Oogaandoeningen

honden encyclopedie > Oogaandoeningen

door honden page profiel Arjen (Webmaster HondenPage)Arjen (Webmaster HondenPage)goedgekeurde fokker

Oogaandoeningen

Oogonderzoek 

Bij de hond komen verschillende oogziekten voor. De belangrijkste zijn:

  • Retinadegeneratie of Progressieve Retina Atrofie (PRA). Een groep van netvliesafwijkingen die bij veel rassen voorkomt en tot blindheid leidt.
  • Cataract (congenitaal). Dit is aangeboren grauwe staar. Retina Dysplasie (RD). Dit is een aangeboren netvliesafwijking.
  • Collie Eye Anomalie. Het is een aangeboren afwijking waarbij het netvlies, het vaatvlies en de oogzenuw betrokken kan zijn.
  • Ligamentum pectinatum abnormaliteit (Goniodysplasie). Een aangeboren afwijking van de afvoer van het oogvocht. Een deel van de honden met deze afwijking ontwikkelt hoge oogdruk (glaucoom)
  • Entropion. Dit is een afwijking waarbij een ooglid (meestal het onderooglid) naar binnen draait. Distichiasis/Ectopische Cilie. Dit is abnormale haargroei in o.a. de ooglidrand
  • Cataract (niet-congenitaal). Cataract is staar. In de lens zijn troebelingen aanwezig. Cataract kan aan één oog of aan beide ogen voorkomen. Onderscheid met de bekende blauwe waas bij oudere honden (een normaal verouderingsproces) is meestal goed te maken.
  • (Primaire) Lensluxatie. Dit is het loslaten van de lens. Een lensloslating kan een drukverhoging (glaucoom) in het oog veroorzaken en zo tot blindheid leiden.

 

Wat kost het onderzoek? Het onderzoek kost zo'n € 25 à € 35 per hond.

Vanaf welke leeftijd moet een hond worden onderzocht? Het is raadzaam de hond vanaf de leeftijd van 18 maanden te laten onderzoeken.

Waarom moet er jaarlijks worden onderzocht? Een aantal afwijkingen (bijvoorbeeld lensluxatie, cataract, PRA) ontstaat pas na enkele jaren. Een éénmalige test is dan niet voldoende, de afwijking kan zich immers later alsnog openbaren.

Tot welke leeftijd moet een hond worden onderzocht? Honden waarmee wordt gefokt, moeten in ieder geval worden onderzocht. De uitslag van het onderzoek is een jaar geldig. Vaak geven oogartsen na het 6e jaar een hond definitief vrij voor PRA als er in voorafgaande onderzoeken geen afwijkingingen zijn geconstateerd.

Hoe verloopt het onderzoek? Het oogonderzoek is ongevaarlijk en beslist niet pijnlijk voor de hond. Sedatie (een roesje) is niet nodig. Er worden oogdruppels toegediend waardoor de pupillen open gaan staan. De druppels werken na ongeveer 20 minuten, de pupillen blijven daarna circa 4 uur wijd. De hond wordt in een verduisterde ruimte bekeken. De uitslag is direct bekend en wordt op het rapport oogonderzoek (het E.C.V.O. certificaat) vermeld.

Wat betekent de uitslag? De uitslag kent verschillende aanduidingen:

  • "Vrij": de hond vertoont geen verschijnselen van de aangegeven, als erfelijk beschouwde oogziekte. Dit betekent niet dat de hond de afwijking niet kan doorgeven aan de nakomelingen. De hond kan immers drager zijn van de erfelijke ziekte. Ook is het niet uit te sluiten dat de hond de afwijking later zelf alsnog krijgt.
  • "Niet vrij": de hond vertoont de klinische symptomen van de erfelijke oogziekte.
  • "Voorlopig niet vrij": Er worden geringe afwijkingen gezien die passen in het klinisch beeld van de als erfelijk beschouwde oogziekte. Voortschrijden (progressie) van het proces moet dit bevestigen. Meestal wordt na een half jaar de hond opnieuw beoordeeld.  

