Ja, bij ons op de cursus is het verplicht. Tevens is DJ een allerminst vriend en dan heb ik liever dat die gewoon geënt is.
Ik ben juist erg begaan met de gezondheid van mijn honden. Waar komen al die kankers en andere ziektes vandaan? Immuunsysteem naar de kl..., huidziektes...
De tijd is voor mij voorbij dat ik alles kritiekloos slik wat mijn DA mij zo mooi en overtuigend probeert wijs te maken. Ik zoek info en denk mee, alles in het belang van mijn honden.
Niet meer inenten, wat heeft dat met geld te maken? Zoveel kost dat nu ook weer niet, dus als ik het nut ervan inzie, dan meteen. Maar zeker niet elk jaar.
Ik bedoel wel echt de ziekte van Weil en ja ik ben een kind, voelt zalig, moet je ook eens proberen.
Voor wie zin heeft in meer info en graag leest, deze link:
http://labradornet.com/FokkersGazet/driscoll.html
Het is dus niet dat ik "zomaar" niet meer laat inenten, dit soort info zet een mens aan het denken (hoop ik).
nee, de titeruitslag geeft ook dat enten niet nodig is.
Sommige mensen tegen de griep.
En nog een lap tekst, ga er even goed voor zitten en lees grondig.
VACCINS ZIJN BESLIST NIET ONSCHULDIG!!!!
Naar aanleiding van de lezing van Natural Animal Consulting bij de hondensportvereniging DOS op Texel, november 2004, over dit onderwerp, hebben wij op het verzoek van het bestuur dit artikel ingestuurd voor het clubblad, zodat ook de overige leden en geïnteresseerden geïnformeerd zijn.
Dat vaccinaties nu niet bepaald gezond zijn zal blijken uit onderstaande tekst. Dit is echter geen ontdekking van de laatste paar jaar. Sinds de introductie van vaccins, is de medische wereld en uiteraard de fabrikanten altijd op de hoogte geweest van de vele risico’s die vaccins met zich meedragen. Op het gebied van de uitwerking van vaccinaties bij mensen is er naar alle waarschijnlijkheid veel meer onderzoek geweest dan bij dieren.
In Engeland is een organisatie in de jaren negentig uitvoerig begonnen met het in kaart brengen van de bijwerkingen van vaccinaties bij overwegend honden. E.e.a. naar aanleiding van ziekten en overlijden van honden van de oprichtster van deze organisatie. Om deze reden heeft zij ook een boek geschreven met de titel “What Vets Don’t Tell You About Vaccines”, (vert.: “Wat dierenartsen u niet vertellen over vaccins”), dat overigens verkrijgbaar is bij Natural Animal Consulting.
Het vaccinatie-onderzoek heeft veel ernstige feiten naar voren gebracht en ook hebben diverse Engelse en Amerikaanse dierenartsen hun visie hierop gegeven. Er is overigens een Amerikaanse dierenarts die omstreeks 1999 een aanklacht tegen de nodige veterinaire instanties en collega-dierenartsen in Texas heeft ingediend, aangezien hij de jaarlijkse inentingen bij dieren niet terecht vindt. Bovendien vindt hij dat de dierenbezitter misleid en bedrogen wordt. Mocht u beschikken over internet, dan kunt u eens kijken op de site van het Critter Fitter Hospital.
Om u in ieder geval een idee te geven welke aandoeningen er zoal ontstaan tengevolge van vaccins en welke vreemde stoffen vaccins bevatten, kunt u dit beknopte artikel eens op uw gemak doorlezen en wellicht dat ook u tot de conclusie komt dat uw hond of ander huisdier te lijden heeft (gehad) van vaccins.
