzaamheidstraining.
2. Men houdt bij de keuze van de bestraffingmethode rekening met de gevoeligheid van de hond. Door een plens water in het gezicht, een ruk aan de lijn of een tik, zullen de meeste honden de meeste honden er mee ophouden. Bij minder gevoelige honden traint men volgens de kettingmethode.
3. Als men met de kettingmethode werkt, is het meestal voldoende om de ketting tussen de achterpoten van de hond te laten vallen om hem met het rijden te laten ophouden. Bij bepaalde honden is het echter nodig dat men de ketting tegen het achterwerk gooit.
4. Dit is een sociale bestraffingsituatie. Het is goed om de straf met foei te combineren, dan is het later vaak voldoende om alleen het commando te gebruiken. Na de straf kan men wat met de hond gaan spelen om hem af te leiden.
5. Als de geslachtsdrift van de hond erg sterk is kan men proberen om hem hormoonpreparaten te geven. Raadpleeg een dierenarts!
BEDELEN.
Verschijnselen. De hond bedelt aan tafel.
Oorzaak. Het gedrag is gebaseerd op het principe van vrijwillig leren. Als de hond eenmaal iets aan tafel heeft gekregen, leert hij al gauw dat het bedelen succes heeft.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond te leren dat het niet lonend is om te bedelen en dat hij op een bepaalde plaats moet liggen, bijvoorbeeld in zijn mand, als de rest van het gezin eet. Als de hond wordt gestraft wanneer hij bij de tafel zit en men boos wordt als hij bedelt, begaat men een fout ten opzichte van de hond. Omdat hij geen actieve handeling verricht -hij zit alleen maar en volgt iedere hap van het bord tot in de mond van degen die aan tafel zit- kan hij niet begrijpen wat hij verkeerd doet.
Maatregelen. De hond moet gegeten hebben voordat de rest van het gezin gaat eten! De meest humane en de enige effectieve manier is om de hond in een andere kamer te doen als men gaat eten, zodat hij niet alle lekkere geuren kan opvangen. Als men klaar is met eten wordt de hond beloond omdat hij zoet is blijven liggen en gaat men met iets lekkers naar hem toe. Denk er om dat de hond niet naar de tafel toe mag komen om het hapje te halen. Niet de tafel, maar de kamer waar de hond zit, moet het fijne plekje zijn! Een wat onvriendelijke manier (die echter niet altijd het gewenste resultaat oplevert) is om de hond alleen maar dingen te geven, die niet lekker zijn, zoals groenten e.d. Maar geen kruiden of warm eten!
SPRINGEN.
Verschijnselen. De hond springt met zijn voorpoten tegen mensen op.
Oorzaak. Het springen is meestal een bewijs van liefde en vreugde van de hond en hij zou het liefst het gezicht willen bereiken om zijn genegenheid te tonen.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond eerst een alternatief te geven en daarna het springen te bestraffen. Het is namelijk zo natuurlijk voor een hond om te springen als hij blij is, dat hij in het begin niet kan begrijpen waarom hij wordt gestraft. Men moet hem eerst leren wat hij daarvoor in de plaats moet doen. De hond mag echter absoluut niet tegen vreemde mensen opspringen.
Maatregelen.
1. Men toont de hond om te beginnen wat hij wél mag doen, de alternatieve begroeting. Alle personen (behalve vreemden), die de hond willen begroeten, moeten zich naar de hond toe buigen, zodat hij niet hoeft te springen.
2. Als hij weet hoe hij wel mag begroeten, gaat men het springen bestraffen. Men introduceert de straf geleidelijkaan en zet de hond eerst vriendelijk, maar vastberaden op de grond met een bestraffend foei. Men wordt steeds strenger.
3. Men kan het springen nog doortastender aanpakken door de sprong van de hond met behulp van de lijn te verlengen. Als de hond springt en op het hoogste punt van de sprong is, tilt men hem nog heel even iets hoger. Deze onvrijwillige verlenging van de sprong is een zeer onaangename ervaring en men moet het gevoel van onbehagen versterken door de hond daarna te troosten en medelijden te tonen.
4. Als de hond niet erg gevoelig is kan men het beste de kettingmethode toepassen. Als de hond respect voor het geluid van de ketting heeft gekregen, hoeft men alleen de ketting tussen de achterpoten te laten vallen op het moment dat hij springt (men hoeft hem dus niet met de ketting te raken) en hem daarna te troosten.
5. Men moet hem een commando leren dat samen gaat met de straf. Het woord sprong of springen (bijvoorbeeld niet springen) mag er echter niet in voorkomen, want de meeste honden combineren dit woord met positieve ervaringen, zoals het springen over hindernissen.
6. Men kan de sprong beletten door vóór het springen de hand boven de kop van de hond te houden en zó de hond neer te drukken. De hand doet dan meteen ná het drukken dienst om de hond aan te halen. Denk er om dat men de hond na het leerproces op de juiste manier begroet, d.w.z. men buigt zich naar hem toe en geeft hem de gelegenheid om zijn vreugde te uiten.
STELEN.
Verschijnselen. De hond neemt eten of voorwerpen weg als niemand hem ziet.
Oorzaak. Eten, lekkernijen of voorwerpen zijn aantrekkelijk. De hond heeft geleerd om nooit iets te nemen -als iemand het ziet.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de hond door correct straffen te leren, dat het onaangenaam is om verleidelijke voorwerpen aan te raken.
Maatregelen.
1. Als de hond gevoelig is probeert men de watermethode. In andere gevallen wordt de kettingmethode als straf aangeraden.
2. Lees het gedeelte Asociale situaties, nauwkeurig.
3. Men zet dingen neer die de hond graag pakt, verstopt zich in de kamer en laat de hond naar binnen glippen. Vanuit de schuilplaats spuit men met een waterpistool of gooit men de ketting -zonder gezien te worden. De hond moet het idee krijgen dat de aantrekkelijke dingen onaangenaam waren. Denk er om dat het erg moeilijk is om een hond voor de gek te houden! Zodra de hond is gestraft moet iemand hem uit de kamer halen, want degene die verstopt is mag niet worden ontdekt. Plaats enkele gespannen muizenklemmen.
4. Men kan ook als bij Naar beneden trekken en kapot bijten, te werk gaan, d.w.z. constructies bouwen, die zelf hun werk doen.
5. Bij veel honden bereikt men een goed resultaat als de eigenaar gewoon zichtbaar straft, d.w.z. de baas en niet het voorwerp is onaangenaam. Men kan de hond in een kamer opsluiten en zich óf in de kamer verstoppen óf voor de deur gaan staan en naar binnen rennen om de hond zelf te straffen, op het moment dat hij aan het werk zal gaan.
AAN DE LIJN TREKKEN.
Verschijnselen. De hond trekt aan de lijn ondanks vergeefse pogingen om het hem af te leren.
Oorzaak. Honden zijn door hun lichaamsbouw sterk. Vele hebben de gewoonte om te trekken, sommige doordat er niemand is die het op een

