Noorse Elandhond Grijs
De Noorse Elandhond Grijs behoort tot de Rasgroep "Spitsen en oertypes"
. . . gaat terug tot in het Stenen Tijdperk.
Het is daarom niet vreemd dat dit ras is omgeven door sagen en legenden. Zo werden resten van de 'Torvmosehund' gevonden in de bossen van Denemarken waarvan men aanneemt dat dit de oervader is van de noordelijke rassen, maar ook leerden opgravingen in de omgeving van Vistehulen in de buurt van Jaeren in zuid-Noorwegen door Prof. Brinchmann van het Bergen's museum dat hondenskeletten uit het Vikingtijdperk een zeer grote gelijkenis hadden met de Noorse Elandhond van nu en dat deze tevens met het nodige eerbetoon in de vorm van speerpunten en 'n benen strijdbijl tezamen met hun meester werden begraven. Experts schatten dat de graven uit 4000 tot 5000 jaar voor Christus dateren.
Een gelijksoortig ritueel in die periode vond plaats wanneer een hoofdman van de Vikingvloot sneuvelde. Hij werd, met zijn gedode hond, op een Vikingschip gelegd, in brand gestoken en de zee opgestuurd om zo samen met zijn gewaardeerde metgezel naar het koninkrijk van Odin en Thor, de thuishaven van alle dappere en moedige Vikingen, te varen.
Een meer recent verhaal komt uit de 'wolvenperiode' in Noorwegen welke van 1825 tot 1845 duurde. In die tijd trokken duizenden hongerige, uitgemergelde wolven vanuit Finland en noord Zweden, Noorwegen binnen en jaagden in groepen nietsontziend op alles wat op hun weg kwam. In de nacht van 14 februari 1842 verhaalt men over de 'Wolvennacht',die zich afspeelde tussen een groep wolven en negen van de gehardste Noorse Elandhonden in de Norderhove vallei. Fanarok, de Onbevreesde, was de leider van de honden en de grootste vechter van allen. Purven, een nestbroer was de kleinste en verre van een vechter. Fanarok was zijn maat en beschermer en de hemel beschermde diegene die Purven te na kwam.
In de voorgaande nacht was Fanarok opgesloten in de schuur om het vee te bewaken toen hij het machteloze geschreeuw van Purven hoorde terwijl deze aan stukken werd gescheurd door een troep wolven. Hij beukte op de zware schuurdeur maar tevergeefs. De volgende morgen keek Fanarok over het erf en zag slechts het bevroren bloed en wat stukken vacht. Omzichtig rook hij er aan en toen hij Purven's halsband vond was hij zeker van het gebeurde. In de koude vrieslucht van de ochtend hief hij zijn zware hoofd en zond een kreet naar zijn ras, een kreet van verdriet en vijandschap, een uitdaging tot zijn roedel. Van boerderij tot boerderij kwam het antwoord. Deze Elandhonden waren sterk en hadden zich tijdens de jacht gemeten met de grootste elanden en beren, zij kenden geen vrees! Die bewuste nacht scheen de maan helder over de vallei en op het midden van het bevroren Juverenmeer huilde de eenzame Noorse Elandhond zijn verdriet uit over de wereld en tegen de koude maan. Niet ver van hem vandaan wachtte in het moeras een groep van 8 volgelingen. Spoedig verscheen
een groep wolven op het meer en trachtte de Noorse Elandhond te omsingelen. Zij kwamen bedrogen uit. De groep Noorse Elanden kwam met enorme snelheid het meer op. De aanval kwam zo onverwacht en zo furieus dat de wolven er volledig door verrast werden. Stalen kaken grepen met kracht in de kelen van de belagers en lieten niet eerder los voordat de wolf dodelijk verwond neerviel, de poten hulpeloos in de lucht. Het gegrom en gegil klonk mijlen ver. Steeds meer wolven verschenen op het strijdtoneel; op het verse bloed afkomend. Mensen kwamen uit hun huizen en boerderijen, gewapend met geweren, bijlen, zwaarden en ander wapentuig en vochten zij aan zij met de Elandhonden tegen hun gemeenschappelijke vijand.
Toen de eerste stralen van de Februarizon over het landschap schenen, lagen er 27 wolven uitgestrekt in de sneeuw. De daarop volgende jaren was de vallei bevrijd van een wolvenplaag.