Aandoeningen en auto-immuunziekten die veelvuldig ontstaan als gevolg van vaccineren*):
· Hashimoto's thyroïditis (chronische schildklierontsteking die vooral bij teven voorkomt)
· Ziekte van Addison (bijnierschorsaandoening)
· Reumatoïde artritis
· Lupus erythematosus ofwel SLE (‘wegvretende’ ziekte van de huid en/of ingewanden)
· Idiopathische Trombocytopenie Purpura (verlaagd aantal bloedplaatjes)
· Haemolytische anemie (afbraak van rode bloedlichaampjes)
· Chronische Actieve Hepatitis
· Diabetes mellitus
· Hypogonadisme (onvoldoende functie van de geslachtsklieren en gestoorde seksualiteit)
· Myasthenia Gravis (ernstige spierzwakte met op verlamming lijkende verschijnselen)
· Pemphigus (auto-immune huidziekte die gepaard gaat met grote blazen)
· Alopecia (haaruitval)
· Glomerulonefritis (ziekte van Bright, ontstoken glomeruli in de nierschors)
· Hypoparathyroïdisme (ziekte van Gull, onvoldoende productie van het schildklierhormoon)
· Diverse neurologische aandoeningen
· Uveïtis (ontsteking iris) en andere immunologische oogziekten
*) Bron: CHC, PO Box 6943, Forfar, DD8 3WG Scotland
VACCINATIES - ZIJN ZE VEILIG VOOR UW HOND?
Door: Dee Blanco, een holistisch werkend dierenarts in Sante Fé, New Mexico
Uit: CHC Update
Vertaling: H.A Kruize
Ik heb veel tijd doorgebracht in de laatste 12 van mijn 19 jaar als dierenarts, met het bestuderen van de kwestie vaccinaties. Gedurende deze tijd als holistisch werkende dierenarts, heb ik de klinische verschijnselen en schadelijke effecten van het gebruik en misbruik van vaccinaties kunnen aanschouwen. Ik heb ook kunnen zien dat er verbeteringen van vele gewone aandoeningen van onze huisdieren optraden door het gebruik van holistische medicijnen en in het bijzonder met homeopathie.
Waarom vaccins problemen veroorzaken
Vaccins worden in het lichaam geïnjecteerd, onder de huid (subcutaan) of in een spier (intramusculair). Deze vaccins bestaan normaliter uit diverse virussen alsmede andere ingrediënten. Uitzonderingen hierop zijn rabiës, corona en bordetella vaccins. Het proces van het inspuiten van diverse virussen in één keer in het lichaam, komt niet overeen met hoe het in de natuur gebeurt. In werkelijkheid ontstaan deze ziekten nooit in één keer, nooit! Alles in de natuur heeft zijn ritme, alles. Het ritme van hondenziekte, van polio, van mazelen, van influenza, van parvo of rabiës gaan allemaal volgens schema. Dit schema, tot verdriet van vele dierenartsen, wordt niet bepaald door een dierenarts. Wanneer deze virussen in het lichaam worden gespoten, vinden ze hun weg door de nauwe bloedvaatjes, dan via de grotere bloedvaten en worden gefilterd in de lymfknopen.
Dit klinkt goed, behalve dat normaal gesproken deze virussen het eerst binnenkomen in de mond en neus, waardoor het humorale immuunsysteem geactiveerd wordt.
Dit produceert krachtige immunoglobulinen (1gA, 1gG, 1gM) die het eerste optreden als defensie. Wanneer dit voornaamste defensiemechanisme van het humorale immuunsysteem wordt overgeslagen, ben je afhankelijk van alleen het cellulaire immuunsysteem; dit is het gedeelte dat antilichamen produceert. Het produceren van antilichamen is mooi, maar wanneer aan de natuurlijke weg wordt voorbijgegaan, zorgt dit voor een extra druk van het systeem.
Wat zit er in een vaccin?
Er zijn twee vormen vaccins verkrijgbaar: (gemodificeerd-levend) verzwakt (MLV) en dood vaccin (zoals rabiës). De MLV's zijn virussen die eens levend waren en op een chemische manier zijn verzwakt, zodat ze toch nog als zodanig worden herkend door het lichaam, maar theoretisch niet in staat zijn om een ziekte volledig te doen ontstaan. Het is typisch, dat de chemie voor het afzwakken van virussen formaline of formaldehyde gebruikt, een bekende kankerverwekker. Soms ontsnappen er wel virussen aan dit verzwakken en kunnen toch een ziekte veroorzaken. De ingrediënten in vaccins staan bij de algehele geneeskunde bekend als kankerverwekkend inclusief een stof die thiomersal genoemd wordt, een kwikderivaat en aluminium.