honden page profiel JanJan

vervolg


AAN DE LIJN TREKKEN.
Verschijnselen. De hond trekt aan de lijn ondanks vergeefse pogingen om het hem af te leren.
Oorzaak. Honden zijn door hun lichaamsbouw sterk. Vele hebben de gewoonte om te trekken, sommige doordat er niemand is die het op een effectieve manier tegengaat, andere doordat ze succes hebben met trekken. Ze slagen er bijvoorbeeld in om bij een interessant ruikende plek te komen. Vele honden worden gedwongen om tijdens het wandelen op commando langzaam te lopen aan een strakke lijn en beginnen daardoor tegen te stribbelen en te trekken.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om de eventuele fouten die de eigenaar maakt als de hond aan de lijn loopt te verbeteren, om het trekken te bestraffen en de hond te prijzen als hij aan een slappe lijn blijft lopen.
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen, vooral met de nadruk op gehoorzaamheidstraining.
2. Als men de hond aan de voet heeft leren volgen, mag men dit bevel niet te vaak gebruiken. De hond heeft dan al zijn aandacht nodig om in de pas van zijn baas te blijven lopen en kan zich voor niets anders interesseren. Men mag een hond alleen aan de voet laten volgen op korte stukjes (behalve tijdens het oefenen) -bij het oversteken, langs iemand die bang is enz.- en verder moet de wandeling voor de hond zijn. Nooit laten snuffelen of stil laten staan. Het gaat hier om volgen aan de lijn. Dan moet een hond attent zijn op het naast de baas lopen. Een losvolgende hond moet ook naast de baas blijven. Dat is appèl. Men moet hem het gevoel geven alsof hij los naast de baas loopt. De enige, voornaamste eis, die wordt gesteld, is dat hij niet trekt.
3. Als hij trekt moet men eerst een gehoorzaamheidstraining proberen. Men schudt een paar keer flink aan de lijn -op dezelfde manier als men iets uitschudt om te luchten- maar beveelt niets. Het rukken zal dan in verband worden gebracht met het trekken en de hond kan er mee ophouden.
4. Als dat niet helpt kan men een andere halsband proberen. Denk er om dat deze halsband alleen onaangenaam voor de hond mag zijn, als er aan de lijn wordt gerukt. De hond mag nooit trekken, welke halsband hij ook om heeft, b.v. een wurgband.
5. Als de hond niet erg gevoelig is, kan de kettingmethode worden toegepast. Als de hond respect voor het geluid heeft gekregen, rinkelt men met de ketting of gooit men de ketting naar hem toe als hij trekt.
6. Een goede bestraffingtechniek is een opgerolde krant te gebruiken. Als de hond trekt geeft de geleider hem met de opgerolde krant een tik onder het commando nee, volgen. Direct nadat het trekken eindigt weer prijzen. Iedere keer als de hond, nadat hij is gestraft, ophoudt met trekken, prijst men hem om het juiste gedrag te versterken.
LASTIG ZIJN BIJ SCHIJNDRACHT.
Verschijnselen. De teef gaat bepaalde dingen bewaken, ze wordt onrustig en bewaakt het territoir intensiever (blaft meer).
Oorzaak. Schijndracht houdt in dat de teef een hormoonverandering ondergaat en dat ze reageert alsof ze welpen heeft.
Behandeling. De behandeling is erop gericht om te voorkomen dat er een blijvend leerproces tot stand komt gedurende de periode van tijdelijke gedragsveranderingen. Het belangrijkste is dat de leden van het gezin, andere mensen en honden moeten voorkomen, dat de teef wordt geprovoceerd of gestraft, mits haar gedragsverandering niet al te erg is (dat ze aanvalt e.d.).
Maatregelen.
1. De behandeling begint met de basisvoorbereidingen.
2. De teef moet zoveel mogelijk met rust worden gelaten. Vermijd gedurende het hoogtepunt van de schijndracht (ongeveer de zevendetiende week na het einde van de loopsheid) zoveel mogelijk dat er vreemden in huis komen. Houd de teef bezig met spelletjes of andere leuke dingen, maar dwing haar niet.
3. Vaak wil de teef een voorwerp als welp mee naar haar mand nemen. Als het iets is dat ze niet mag hebben, neemt men het weg als ze het niet ziet en legt men er iets anders voor in de plaats.
4. Als ze gromt, straf haar dan niet -ze moet haar welpen verdedigen en het beschermen van haar nakomelingen is haar sterkste drift. Schenk zo min mogelijk aandacht aan het grommen. Als ze echter mensen aanvalt, moet men haar straffen, maar ook dan voorzichtig.
5. Tussen of vlak voor, elke periode van schijndracht moet men hard werken aan de gehoorzaamheidstraining om het leiderimage te vergroten, d.w.z. optreden als een vastberaden leider, die zijn leiderschap toont. Hierdoor zal de teef minder de neiging hebben om agressief te worden, want ze zal haar woede niet gauw tonen aan een streng persoon, die boven haar staat. Ze krijgt bovendien een groter vertrouwen in haar baas door de training.
6. Tijdens de schijndracht moet men de teef veel lichaamsbeweging geven en het eten en drinken beperken. Dat remt de melkproductie en ook gedeeltelijk de hormoonproductie, die het gedrag veroorzaakt. Er kunnen ook laxeermiddelen worden gegeven. Raadpleeg een dierenarts.

Fundamentele Gedragspatronen.
Het gedrag van de hond wordt vandaag de dag door dezelfde regels bepaald als eeuwen geleden. De moderne zienswijze van de mens op zijn omgeving is geheel vreemd voor de hond, hij leeft voort vanuit zijn verleden en zal dit altijd blijven doen.
De hond betrekt de mens in zijn wereld en niet omgekeerd. De baas wordt als een andere hond beschouwd en er wordt ook in zijn taal gesproken. Het komt niet bij hem op dat je hem niet begrijpt als hij iets zegt. Wanneer je tegen een hond spreekt en hij daar zit alsof hij elk woord begrijpt, door de verstandige blik van de hond. Woorden kunnen alleen iets voor hem betekenen, als ze hem aangeleerd en een bepaalde betekenis voor hem hebben. Het woord eten, dat aanvankelijk geen betekenis voor hem heeft, krijgt al gauw waarde als signaal. Als je zegt: 'Nu moet je gaan eten, luie oude hond', zal de hond alleen het woord eten opvangen. Hij begrijpt niets van de rest van de zin - je zegt het eigenlijk alleen voor jezelf om het gesprek met de hond te rekken. Hij luistert wel naar de intonatie en kijkt naar de gebaren die worden gemaakt als je tegen hem spreekt. Hij heeft zich aangeleerd om te zien wat we zeggen.

