Veel pups mogen mee naar huis als ze 7 of 8 weken. Uit onderzoek is gebleken dat pups van 7,5 week de ideale leeftijd hebben om naar hun nieuwe baasje te gaan. Hun nieuwsgierigheid is nog groot en zo wennen ze makkelijk aan hun nieuwe omgeving. Na de leeftijd van 7,5 week gaat de angst voor nieuwe dingen het langzaam winnen van de nieuwsgierigheid. Daarom is het heel erg belangrijk om pups uiterlijk met 8 weken in huis te nemen. Nooit mag een pup voor het 7 weken oud is het nest verlaten. De pup leert dan nog heel veel van zijn moeder en nestgenootjes. Ook is het in Nederland bij wet verboden een pup te verkopen die jonger is dan 7 weken. Trap niet in smoesjes van bepaalde fokkers dat de moeder de pups zat is, of dat ze hun nest kunnen verlaten omdat ze niet meer bij hun moeder drinken. Het is normaal dat de moederhond de pups steeds langer alleen laat en ze soms zat lijkt te zijn. Ze komen steeds meer op een leeftijd dat ze zichzelf meer moeten redden en dat zie je aan de moederhond. De pup leert nog wel veel van zijn moeder en ook van zijn broertjes en zusjes.
Eerste socialisatieperiode
De eerste socialisatieperiode is in de leeftijd van vier weken tot twaalf weken. Deze socialisatie periode is een kritieke periode. In deze periode leert de hond tot welke soort hij behoort en dat er ook nog andere soorten bestaan. Dingen waaraan de hond in deze periode niet is gewend zal later veel moeite opleveren om de hond nog wel aan te wennen. In sommige situaties is dit zelfs onmogelijk. Heeft de hond in deze periode bijvoorbeeld nooit mensen gezien, dan zal hij nooit aan mensen wennen en ze altijd wantrouwen. Ook als de hond bijvoorbeeld alleen maar een blonde vrouw heeft gezien in deze periode, zal de hond alle andere mensen wantrouwen. We spreken dan van een kennelsyndroom.
Bedenk ook dat de moeder van de pups een zeer belangrijke invloed heeft. Als de moederhond ngstig is naar mensen of dieren, zal de pup dit als standaard gedrag overnemen.
Alles waar de hond in zijn leven mee te maken krijgt moet in deze periode dus vaak opgezocht worden. Denk hierbij ook aan nagels knippen en borstelen. Over het algemeen houden we aan dat honden in deze periode een bepaalde prikkel vijf keer moet meemaken om het als normaal te gaan beschouwen.
In deze fase wordt ook de bijtrem ontwikkeld. De pups spelen veel met elkaar en leren van elkaar wat pijn doet en hoe hard ze mogen bijten. Ze leren dit ook van hun moeder en eventuele andere volwassen soortgenoten. Ze leren ook wat ze moeten doen om een aanval te stoppen. Ze leren zich overgeven aan een meerdere en daarmee het bijten te stoppen. Ook zelf zullen ze direct hun aanval stoppen, ook bij spel, als de andere partij zich overgeeft. Volwassen reuen dienen trouwens vaak als hele leuke speelkameraden die spelenderwijs een goede opvoeding geven. Ook in wilde hondenroedels zijn het vaak reuen die een groot deel van de opvoeding op zich nemen.
Op cursus
Heel belangrijk voor de socialisatie is het contact maken met soortgenoten en andere mensen en dieren. Puppycursus is hier uitermate geschikt voor. Soms hoort u van uw dierenarts of andere mensen dat uw pup niet aanraking mag komen met andere honden en niet op cursus mag voor hij alle inentingen gehad heeft.
Onderzoek heeft inmiddels aangetoond dat het belang van socialisatie vele malen groter is dan de kleine kans dat uw hond ziek wordt.
Uw hond kan ziek worden van de uitwerpselen van andere honden, daar zitten bacteriën op waar de pup ziek van kan worden. Vermijd daarom uitlaatplaatsen en laat uw hond uit op schone stukjes gras.
Het is dus wel erg belangrijk dat u uw hond kennis laat maken met andere honden, ook al is hij niet volledig ingeënt. De fase tot 12 weken is een kritieke fase die nooit meer terug komt. De kans dat uw hond ziek wordt van contact met andere honden, is erg klein en het belang van het contact voor het goed opgroeien van uw hond zeer groot.
