Leek me leuk om een topic aan te maken met plaatjes en info over het ras van je hond
En dan met name waar het ras oorspronkelijk voor gefokt is vroeger.
De sheltie werd op de shetland eilanden in de U.K gebruikt om schapen te hoeden. Hun manier van hoeden was door veel te blaffen.
Ben erg benieuwd naar leuke info en plaatjes van jullie rassen!
Dit komt doordat het onderwerp niet meer recent is en in het hondenforum archief terecht ik gekomen.
Als je over "Even terug in de geschiedenis van je hond..." wilt praten in het hondenforum dan kun je het beste een nieuw onderwerp aanmaken
De Nova Scotia Duck Tolling Retriever wordt ook wel Toller genoemd. De oorsprong van dit ras ligt in Canada en de eerste Tollers hier ten lande kwamen ook uit Canada. Het ras dankt zijn naam enerzijds aan de eilanden Nova Scotia (langs de Oostkust van Canada) en anderzijds aan de taak waarvoor het ras gefokt werd, het "tollen" het geen "eend lokken" betekent. De Toller werd dus gefokt als metgezel voor de Canadese wildwaterjagers. Het ras heeft een heel bijzondere manier van jagen, die veel lijkt op de manier waarop vossen eenden lokken. De hond moet de eend binnen het bereik van de jager lokken. Daarnaast moet de Toller de geschoten eenden ook apporteren uit het (veelal ijskoude) water. De Toller is een plezierige hond met uitstekende werkeigenschappen die zeker niet verloren mogen gaan!
HIer de kaukasische herder; ze beschermden de kuddes tegen wolven, beren en veedieven. Daarnaast waren het goede waakhonden die huis en haard bewaken en waarbij dan niemand alleen het erf opkomt.
En ja, dan zijn ze zegmaar niet zo lief... Ze blaffen veelvuldig en zullen gerust iemand aanvallen, buiten 'eigen' gebied zijn ze niet agressief in niet bedreigende situaties....
Gelukkig is dit nu allemaal niet meer zo erg, al zit het er nog wel in...
In ieder geval geen hond voor in het drukbevolkte nederland dus...
De chihuahua
Stamt uit Mexico. Is origineel kortharig en is omstreeks 1850 voor het eerst ten behoeve van de Amerikaanse toeristen aan de Amerikaans-Mexicaanse grens, gekruist met andere rassen om ook langharige chihuahuas te krijgen. Er zijn nu dus twee chihuahua-rassen. Het ene is kortharig en het andere is langharig. Er bestaan veel verhalen over de herkomst van het ras, ook in Mexico. Om meer zekerheid te krijgen over die herkomst, is er door de Mexican Kennel Club in 1950 een onderzoek gedaan waaruit naar voren kwam dat de "Canis Americanus" of de Chihuahueño uit de verre oudheid stamt. Bij dat onderzoek kwam tevens vast te staan dat onderzoekers de chihuahua het eerst als zodanig beschreven en het eerst aantroffen in Chihuahua City en in het plaatsje Valle de Allende. In een boekje van de Engelse Hilary Harmar, las ik dat alhoewel de uiterlijke verschijningsvorm van de chihuahua in de loop van de tijd is veranderd, er toch twee van de drie meest opmerkelijke dingen aan de chihuahua zijn blijven bestaan. Deze drie zaken zijn de open fontanel, de platte "met bont" beklede staart zoals dat bij geen enkele ander ras voorkomt en de helaas niet meer voorkomende vreemde voetjes met de extra lange voetbotjes en lange gebogen nagels.
Over de chihuahua in de oudheid bij de Maya's, Azteken (de Azteken kenden de "Chichiton" = de kleine hond), Toltecen, doen vele legenden de ronde. Vaak werd de chihuahua daarin genoemd en in onze ogen wreed gebruikt als offerdier. Soms ook als wonderdoener!! Een chihuahua (lichaamstemperatuur hoger dan de lichaamstemperatuur van de mens) in bed tegen de zere rug leggen en de andere ochtend is de pijn weg... Op de Maya-kalender stond ook "de dag Oc", de dag van de hond, waarvan door de vrouwen werd doorverteld dat ze op die dag niet moesten trouwen want een man die op die dag getrouwd was zou veel vaker stiekem het huis verlaten.