In dit verband kunnen we zeggen dat als we in een of andere vreemde taal tegen een hond zouden spreken, hij het zou kunnen begrijpen, mits de intonatie en de gebaren internationaal zijn. Iedereen kan dit kleine experiment zelf uitvoeren, door de hond een aangeleerd commando in een vreemde taal te geven, bijvoorbeeld 'ga in je mand', in het Chinees. Als je dit heb gezegd gaat de hond onmiddellijk in zijn mand liggen.
Als we spreken van de domesticatie van de hond, bedoelen we in het algemeen, dat hij al zo vele duizenden jaren met de mens heeft samengeleefd, dat hij niet zo sterk meer zou worden beïnvloed door zijn natuurlijke driften en instincten. Wat dat laatste betreft is er overigens geen sprake van domesticatie van de hond! Jonge honden, die binnen vier maanden niet in aanraking met mensen zijn geweest, gedragen zich net als alle andere wilde dieren. Ze worden schuw voor mensen en wanneer je ze probeert te pakken, bijten ze wild van zich af. Zo oppervlakkig is de domesticatie.
Dat de hond een vriend van de mens wordt, berust op het feit dat hij vanaf de geboorte met mensen opgroeit. Hij wordt door de mens geestelijk gevormd, d.w.z. hij beschouwt de mens als soortgenoot doordat hij van jongs af aan met ons is omgegaan. Wanneer dit niet gebeurt als de hond nog klein is, wordt hij geestelijk moeilijk gevormd. De hond neemt eigenlijk zijn verleden mee naar zijn nieuwe huis. Hij ziet het gezin als zijn roedel en het huis als zijn territorium (omgeving). Hiernaar worden de drijfveren, die het gedrag van de hond bepalen behandeld. In dit verband komen we de termen drift, behoefte, wil, lust en motivatie tegen, allemaal uitdrukkingen voor hetzelfde verschijnsel, namelijk dat het individu wordt geprikkeld - wordt gedreven om te handelen. In wetenschappelijk verband wordt de term drift over het algemeen niet gebruikt, omdat er verschil van opvatting bestaat over de betekenis van dit woord. Wij zullen het echter wel gebruiken, voornamelijk omdat het beter dan de andere woorden het begrip aanduidt, dat wordt bedoeld. Het geeft immers aan, dat er iets bestaat waardoor het individu wordt gedreven zich ergens op in te stellen en geïnteresseerd te raken. Het is bovendien gemakkelijk te begrijpen. Instinct is iets heel anders dan drift en duidt op een intuïtieve handeling, een intuïtief gedrag.
DRIE PROBLEEMCOMPLEXEN.
De stoornissen, die nu zullen worden behandeld, veroorzaken hoofdzakelijk drie ernstige probleemcomplexen, namelijk :
1.VREES,
2.AGRESSIVITEIT t.o.v. buitenstaanders (personen en honden) en
3. AGRESSIVITEIT t.o.v. gezinsleden.
VREES.
We gebruiken de term vrees om het begrip een wijde betekenis te geven, het houdt zowel het bang zijn als angst in. Vrees is altijd gebonden aan een voorwerp of een verschijnsel, zoals schotvrees, terwijl angst een toestand is, waarin men zich onzeker, onveilig en onaangenaam voelt, zonder dat het met iets speciaal te maken heeft.
Vrees, die gebonden is aan een of andere voorwerp of voorval. ontstaat gewoonlijk door schrik. Hondenwelpen schrikken gauw doordat hun ervaring ontbreekt - bijna alles is nieuw. Een dier went over het algemeen snel en de vrees verdwijnt, maar de aangeboren aanleg, vroegere ervaringen, het huidige milieu en de sterke van de schrikbeleving dragen er toe bij en bepalen mede of de vrees zal blijven voortbestaan.
Denk er wel om dat een hond ook door andere oorzaken dan schrik bang kan worden. Als de hond merkt dat iemand in zijn buurt bang is, kan hij daardoor worden beïnvloed. Welpen, die schuw zijn, zijn vooral gevoelig voor "communicatie - stoornissen".

ANGST.
Angst is niet aan een speciaal voorwerp of voorval gebonden, ook al kunnen bepaalde situaties meer angst veroorzaken dan andere. Het is een toestand van innerlijke onrust en spanning wat zich meestal uit in A)rusteloosheid, B)overgevoeligheid, C)de neiging tot reageren met stereotype, angstverminderende reacties en D) verwachtingen. We zullen straks nader op deze effecten ingaan.
A) Rusteloosheid mag niet worden verwisseld met energie.
Een rusteloze hond heeft moeite om stil te zijn, hij dwaalt rond, jankt en piept zonder aanwijsbare reden, terwijl een energieke hond zich op dezelfde manier kan gedragen, maar hij heeft er een reden voor; misschien wordt hij uitgelaten, maar volgens hem niet snel genoeg.
B) Overgevoeligheid.
Overgevoeligheid ontstaat door spanningen in het lichaam. Een angstige hond is fysiologisch gezien klaar voor alarm, d.w.z. het lichaam is op de vlucht of verdediging ingesteld. De spieren en zenuwen zijn gespannen en de inwendige organen kunnen niet goed functioneren, wat zich uit in moeilijkheden met de zindelijkheid en de spijsvertering. Door de paraatheid wordt de reactie heftiger als er iets gebeurt, want het lichaam is gereed. Het betekend ook dat de hond op kleine prikkels reageert, d.w.z. hij is voor veel dingen gevoelig, ook al lijken het onbenulligheden.
C) De neiging om te reageren met stereotype reacties die de angst verminderen, ontstaat door de behoefte van ieder individu om evenwichtig te zijn. De hond wordt gedreven om handelingen te zoeken die de angst verminderen. Deze handelingen kunnen eigenlijk van alles zijn, als ze maar opluchten. Een hond kan bijvoorbeeld hebben geleerd dat volledige onderdanigheid en gehoorzaamheid de angst verminderen. Hij hoeft echt niet te hard te zijn aangepakt om symptomen te vertonen dat hij bang is om te worden geslagen! Als men zo'n hond traint, is hij zo meegaand en onderdanig dat het moeilijk is om hem iets te leren. Als men hem wil laten zitten, gaat hij liggen, wil men dat hij gaat liggen, dan ziet hij eruit alsof hij verwacht dat hij half dood zal worden geslagen. Het kost hem moeite te begrijpen wat van hem wordt verlangd, want door de handelingen die hij verricht om de angst te verminderen (de moet op geven), wordt het leerproces geblokkeerd. Juist in zulke situaties moet men geduld hebben! Men kan de hond namelijk niet dwingen of voor deze reacties te straffen, want dat zou de angst alleen maar groter maken, waardoor de hond nog meer angstverminderende reacties zal vertonen. Harde maatregelen, zoals de hond te laten zitten door hem aan de lijn omhoog te trekken, vergroten zijn angst en daarvoor zal de hond proberen om zich nog steviger tegen de grond te drukken. Men moet de hond verleiden, eventueel met iets lekkers of door te doen alsof men iets lekkers in zijn hand heeft. Een hond die eenvoudig weigert om op zijn plaats te blijven liggen en onderdanig naar zijn begeleider toekomt, kan dit uit angst doen. Hij voelt zich pas rustig als hij bij zijn begeleider is en door hem wordt gekalmeerd. In dat geval maakt het niet uit hoe streng men hem beveelt te gaan liggen, hij zal toch naar zijn begeleider toe komen om zijn angst te verkleinen. Het beste kan men de hond rustig neerleggen en hem zachtjes prijzen wanneer hij ligt.
D) VERWACHTINGEN.
Verwachtingen ontstaan doordat men verwacht dat er iets zal gebeuren. Als je om 24.00 uur over het kerkhof loopt, voel je, je angstig en verwacht je dat er iets onaangenaams zal gebeuren. Plotseling hoor je iets - een spook! Het geritsel en de witte gedaante die verdween was een spook, daar ben je zeker van.
De verwachting blokkeert de functies van de zintuigen, dus zie je, wat je verwacht. Je ziet een spook. Dat het misschien een haas was wil je niet geloven. Een vliegtuig kan een vliegende schotel worden, wanneer je verwacht dat de aarde zal worden bezet. Een angstige hond gaat er van uit dat er iets naars zal gebeuren. Het is een pessimist. Iemand die naderbij komt zal aangevallen worden als er geen vluchtweg overblijft en de hond geen tijd heeft de indruk te verwerken.

