Onze Hond de Wolf, de Wolf onze Hond.

honden encyclopedie > Onze Hond de Wolf, de Wolf onze Hond.

door honden page profiel AnneAnnegoedgekeurde fokker

Onze Hond de Wolf, de Wolf onze Hond.

Onze hond en dan met name onze Rashond, hoe zit dat nou eigenlijk allemaal?

Hebben we nu wel of geen stamboom nodig? Wat is een stamboom eigenlijk en wat voor rol speelt de stamboom bij de erfelijkheid? Kun je zomaar 2 honden kruisen of moet je daar met het oog op de erfelijkheid heel voorzichtig en behoedzaam mee zijn? Zoveel mensen kopen honden zonder stamboom en ervaren problemen, hoe komt het dat ze dan toch stamboomloos blijven kopen? Hoe zit het dan met erfelijkheid bij honden die wel een stamboom hebben? Hebben die geen problemen en als ze wel problemen hebben wat is dan het nut nog van de stamboom en “weloverwogen combinaties” zoals ze zo mooi kunnen zeggen?

 Er is al zo veel over geschreven en op iedere website van de Vereniging van een Ras kun je er alles over lezen. Je zou dan toch denken dat niemand meer een rasloze hond of een hond zonder stamboom koopt en alle  puppyfarms opgedoekt kunnen worden omdat zij geen klandizie meer hebben, het tegendeel is waar en de clandestiene vermeerdering van rashonden bloeit welig.

 Ik stoor mij daar aan en ik ben op het internet eens poolshoogte gaan nemen op de diverse forums waar mensen zich verzamelen om de ellende kenbaar te maken die het hondje wat ze gekocht hebben bij Kennel “De Gelukkige Hond” die alle rassen op voorraad heeft en waar je online een pupje kunt bestellen wat dan netjes bij je thuis wordt afgeleverd, al dan niet per post.

 Op het moment dat je deze mensen confronteert met het feit dat zij zelf gekozen hebben voor een pupje van deze “kennel” ze de fokkerij daarmee in stand houden want het is allemaal een kwestie van vraag en aanbod, was het verweer vaak dat ze geen hond nodig hebben met stamboom omdat ze toch geen shows gaan lopen EN dat ze een hondje zonder stamboom hebben gehad in het verleden wat heel oud is geworden. Dat het “de schuld” is van die malafide fokker (waar ze wel zelf heen zijn gegaan en een hondje gekocht hebben).

 Toen dacht ik: Ondanks alle boeken en internet informatie zijn er nog steeds mensen die niet in de gaten hebben wat ze doen of het wel in de gaten hebben maar het toch doen.

Voor die laatste groep is denk ik geen remedie maar de eerste groep is nog niet verloren.

Vervolgens dacht ik: Ik ga het nog een keer allemaal op papier zetten en wie weet kan ik nog wat mensen bereiken en zover krijgen dat ze erover na gaan denken en de puppyfarms en bonafide stamboomloze fokkers een paar klanten kwijt zijn en dan misschien een keer beter na denken voor ze weer zonder vooronderzoek van de voorouders 2 ouderdieren kruisen.

 

Wie weet........

 

 

 

 

Wat is nu precies een “Rashond”?

 

Het antwoord is eigenlijk heel simpel en de meeste mensen weten het dan ook wel: onze hond stamt af van de Wolf!

 Ja, toen de mensen gingen evolueren kwamen zij, in hun zucht naar hulp, soms jonge dieren met een afwijking (genetische fout) tegen die door hun moeder verstoten  waren en achter gelaten waren om te sterven.

Deze dieren hadden volgens de natuur geen kans van slagen in het leven in de roedel.

Natuurlijke fouten worden dus door de natuur geëlimineerd om zo de gezondheid en dus de overleving van de soort in stand te houden.

 De mensen die deze dieren vonden hebben ze opgenomen en merkten dat ze van nut waren.

Omdat ze de mens op vele vlakken konden helpen met de jacht of zelfs als gezelschap konden dienen zijn er mensen geweest die meerdere van deze dieren zijn gaan houden.

Vervolgens zijn deze dieren met genetische afwijkingen zich ook weer gaan kruisen en zo is er langzaam maar zeker een hele nieuwe diersoort ontstaan: de hond.

 Toen mensen zich meer en meer gingen ontwikkelen kwam er ook een drang naar dieren die beantwoorden aan eisen die voor bepaalde doeleinden makkelijker waren.