Voor de Noorse Elandhond was het een grootse nacht, zo ook voor de mensen van Norderhove, zij droegen met trots de wolvenpelsen uit Noorwegen's grootste wolven gevecht.
Na de 'wolvenperiode' was het erg rustig in de wouden van Noorwegen. Groot- noch klein wild was overgebleven. Alleen in Osterdalen en Hedmarken was een klein groepje overlevenden, de rest was gedood door de wolven. Zo had ook een enkele Noorse Elandhond de wolven overleefd en het was moeilijk om goede exemplaren onder hen te vinden. Alleen in een enkele afgelegen vallei bestonden nog afstammelingen van de betere geslachten. De man, de fokker, de jager en de vriend verzamelde datgene wat overgebleven was bijeen en bliezen het ras een nieuw leven in.
DE JONGSTE GESCHIEDENIS
De jongste geschiedenis begint in het jaar dat Bamse Gram werd geboren, 1865, later bekend als "Gamle Bamse Gram" met als eigenaar de consul Jens Gram te Ask, een bekend jager en keurmeester.
De eerste tentoonstelling met 124 honden, waaronder 15 Beren- en Elandhonden werd op 28/29 juni 1877 in Oslo gehouden. Hoewel Bamse hier uitkwam, werd hij niet geplaatst ofschoon hij de hoogste waardering kreeg. Dit omdat de keurmeester ook de eigenaar van de hond was.
In 1899 werd de 'Norsk Dyrehondklubb' door Louis Saxlund opgericht onder voorzitterschap van P.M. Anker en telde 19 leden. Het was echter Carl Omsted voorzitter in de beginperiode van 1903 tot 1935, die een groot stempel op de ontwikkeling van de vereniging gedrukt heeft.
Op 11/12 augustus 1900 werd in Rena de eerste clubmatch georganiseerd voor de Gråhund & Finmarkhund (zwarte Elandhond) met totaal 52 honden. De eerste- en ereprijzen gingen naar de grijze Elandhonden: Fin, Kandix en Kjek. Andere beroemde honden uit die begintijd zijn: Bamse 107 Omsted, Nero, Pasop, Bring, Vaktman en Skram.
In 1905 werd door de Noorse en de Zweedse Kennelclub geen overeenstemming bereikt over een eensluidende standaard voor de grijze Elandhond, iets wat wel bereikt werd met de zwarte Elandhond.
De vraag rijst wat heeft Zweden met dit ras van doen? Het antwoord hierop ligt in de geschiedschrijving. De huidige Zweedse provinciën Jämtland/Härjedalen en Angermanland behoorden tot het jaar 1645 tot Noorwegen waar ruwweg 3 grijze variëteiten bestonden t.w. de Gråhund, de Jämthund en de Norsk Elghund.
In 1906 werd de standaard voor de grijze Noorse Eland vastgesteld waarbij de reu 'Skrub av Glitre' model stond en Zweden de Zweedse standaard (112) aanhield voor hun 'Gråhund' of 'Norrlandspitz' welke feitelijk weinig van elkaar verschilden. De grotere variant, de Jämthund, raakte tot de jaren dertig in de vergetelheid.
In het voorjaar van 1950 en 1966 werd de standaard voor de grijze Noorse Elandhond herzien onder nr. 242 en bij de Algemene Vergadering in 1981 te Dortmund werd bepaald dat de enig erkende standaard die van de grijze Noorse Elandhond is en de Zweedse Gråhund (112) officieel ophield te bestaan.
Tot de jachtverdiensten van de Noorse Elandhond moet in de eerste plaats gerekend worden de interesse voor het wild en de automatische zekerheid en eigenwijsheid bij het stelwerk. Als minpunt mag genoemd worden het gebrek aan gehoorzaamheid, luid een citaat in de 50tiger jaren.
Zijn karakter is moedig doch gereserveerd echter zonder een spoor van onnodige zenuwachtigheid, maar ook in hoge mate trouw aan de roedel (gezin).
Eenmaal volwassen, zal de hond waken over zijn territorium doch niet verdedigend optreden, hoewel hij in kritische situatie's zeer nadrukkelijk aanwezig kan zijn. Een dominante reu is niet vreemd, maar hij zal niet ongeremd agressief uitvallen. Wordt hij daarentegen aangevallen dan staat hij zijn mannetje, zich beschermd wetend door zijn dikke vacht en zijn snel reactievermogen.