AGRESSIVITEIT TEN OPZICHTE VAN BUITENSTAANDERS.
Deze soort agressiviteit kan verschillende oorzaken hebben, maar meestal is angst of terughoudendheid in de welpenperiode de oorzaak. Het is erg onaangenaam en vervelend om bang te zijn en elke individu doet zijn uiterste best om zijn angst te overwinnen. Een hond heeft eigenlijk alleen de mogelijkheid om zijn angst met agressiviteit of vlucht te compenseren.
Een welp is zwak, hij duikt in elkaar omdat hij wordt bedreigd en wordt bang. Als de hond geslachtsrijp is en hij zich bewust wordt van zijn eigen kracht, wordt hij zelfstandiger en is hij niet meer bang. Als hij dan wordt bedreigd zal hij beginnen te vechten.
De drift om zijn eigen omgeving te beschermen geeft de hond kracht. Wanneer dit samengaat met angst kan het bewaken van het territoir al gauw te sterk worden ontwikkeld, waardoor de hond gevaarlijk wordt voor mensen, die op bezoek komen. Want vanuit het gezichtspunt van de hond zijn ze niet aardig en niet te vertrouwen - vroeger bleken ze "gevaarlijk" te zijn en hebben ze hem vroeger bang gemaakt. Het zijn dus nog steeds dreigende indringers, maar de hond is veranderd - hij is niet klein en zwak meer!
Een hond die bang en agressief is, merkt meteen het effect hiervan. Als mensen bang worden, wordt het zelfvertrouwen van de hond groter en al gauw valt hij iedereen aan, die in de buurt komt. Men mag echter nooit vergeten dat deze soort van agressiviteit uit angst is ontstaan! Het vertrouwen in vreemde mensen ontbreekt.
Een bijzonder kenmerk van de "bang agressieve" honden (wat ze gemeen hebben met de bange honden) is dat ze heel veel houden van de personen, die ze vertrouwen. Voor deze honden schijnt alleen liefde of haat te bestaan - en niets daar tussen in.
AGRESSIVITEIT TEN OPZICHTE VAN GEZINSLEDEN.
Vooral tijdens de dertiende tot de zestiende levensweek, wanneer de onderzoekingslust ontwaakt en de welp zich begint los te maken van zijn moeder, ondergaat hij een sociale ontwikkeling. In het nest wordt al eerder een rangorde gevormd, want binnen zeven weken is al duidelijk, wie de sterkste en wie de zwakste is. Meestal zal de welp, die het sterkste was, deze positie in het nieuwe gezin proberen te behouden. Natuurlijk alleen onder die voorwaarde dat het gedrag van de welp niet door iets negatiefs, bijvoorbeeld shock, is veranderd.
Vooral de sterkste welp uit het nest, maar ook de andere, zullen het nieuwe gezin op de proef stellen om te zien of ze de baas kunnen zijn. Dit komt vaker voor bij een reu dan bij een teef. Als de welp er in slaagt om de leiderspositie te verkrijgen, zal hij zijn best doen om het gezag te handhaven. Naarmate hij ouder wordt en sterker wordt en vaker als overwinnaar in controversen met zijn baas tevoorschijn komt, wordt het steeds moeilijker om de welp aan zijn verstand te brengen, dat hij niet de leider mag zijn. Gedurende de periode dat de hond in huis is, heeft de kleine dictator de gezinsleden zo goed leren kennen, dat hij precies weet wat hij moet doen om te laten zien wat hun plaats is. Sommige bazen gehoorzamen als hun hond gromt, anderen gehoorzamen niet voordat ze zijn gebeten. Een hond, die zulke neigingen heeft,verdraagt geen provocaties van zijn ondergeschikten. Van het optillen, kammen borstelen, het wegnemen van het eten of zelfs van het spelen wanneer de hond het zelf niet wil, kan gegrom of een knauw het resultaat zijn.
Een hond die de roedelleider van het gezin is, houdt niet van de gezinsleden. Liefde is ook meestal gericht op de individuen die boven je in de sociale rangorde staan, d.w.z. men houdt van degene die over iemand beslist en domineert, en kijkt neer op degenen die onder iemand staat. De hond verliest bovendien vaak het vertrouwen in zijn baas, omdat deze af en toe zal proberen "van zijn troon te stoten", zonder dat het lukt. De hond weet niet wanneer de volgende aanval zal komen en wordt een agressieve eenling.
Deze soort van agressiviteit, gebrek aan discipline, is dus gericht op de eigen roedelgenoten en bovendien op andere personen of honden, die een bedreiging voor deze positie vormen. Tegen anderen kan de hond erg vriendelijk en lief zijn. Men ziet vaak dat een ongedisciplineerde hond met kwispelende staart en blijde sprongen een schoorsteenveger, een man die de meter opneemt, een timmerman en anderen binnen laat, ofschoon ze vanuit het oogpunt van de hond eigenlijk verdachte individuen zouden moeten zijn. Hij laat hen rustig begaan, want ze vormen geen bedreiging voor het roedelleiderschap!Het komt voor dat een ongedisciplineerde hond bij de dierenarts zo zoet is als een lammetje. Het lijkt nogal vreemd, want als er iemand is die de hond bedreigt en hem zelfs pijn doet, is hij dat. Een verklaring hiervoor is dat de dierenarts respect heeft afgedwongen en zijn leiderschap heeft bewezen. Meestal verafgoodt en hond zo'n persoon. Een hond die de neiging heeft om de leden van het gezin te bijten, kan op éénjarige leeftijd al zo agressief zijn, dat hij gevaarlijk is.