'Bijwerkingen' die geconstateerd zijn na vaccinaties
Na inenting tegen hondenziekte:
1. Druppelende, waterige neusafscheiding.
2. Conjunctivitis, oogafscheiding, entropion.
3. Chronische gastritis, hepatitis, pancreatitis, eetluststoornissen.
4. Steeds terugkerende diarree.
5. Gevoelig voor bepaald voedsel wat zich uit in diarree.
6. Epilepsie, verlamming van de achterpoten, spondylitis.
7. Lipplooieczeem.
8. Overmatig aan de voeten likken, uitslag (pukkeltjes) tussen de
tenen, allergieën.
9. Kennelhoest, chronische bronchitis.
10. Chronische huidaandoeningen, speciaal op de onderste
lichaamshelft,
11. Slechte ontwikkeling, abnormaal dun.
Na rabiësinenting:
1. Rusteloos natuur, argwaan naar anderen, agressie naar mens en/of dier.
2. Gedragsveranderingen: gereserveerdheid, neiging tot zwerven.
3. Verlatingsangst.
4. Beperkingen kunnen leiden tot gewelddadig gedrag en zelfverwonding.
5. Zelfverminking, op de staart kauwen.
6. Verandering van stemgeluid, heesheid, overdreven vaak blaffen.
7. Chronische eetlustgebrek, erg kieskeurig.
8. Keel- of tongverlamming, vervelende eters, kwijlen.
9. Droge ogen, gezichtsverlies, grijze staar.
10. Eten van hout, stenen, aarde, ontlasting.
11. Vernielzuchtig gedrag, stukmaken van de mand.
12. Aanvallen, epilepsie, zenuwtrekken.
13. Verhoogde seksuele verlangens/drift, agressie (seksueel).
14. Onregelmatige pols, hartfalen.
15. 'Omgekeerd niezen'.
Eén op de 10 riskeert ongunstige reactie op inenting
De eerste uitslagen van het CHC vaccinatieonderzoek werden in 1997 gepubliceerd. Hierna is er praktiserende dierenartsen gevraagd om in hun eigen praktijk te onderzoeken af hun eigen bevindingen deze uitslagen van 1997 te kunnen ondersteunen. Wij waren zeer overtuigd verdere ondersteuning te krijgen maar tot heden heeft geen enkele dierenarts deze uitdaging aangenomen.
Nu pas echter, is er op de uitslagen van het CHC onderzoek volledig instemmend gereageerd. Onlangs ontvingen wij de bevindingen van een onderzoek gehouden door Ilse, een dierenarts praktiserend in Saffron Walden, Essex. Ilse onderzocht de geregistreerde gegevens van alle kleine dieren die ingeënt waren in haar praktijk gedurende een periode van vier maanden, van september t/m december 2000. llse volgde deze diertjes tot drie maanden na de inentingen.
Alle behandelingen na de inentingen zijn geregistreerd en vergeleken. Behandelingen van verkeersongevallen, abcessen ten gevolge van kattenbeten, sneden in de kussen van voeten enzovoort waren buiten beschouwing gelaten, omdat deze niet toe te schrijven waren aan de inentingen. Ilse onderzocht de geregistreerde gegevens van 1002 honden, 1010 katten en 98 konijnen. Van deze dieren zijn 100 honden, 101 katten en 10 konijnen behandeld voor ziekten na de inenting. Onder deze honden waren er 5 met duizeligheidsklachten; er waren er bij die volgens de eigenaar niet 100% waren, af die een afscheiding aan voorhuid vertoonden en die auto-immuunproblemen hadden. Eén kat had een leveraandoening en anorexia; één konijn was plotseling dood en een ander had een abces op de neus.