Enne, vind ook dit:
De geschiedenis
De Chihuahua is één van de oudste hondenrassen. Historici hebben eindeloos gespeculeerd over het ontstaan van dit kleine hondje.
Hoewel de exacte historie van dit bijzondere hondenras een goed bewaard geheim lijkt, zijn er voldoende bewijzen gevonden om aan te nemen dat de Chihuahua zijn oorsprong vindt in Mexico. Ook lijken historici het erover eens dat de kleine hondjes een belangrijke rol speelden in het leven van diverse Indianenvolkeren, vooral in dat van de Tolteken en de Azteken. De Tolteken was een Indianenvolk dat leefde in Mexico van de tiende tot de twaalfde eeuw. Vermoed wordt dat zij de kleine hondjes die in het wild leefden, hebben gevangen en getemd tot huisdier. Hun afstammelingen, de Azteken, offerden mensen - soms wel tweehonderd per dag - in de overtuiging dat anders de zon niet meer zou opkomen. Vermoedelijk gebruikten de Azteken de kleine hondjes als zoenoffer bij begrafenissen. Ze geloofden dat de ziel van het gele hondje in staat was om de ziel van zijn overleden baasje veilig naar het hiernamaals te begeleiden. Tot ongetwijfeld groot genoegen van de hondjes waren de Azteken ervan overtuigd dat het hondje hiertoe alleen bereid zou zijn als hij tijdens zijn leven goed was verzorgd door zijn meester. En zo ontbrak het hem dus aan niets. Uit de tijd van de Tolteken en de Azteken zijn ook diverse gravures, tekeningen en beeldjes teruggevonden van kleine, haarloze hondjes waaruit blijkt dat de hond door de Indianenvolkeren als heilig dier werd beschouwd.
Aanhangers van de ‘delicatesse-legende’ houden het erop dat de Chihuahua - of in ieder geval zijn voorouders – als delicatesse diende voor de Tolteken en later voor de Azteken. De theorie over een kruising tussen een knaagdier en een hond lijkt het meest onwaarschijnlijk.
Omstreeks 1880 kwamen de hondjes ook op kleine schaal voor in Amerika. De van de Indianen gekochte kleine viervoetertjes werden door Amerikaanse toeristen als souvenir mee naar huis genomen. Al snel werd het hondje in de Verenigde Staten erg populair. De eerste registraties van Chihuahua’s in Amerika dateren uit 1904. Het hondje veroverde snel terrein: in 1958 stonden er bijna vijftigduizend ingeschreven. In Nederland werd de eerste Chihuahua – geïmporteerd vanuit de Verenigde Staten – in 1957 ingeschreven onder de naam Goedbloed´s Bambi.
Van oorsprong kortharig
De Chihuahua is van oorsprong kortharig. De langhaar-variëteit is vermoedelijk pas in de jaren dertig in de Verenigde Staten ontstaan door de korthaar te kruisen met een aantal langharige dwergrassen. In 1952 werd de langharige Chihuahua door de Fédération Cynologique Internationale (FCI) officieel erkend als ras.