DE OPVOEDING IN SOCIALE SITUATIES.
De welp probeert de baas te spelen. Bijna iedere welp maakt omstreeks de dertiende tot de zestiende levensweek een natuurlijke ontwikkeling door. Hij stelt zijn omgeving op de proef om te zien of hij de baas kan zijn, of hij kan beslissen over zijn roedelgenoten. Dat de jonge hond hoofd van het gezin (de roedel) probeert te worden kan als een gezond teken worden gezien. Als hij het later inderdaad wordt, is het een teken dat de opvoeding in dit opzicht is mislukt. De jonge hond probeert het thuis door bijvoorbeeld te grommen bij zijn etensbak en bepaalde dingen te bewaken, te grommen of plotseling te bijten als hij moet worden opgetild of moet worden behandeld of hard te bijten onder het spelen e.d.
Men moet zich indenken wat er in de natuur gebeurt als een jonge hond met opzet een oudere roedelgenoot bijt of tegen hem gromt. De jonge hond wordt meestal zo hard terug gebeten, dat hij het nooit meer durft te doen! Direct na de bestraffing is alles vergeten en wordt de jonge hond waarschijnlijk gelikt door de hond, die heeft gebeten of ze beginnen te spelen. Het belangrijkste is dat alles is vergeten en dat er geen vijandige gevoelens tussen de jonge hond en de andere roedelgenoot blijven bestaan.
Het is opmerkelijk dat de meeste volwassen honden enorm veel geduld hebben met kleine stoute welpen. Er moet veel gebeuren voordat ze naar een pup happen of bijten.
Als de jonge hond de gezinsleden op de proef stelt en de baas probeert te worden, moet men laten zien wie de baas is door terug te bijten, d.w.z. men moet hem bestraffen. De straf kan bestaan uit een greep in het nekvel, een oorvijg, een glas water in zijn snoet of iets dergelijks. Wie door een hond wordt gebeten moet de hond meteen straffen, net als in de natuur. Het is zeer belangrijk dat de straf zo wordt uitgevoerd, maar niet zo hard dat hij bang wordt. Er moet altijd rekening worden gehouden met de gevoeligheid van de jonge hond bij het bepalen van de straf.
Is de hond ongevoelig dan kan men krachtig optreden, is hij gevoelig dan moet men wat voorzichtiger zijn. Als de hond zijn straf heeft gehad en heeft ondervonden wie de baas is, moet men er voor zorgen dat hij voelt dat alles is vergeten. Dit gaat het beste door hem daarna meteen te troosten, aan te halen en eventueel met hem te gaan spelen. Het is erg belangrijk dat de hond het vertrouwen niet verliest in de persoon, die hem strafte.
Een van de grootste fouten, die men kan maken is de hond eerst straffen en dan te zeggen, dat hij zich moet schamen. Dit is een verlenging van straf. Hierdoor ontstaat alleen maar een slecht vertrouwen en het heeft geen enkel positief effect op het leerproces. Dus:nooit blijven straffen!!!
OPVOEDING IN ASOCIALE SITUATIES.
Men moet van de veronderstelling uitgaan dat een welp op alle spullen in huis zal gaan bijten. De meeste welpen doen dit voor een kortere of langere periode. Nadat de welp genoeg tijd heeft gehad om aan zijn nieuwe omgeving te wennen, moet men hem beginnen te leren bepaalde dingen 'egels' zijn en andere dingen speelgoed. Het speelgoed moet voor de hond geschikt zijn, zodat de welp zich er niet aan kan bezeren!
Een veel voorkomende fout is dat men de meeste spullen weg- haalt, zodat de welp niets kapot kan maken. Het is beter om te zorgen dat het voorwerp hem zulke ervaringen geeft, dat hij er niet meer aankomt.
De welp wordt dus op een natuurlijke manier gestraft, als hij ondervindt dat dingen onaangenaam zijn. De welp moet dat ervaren zonder merkbare inmenging van zijn baas. Als men erbij is en hem straft is de kans groot dat de welp nooit iets doet als men in de buurt is, maar zodra hij alleen is gaan de gordijnen naar beneden, verdwijnen er schoenen en vallen de veren uit de kussens als sneeuw over de meubelen.
Behalve dat de welp de straf in verband leert brengen met de gezinsleden, is de kans groot dat hij wel moet gaan geloven dat de verhouding baas - hond door strijd wordt gekenmerkt en niet door begrip voor elkaar. Elke keer dat men hem straft of iets verbiedt, ontstaat er wrijving tussen de eigen wil en de wil van de welp. Wordt er te vaak foei bah, nee dat mag niet , gezegd, dan zal er gauw een voortdurende strijd ontstaan. Wat je niet kunt krijgen of waar je voor moet vechten, is altijd aantrekkelijker en spannender.
Natuurlijk kan een welp, die iets kapot bijt, ook worden terechtgewezen door foei tegen hem te zeggen en hem een tik te geven. Als men thuis komt en ontdekt dat de welp heerlijk zit te kauwen op een schoen (altijd de mooiste die men heeft!) is het logisch dat men menselijk reageert en hem een tik geeft. Men moet dit zelfs doen, vooropgesteld dat hij nog bezig is met kauwen. Als hij al klaar is met eten is het te laat om hem te straffen.
Onmiddellijk na zijn straf moet alle narigheid voorbij zijn, alles is vergeven en vergeten.
Bij een gewone dagelijkse training - tenminste als de welp nog niet de gewoonte heeft om dingen kapot te bijten als hij alleen is - kan men wat verleidelijke voorwerpen neerleggen. Zonder dat de welp het merkt houdt men goed in de gaten waar hij mee bezig is. Men houdt een lucifersdoosje of een ander voorwerp dat niet zwaar of scherp is in de hand en staat klaar om het naar de welp te gooien, wanneer hij iets kapot wil bijten, dat verboden is. Een waterpistool of een spuitfles met water is vooral geschikt voor gevoelige welpen. Als de welp het verleidelijke voorwerp in zijn bek neemt gooit men of spuit men (op zijn snuit) zonder iets te zeggen! Gooi wel raak! Kijk hem niet aan! De welp brengt deze onaangename ervaring dan in verband met het voorwerp en laat het met rust. De baas doet alsof hij onschuldig is en van niets weet. De volgende keer dat de welp naar het gevaarlijke voorwerp toe gaat, kan men hem gerust prijzen. Als hij van plan was om te bijten zal hij er nu waarschijnlijk van afzien.
N.B.! Het is belangrijk dat men de welp raakt op het moment dat hij begint te bijten! Het straffen heeft alleen zin als de hond wordt verhindert te doen wat hij van plan was. Als de welp zich niets van deze behandeling aantrekt kan men nog radicale maatregelen treffen.


honden page profiel JanJan

vervolg 2

Opvoeding van pups uit werkhonden lijnen

Inleiding:

Opvoeding is niet altijd eenvoudig, vooral als je te maken hebt met pups uit werkhonden lijnen. Deze honden hebben vaak wat extra’s, ze kunnen dominanter zijn en hebben vaak meer energie. De honden die gefokt zijn voor pakwerk hebben van nature al meer aanleg om overal hun tanden in te zetten.
Met wat eenvoudige regels en consequent zijn kunnen ook deze honden worden opgevoed tot prettige huisgenoten.