Ilse zei hierover: "Natuurlijk kan niet alle ziekte in verband worden gebracht met inentingen, maar in vele gevallen is er geen twijfel mogelijk. De 2 honden die in elkaar zakten, de honden met een epilepsie geschiedenis die aanvallen kregen in de dagen na de inenting. Alle honden, katten en konijnen die ter plekke reacties vertoonden na de inenting. Ook de katten die sloomheid toonde gedurende 24 uur na vaccinatie. De honden met verschillende soorten tumoren die begonnen te groeien na het inenten.
De kat met fibrosarcoma (red.: kwaadaardig gezwel, uitgaande van vezelig bindweefsel) op de plaats van de inenting, is haast zeker te wijten aan het katten leukemie vaccin, zoals men ontdekte in de Verenigde Staten.
Sommige katten met maagaandoeningen; sommige katten met luchtwegaandoeningen en katten met een chronische nierontsteking toonden verslechtering na de inenting. Het grootste deel van de diergeneeskundige behandelingen vond binnen de eerste maand na de inenting plaats." Het commentaar van John Watt hierop was: "Dit onderzoek is van grote betekenis, omdat 10% van de onderzochte dieren ziektebeelden vertoonden binnen drie maanden na de inenting. Dit ondersteunt ook het onderzoek uitgevoerd door de CHC in 1997 & 1998 in zoverre, dat het de beweringen op het gebied van de veiligheid van vaccins door de fabrikanten hiervan en het Directoraat van Diergeneeskundige Medicijnen benadeeld heeft."
Gerapporteerde ziektebeelden, waarbij men gebruik maakt van het zogenaamde Yellow Form schema, liggen beduidend lager dan 700 van alle honden in de UK in één jaar. We hebben hier één uit ongeveer drieduizend dierenpraktijken die 100 ziektebeelden van honden in beeld hebben gebracht in een willekeurige periode van 4 maanden. Het is dus denkbaar dat het aantal ziektebeelden uit inentingen bij honden mogelijk zo hoog kunnen zijn als 900.000 in een willekeurig jaar - meer dan 12% van de geschatte totale hondenpopulatie. Deze cijfers van het aantal ziektebeelden veroorzaakt door inentingen zijn vier maat erger dan het door de CHC gedane onderzoek in 1997 en 1998. Rekenkundig gezien, kunnen we vaststellen dat aan de hand van dit onderzoek het voorkomen van een negatieve reactie op een vaccin als volgt kunnen worden ingedeeld:
Soort dier Min. Max.
Honden 7,54% 12,42%
Katten 7,56% 12,44%
Konijnen 2,3% 18,09%
Dit met een betrouwbaarheidsfactor van 99%. Het is ook opmerkelijk dat het patroon van de ziektegevallen na inenting, tussen die van katten en de van honden nagenoeg gelijk zijn. Vaccins zijn de wortels van het ontstaan van ziekten in alle dieren! Het zal interessant zijn om de resultaten te vergelijken met die van het onderzoek van de British Small Animal Veterinary Association, welke gesubsidieerd wordt door fabrikanten van vaccins.
Bron: CHC, Forfar, Scotland
Natural Animal Consulting hoopt in 2005 een boekwerk uit te brengen met uitgebreide gegevens en feiten omtrent de nadelige gevolgen en negatieve bijwerkingen van vaccins en reguliere diergeneesmiddelen die niet altijd voorzien worden van de nodige informatie en bijsluiters.
Griep
Als de geld-opmerking gericht was op mij: Ik bedoelde dus dat het voor de dierenarts gaat om geld. Niet voor mij als reden om niet te enten. Nou ja, eigenlijk ook een beetje wel. Ik ga immers niet betalen voor een onnodige handeling.
Mike zal hooguit rond 9-10 jaar oud een booster krijgen en dat was het dan. Wie biologie heeft gehad, weet hoe inentingen werken en weet hoe het immuunsysteem werkt en met name een specifiek type witte bloedcellen -de lymfocyten- en daar weer specifieker de geheugencellen van, die zeer lang in het lichaam aanwezig blijven, zal de logische conclusie kunnen trekken dat ieder jaar opnieuw inenten geen enkel nut heeft.