De Chihuahua in de 21e eeuw
De laatste jaren is de Chihuahua populairder dan ooit. Het valt niet uit te sluiten dat de Amerikaanse miljonairsdochter en society-ster Paris Hilton hieraan een belangrijke bijdrage heeft geleverd. De hotelerfgename kocht in 2002 haar kortharige Chihuahua van een Griekse fokker en heeft zich sindsdien zelden laten zien zonder haar Tinkerbell. Britney Spears en andere tieneridolen wisten niet hoe snel zij ook een Chihuahua moesten aanschaffen om er vervolgens - à la Hilton - mee te kunnen paraderen over de rode loper. Een hype was geboren. Tot op de dag van vandaag zijn de hondjes niet aan te slepen. Ook in Nederland kunnen Chihuahuafokkers de vraag nauwelijks aan. Broodfokkers zien hun kans schoon en fokken op onverantwoorde wijze zo snel en zoveel mogelijk de gewilde hondjes. Handelaren importeren de hondjes – of bastaardjes die er voldoende op lijken - op grote schaal vanuit de Oostbloklanden om ze in Nederland voor grof geld door te verkopen. De nieuwe eigenaar komt meestal bedrogen uit, want vaak groeit de pup niet uit tot een hondje dat op een Chihuahua lijkt. Daarnaast krijgen de hondjes vaak (soms pas op latere leeftijd) te kampen met allerlei gezondheids- en gedragsproblemen. Gelukkig worden de gevolgen van de broodfok nu onderkend en gaan dierenbelangenorganisaties de strijd aan met broodfokkers, onder andere door aandacht te vragen voor de erbarmelijke omstandigheden waaronder de pups worden gefokt en grootgebracht. Hopelijk behoort het fenomeen broodfok gauw tot het verleden.
De Berner sennenhond is gefokt als hoeder van vee, als trekdier en als waakhond. De hond is in staat om vee te hoeden zonder menselijk toezicht. In sommige Zwitserse dorpen worden Berner sennenhonden nog steeds gebruikt om karren met melkbussen te trekken.
De keeshond zou afstammen van turfhonden, prehistorische spitsen waarvan de fossiele resten op verschillende plaatsen in Europa zijn teruggevonden. In afbeeldingen op Griekse vazen zijn ook keeshonden herkend, hoewel dat niet in overeenstemming is met de veronderstelde noordelijke afkomst van het ras.
Een middeleeuws zegel van de stad Amsterdam toont een keesachtige hond aan boord van een schip, maar in het algemeen zijn oude afbeeldingen van keeshonden schaars. Dit heeft te maken met de lage status van de hond, vergeleken met de jachthonden van de adel. Luther en Mozart zijn echter genoemd als eigenaren van een keeshond. In de 18e eeuw werd de grote kees in Engeland geïntroduceerd als pomeranian, de naam verwijst naar de streek Pommeren in Duitsland, vanwaar kennelijk honden van dit type geïmporteerd werden. Witte keeshonden werden meerdere malen door Thomas Gainsborough afgebeeld.
In Nederland werd het ras in de 18e eeuw het symbool van dePatriotten, en hij stond tegenover de mopshond van hun Orangistische tegenstanders.
Keeshonden werden vroeger in Duitsland en Nederland gebruikt als waakhond, eventueel aan boord van een schip. Ze waren doorgaans iets kleiner dan de huidige grote kees. Dergelijke standaard keeshonden werden eind 19e eeuw op de eerste hondenshows ingeschreven. Het fokken van de kleine keeshond was al eerder in de 19e eeuw begonnen, de Engelse koningin Victoria importeerde kleine keeshonden uit Italië. Rond 1900 was de kleine kees enige tijd een modehond. In 1924 werd de Nederlandse Keeshonden Club (NKC) opgericht.
In de jaren 1920 begon men in Engeland ook weer met de grote keeshonden te fokken, waarbij uit Nederland geïmporteerde wolfsgrijze exemplaren een belangrijke rol speelden. Vandaar dat het Nederlandse woord keeshond daar in gebruik kwam als aanduiding voor de wolfsgrijze kees. Dit is naast de dwergkees nog steeds de enige variant die in Engeland en Amerika erkend is. De populaire wolfskees wordt er vaak gezien als een authentiek Nederlands ras.
De middenslag keeshond is uit de kleine kees gefokt en werd door de FCI erkend in 1970. Vier jaar later volgde de erkenning van de dwergkees, om aansluiting te houden met de in Amerika populaire en steeds verder verdwergende pomeranian. De wolfsgrijze keeshond kreeg in de FCI-landen eveneens een aparte plaats naast de grote kees om te voorkomen dat de liefhebbers van de Anglo-Amerikaanse keeshond in Europa een eigen ras zouden gaan vormen.