Uw hond krijgt overigens antistoffen van zijn moeder mee, bij de eerste enting krijgt maakt hij ook al antistoffen aan.
Secondaire socialisatieperiode
De secundaire socialisatieperiode vindt plaats vanaf de 12 weken tot de hond ongeveer een half jaar is. In deze periode is het belangrijk dat alles wat u wilt dat de hond gewoon blijft vinden, u blijft opzoeken. In deze periode bekrachtigt u al die dingen die u in de eerste socialisatiefase heeft ondernomen. In deze periode speelt ook de sociale binding met niet-soortgenoten een grote rol. Ook deze fase is daarom erg belangrijk.
Als de pup alleen de eerste twaalf weken is gesocialiseerd en u onderneemt daarna niets met de pup, dan kan de pup zelfs desocialiseren, oftewel weer schuwer worden voor dingen die hij niet vaak meemaakt. In deze fase hoeft u niet meer zo intensief alles op te zoeken, maar het is belangrijk dat u toch elke dag nog een beetje met de socialisatie bezig bent.
Ga ook nog regelmatig met de trein of bus en zoek regelmatig andere mensen, kinderen en dieren op. De eerste stap heeft u al gezet tijdens de eerste socialisatiefase, in deze fase rond u de socialisatie af.
Bedenk u ook dat uw hond nooit uitgeleerd is. Tijdens zijn eerste levensjaar maakt hij heel veel nieuwe dingen mee. Nieuwe dingen meemaken en zien vind uw hond normaal worden. Wordt uw hond wat ouder, dan maakt hij nog zelden nieuwe dingen mee en als hij dan dus wel eens iets nieuws meemaakt, zal hij hier ook extra van in de war zijn. Blijf dus altijd bezig met uw hond.
Een goed voorbeeld is vuurwerk. Jonge honden vinden het over het algemeen niet zo heel eng. Maar als de hond twee of drie jaar is, kan hij toch ineens bang worden voor vuurwerk. De hond heeft al een jaar lang niets nieuws meer meegemaakt. Elke dag is hetzelfde en alle mensen en dieren in de buurt kent hij al. Ineens breekt er ’s avonds een ontzettend lawaai uit en staan alle mensen die hij kent en vertrouwt op en zijn onrustig. Voor een hond een duidelijk teken dat er iets goed mis is!
Zoek daarom het hele jaar door vuurwerk op, oefen zelf of ga in de zomer bijvoorbeeld naar Scheveningen waar een aantal zondagavonden vuurwerk wordt afgestoken. Ook op Koninginnedag en Bevrijdingsdag is er vaak vuurwerk.
Tijdens de secundaire socialisatieperiode heeft de pup een verhoogd vermogen tot leren. Hier kunt u goed gebruik van maken door op cursus te gaan en de hond het gedrag te leren wat u graag van hem verlangt. Honden leren in deze periode alleen ook heel snel gedrag wat wij niet zo leuk vinden, maar de hond wel veel oplevert! Dit is dus ook iets waarop u goed moet letten.
Misschien wilt u uw hond later voor sport gebruiken of veel met hem ondernemen in een andere discipline. Om in te kunnen schatten of een hondje later snel zal leren of goed zal zijn in hondensport is een simpel apporteerspelletje een indicatie voor de latere bereidheid tot leren. Spelen met een pup van zeven weken met een voorwerp wat hij ook nog terug wil brengen is een goede indicator voor later leervermogen. Apporteerspelletjes zijn voor een pup heel erg leuk en zorgt voor een goede basis en binding met de baas.
Duplo Hondengedragscentrum
Margje Koster
Trainer / Gedragsdeskundige
Looking for Reliable Essay Writers? Check Out This Service!
Struggling with Deadlines? Let Experts Handle Your Nursing Assignments
Why Students Are Choosing to Pay to Do My Assignment: A Comprehensive Guide with DoMyAssignment.Help
How Can Company Law Impact a Case Study on Setting Up a Business?
5 Things to Avoid When Your Dog Gets Vaccinated
Momenteel staan er 0 artikelen in de honden encyclopedie !
Om een artikel te kunnen schrijven moet je eerst eventjes inloggen !
Zoek je iets op de HondenPage ? Vul dan hier jouw zoekwoorden in ?