Wat moet je meenemen voor het onderzoek? De hond en de stamboom. Bij het onderzoek van een nest moet je de formulieren meenemen die door de Raad van Beheer zijn uitgereikt zoals de "aanvraag stamboom" waarop de chipnummers zijn ingevuld of opgeplakt.

Panelbijeenkomsten. Vier maal per jaar komt een panel van oogspecialisten bijeen op de Universiteits Kliniek voor Gezelschapsdieren in Utrecht. Op deze bijeenkomsten worden honden onderzocht, waarbij door een onderzoeker afwijkingen zijn vastgesteld die nader onderzoek nodig maken. Bijvoorbeeld omdat het voor de onderzoeker niet zeker is dat een vastgestelde afwijking in het beeld van een erfelijke afwijking past. Ook zijn er situaties waarbij door de ECVO wordt voorgeschreven, dat de hond op een panelbijeenkomst opnieuw wordt beoordeeld.

Wat is een ERG onderzoek? Bij het maken van een elektroretinogram (ERG) wordt de hond onder volledige narcose gebracht. Het elektroretinogram registreert nauwkeurig de reactie van de oogzenuw op lichtimpulsen. Met dit onderzoek worden gegevens verkregen die met het normale oogonderzoek d.m.v. drupples niet verkregen kunnen worden. Dit onderzoek vereist speciale apparatuur dat alleen bij universiteitsklinieken aanwezig is. Voor de constatering of een hond lijder is aan PRA is het echter voldoende om hem eenvoudig door middel van oogdruppels te onderzoeken. Een ERG is dan niet nodig.

De belangrijkste oogaandoeningen bij de hond

STAAR
Staar is een troebeling van de lens van het oog, waardoor deze ondoorlaatbaar wordt voor licht. Het toont zich doordat de zwarte pupil in het centrum van de gekleurde iris geleidelijk grijzig en later wit wordt.
In het begin ontstaat hierdoor het beeld als bij het kijken door matglas, bij verergering zal geleidelijk volledige blindheid ontstaan.
Een enkele keer ontstaat staar al op jonge leeftijd, soms wordt het gezien als complicatie bij suikerziekte, maar in de meeste gevallen gaat het om honden met ouderdomsstaar.
Bij honden zien we vanaf een leeftijd van 9 jaar dat de lens heel geleidelijk troebel wordt.
Zeker in het begin heeft het dier daar nog geen last van. Pas na verloop van tijd kan merkbaar zijn dat de hond geleidelijk minder gaat zien. Volledige blindheid zien we vooral bij honden die 14 jaar of ouder zijn.
Door de geleidelijke ontwikkeling past een dier zich meestal goed aan bij een verminderd gezichtsvermogen. Binnenshuis zal het niet eens opvallen, zolang de spullen in huis op dezelfde plaats blijven staan. Een hond kent de weg in huis blindelings.
Buitenshuis kan loslopen problemen geven, vooral als het om een oude hond gaat waarvan ook het gehoor afneemt.
Een groot verschil met mensen is natuurlijk ook dat honden niet lezen of tv kijken en daarom veel langer tevreden kunnen zijn met een wat minder scherp zicht.

Net als bij mensen is ook bij honden een staar operatie mogelijk.
Bij het bovenbeschreven verloop bij oudere honden is dat meestal niet aan de orde. De mate waarin de hond door de kwaal wordt gehinderd, rechtvaardigt de operatie niet.
Bij een jonge hond met staar ontstaat de blindheid vaak veel sneller, zodat het dier zich minder kan aanpassen. Bovendien is de last die het dier ervan ondervindt bij een jonge actieve hond veel groter.
In dat geval kan een hond voor operatie verwezen worden naar een oogspecialist.
Als bij controle blijkt dat het netvlies nog wel goed functioneert kan tot operatie worden besloten.
Bij deze operatie wordt de ondoorzichtige lens verwijderd. Na een geslaagde operatie kan de hond weer zien, zij het met een minder scherp beeld.
Allerlei nieuwe mogelijkheden die er voor mensen beschikbaar zijn, kunnen geleidelijk ook wel bij dieren worden toegepast. Lasertechniek en kunstlenzen zijn in principe ook bij dieren mogelijk.
Het al dan niet tot operatie besluiten zal een afweging zijn van de mate waarin een dier last heeft van het slechte gezichtsvermogen en wat de operatie betekent in belasting van het dier en de portemonnee van de eigenaar.