 Zo wilde bijv. Dhr. Jack Russel een klein maar zeer sterk en moedig jachthondje creëren om mee te kunnen nemen in zijn zadeltas hoog te paard tijdens zijn jacht op konijnen, Dassen en ander in holen onder de grond levend wild. Het hondje werd het hol in gestuurd om het wild uit het hol te jagen zodat de jager het maar op hoefde te wachten.

 Iedere keer als er gefokt werd met een dier met een bepaalde eigenschap (lees gemuteerd gen) kon dat gen weer opnieuw muteren of konden er weer nieuwe veranderingen waar te nemen zijn. Net zo lang tot de hond een zodanige verschijning had gekregen dat hij makkelijk kon uitvoeren wat er van hem gevraagd werd.

 Op het moment dat er door 2 op elkaar lijkende honden met dezelfde afwijkingen gekruist werden en er nakomelingen kwamen die ook weer diezelfde uiterlijke eigenschappen hadden werden de dieren “zuiver” voor die specifieke fouten en was er een nieuwe soort gecreërt. “Bedenkers” van rassen kunnen daarna hun soort een naam geven en officieel laten registreren als Ras.

 Vervolgens kreeg zo’n ras ‘fans’, mensen die zo’n dier ook gemakkelijk vonden of gewoon mooi of grappig en leuk. Die mensen schaften zich een pupje aan en zijn vervolgens door gegaan met vermeerderen.

 Feit is echter wel dat een ras is ontstaan uit slechts enkele dieren die deze fouten lieten zien die de mens handig en/of mooi vond. Een smalle basis dus.

Juist doordat die basis aan het begin van een ras dus zo smal is, is er in het verre verleden om deze dieren zuiver te maken voor de gewenste fouten, vaak inteelt en lijnteelt toegepast.

Dat had weer tot gevolg dat er ook andere genen beschadigd raakten die op hun beurt weer verantwoordelijk waren/zijn voor afwijkingen/eigenschappen die we niet wenselijk vinden zoals bepaalde ziekten, aangeboren gedragsafwijkingen etc.

 

Zo zijn onze rashonden ontstaan, onze rashonden zijn dus eigenlijk mutanten van de Wolf.

 Stuur alle honden een afgezet wild gebied in waar ze zichzelf kunnen handhaven en kijk en een paar honderd jaar niet naar om.

Ga daarna weer kijken en kijk wie er over zijn gebleven en hoe ze er uit zien.

Wedden dat het terrein dan weer enkel Wolven bevat terwijl die er niet uitgezet waren?

De natuur heeft de fouten die wij gecreëerd hebben er weer uit gehaald en heeft het dier weer zo gemaakt dat het gezond is en voor zichzelf kan zorgen.
De Stamboom en dan vooral het ‘nut’ ervan.
De verschillende rassen in hun huidige hoedanigheid zijn niet meer uit onze maatschappij weg te denken en mede door alle liefhebbers van de diverse rassen is er dan ook geen weg meer terug.

Ieder ras heeft zijn voor- en tegenstanders en zoveel mensen zoveel meningen dus ik wil me niet op het vlak wagen of een ras met ingefokte (lees: bewust doorgefokte) eigenschappen, die maken dat de hond door die eigenschappen minder kwaliteit van leven of een kortere levensverwachting heeft weer veranderd zou moeten worden.

Waar ik me mee bezig wil houden is of we nu welk of geen stamboom nodig hebben bij het fokken van onze huidige rashonden.

In het vorige hoofdstuk heb ik al uitgelegd dat IEDERE hond met een bepaald uiterlijk, dus ras, mét of zónder stamboom, ontstaan is uit een zeer beperkt aantal honden die de specifieke fouten in hun genenpool hadden ontwikkelt die zorgden voor die gewenste uiterlijkheden en eigenschappen die we wilden zien en/of nodig hadden om die soort in stand te houden.

Op een gegeven moment echter heeft iemand besloten dat hij geen afstammingsbewijzen nodig had voor de pups die hij uit de soort gefokt had. Hij zag er het nut niet van in, vond het zonde van de kosten of hij had pups gefokt die eigenschappen vertoonden die niet strookten met de ‘ideale’ eigenschappen die de bedenker van het ras op papier had gezet en waaraan de honden die ingeschreven gingen worden in het stamboek zouden moeten voldoen.

Hij raakte zijn pups echter voor minder geld gemakkelijk kwijt en op dat moment was het overzicht verloren en was de ‘stamboomloze rashond zonder bekende voorgeschiedenis’ geboren.

Ok, maar is dat nu zo erg? Toen men honderden jaren geleden begon met fokken zette men toch ook niks op papier? Wisten ze toch ook niks van de voorouders en dat ging toch ook goed?