Tegenwoordig zijn de dwergkeeshond en de wolfskees in behoorlijke aantallen op hondenshows vertegenwoordigd, daarnaast is er nog wel eens een witte standaard keeshond te zien en een enkele kleine of middenslag keeshond in wit of oranje. De overige variëteiten van het ras zijn zeldzame verschijningen. De bruine grote keeshond is waarschijnlijk uitgestorven, met de zwarte is het niet veel beter gesteld. Deze dieren staan in Duitsland op een rode lijst van bedreigde huisdiersoorten.
De Maneto is niet erkend door de FCI, alleen door de RSCE (La Real Sociedad Canina de España). De Maneto werd in 2004 erkend als een inheems ras in Spanje. Er is geen wetenschappelijk bewijs van hoe oud het ras is, maar er zijn verschillende honden die lijken op Maneto’s, afgebeeld op foto’s en schilderijen uit de 19e eeuw. Het ras is ontstaan in Andalusië in het zuiden van Spanje. Met name de regio's Cadiz en Malaga, gelden als de bakermat van de geboorte van het Podenco Maneto ras.
U zou dit bijzondere ras simpelweg kunnen beschrijven als een Podenco formaat Teckel. Het gewicht moet tussen de 8,5-11,5 kg liggen. De erkende kleuren zijn verschillende tinten van rood en wit. Ze hebben de karakteristieke opstaande grote oren van een Podenco, maar de karakteristieke Teckel poten. Ze worden net als hun neef de Podenco Andaluz gebruikt voor de konijnenjacht. Men denkt dat de Podenco Maneto is voortgekomen uit de middelgrote Podenco Andaluz. Door gecontroleerde inteelt binnen het ras om de zuivere bloedlijnen in stand te houden, hebben de fokkers het gemuteerde gen in dit ras kunnen voortbrengen, tot het punt dat het nu een duidelijke karakteristiek is voor de indeling van het ras.
De Maneto is een expert in het jagen in dicht struikgewas, ze worden ook gebruikt in smalle ravijnen. Ze zijn uitstekend geschikt voor zowel het opsporen als het ophalen van de prooi, zowel op het land als in het water. Ze worden vaak in combinatie met de Podenco Andaluz gebruikt tijdens de jacht. Zij gaan verder waar de de grotere honden niet kunnen komen. Maneto’s werken vaak dichter bij de jager dan de Andaluz. Wanneer de jager de prooi heeft neergeschoten, gaat de Maneto de prooi ophalen. Maar er zijn ook Maneto’s die net als hun neven zowel de prooi opsporen en doden.
De Shih Tzu wordt aangewezen als één van de meest gewaardeerde honden in China vanwege zijn associatie met het boeddhisme, maar de Shih Tzu is niet ontstaan in China. Hij is ontstaan in Tibet in de vroege 17de eeuw, waar het werd gezien als een heilige hond, omdat hij volgens de legende het enige dier was dat Boeddha vergezelde op zijn reis naar verlichting. Zij werden dus vooral gefokt in kloosters en alleen geestelijken en koninklijke familie mocht een Shih Tzu hebben, ze werden als cadeau aangeboden bij de Europese reizigers en zo werden de Shih Tzu's dus geëxporteerd in Europa.De kenmerken van de Shih Tzu die wij kennen is vooral ontwikkeld in China tijdens het regime van Keizerin Cixo (1861–1908). De Pekinees en de Shih Tzu hebben ongeveer dezelfde geschiedenis, alleen kan de Shih Tzu in Chinese afbeeldingen worden onderscheiden van de Pekinees door het typische staartje op het hoofd van de Shih Tzu. De Shih Tzu was een gewilde schoothond tijdens de Ming-dynastie bij de koninklijke familie in die tijd. Wanneer de Britten het Paleis plunderden gingen de meeste honden verloren, het ras onderging een grote achteruitgang en alleen 14 Shih Tzu's bleven over, elke Shih Tzu is dus afkomstig van één van die 14 honden. Eerst werd de Shih Tzu in China tentoongesteld als de Lhassa-terriër of de Tibetaanse poedel. In 1935 werd hij tentoongesteld als Lhassa-leeuwenhond; in die tijd werd hij heel populair en in Engeland kreeg hij ook soms de bijnaam "the Chrysanthemum Dog". In Groot-Brittannië ontstond er verwarring omdat de Shih Tzu en de Lhassa Apso beiden werden gezien als de Apso (betekent harig). In 1934 werd de Apso gescheiden in twee verschillende rassen, de kleinere hond met de wijdere schedel en de kortere neus werd de Shih Tzu. Hij werd weer vernoemd naar zijn oorspronkelijke Chinese naam. In 1952 begonnen mensen de Shih Tzu en de Pekinees te mengen, dit was en is echter verboden. Rond 1960 begon zijn populariteit te stijgen en is sindsdien niet meer gedaald.