 

CONJUNCTIVITIS
De meest voorkomende oogaandoening bij hond en kat is conjunctivitis, een ontsteking van het slijmvlies van de oogleden en soms het oogwit.

Verschijnselen:
Roodheid en uitvloeiing, van waterig tot pus, traanstrepen, ingedroogd materiaal in de ooghoek.
Oorzaak:
De oorzaak is vaak irritatie door tocht of een tikje tegen een oog, bij het spel of in het struikgewas opgelopen. Lang niet altijd is de oorzaak op te sporen en het ene dier is gevoeliger dan het andere.
Soms wordt de ontsteking veroorzaakt door een afwijking aan de oogleden, haartjes op de rand of standsafwijkingen; soms door een afwijking van het oog zelf of door onvoldoende traanproductie.
Als beide ogen ontstoken zijn kunnen ook allergieën of infectieziekten oorzaak zijn.
Vooral aandoeningen van de luchtwegen, zoals niesziekte bij de kat, gaan nogal eens samen met ontstoken ogen.
Behandeling:
Zo nu en dan een slijmpropje in de ooghoek is normaal; schoonhouden is dan voldoende.
Ook een lichte conjunctivitis met alleen wat waterige uitvloeiing kan verbeteren met alleen het schoonhouden van het oog met lauw gekookt water.
Bij een langduriger lichte ontsteking of als er pus te zien is, is controle door de dierenarts nodig, zeker als er ook sprake is van zwelling van oogleden en/of het dichtknijpen van het oog.
Er zal dan allicht behandeling nodig zijn met antibioticum zalf of druppels en mogelijk een specifiekere behandeling als er bijvoorbeeld een beschadiging van de oogbol of een voorwerpje in het oog geconstateerd wordt.

 

KERATOCONJUNCTIVITIS SICCA (KCS)
Deze term staat voor ontsteking van oogleden en hoornvlies door "droge ogen", onvoldoende traanproductie.
Voor een gezond oog is het nodig dat het oppervlak voortdurend vochtig gehouden wordt. Daar zorgt een aantal traanklieren voor en door het knipperen van oogleden wordt dit traanvocht over de oogbol verspreid.
De vorming van onvoldoende traanvocht kan het gevolg zijn van beschadiging van de traanklier of een complicatie bij bepaalde ziekten, als gevolg van een aantal geneesmiddelen of een immuunstoornis.
Sommige rassen zijn gevoeliger dan andere.
Meestal ontstaat het op latere leeftijd; een enkele keer zien we het als aangeboren afwijking.Met een teststrookje kan de traanproductie gemeten worden. Als er in 1 minuut onvoldoende vocht door het speciale filtreerpapierstrookje wordt opgezogen weten we dat de traanproductie onvoldoende is.

Een oog met kcs is echt "vuil"; taaie pus blijft tussen de oogleden hangen.
In een later stadium worden veranderingen aan het hoornvlies zichtbaar, een dof grijzig oppervlak.
Als door ontsteking het hoornvlies ondoorzichtig wordt, leidt dat tot blindheid.

De behandeling van deze aandoening is intensief.
De ogen moeten vele keren per dag worden schoongespoeld en ingedruppeld worden met kunsttranen. Een aantal keren per dag is een antibioticum zalf nodig.
En daarnaast wordt nog gebruik gemaakt van een speciale zalf dat het vermogen heeft de traanproductie aan te zetten. Als deze zalf aanslaat kan het oog weer heel ver genezen, al is ook dan levenslange behandeling van het oog nodig om ontsteking onder controle te houden.

 

 

^