Witte Draak, mijn DA wilde zelfs mijn hond ouder dan tien jaar niet meer inenten, ze gaf zelf toe dat dit veel te belastend was voor zijn immuunsysteem.
Tja en dan nog krijgen veel mensen een griep...
En de jaarlijkse griep vaccinatie is ook niet onschuldig en ook niet voor iedereen.. Waarom dan wel standaard elke hond elk jaar enten?
Kun je nagaan.
Kijk, ik zie het belang van inentingen echt wel. Vooral bij pups en jonge honden. Het is gewoon belangrijk om beschermd te zijn tegen bepaalde ziektes en daar afweer tegen op te bouwen. Maar als je hond eenmaal volwassen is en alle inentingen heeft gehad, dan is het verder klaar. Die afweer is opgebouwd en die blijft bestaan. Met de loop der jaren neemt het wel iets af, dus een booster is op een gegeven moment iets om te overwegen.
Maar elk jaar inenten? Nee hoor. Zelfs elke drie jaar is onnodig. Alhoewel het een mooie ontwikkeling is dat steeds meer dierenartsen een beetje minder gaan inenten door terug te gaan naar iedere drie jaar.
http://www.rauwevoedingvoorhonden.nl/vaccinatieschadeenbeleid3.htm
Klik op die link ook door naar de andere links:
Omdat het ieders eigen keus is, en zoals gezegd voor cursus en pension.
ik geloof in entingen en medici, en zolang mijn eigen DA niet aangeeft dat ik Lexie niet moet laten enten doe ik het. Zij geven dat aan, hebben ze bij mijn kat en de kennelhoest nl ook gedaan
Ik zeg nergens dat je helemaal niet moet enten..
Natuurlijk zal je dierenarts niet aangeven dat je niet (of minder) moet inenten. Dierenartsenpraktijken zijn bedrijven, niet gesubsidieerd door de overheid, en moeten dus winst maken anders kan de praktijk opdoeken. Opbrengsten van inentingen schijnen aanzienlijk te zijn...
En zoals ik eerder al aangaf; als het niet voor de inentingen was, zouden dierenartsen veel honden anders nooit zien. Tijdens een jaarlijkse controle (omdat je er toch al bent vanwege de inentingen) kunnen ook gelijk andere mogelijke problemen aan het licht komen.
Dat zei ik ook niet, jij vraagt, waarom ieder jaar, dus daar geef ik antwoord op sorry als ik dit onduidelijk heb geschreven. Maar mijn beesten krijgen dus 2 jaar kleine cocktail 1 jaar groot afgewisseld
Ken jij die van mij?
zoals ik aangaf hebben zij mij al eerder geadviseerd niet te enten bij mijn kat, ofterwijl, mijn artsen geven dat wel degelijk aan!
Waarom raden ze je niet aan om te titteren?
niet enten is niet aan de orde, ziekte parvo en hondenziekte en leverziekte en ook de rabiës is bijna uitgeroeid, antistoffen zijn nodig, zowel bij dier als bij mensen.
ook dierentuinen waar dieren zitten worden geent, maar overenten is uit den boze, en ik begrijp de angst van niet enten, maar als je de merknaam in de gaten houdt, en om de drie jaar de cocktail geeft en bij twijfel titert is het prima zo.
ik heb altijd pups geent en tot een volwassen leeftijd, daarna niet meer, overbodig, zo doen we dat ook bij de kinderen, tot ongeveer een leeftijd van negen jaar krijgen ze entingen en daarna zijn ze beschermd, zo ook bij honden, tot volwassenheid enten, daarna of titeren of om de drie jaar. de cocktail dan he.
Omdat ik dat geen optie vind, accepteerd mijn pensionmogelijkheid niet, en zoals ik zei vind ik enten niet erg Maar ik weet dat jij daar anders in staat! Respecteer ik, maar is niet iets waarover ik zin heb te discusseren om heel eerlijk te zijn (bedoel ik niet lullig, maar omdat we er altijd anders in zullen blijven staan)
en dit noem jij een wetenschappelijk onderbouwd onderzoek?