Nordisk Kennel Union NKK-datum 18-10-1997
FCI standaard : 242 . FCI -datum 09-08-1999
GROEP: 5
NOORSE ELANDHOND - GRIJS
Norsk Elghund grå
LAND VAN OORSPRONG: Noorwegen
GEBRUIK: Een hond voor de jacht op de eland.
FCI CLASSIFICATIE : Groep 5: Spits- en Oertypen
Sectie 2: Scandinavische jachthonden
Met werk proef
ALGEHEEL VOORKOMEN: Een typische spitshond. Gedrongen en kort lichaam, . . kwadratisch gebouwd. Veerkrachtig, goed opgeheven hals. . . Rechtopstaande oren. Vacht dik en overvloedig, maar niet . . borstelig of lang. De staart stevig gekruld over de rug . gedragen.
BELANGRIJKE VERHOUDINGEN Vierkant gebouwd. De lengte van de schedel en de lengte + PROPORTIES: van de snuit is gelijk.
GEDRAG/KARAKTER: Onbevreesd, energiek, moedig.
HOOFD: Wigvomig, relatief breed tussen de oren. Licht gewelfd.
SCHEDEL PARTIJ:
schedel: Licht gebogen
stop: Gemarkeerd, maar niet tè uitgesproken.
AANGEZICHT:
neus: zwart
snuit: van boven en van opzij gezien geleidelijk taps toelopend. . neusbrug recht.
lippen: strak aangesloten.
kaken/gebit: schaargebit. Compleet gebit
ogen: niet uitpuilend, donkerbruin van kleur.
oren: hoog aangezet, vast en rechtopstaand, relatief klein.
De hoogte iets meer dan de breedte aan de basis, puntig en . zeer beweeglijk.
HALS: van gemiddelde lengte, sterk, goed opgeheven hals, . overvloedige kraag, zonder losse keelhuid.
VOORHAND:
Algemene verschijning: sterk, vast en recht.
schouders: schuin
bovenarm: tamelijk schuin
elleboog: goed geplaatst, niet naar binnen noch naar buiten gedraaid.
onderarm: van voren en van opzij gezien, recht.
middenvoorvoet: van voren gezien; recht. Matig schuin van opzij gezien
voeten: tamelijk klein, compact; tenen recht naar voren wijzend.
LICHAAM: sterk, kort van bouw.
bovenbelijning: recht van de schoft tot aan de staartaanzet.
schoft : goed ontwikkeld.
rug: sterk, gespierd en recht.
lendenen: goed ontwikkeld.
kruis: sterk en breed.
borst: breed en diep, goed gebogen ribben
buikbelijning: bijna recht
STAART: Hoog aangezet, sterk, relatief kort. Dikke vacht maar geen . vlag/bevedering. Stevig, niet links of rechts, over het . . midden van de rug gekruld.Van een volwassen hond kan de . . staartpunt niet recht gebogen worden.
ACHTERHAND:
algemene verschijning: sterk, droog en gespierd. Van achteren gezien parallel. . matig gehoekt.
boven dijbeen: gespierd en breed.
knie: matig gehoekt.
onderbeen: van gemiddelde lengte.
spronggewricht: matig gehoekt.
sprong: in stand mag de sprong niet achter de aanzet van de staart . reiken.
voeten: betrekkelijk klein. ovaal van vorm, compact, de tenen recht . vooruit.
GANGWERK: licht en moeiteloos. Van voren en achter gezien parallel . gaand
HUID: strak, zonder rimpels op het hoofd.
VACHT:
haar : van gemiddelde lengte; dik, grof en overvloedige bovenvacht . zonder krullen. Op het hoofd en de voorbenen kort en zacht; . langer op hals, dijen, achterbenen en staart. Zachte . . . ondervacht.
kleur: Grijs, in verschillende nuances. De kleur wordt veroorzaakt . door de zwarte haarpunten van de bovenvacht. Lichter op de . borst, buik, benen, de onderzijde van de staart, onder de . . staartaanzet en op de
GROOTTE:
schofthoogte: reuen: ideaal hoogte 52 cm
teven: ideaal hoogte 49 cm.
FOUTEN: Elke afwijking van de voorgaande punten moet als een fout . beschouwd moeten worden en de ernst van de fout behoort in . de juiste mate in overweging genomen worden.
- ronde of bolle schedel.
- spitse of korte snuit.
- tanggebit, onregelmatig gebit.
- lichte ogen.
- te grote of te wijd geplaatste oren.