Het systeem:

Niets In Het Leven Is Voor Niets (NIHLIVN)

Dit is een manier van leven met je hond dat zal helpen om je hond beter te gedragen omdat hij/zij je vertrouwd en als roedelleider en is vertrouw met zijn plaats in het gezin (roedel)

Hoe leer ik dit aan?
• Door gebruik te maken van positieve trainingsmethoden, hond voert gedrag uit en dit wordt beloond, worden een aantal oefeningen en trucjes aangeleerd. Zit, af en blijf zijn nuttige oefeningen. Schudden, luid en rollen zijn leuke trucjes om je hond te leren.
• Als je hond eenmaal op commando een aantal van deze oefeningen kan uitvoeren, kun je beginnen met het systeem Niet In Het Leven Is Voor Niets, Voor dat de hond iets krijgt ( voer, uit, aaien) moet hij eerst iets voor je doen in de vorm van de oefeningen die hij geleerd heeft. Bij voorbeeld

Jij Je hond
Hond aanlijnen om uit te gaan Hond ‘zit’tijdens het aanlijnen
Eten geven Hond met blijven liggen en blijven totdat de voerbak op de grond wordt gezet
Spelletje spelen met de hond Hond moet zit en pootje geven elke keer voordat je het speeltje weggooit.
Aaien van de hond Hond moet liggen en op de rug gaan liggen
• Als je een commando hebt gegeven moet de hond dit eerst opvolgen voordat krijgt wat hij wil. Als hij weigert het commando op te volgen ga dan bij de hond weg, kom na een paar minuten terug en begin opnieuw. Als je hond het commando niet uitvoert, wees geduldig en onthoud dat de hond moet gehoorzamen om te krijgen wat hij wil.
• Weet zeker dat de hond het commando het commando kent en begrijpt wat je wil voorat je begint met Niet In Het Leven Is Voor Niets.





Voordelen van dit systeem

• Meeste honden nemen een neutrale of onderdanige houding aan naar mensen, maar sommige honden zullen hun bazen uitdagen om de rangorde te beïnvloeden.
• Honden die nooit agressief gedrag vertonen, zoals grommen, grauwen of snippen, kun toch hun bazen manipuleren. Deze honden vertonen affectie, door dingen af te dwingen zoals tegen je hand aan duwen om geaaid te worden of zich overal tussendoor dringen om dicht bij de baas te zijn. Door dit systeem worden deze opdringerige honden herinnert dat ze moeten honden aan de regels.
• Door commando’s op te volgen helpt om een angstige hond vertrouwen te geven; door een krachtige leider en weten want zijn plaats helpt om een onderdanige hond meer zekerheid te geven.

Waarom werkt het systeem

Dieren leven in groepen, net als honden, hebben een sociale structuur binnen de groep die dominante hiërarchie wordt genoemd. Dominante hiërarchie zorgt voor orde, reduceert conflicten en promoot samenwerking binnen de roedel. Om je huis een veilige en vriendelijke plaats te maken voor je hond is het belangrijk dat de mensen in huis de hoogste posities in de rangorde innemen. Door het systeem van Niet In Het Leven Is Voor Niets toe te passen leert je hond te begrijpen dat zijn plaats de laagste in de roedel is.

Omgaan met normaal puppy gedrag: bijten en ruw spel

Als puppies met elkaar spelen, dan gebruiken ze hun bek. Daarom bijten pups in de hand tijdens spel of als ze geaaid worden. Bij pups is dit zelden agressief gedrag dat bedoeld is om schade aan te richten. Om dat pups sterk gemotiveerd om dit gedrag te uiten, zullen pogingen om dit gedrag te onderdrukken of te stoppen geen succes hebben of je moet je pup een naar een ander gedrag sturen. Het doel om met de dit normaal puppy gedrag te kunnen omgaan, is om het gedrag van de pup zodanig te sturen door iets anders in de mond te stoppen, waar ze op kunnen bijten en hun te leren dat ze zacht moeten bijten als ze in de hand bijten.

Moedig gewenst gedrag aan

Stuur het gedrag van kauwen zodanig dat er alleen op voorwerpen gekauwd waarop dit mag, bijvoorbeeld stukken van runderoren. Dit moet wel onder supervisie om verstikking te voorkomen.

Ongewenst gedrag ontmoedigen

Je moet je hond leren om voorzichtig te zijn met bijten in de handen en dat hard bijten lijdt tot onplezierige consequenties. Leer je hond dat bijten resulteert in geen aandacht en sociale interactie met hem. Na een bijt, kijk de pup recht in zijn ogen en roep hard ‘au’ alsof je dodelijk gewond bent geraakt, en negeer de pup hierna. Als de hond kalm is kan ze een kauwbotje krijgen en kan ze voorzichtig worden geaaid. ( dit laatste kan ook door kinderen, ouder dan 8 jaar, worden gebruikt om te hond te aaien.


Opspringen

Als je pup tegen je opspringt, wil ze aandacht. Als je haar wegduwt krijgt ze toch de beloning van aandacht , ook al is dit negatieve aandacht, ze krijgt wat ze wil aandacht.

Als je pup opspringt

• Sla je armen over elkaar heen, draai je om en zeg af
• Draai continu weg, totdat alle vier poten op de grond zijn, beloon dat rustig met je stem en geef haar een brokje. Als ze zit kent, geef dan commando ‘zit’ en als vier poten op de grond zijn, beloon dan rustig met je stem en geef haar een brokje terwijl ze in de zitpositie blijft.
• Als je met de stem beloont en ze springt dan weer op, draai je weer om en herhaal bovenstaande stap.Onthoud dat je altijd met een rustige stem beloond.

Als de pup door heeft dat opspringen niet oplevert zal dit gedrag stoppen, maar dat ze aandacht krijgt als rustig bij je gaat zitten.Dit gedrag moet altijd beloond worden, behlave als ze dit gebruiken om iets af te gaan dwingen.