*valt van zijn stoel van het lachen*
kijk, ik kan ook wel een heleboel onzin typen en dat vervolgens op het net gooien. dat maakt het nog geen waarheid
same here
Ach jee, daar hebben we Joop weer met zijn standaard reacties om mensen uit de tent te lokken. Succes Joop
nog even terugkomend om te titeren, er zijn vele dierenartsen die titeren niet betrouwbaar vinden vandaar dat ze dat niet altijd aanraden.
nou ga er maar even voor zitten dan
Titeren bij de hond
Inleiding
De vraag naar bepaling van antistoffen in het bloed tegen ziektes die deel uitmaken van het gebruikelijke vaccinatiepakket voor een hond in Nederland neemt toe. De gedachte daarachter is dat vaccinatie schadelijk zou (kunnen) zijn en er dus alleen gevaccineerd moet worden als blijkt uit bloedonderzoek dat er onvoldoende bescherming is.
Een nieuwe term is inmiddels ingeburgerd: ‘titeren’; dat betekent: bepaling van de titer van antistoffen in het bloed. De titer van antistoffen in het bloed is de hoogste verdunning waarbij deze antistoffen nog aantoonbaar zijn. Vandaar ook de schrijfwijze: titer 1 : 100.
Op zich is ‘titeren’ best wel een goed idee. Waarom zouden we het immuunsysteem meer belasten dan nodig? We weten dat de respons – hoeveelheid en ‘levensduur’ van antistoffen – op een vaccinatie individueel sterk kan verschillen, dus waarom een standaard vaccinatieschema voor iedere hond?
En eigenlijk zou er altijd na een vaccinatie een controle (titerbepaling) moeten plaats vinden om vast te stellen of de vaccinatie daadwerkelijk resulteert in voldoende antistoffen en dus voldoende bescherming tegen de betreffende ziekte. We kennen in de praktijk gevallen waarbij er pas na een tweede of derde vaccinatie voldoende antistoffen in het bloed tegen bijvoorveeld rabiës gemeten kunnen worden. Het is dus niet zo gek, dat sommige landen een titerbepaling voor rabiës eisen en geen genoegen nemen met alleen een vaccinatie.
We bespreken hieronder in het kort: Over welke vaccinaties hebben we het? Is vaccineren schadelijk? Zijn de resultaten van ‘titeren’ betrouwbaar? Is er een alternatief voor vaccineren?
Over welke vaccinaties hebben we het?
We hebben het over vaccinaties tegen Hondenziekte (Canine Distemper Virus of CDV), Besmettelijke Leverontsteking (Canine Adeno-2 Virus of CAV-2; ook tegen CAV-1), Parvo (Canine Parvo-2 Virus of CPV-2), Ziekte van Weil (Leptospirose), Kennelhoest (Parainfluenza Virus met of zonder Bordetella bronchiseptica Bacterie ) en Hondsdolheid (Rabiës Virus of RV).
Zonder vaccinatie (zonder antistoffen) zijn Hondenziekte en Parvo bijna altijd dodelijk, Besmettelijke Leverontsteking en Ziekte van Weil vaak dodelijk of laten ondanks behandeling veel schade achter. Er is geen enkele twijfel over dat we met behulp van vaccinaties de antistoffen titers van deze ziektes op peil moeten houden. Kennelhoest is meestal een self-limiting disease (NB: bij koorts direct naar de dierenarts!); vaccinatie tegen Kennelhoest alleen indien nodig (bijv. tijdens een pensionverblijf). Rabiës is altijd dodelijk en verplicht bij reizen naar het buitenland. Bovendien is rabiës een zoönose en dus ook besmettelijk (en dodelijk) voor mensen.
Is vaccineren schadelijk?
Klachten als gevolg van vaccinatie zijn individuele overgevoeligheidsreacties op de entstof of hulpstoffen in de injectievloeistof; het is dus geen vergiftiging. Het beperkt zich meestal tot een wat pijnlijke zwelling van de injectieplaats, iets verhoging van de lichaamstemperatuur, wat diarree e.d.. Deze symptomen zien we af en toe, zijn meestal van korte duur en verdwijnen vrijwel altijd vanzelf.
