Delen

- facebook

- twitter

geschiedenis van de hazewind

Hazewindhondenclub > geschiedenis van de hazewind

De geschiedenis rond “De Windhond” begon al rond 1474. Hij begon zijn leven als een houten standerdmolen. In het Rijksarchief te Utrecht bevindt zich een oude oorkonde, gedateerd op 28 februari 1474, waarin Bisschop David van Bourgondië vergunning verleent aan Claes Albertszoen om tegen een jaarlijkse betaling van drie lood fijn zilver een windmolen te timmeren, op te richten en te houden, daar te malen en de molster daaraf te nemen. Een molster was de betaling in natura voor het malen van het graan. Van dat gemalen product werd een zekere hoeveelheid achtergehouden dat de molenaar bij wijze van loon voor de bewezen diensten toekwam.

Na enkele eigendomswisselingen werd in 1632 de molen voor de helft verkocht aan Gerrit Albertsz. Varekamp. In 1636 koopt hij de andere helft van de molen van Willem Jans Cruiff waarmee hij dan samen met zijn vrouw, Aeltgen Jacobs, alleen eigenaar wordt van de standerdmolen. Op een kleine onderbreking na zal de naam Varekamp zich tot 1774 handhaven.



Het jaar 1737 – het jaar van de bouw van “De Windhond” - komt in zicht. In 1737 werd op de plaats van de standerdmolen “De Windhond” gebouwd. De 14,5 meter hoge stellingkorenmolen zoals we hem nu nog kennen van de foto’s. In 1774 krijgt de molenaarsfamilie Smits “De Winhond” in hun bezit. Zij namen het bedrijf over van hun oom, de vrijgezel Rijk Varekamp. Na enkele generaties Smits zal “De Windhond” nog éénmaal van eigenaar veranderen. Op 3 januari 1921 wordt “De Windhond” los van de molenaarswoning, de boerenhoeve en alles wat daarbij hoort, verkocht aan Johannes Baptist Mulders voor F. 5030,-- . Deze Mulders is de zoon van de molenaar van “De Vlijt” in Soest-Zuid.

Home | Registreren |