Wat moet je niet doen

Pogingen om pup te slaan of schoppen zullen een negatief resultaat hebben. Verschillende dingen kunnen gebeuren, afhankelijk van je pup temperament en de zwaarte van de correctie.

• Ze kan handschuw worden
• Ze kan bang voor je worden
• Ze kan agressief naar jou worden
• Ze kan een zacht tik beschouwen als uitnodiging als spel en verdergaan met het verkeerde gedrag.

Speel nooit geen trekspelletjes met je hond als je bijtproblemen hebt. Dit soort spelletjes bevorderen ongecontroleerd gedrag, dit lijdt allen maar tot competitie die je altijd moet winnen.

Kinderen en pups

Het is erg moeilijk om kinderen jonger dan 8 jaar honden gedrag aan te laten leren zoals hierboven staat beschreven. Als kinderen speels gebeten worden is de eerste reactie om de hond weg te duwen. De hond ervaart dit als uitnodiging voor meer spel, met als gevolg hardere beten. Kinderen mogen nooit allen worden gelaten met honden.

Drukke honden

Net als mensen hebben honden eigen persoonlijkheden en karakters. Sommige rassen produceren types met erg veel energie.


Gedrag van een drukke hond

• Als ze voor een lange tijd alleen worden gelaten, veroorzaakt de drukke hond problemen. Ze kunnen blaffen, huilen, graven, tegen de deur aan springen of iets kapot knauwen. Dit kan zover gaan dat dit lijdt de hond zichzelf gaat verwonden om zijn energie kwijt te raken.
• Zonder goede training zal de drukke hond tegen mensen opspringen en ze omver springen
• Zonder iets te doen te hebben zal dit soort hond zich gaan vervelen, dit kan weer lijden tot probleem gedrag.

Leven met een drukke hond

• Als je een drukke hond hebt , moet je deze een actief onderdeel maken van je leven. Als deze hond lang alleen worden gelaten gaan alles kapot maken of andere ongewenst gedrag vertonen. Belangrijk is dat deze honden wat te kauwen en in een omgeving zitten waar ze niets kapot kunnen maken.
• Deze honden moeten moe worden gemaakt, dus balletjes gooien, fietsen etc. Dit voordat ze alleen worden gelaten, dit leert als ze alleen zijn om te rusten en ontspannen.
• Deze hond geen voer geven met hoog eiwitgehalte. Dit geeft meer energie.
• Dit soort honden heeft leiding nodig. Training is essentieel onderdeel van de dagelijkse routine. Deze hond heeft leiding nodig om zich te kunnen ontspannen.

Dit soort honden moet werken. Ze moeten zowel geestelijk als lichamelijk worden uitgedaagd.

honden page profiel jurgenjurgen

mensen! HELP!
ff een update van de situatie..
Ons Lani is nu ongeveer 3 weke hier als ik het goed voorheb.. Ze is nog altijd heel schrikachtig van mij en ze piept ook nog wel veel.(maar dan alleen s'morgens als we naar onder komen)
nu wat er net gebeurde:
we kwamen net thuis, ze had toch wel best een tijdje alleen gezete door omstandigheden. Dus wij komen binnen, ze was heel erg nerveus(zoals meestal)en ze had dus niet binnen geplast of gepoept (wat ze tegewoordig dus wel vaker begint te doen), dus wij blij..
ik zet de deur open om haar buiten te laten, maar ze wou niet, ze bleef gewoon in de living staan. Dus ik zet mij even op mijn gemak in de zetel en nog geen 5 minuten later zat er een reukje aan.. ik kijk, en daar liggen 2 grote hopen poep en een serieus plas..
we weten echt niet hoe we dit moeten aanpakken.. waarom doet ze dit? wat moeten wij doen? HELP!!!

honden page profiel    Ilja & ***Sterre** Ilja & ***Sterre**

honden foto van    Ilja & ***Sterre**

Hoi Jurgen,

Als ik het hier lees heb je veel adviesen gekregen...
Had je daar nog iets mee gedaan???

We weten niet wat je zo-al uitgeprobeerd hebt met je hond en hoe je met je hond omgaat of welke sucsessen je al geboekt hebt met haar...

We kunnen je niet helpen als je geen vorderingen aan ons meld.
Iedere hond is anders.
Het is niet zo dat wij jou kunnen aanwijzen waar de knopjes zitten op je hond. En wat jij nu moet doen...

Misschien is het een goed plan als je gedragstherapeut raadpleegt. Iemand die bij jullie thuis komt kijken en heel persoonlijke adviesen kan geven. Geënt op jullie situatie...

Ik denk dat je je de hond veel te lang alleen hebt gelaten en waarschijnlijk een te grote ruimte hebt gegeven...
Misschien niet genoeg beweging...

Een onzekere hond, zoals jou hond is, moet heel langzaam alles opnieuw aangeleerd worden.
Met heel veel rust, consequent gedrag, regelmaat, liefde, geduld en duidelijkheid naar de hond toe.

Als ik het zo lees heeft je hond in elk geval verlatingsangst.
Dit kun je wel wegtrainen maar daar gaat een hele lange periode aan vooraf.

Moet je dagelijks werken en moet je hond - gedwongen - iedere dag alleen zitten, dan gaat je hond de verlatingsangst niet kwijtraken.
Ze zal zich gaan ontlasten, zich aanleren te blaffen en misschien zelf wel kunnen gaan slopen...

Ik weet niet wat de voorgeschiedenis is van je hond...?
Komt ze uit een werklijn, is het een fokteef geweest bij een broodfokker???

Dit is wel belangrijke info. Voor jezelf ook, zodat je weet wat er voor trauma in het koppie zit van je Mecheltje..

Hoe zorg je dat ze haar energie kwijt raakt. Wandel je veel, geef je haar hersengymnastiek...??
Ga je met haar naar een hondenschool??

Dit soort hondjes heeft "werk" nodig! Anders worden deze honden "gestoord" van hun eigen werkdrift.

Geef je haar die gelegenheid niet om zich geestelijk te vermoeien, dan gaan deze honden heel vervelend gedrag vertonen, niet om jou te pesten maar omdat ze gek worden van de energie in hun lijf en hersentjes...

Denk eens reeël na wat je wilt met dit hondje.
Je hebt het beste maar haar voor, dat neem ik zonder meer aan. Maar soms is dit soort honden niet geschikt om als huishond gehouden te worden. Dit is misschien een hond die héél gelukkig zou kunnen zijn als ze de hele dag met de baas mee mag om te werken, snuffelen; zoeken naar geld, sigaretten, drugs, sorteren op menselijke geuren...

Met je hondje is waarschijnlijk niets mis maar ze zit wellicht op een verkeerde stek.
Met jouw liefde voor haar is niets mis! Maar de combinatie klopt misschien niet. Jij "moet" werken en zij "wil" werken...