Als we uitsluitend gezonde / vitale honden en niet meer / vaker dan nodig is vaccineren, zal het optreden van deze bijwerkingen een verwaarloosbaar risico zijn in relatie tot de enorme preventieve voordelen. Beweringen, dat vaccinaties oorzaak (kunnen) zijn van chronische klachten of ‘Spätschäden’ - later (na maanden of jaren) optredende klachten die in verband gebracht worden met een vaccinatie - hebben meestal een hoog speculatief gehalte; wetenschappelijke of gedegen empirische onderbouwing ontbreekt. Er zijn wel aanwijzingen, dat een vaccinatie een trigger kan zijn tot het manifest worden van een latent aanwezig immuunprobleem; maar ook dat komt zelden voor.
Zijn de resultaten van ‘titeren’ betrouwbaar?
Bron: Idexx VetMedLab
Onderzoek heeft aangetoond dat er een goede correlatie bestaat tussen de antlichaamtiter en beschermende immuniteit voor CDV (Hondenziekte), CPV-2 (Parvo), CAV-1 / CAV-2 (Besmettelijke Leverontsteking) en RV (Rabiës).
Bij andere vaccins echter bestaat deze correlatie niet en heeft het bepalen van antilichaamtiters dus een beperkte waarde; bijvoorbeeld of omdat de antlichaamtiters slechts kort bestaan (zoals bij Leptospirose) of omdat er geen correlatie aangetoond is tussen de titer en bescherming (bijvoorbeeld Leptospirose en Lyme).
Voor Hondenziekte en Parvo is bekend bij welke titer er sprake is van voldoende bescherming tegen de betreffende ziekte. Het is echter niet bekend hoe lang deze titer en dus de bescherming tegen de betreffende ziekte op niveau blijft.
Voor Hondenziekte is er na vaccinatie van een volwassen hond bescherming bij een titer van > 1 : 20. Bij een pup bieden maternale antilichamen bescherming bij een titer van > 1 : 100.
Voor Parvo is er na vaccinatie van een volwassen hond voldoende bescherming bij een titer van > 1 : 80. In de regel bieden de maternale antilichaamtiters van < 1 : 40 onvoldoende bescherming bij een pup, maar deze kunnen wel interfereren met de vaccinatie. Een “te vroege” vaccinatie kan dan nog niet werkzaam zijn als het geattenueerde virus door de aanwezige maternale antilichamen geneutraliseerd wordt. De halfwaardetijd van de maternale antilichamen is ongeveer 10 dagen.
Voor Ziekte van Weil (Leptospirose) kan ook een titer bepaald worden, maar we hebben geen informatie over welke titers voldoende bescherming geven. Meestal daalt de titer voor Leptospirose vrij snel na de vaccinatie (circa 4 tot 9 maanden na vaccinatie). Bij een lage titer is er mogelijkerwijze onvoldoende bescherming; reden om de vaccinatie tegen Leptospirose in het vroege voorjaar te geven, omdat de besmettingskans in de zomer het grootst is. Normaal gesproken stijgt de titer niet boven de 1 : 400 na vaccinatie. Een titer van > 1 : 400 duidt op een infectie / contact met de veldbacterie.
We kunnen weliswaar ook de titers voor adenovirussen bepalen, maar daarbij geen onderscheid maken tussen Besmettelijke Leverontsteking (HCC) en Kennelhoest. Hier geldt echter dat een lage titer mogelijk duidt op afwezigheid van bescherming.
Let op !
Alle titers hiervoor genoemd zijn gebaseerd op titers die bepaald zijn bij het Idexx Vetmedlab; titer uitslagen en bijbehorende referenties kunnen mogelijk variëren per laboratorium.
Is er een alternatief voor vaccineren?