Nee, dat ging dus niet goed en daardoor werden er op een gegeven moment steeds meer rashonden geboren met erfelijke afwijkingen in hun gezondheid.

Skelet afwijkingen, oogafwijkingen, afwijkingen in aard, aangeboren ziekten en zelfs veel lagere levensverwachting.

Omdat de genenpool, de fokbasis al zo smal is en men heel behoedzaam om moet gaan met de voortgang van het ras, met de gewenste eigenschappen maar nog behoedzamer moet zijn met de ongewenste eigenschappen zoals gebreken, is het uitermate belangrijk te weten uit welke voorouders een rashond is geboren.

Heb je nl een hond die is geboren uit 2 ouders die drager zijn van een bepaalde afwijking of ziekte is de kans 25% dat de nakomeling lijder wordt van die ziekte omdat ie die van zijn ouders mee heeft gekregen terwijl zij zelf niets mankeren!

Bij een hond die geboren is uiteen combinatie van ouderdieren waarvan er 1 in zijn latere leven lijder blijkt te zijn aan een bepaalde ziekte en de andere de ziekte blijkt te dragen wordt de kans dat die nakomeling de ziekte ook gaat ontwikkelen zelfs 50% en als ie de ziekte niet ontwikkelt is ie in ieder geval zelf drager en kan de ziekte dan weer doorgeven aan zijn eigen nakomelingen.

Dit is nog maar 1 mogelijkheid van vererving.

Je hebt ook nog ziekten die op een zodanige wijze door vererven dat als je fokt met een ouderdier wat in zijn latere leven lijder blijkt te zijnalle nakomelingen gegarandeerd ook lijder zijn.

Sommige ziekten en gebreken zijn te onderzoeken en voor enkele zijn al DNA tests ontwikkelt zodat de fokker te horen krijgt of zijn potentiële fokdier vrij of drager of lijder is van die betreffende afwijking cq ziekte.

Voor veel ziekten is dit helaas nog niet het geval en dan is het zaak dat als er een gebrek aan het licht komt of meerdere keren door een bepaald ouderdier doorgegeven wordt aan de door hem verwekte nakomelingen zo’n dier uit de fokkerij teruggetrokken wordt.

Na het bovenstaande uitgelegd te hebben kan ik dus de conclusie trekken dat fokken zonder afstammingsbewijs en gezondheidsonderzoek Russisch Roulette spelen is met de gezondheid van Rashonden.

Soms gaat het goed en als het fout gaat is het meteen goed fout.

Kunnen honden met Stamboom dan gegarandeerd geen afwijkingen en ziekten krijgen?

Nee, dat is helaas niet het geval, er kunnen nooit garanties gegeven worden dat de hond niet aan een bepaald gebrek zal gaan lijden.

Alleen van de specifieke gebreken die te onderzoeken zijn en door met vrije ouders of met dragers te kruisen met vrije ouders voorkomen kunnen worden, geven meer zekerheid.

Verder is openheid binnen een Ras door fokkers van uitermate groot belang en daar wordt helaas nog niet altijd gehoor aan gegeven uit geldelijke overwegingen.

Veel Rasverenigingen hebben echter ook voor dekreuen regels opgesteld die bepalen dat zij niet onbeperkt ingezet mogen worden zodat reuen bepaalde (ongewenste) eigenschappen die zij dragen niet onbeperkt in een Ras kunnen verspreiden.

Ik heb een artikel gelezen wat op de website van de Nederlandse Vizlavereniging gepubliceerd staat en wat gaat over een lezing die  gegeven werd door Piter Bijma, onderzoeker fokkerij en genetica in Wageningen.

Ik ben zo vrij geweest dit artikel over te nemen en hieronder te vermelden.

 

De Nederlandse Vizlavereniging heeft enige tijd geleden een lezing georganiseerd over inteelt. Deze werd verzorgd door Piter Bijma, onderzoeker fokkerij en genetica in Wageningen. De heer Bijma is gespecialiseerd in inteelt bij koeien en schapen.