Denk eens heel eerlijk na wat je wilt, wees eerlijk naar de hond en naar jezelf toe. Zijn jullie happy?? Is je hondje happy???

Er zijn trainers die graag dit soort honden trainen voor politiewerk/douane.

Lieve groet, Ilja
High-five van *Sterre*

Renske & Tom (Gast)

Hallo Jurgen,

Twee jaar geleden hebben wij een oude mechelse herder uit t asiel gehaald. Hij was toen 12! Marco was altijd waakhond op een boerderij geweest en niet aan binnenzijn gewend.
De nerveuze problemen die jij beschrijft hebben we niet zo sterk gehad, maar hoewel marco extreem goed van vertrouwen is (de hele wereld is zijn vriend) heeft het toch een half jaar geduurd voordat hij echt op zijn gemak was...zo hebben we hem pas na een half jaar voor t eerst horen blaffen!
Niet vreemd toch...eerst directeur van de hele wereld op je eigen erf, dan anderhalf jaar ergens anders waar je een van velen bent en nog een ouwtje ook en dan weer weggehaald naar een plek waar ze van je verwachten dat je binnenhond wordt...brrr zelfs de TV was eng in het begin, en wat te denken van al die oogjes snachts die in het donker naar je loeren (stand-by lichtjes ;-) )
Heel veel heduld hebben en het "in de fout gaan" voor zijn is het beste wat je kunt doen. Als je weet waar je hond in de fout gaat probeer die situaties dan te vermijden. Pas als ie helemaal aan je gewend is en je vetrouwt kun je meer risico nemen.
Wat we ook gedaan hebben en met veel succes, je zult het niet geloven, is met hem naar de basis en vervolg training voor honden geweest... Hij luisterde in princiepe heel goed, maar kende basis commando's als zit nog niet eens, laat staan dat we hem konden laten liggen, wachten laten bij de stoeprand e.d. Met veel geduld - leren gaat op latere leeftijd uitstekend, maar wel wat langzamer - heeft ie die twee trainingen met goed gevolg doorlopen! Het waren trainingen gebaseerd op de clicker (dus goed gedrag uitlokken door t te belonen ipv fout gedrag afstraffen).
Onze schoonzoon heeft ook een mechelaar uit het asiel, maar die was qua gedrag behoorlijk gestoord. Als jonge hond veel te veel alleen geleerd en daardoor erg angstig, overdreven territoriaal en eenkennig. Niet goed gesosialiseerd dus. Een angstbijter ook, hij moest een muilkorf om...je zou t al bijna opgeven niet...ware het niet dat ook deze hond nu een heerlijk huisdier is geworden...veel geduld, aandacht, trainen en nog eens trainen en hééél langzaam pas de risico's opzoeken waar ie de fout in kon gaan. sinds een half jaar heeft ie ook een maatje in huis...hij is nu de grote baas en ook dat heeft hem wonderlijk veel goed gedaan. Hij is nu de verantwoordelijke oudere hond die die dwaze druktemaker regelmatig laat zien hoe het echt hoort. In het begin mij trachtte hij ons te bijten als we waagden zijn huis te betreden (hij droeg gelukkig een muilkorf)...nu staat ie op zijn hoofd als we komen en doet ie niks liever dan op de bank tegen ons aankruipen. Deze hond heeft overigens veel baat gehad van gespecialiseerde trainers.
Asiel honden hebben nu eenmaal een verleden...ook honden die heel goed verzorgd en behandeld zijn geweest zoals onze lieve Marco - er is op zijn minst het onzekermakende trauma van weggedaan worden, je vertrouwde baasje kwijt en allemaal vreemden om je heen krijgen die van alles van je willen terwijl heel je vertrouwde wereld is weggevallen. Alleen al elkaar leren verstaan vraagt een hele tijd...je weet vaak niet eens hoe zo'n hond vroeger getraind is of zijn commando's kreeg!

Geduld en veel inzicht is het beste wat je je hond kunt bieden!

heel veel succes!

elisa (Gast)

hallo

ik heb ook hetzelfde met mijn mechelaar is zeer eenkennig en heel erg waaks in het begin werd ze al bang als mijn sleutels rammelde of haar riem dat is nu gelukkig al minder maar ze schrikt wel nog regelmatig als iemand iets onverwachts doet wat ze dan niet kent daarbij kan ze zowiezo niet meer met andere honden overweg ,ze ziet alles wat bij haar weg rent als prooi behalve onze andere hond dan,ik ontwijk andere honden zo veel mogelijk eerst deed ze ook fietsers en scooters naspringen dat doet ze nu niet meer ben zoveel mogelijk met haar langs drukke wegen gaan lopen en als ze niet reageerde op een voorbijganger beloonde ik haar of met een snoepje of met een zachte stem/aai sommige mensen zullen wel denken wat loopt daar voor ene haha maar dat boeit mij niet ondanks dit alles doe ik haar niet weg
een dap band heb ik geprobeerd dat helpt niet bach bloesem heb ik geprobeerd dat hielp ook niet echt maar wat ik wel kan aanraden is schapenvet met valeriaanwortel daar worden ze relaxter van en jah zowiezo als je zorgt dat ze haar energie kwijt kan genoeg beweging enzo gaat die nerveusiteit ook weg ik merk in ieder geval dat ik niet de enigste ben met deze probleempjes groetjes

rik (Gast)

maakt niet uit hoe oud de hond is,, acuut op training gaan ermee, gr eric

honden page profiel AnjaAnja

honden foto van Anja

Alles is al zo'n beetje gezegt dus daar heb ik niks aan toe te voegen maar wens je heel veel sterkte en vind het helemaal TOP dat je je zo inzet voor deze hond :-)

Poiro (Gast)

Hoi,

Ik ben hier nieuw op de site.
Ik heb een vraagje ivm met mijn mechelaar, zora, een doodbraaf beest. Maar door mijn schuld, staat hij veel te zwaar voor een mechelaar. Hij weegt waarschijnlijk tss de 30 en 40 kilogram. Mijn vraag is nu wat de levensverwachting is van mijn lieve hond die nie 8 jaar geworden is en of ik haar nu nog fitter kan maken?

Dank bij voorbaat voor reacties

Poiro (Gast)

sorry

.......net 8 jaar en niet 'nie'

honden page profiel GeenZinMeerGeenZinMeer

honden foto van GeenZinMeer

Ach gos... de arme schat is bang. Geef haar a.u.b. alle tijd die ze nodig heeft en kijk of je meerdere keren per week naar een goede hondenschool kunt gaan zodat je onder begeleiding haar vertrouwen kunt winnen. Succes!

pagina 1 van 2 12
Volgende forumvraag: Betaalbare mooi leren halsbanden
De HondenPage maakt gebruik van cookies. Dit zorgt er voor dat onze website voor jou als bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken en advertenties.info / verbergen en toestaan
^