Dit komt doordat het onderwerp niet meer recent is en in het hondenforum archief terecht ik gekomen.
Als je over "Inteeltpercentage acceptabel?" wilt praten in het hondenforum dan kun je het beste een nieuw onderwerp aanmaken
4 generaties
Tenzij er verantwoordelijk en bewust mee omgegaan word, en honden gecombineerd worden die geen erfelijke afwijkingen hebben....
Persoonlijk vind ik lijnteelt ook niet zo verantwoord.
Ik ben geen fokker, geen geneticus, ik kijk er echt als leek naar.
Het lijkt mij dat kruisen met dezelfde genen gewoon niet goed kan zijn, af en toe zal echt geen kwaad kunnen, zoals je bij mensen ook wel ziet dat een neef en een nicht soms een relatie aangaan. Toch is er dan al meer risico op erfelijke afwijkingen als zij een kindje willen en wordt daarvoor gewaarschuwd.
Verre familie zo af en toe kruisen, ik geloof niet dat dit veel schade zal opbrengen, maar het gebeurt heel erg veel. Lijnteelt komt veel voor, anders kom je niet aan die hoge percentages.
Met gewoon gezond verstand kun je dat toch niet gezond noemen?
Of denk ik dan te simpel?
Ik denk dat dat pas kan als je al jaren en jaren lang fokt en je lijnen dus door en door kent.. Ik ken zo een fokker en zoals ik al eerder aangaf, die lijnen gaan zoveel generaties terug..
Ik ben niet tegen lijnteelt. Ik denk alleen wel dat het iets is waar heel voorzichtig mee omgegaan moet worden en niet iedereen dat moet doen. Alleen zo iemand, die dus inderdaad ontzettend veel weet van die lijnen kan daar op een goede manier mee omgaan denk ik...
En uiteraard moet ervoor gewaakt worden dat het niet gaat om uiterlijke extremen, waardoor de hond in zijn doen en laten word belemmerd. Laat duidelijk zijn dat ik absoluut geen voorstander ben van dat soort praktijken, uiterlijk staat bij mij op de laatste plaats.
Gelukkig hebben wij binnen ons ras niet dat soort uiterlijke extremen en gaat de gezondheid en het karakter van de honden (bij de meeste fokkers) nog altijd voor...
In de hondenfokkerij zijn de structurele genetische problemen onlosmakelijk verbonden met de gerichte inteeltfokkerij die bij rashonden wordt toegepast. De oorzaak ligt, behalve in het overmatig toepassen van inteelt, in de eenzijdige selectie ten gunste van biologisch niet-relevante (soms zelfs schadelijke) exterieurkenmerken in gesloten populaties. Dat heeft geleid tot percentages erfelijke problemen die het tienvoudige en méér zijn van hetgeen we in niet-ingeteelde “open” populaties vinden. Dat het zover kon komen heeft alles te maken met de geschiedenis van de fokkerij van (landbouw)huisdieren. Tegen het einde van de negentiende eeuw ontdekte men dat het toepassen van inteelt in combinatie met selectie een aantal voordelen opleverde. Fokkers pasten inteelt toe om daarmee de gewenste kenmerken in hun lijn vast te leggen. In hun selectieprogramma’s kozen zij de dieren die het best aan hun ideaalbeeld voldeden en sloten ze de dieren uit met ongewenste kenmerken (zoals erfelijke afwijkingen). Al die afzonderlijke inteeltlijntjes van individuele fokkers kwamen vroeg of laat in de problemen omdat ze “fokzuiver” (homozygoot) werden voor een of meer ongewenste kenmerken. De fokkers losten dat op door dieren in te kruisen uit de lijnen van andere fokkers om op die manier weer een deel van de genetische variatie in hun lijn te herstellen. Daarna kon het proces van inteelt met selectie weer worden voortgezet.