De heer Bijma vertelde het volgende in willekeurige volgorde:
 - Elk ras dat begonnen is met een klein aantal ouderdieren fokt met inteelt. En dat betekent ook dat je in een ras een geleidelijke toename ziet van het inteeltniveau.
 - Enige inteelt is normaal, veel inteelt is riskant.
 - Als je jezelf op de borst klopt omdat je over 6 generaties een inteeltpercentage hebt van 0,6 procent bij een klein ras, houd je jezelf voor de gek als je denkt dat je niet inteelt. Als je dezelfde hond namelijk over tien generaties berekent zul je zien dat het inteeltpercentage hoger is.
 - Fokkers gebruiken vaak de term lijnteelt omdat ze aan willen geven dat ze niet heel direct bijvoorbeeld moeder x zoon kruisen, maar als je over meerdere generaties kijkt is het dus nog gewoon inteelt. Lijnteelt en inteelt is daarom precies hetzelfde. En in een ras dat aan de basis slechts een beperkt aantal honden heeft staan, zoals onze Toller, bestaat er dus ook geen echte outcross.
 - De gewoonte van fokkers en van geautomatiseerde fokprogramma’s om bij een nieuwe generatie de onderste generaties niet meer mee te nemen in de inteeltberekening maakt dat ze denken dat inteelt verdwijnt. Ze kijken als het ware niet meer diep genoeg in de stamboom.
 - Inteelt zorgt voor verlies aan diversiteit. Genen die eenmaal verloren zijn gegaan, zijn niet meer terug te fokken binnen de eigen genenpool.
 - Per generatie ( ong. 6 jaar) heb je ongeveer de inzet van 50 reuen nodig die niet aan elkaar verwant zijn. Overmatig gebruik van reuen en hun nakomelingen is gevaarlijk, omdat het de diversiteit nog verder beperkt. Als voorbeeld vertelde hij het verhaal over de melkvee stier Bell, die in Europa graag werd gebruikt omdat hij de melkproductie bij de koe vergrootte. Deze stier was in 1974 geboren. Tussen 1990 en 2000 bleek hij twee auto-immuunziekten bij de koeien te vererven. Tegen die tijd was er in Europa nauwelijks nog een koe te vinden die hem en zijn nakomelingen niet in de stamboom had zitten. Het was een zeer moeilijk te keren proces, terwijl er toch miljoenen koeien over de hele wereld zijn.
 - Grof geschat denkt men dat ieder zoogdier in aanleg drager is van 2 tot 5 genen met een in aanleg dodelijk of schadelijk erfelijk gebrek in zich. Door inteelt wordt de kans dat die genen elkaar ontmoeten steeds groter en de kans dat je genen hebt om deze problemen te bestrijden neemt verder af.
 - Een ingeteelde reu geeft niet perse een ingeteelde pup, maar zet een ingeteelde reu niet te vroeg in voor de fokkerij, om wat meer zekerheid te krijgen dat hij niet zelf lijder is aan bepaalde afwijking of ziekte. 
 - Het COI (Coëfficiënt of Inbreeding) van nakomelingen wordt bepaald door de verwantschap tussen de ouderdieren en niet door het COI van de ouderdieren. Met andere woorden inteelt is niet erfelijk.
 -  Inteelt brengt recessieve erfelijke genen aan het licht.
 - Inteelt kan, als deze groter wordt, inteeltdepressie tot gevolg hebben. Bij schapen is aangetoond dat inteelt verantwoordelijk was voor minder lichaamsgewicht, minder vruchtbaarheid, minder nakomelingen, minder levensjaren. Inteeltdepressie zorgt dus voor de achteruitgang van het ras door gezondheid en vruchtbaarheidsproblemen.
 - De oplossing is te vinden in ervoor zorgen dat de inteelt slechts heel langzaam toeneemt door de verwantschap van de dieren zo klein mogelijk te houden. De natuur zorgt dan voor een soort van balans. Door het optreden van spontane mutaties kan de variëteit zelfs weer iets groter worden.
 - De oplossing is ook te zorgen voor een beperking van de verwantschap tussen de reuen onderling. Dus echte variëteit in plaats van een reu te vervangen door in zijn plaats zijn zoon te gebruiken.
 - Zorg er op rasniveau voor dat we niet allemaal hetzelfde doen.
 - Voorkom te sterk ingeteelde combinaties.

 

 De conclusie is dan ook eigenlijk dat gezondheidsafwijkingen HELAAS bij rashonden horen omdat samen met de beschadigde mutaties die de rasspecifieke eigenschappen veroorzaken ook beschadigde mutaties van gezondheidsgenen aan de orde zijn en die dus ook in het ras ingebracht worden.
Met dit in je achterhoofd kun je dus alleen proberen tegen deze beschadigde mutaties te strijden door lijdende dieren uit te sluiten voor de fok en dragers alleen te kruisen met vrije dieren.
Om dat te doen is inzicht in de verervende voorouderlijn nodig (dus een stamboom) en gezondheidsonderzoek.

 

^