Bron: Drs. Atjo Westerhuis, dierenarts (regulier en homeopathie)
Er is geen alternatief voor vaccineren. Een waarschuwing is hier op zijn plaats voor de toepassing van nosodes in plaats van vaccins. Nosodes zijn gepotentiëerde verdunningen van reguliere entstof; vroeger werden deze nosodes gemaakt van de smetstof zelf, maar dat is door aangescherpte regelgeving niet meer mogelijk.
De effectiviteit van nosodes als preventivum voor ziektes uit het gebruikelijke vaccinatiepakket voor de hond in Nederland is nooit bewezen, noch wetenschappelijk, noch empirisch. Bovendien is effectiviteit van één nosode voor alle honden volgens het principe van de homeopathie – iedere patiënt zijn / haar eigen geneesmiddel – uitgesloten.
In het meest gunstige geval is te verwachten, dat slechts bij een enkele (toevallig) voor de betreffende nosode gevoelige hond enige toename van antistoffen zal plaats (kunnen) vinden.
Kosten (schatting)
Titeren kost voor een eigenaar naar schatting € 50 - 80 (kosten kunnen variëren per laboratorium / per kliniek). Een vaccinatie (cocktail) kost circa € 40 – 50.
Conclusie
In het geval van Hondenziekte (CDV) en Parvo (CPV-2) zou titeren een mogelijkheid kunnen zijn. De titerwaardes waarbij bescherming optreedt zijn bekend. Hoe lang die titers op niveau blijven weten we niet en dus ook niet hoe vaak we moeten titeren om tijdig een daling te signaleren. Je zou kunnen starten met titeren 3 jaar na de vaccinatie tegen Hondenziekte en Parvo.
Titeren voor ziekte van Weil, Besmettelijke Leverontsteking en Kennelhoest heeft praktisch gesproken niet zoveel zin.
Over de veiligheid van vaccinaties kunnen we kort zijn. De zeer geringe risico’s op overgevoeligheidsreacties of ‘Spätschäden’ wegen ruimschoots op tegen de voordelen. We kunnen de risico’s op neveneffecten nog verder verkleinen door alleen kerngezonde honden te vaccineren en op maat te vaccineren waarbij naast gezondheid ook gelet wordt op reële noodzaak, leeftijd, immuungevoeligheid (ras) e.d.
Ook over de nosodes als alternatief voor vaccinatie kunnen we kort zijn: niet doen! En als men om welke reden dan ook er toch voor kiest, dan is titeren een goede mogelijkheid om daadwerkelijk te meten of de nosodes wel of geen effect hebben, of de hond daadwerkelijk voldoende beschermd is of niet.
Een mogelijke indicatie voor titeren voor CDV en CPV-2 zou een controle van de respons 2 - 3 weken na de laatste puppyvaccinatie op 12-16 weken (bron: WSAVA) kunnen zijn. Het is bekend dat vooral jonge honden niet altijd voldoende antilichamen maken na een vaccinatie.
Alles in overweging nemende lijkt vooralsnog vaccinatie op maat de beste keuze! Titeren kan zinvol zijn om de respons op een vaccinatie te controleren. Als besloten wordt om een nosode te geven in plaats van een vaccinatie is titeren noodzaak om de respons te controleren.
De besproken titerbepalingen kunnen in iedere dierenartsenpraktijk worden uitgevoerd!
het feit dat jij reacties als deze nodig hebt om je punt te maken, geeft eigenlijk al aan, dat je verder geen enkel inhoudelijk argument hebt, om je punt te staven
ik zie graag je goed beargumenteerde mening tegemoet, ipv dit soort op de man gespeelde non-argumenten
Joop, het laatste wat ik tegen je zeg (omdat ik je reactie onterecht en kleinerend vind): lees de linken voortaan eerst even door voordat je reageert!
het uitwisselen van alle informatie is toch welkom mensen, kom op hoor, ga niet op de man spelen.
ook ik weet het niet voor 100 % maar elkaar informatie uitwisselen is toch alleen maar goed ?
steek er wat van op en laat het links liggen als je wat anders tegenkomt waar je het in kan vinden.
Zoek je iets op de HondenPage ? Vul dan hier jouw zoekwoorden in ?