Het ras Hovawart
De Hovawart is een nieuw hondenras met een oude naam die voortkomt uit het (Middel-hoog) Duitse woord Hovewart hetgeen bewaker van de hof betekent. Het woord “hovewart” verscheen reeds in de 13e eeuw in het Gerechtsboek de “Schwabenspiegel”.
Als oud ras uit de Harz en het Zwarte Woud werden Hovawarts door Duitse edelen gefokt en gebruikt als betrouwbare waakhonden en bewakers van vee, kastelen en boerderijen.
Er bestaat een schilderij van Benno Adams (1869), “Hundefamilie mit altem Gaul” (hondenfamilie met oude knol) waar duidelijk de overeenkomst te zien is tussen het ras van vandaag en de forse boerenhond van toen. Zelfs de drie kleurslagen lijken al aanwezig te zijn.
Landseer ect, of european continental type, is vernoemd naat de schilder sir Edward Landseer.
Hij schilderde deze honden. Hij was hofschilder, en schilderde vaakmportretten van dieren, zoals de princes met haar paard en van die plaatjes. Hij heeft een heel beroemd protret gemaakt van een hond die 40 reddingen op zn naam zou hebben staan in de haven van Londen. Het heet 'a distinguished member of the humaine society'.
Hoewel de hond afkomstig was uit Newfoundland, werd het een modehond onder de engelse aristocratie. jM Barrie (de schrijver van Peter Pan) had er een.. Ik zit op mn tablet, ik ga nog meer foto's posten in een nieuwe reply..
In 'Finding Neverland'
Lord Byron met zn Landseer
Een tekening uit de originele Peter Pan van Nana
Oude postkaart, een geliefd thema, kinderen met Landseer.
Vind deze altijd erg mooi, zal nog even een stukje tekst zoeken, maar het zijn van die enorme teksten!
De naam 'Retriever' is de aanduiding voor een aantal Engelse jachthondenrassen dat als belangrijkste taak het apporteren heeft. Overigens gebruikte men de naam Retriever reeds lang voordat de huidige Retrieverrassen bestonden. De naam stamt af van het Engelse werkwoord 'to retrieve', het beste te vertalen met 'terugvinden', 'ophalen' of 'apporteren'. Een Retriever was een hond die het geschoten wild, en speciaal het gevleugelde wild, moest vinden en apporteren. Deze jachteigenschap was niet speciaal aan een bepaald ras gebonde, maar kon door alle mogelijke jachthonden worden uitgevoerd. Ze moesten echter allemaal aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze honden moesten een voorliefde voor water hebben, goed kunnen zwemmen, graag willen apporteren en een dichte vacht met een goed isolerende onderwol bezitten.
Door een geleidelijke verandering binnen de landbouw en verbetering van de jachtgeweren, waardoor men op grotere afstand wild kon schieten, veranderde ook de wijze van jagen. Het gevolg daarvan was dat men ook andere eisen aan de jachthonden ging stellen.