Uiteraard zochten de fokkers naar “het beste” fokmateriaal om in te kruisen in hun lijnen. Dat leidde ertoe dat, naarmate mensen mobieler werden, het noodzakelijke nieuwe fokmateriaal van steeds verder werd aangevoerd. Ook de exterieurshows werden grootschaliger en beter toegankelijk dankzij de toegenomen mobiliteit. Steeds meer fokkers kwamen voor hun aanvullende fokmateriaal bij dezelfde “toplijnen” terecht, de lijnen die het het beste deden op de shows. Dit had tot gevolg dat de structuur van de populaties wezenlijk veranderde. In de aanvangsfase waren de rassen opgebouwd uit een verzameling van allemaal nog tamelijk onverwante inteeltlijntjes. Een fokker die problemen had kon op veel plaatsen terecht voor “nieuw bloed” voor zijn lijn. In de loop van enkele tientallen jaren veranderde dit. Omdat alle fokkers hun aanvullingen uit dezelfde kampioenslijnen haalden veranderden de rassen in één grote inteeltlijn. En daarmee konden de fokkers geen kant meer op zodra ze in de problemen kwamen met hun lijn. Alle andere “lijnen” kwamen uit dezelfde genetische herkomsten en hadden te kampen met dezelfde erfelijke afwijkingen. Naarmate dit proces voortschreed namen de percentages erfelijke afwijkingen toe. Bij landbouwhuisdieren vond deels een vergelijkbare ontwikkeling plaats. Ook daar zien we dat de rassen in aanvang met dezelfde methode van “inteelt met selectie” werden opgebouwd. Echter, rond 1950 kwam daar verandering in. De fokkers beseften en zagen wat er met hun rassen gebeurde en schakelden langzaam maar zeker over op een ander beleid. Onder andere door hun stamboeken “open” te maken of te houden waren zij verzekerd van de instroom van nieuwe genetische variatie. Daarnaast gingen ze over op nieuwe en betere selectiemethoden waardoor de bestrijding van erfelijke problemen effectiever verliep. De kynologie bleef hierbij achter. In de periode tussen 1870 en 1900 had men zich de doctrine eigen gemaakt dat een hond alleen raszuiver kon zijn als die van twee in het stamboek ingeschreven ouders afstamde. Men had kennis gemaakt met een aantal (voor mensen) nuttige aspecten van inteelt. Daarna was het leerproces afgelopen. Gewapend met deze laatmiddeleeuwse inzichten ging de kynologie de eenentwintigste eeuw in. Wanneer we het over de voor- en nadelen van inteelt hebben, valt vooral op wat er gebeurt op het niveau van de zichtbare, de goed-waarneembare exterieurkenmerken en de erfelijke gebreken en stoornissen. Aan het minderzichtbare negatieve effect van inteelt op de vitaliteit wordt meestal nauwelijks aandacht besteed. Met de toegepaste fokmethode proberen we de gewenste kenmerken vast te leggen (het gaat om hooguit een paar honderd genenparen) en het overkomt ons daarbij dat allerlei direct-waarneembare ongewenste kenmerken worden vastgelegd of op z’n minst veel te hoge frequenties bereiken (laten we aannemen dat het om enkele tientallen genenparen gaat). Aan de andere van de in totaal circa 30.000 genenparen waarover het dier beschikt, besteden we nauwelijks aandacht. Het zijn de genenparen die allemaal hun kleine bijdrage leveren aan het functioneren van het dier. Het zijn de genenparen die elk afzonderlijk misschien niet zo belangrijk zijn maar die allemaal tezamen de vitaliteit, de kwaliteit van het functioneren van het dier, bepalen. Wanneer we inteelt toepassen en genetische variatie verliezen treft dat ook al die overige genenparen. Een inteeltcoëfficiënt van 0,1 betekent natuurlijk ook dat tien procent van al die andere genenparen door inteelt homozygoot (“identical by descent”) is geworden.
Het door inteelt veroorzaakte verlies aan vitaliteit is van invloed op alle levensfuncties van het dier. Vitaliteit kunnen we definiëren als “de mate waarin het dier in staat is een normaal kwalitatief hoogwaardig leven te leiden en adequaat om te gaan met alle soorten van invloeden vanuit het milieu”. Vitaliteitsverlies is het resultaat van degeneratie in alle aspecten van het functioneren van het dier, alle fysiologische systemen functioneren minder adequaat. Bij afnemende vitaliteit zien we een verhoogde gevoeligheid voor infectieziekten en andere bedreigende en ziekmakende omgevingsfactoren, er treden storingen op in alle aspecten van de fysiologie, inclusief de voortplanting, en het percentage bange en nerveuze dieren neemt toe. Ten gevolge van vitaliteitsverlies zien we bij nogal wat rassen een verkorting van de gemiddelde levensduur. Dit alles is wat moeilijker in beeld te brengen omdat daarvoor grootschalige populatie-onderzoeken nodig zijn. Voor de fokker is het vitaliteitsverlies ook nauwelijks merkbaar, de verschillen tussen de opeenvolgende generaties zijn maar klein. Hij zal elke volgende storing in het functioneren van zijn fokproducten als een incident beschouwen.
De enige uitweg uit deze ellende is het openen van het stamboek, maar dat is heiligschennis voor de kynologie, omdat daardoor hun rszuivere fokproducten zwaar in waarde devalueren.