- te korte staart. Een niet vast gekrulde of opzij hangende . . staart.
- platte voeten.
- te lange of te korte bovenvacht.
- bruine of gelige vachtkleur. Donkere ondervacht. Roetachtige . kleur.
- witte staartpunt. Wit op de borst.
- zacht of gespannen temperament.
DISKWALIFICERENDE FOUTEN:
- een van nature korte staart
- gele of blauwe ogen
- geen rechtopstaande oren.
- elke andere kleur dan grijs.
- boven- of onderbijt.
- hubertusklauwen aan de achterbenen.
- een schofthoogte 3 cm onder of meer dan 4 cm boven de ideale . . . hoogte.
- agressieviteit.
N.B.
Reuen moeten twee duidelijk normale, en volledig in het scrotum . ingedaalde testikels te hebben.
Over algemeen kan het ras als gezond gekenmerkt worden al komen de bekende ziekten af en toe voor. Waar men sterk op moet letten dat voorouders aan beide zijden tot enige generatie’s terug FRD-vrij zijn. FRD-lijders overlijden n.l. op de leeftijd van ± 3-4 jaar
SCANDIA: een aandoening die voorkomt is FRD oftewel Familial Renal Disease is een erfelijke ziekte, die chronisch nierfalen veroorzaakt bij de Noorse Elandhond. Iedere hond die voor de fok ingezet wordt moet hierop getest worden, echter is het geen definitieve garantie dat de hond deze aandoening op latere leeftijd (tot +/- 5 jaar) niet alsnog kan ontwikkelen. Er bestaat nog geen DNA test voor deze aandoening.
Bij sommige honden slaan haarvatkliertjes “op hol” en er ontstaan dan een soort vetbultjes, veelal op de rug. Niet uitknijpen, dat verergert het geheel. Ga vroegtijdig naar de dierenarts die kern er “uitlepelt”. Wacht men te lang dan kan een kyste ontstaan die zich op het bot kan gaan vastzetten en dan wordt het een operatie.
Zoals bij de overige spitshondenrassen hebben de honden een dubbele vacht die gewoonlijk bij teven 2 x p/jaar verwisselt en bij reuen eenmaal. In die periode moet hij veelvuldig gekamd worden met een wat groffe hark hoofdzakelijk vanwege de ondervacht. De vacht riekt niet en als het dat doet is veelal een voedingskwestie.
Het ras heeft liberale opvattingen en dat betekent (zeer) consequent opvoeden wat er enigszins op neerkomt dat men de hond a.h.w. moet overtuigen van het nut en noodzaak van een commando. Rukken en/of trekken, schreeuwen werkt averechts, stem verheffing wel. Alle N.E.'s die wij hebben gehad waren geen speelhonden. Na 2 keer de bal teruggebracht te hebben als pup, keken ze bij de 3e keer, "heb je niets beters?"
Behendigheid idem dito. Kende een handvol eigenaren die het wel voor elkaar kregen.
Wat wel geslaagde bezigheid is, is nazoekwerk op zweetspoor. Is een inspannende bezigheid voor de hond die volgende dag uitgeteld is. zie http://www.jagendebrak.nl
Scandinavische Spitshondenrassen 'Scandia', Vereniging van Fokkers en Liefhebbers van
Scandinavische Spitshondenrassen 'Scandia', Vereniging van Fokkers en Liefhebbers van
Hilversum
Website: http://www.scandia-rasvereniging.nl
De Noorse Elandhond Grijs staat op dit moment op de 111e plek van de meest populaire hondenrassen op de HondenPage
Buiten de normale wekelijkse borstelbeurt vraagt de vacht geen bijzonder onderhoud.
neem hiervoor contact op de vereniging "Scandia"
Geen fokkers informatie gevonden over de Noorse Elandhond Grijs.
Heb jij overige informatie het fokkken van een Noorse Elandhond Grijs pup. ? Dan kun je dat toevoegen als je je fokbeleid hebt laten keuren op de hondenpage.
Hoogte: middelgroot
Kindvriendelijk:
Gehoorzaam:
Waaks:
Kan goed alleen zijn:
Heeft veel beweging nodig:
Is sociaal:
Als jij informatie over de Noorse Elandhond Grijs hebt die de kwaliteit van deze pagina verbetert dan kun je deze pagina aanpassen. Log wel eerst even in om dit te doen.
Zoek je iets op de HondenPage ? Vul dan hier jouw zoekwoorden in ?