De staande jachthonden, zoals Setters, Pointers en Spaniëls, die tot dan toe het meest voor de jacht werden gebruikt, jagen met een hoge neus. Op deze manier vangen zij de geur van het wild op en wijzen dit aan door 'voor te gaan staan'. Nu werd het wild op grotere afstand beschoten en gebeurde het regelmatig dat het wild werd geraakt, maar niet gedood. Zodoende kreeg het aangeschoten wild de kans om een goede schuilplaats te zoeken. De taak van de honden was nu het aangeschoten wild te vinden en het te apporteren. Hiervoor had de jager een hond nodig met een goede neus, een goed herinneringsvermogen, een grote intelligentie, een ijzersterke conditie en een grote apporteerlust. De Setters, Pointer en Spaniëls, die men voor dit doel had afgericht, bleken naderhand niet meer met de gewenste zekerheid voor te gaan staan; daarbij ging de Pointer meestal ook niet graag het koude water in.
De Engelsen veroorloofden zich de luxe om voor ieder jachtdoel een aparte hond te fokken en zo kwamen ze op de Retriever, een hond die zowel een goede apporteur moest zijn als een uitstekende zwemmer.
Weinig historie, maar wel grappig zoveel bij elkaar!
Prachtig plaatje, op de oude afbeeldingen zie je ze voornamelijk donker (zoals ik er graag ooit eentje bij zou willen)
De teckel/dashond is een heel oud ras. Op illustraties uit de 13e eeuw zijn al voorouderen van de huidige teckel te zien.
Officieel het een teckel trouwens dashond, omdat dat vroeger hun hoofdwerkzaamheid was: het jagen op dassen. Daarvoor moest hij ook ondergronds en vandaar die korte pootjes. Maar ook bovengronds zijn het uitstekende jachthonden!
De kortharige teckel is overigens de "echte" teckel. De ruwhaar is (al wel een paar eeuwen geleden) gekruist met verschillende type terriërs, de langhaar met de cocker spaniel geloof ik.
Vroeger (als in: in de 19e eeuw) waren de teckels wel wat zwaarder gebouwd dan de teckels van tegenwoordig. Al begint de standaard variant (hoe de groottes zijn ontstaan weet ik eigenlijk niet, ik gok gewoon zo gefokt op de prooi waarop gejaagd werd. Een standaard past niet in ieder hol) wel weer wat forser te worden. Jarenlang mochten ze max 9 kilo wegen. Tegenwoordig is een standaard teckel van boven de 10 kilo geen uitzondering meer.
(teckel 1740)
(teckels 1881)
(ook geschikt voor de jacht bovengronds)
Mooie geschiedenissen en zeer mooie plaatjes en foto's!!!
Over de geschiedenis van de langharige schotse herdershond is in feite weinig bekend. Oorspronkelijk werd de schotse collie, hoe hij ook wel werd genoemd, gebruikt om schapen te hoeden.
Vandaag wordt het ras vooral als huishond gehouden.
De schotse collie aan het werk.
In tegenstelling tot de border collie was de taak van de schotse collie het hoeden van de schapen, dwz de kudde bijeen houden. Het "hoeden" is naast de kudde lopen. Zijn nabijheid houdt de kudde bijeen, ze worden dan ook wel grensbewakers genoemd.
Stukje van de collie website: De schotse herdershond is reeds bekend sinds de 13e eeuw in Engeland en werd tot de 18e eeuw ingezet als schaapsherder. Hij is onder meer de stamvader van de Australische veedrijvers hond. Om de schotse herder een eleganter uiterlijk te geven heeft men onder meer Barsois en Engelse setter ingefokt. Dankzij de Barsois heeft de collie nu een lange neus.
http://www.schotsecollie.nl/herkomst.html Staat meer informatie over die schatten.
dankje mary, voor de aanvulling!
De geschiedenis van de Siberian Husky
Oorsprong
Er zijn nog maar weinig rassen over, waarbij de functie van de hond nog steeds in zo hoge mate bepalend is voor zijn uiterlijke verschijningsvorm en zijn mentale instelling. Een erfenis, een erfgoed, dat door de eeuwen heen uit Siberië via Alaska en de Verenigde Staten tot ons is gekomen. Een erfgoed dat verplichtingen met zich meebrengt. Dit ras, door de AKC (American Kennel Club) en de FCI (Fédération Cynologique Internationale) erkend onder de naam Siberian Husky, werd ontwikkeld door de Chukchies, een volk dat leefde in het uiterste noordoosten van Azië.