Oké...da's klare taal zodoende voor mij geen "prijzige" hond met stamboom meer
Nah ik zou me meer met de gezondheid bezig houden dan allen en inteeltperc.
Je kan nog zo'n mooie outcross nemen...maar als er wat in de hond zit....
En bij outcross weet je juist niet goed wat er in zit. dus wat er uit gaat komen.
Lijnteelt is niet erg als je in een gezonde lijn zit.
Maar goed dit is een dikke discussie....
Maar het hier levend bewijs op de bank liggen
En ken rassen waarvan ze uit outcross bestaan waar veel ziektes in voorkomen.
Dus mijn mening......het gaat puur om goed selecteren en eerlijk zijn,dan maakt lijnteelt of outcross niets uit.
@Tjeerdans,
Volgens mij is het verplicht om je bronvermelding er bij te noemen.
Dat is wel zo netjes!
Nu ik wat verder zoek ontdek ik dat ik e.e.a. door de war haal. Dat krijg jee als je oud wordt en te snel wil reageren. Het kan ook een stuk zijn van uit Genetisch beheer van Rashondenpopulaties. tijdens de centennial conerence van de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland op 2 juli 2002 te Amsterdam besproken. Ook zo van het internet te plukken met de eerste vier woorden. Alle rasverenigingen moeten dit dus kennen. Er staan heel heldere adviezen over hoe het wel moet in. Belangrijkst is: inzet fokdieren afstemmen op omvang populatie. Lijnteelt niet tot een onomkeerbare onvermijdelijke kracht laten verworden. Afstappen van de sinds 1900 gebruikte selectiemethoden en overstappen op de methoden die bij andere diersoorten sinds jaar en dag toegepast worden. Concreet komt dit neer op random fokken en open stamboek. In de praktijk van kleine rassen vooral: elke hond slechts eenmaal inzetten. Ik blijf zoeken.
Ik ben lid van de Vereniging van Liefhebbers van de Saarloos wolfshonden en daar is het ook een groot probleem.
Ik zou graag een Saarloos hebben, omdat ik een fokker ken die qua karakter hele open honden fokt, ook behendigheid en dergelijke doen. Dus niet dat extreme terughoudende hebben.
Maar de hele kleine populatie is echt een groot probleem.
Er zijn twee rasverenigingen.
Bij Saarlozen komt ook regelmatig DM (degeneratieve myelopathie) een (fatale) aandoening aan het zenuwstelsel. Ook Dwerggroei. De andere rasvereniging van de Saarlozen ontkent dat echter en testen daar ook niet op. Hun populatie is gezond, punt.
Wat het ras helemaal niet ten goede komt.
Er is nu met de kleindochter van de maker van het ras (dhr Saarloos) veel overleg omdat nieuw bloed in te kruisen. Maar wat.. een wolf of een Duitse herder?
De Duitse herder heeft al veel erfelijke aandoeningen van zichzelf en opnieuw de Wolf inkruisen heeft weer hele andere nadelen (schuwheid enzovoorts).
En hierin heb je veel voor- en tegenstanders. Er zijn er veel die helemaal geen inkruisen willen hebben. En dan zijn is er een groepje pro-DH en een groepje pro-Wolf...
Interessante discussie.. maar ondertussen is het ras op het randje.
Zo zonde, want wat een indrukwekkende dieren zijn dat..
Heet belangrijk in dit verband is ook INTEELT EN INTEELTCOËFFICIËNT. Janneke Scholten,. Genetic Counselling Services mei 2004. Ook zo van internet te plukken. Daar wordt duidelijk gemaakt dat lijnteelt gewoon inteelt is en dat de kynologie precies het omgekeerde doet (proberen homozygotie te bereiken) van wat de wetenschap vastgesteld heeft dat je doen moet. Wat je dus beslist niet moet doen is fokken met alleen de mooiste honden. Die vormen de top van het ras en vormen net zoals in de bergen een doodlopende weg. Eenmaal bovenop de berg kun je niet verder, alleen nog maar omlaag. De weg door de bergen gaat via de dalen en zo is het ook met een ras. Een ras is alleen levensvatbaar als het voldoende verschil in fenotype weet te handhaven.
Dit komt doordat het onderwerp niet meer recent is en in het hondenforum archief terecht ik gekomen.
Als je over "Inteeltpercentage acceptabel?" wilt praten in het hondenforum dan kun je het beste een nieuw onderwerp aanmaken
Zoek je iets op de HondenPage ? Vul dan hier jouw zoekwoorden in ?