De Chukchies vormden een nomadenvolk dat meer en meer door agressievere stammen die het omringden, werd teruggedrongen tot diep in dat onherbergzame deel van Siberië, waar de levensomstandigheden het moeilijkst zijn. De enige manier om te overleven werd voor hun de jacht. Jacht op wild, dat zich snel wist te verplaatsen in een immens groot gebied.
Ze hadden niet de beschikking over vuurwapens, dus de enige manier om het zich snel door de hoge sneeuw verplaatsende wild te bejagen, was per hondenslee. Hiervoor waren snelle sledehonden nodig. Honden die veel werk konden verzetten, weinig voer nodig hadden en dit voer ook optimaal wisten te benutten. Honden die onder extreme omstandigheden tolerant en vriendelijk naar elkaar en hun mensen zouden blijven.
De Chukchies selecteerden in hun fok op deze eigenschappen en langzaam maar zeker ontwikkelde zich een middelgrote, gracieuze, snelle sledehond met een geweldig uithoudingsvermogen; tolerant, geluidloos, vriendelijk en taai, de Siberian Husky!
Sledehondensport
Rond de eeuwwisseling begon de sledehondensport in Alaska aan belangstelling te winnen, vooral wedstrijden als de All Alaskan Sweepstakes over trails van rond de 400 mijl (± 640 km) trokken steeds meer deelnemers. De eerste werd in 1908 gehouden entijdens de tweede wedstrijd, in 1909, wilde de Russische bonthandelaar William Goosak, eigenaar van negen honden die hij geïmporteerd had vanuit Siberië, deze honden mee laten lopen. De Alaskaanse mushers zagen niet zoveel in deze weliswaar goed gebouwde, maar kleine honden, ze noemden hen de “siberian rats”.
Ze staken dan ook wel erg schriel af bij hun grote, sterke vrachthonden. Goosak liet zijn honden tijdens deze wedstrijd door Louis Thrustrup mushen en ze werden derde! Echter, Goosak verkeerde in geldnood en verkocht zijn honden, de harnassen en de slede aan kapitein Charles Madsen. Met het verkregen geld kon Goosak terug naar Rusland. En zo kwamen de eerste Siberian Husky’s in Alaska, waar zij een blijvend stempel op de ontwikkeling van de sledehond en de sport zouden gaan zetten.
Fox Maule Ramsey, een Schotse edelman die in Alaska was om de belangen van zijn familie in de goudmijnen te behartigen, hoorde van die snelle sledehonden en ging zelf naar Siberië, aan de andere kant van de Beringstraat. Hij kwam terug met 60 zorgvuldig uitgezochte honden uit Markovo; in dit dorp werden veel honden gefokt en verhandeld.
In 1910 bij de start van de derde All Alaskan Sweepstake bracht Ramsey drie teams in de race: één team werd gemushed door John ‘Iron Man’ Johnson, het tweede door zijn broer Charles Johnson en zelf mende hij het derde team. ’Iron Man” won, in een tijd die nooit meer zou worden geëvenaard: 650 kilometer in 74 uur, 14 minuten en 20 seconden. Fox Maule Ramsey werd tweede met zijn span en Charles Johnson’s team eindigde als vierde. Deze honden, geselecteerd door deze mushers uit de in Siberië aanwezige honden, vormden de oorsprong van het ras; snelle sledehonden geschikt voor lange afstanden, met een vriendelijk karakter en een ongebreidelde wil tot werken.
De geschiedenis van de Boston terriër:
De Boston Terrier is het nationale ras van de Verenigde Staten, maar het ras vindt zijn oorsprong in Engeland, waar men al vroeg geïnteresseerd was in het ophitsen van honden. Daartoe probeerde men veel verschillende raskruisingen, waarbij de Engelse Bulldog een van de ingrediënten vormde. De kruising van een Engelse Bulldog met de tegenwoordig uitgestorven Old English Terrier in het begin van de negentiende eeuw bleek gelukt te zijn en deze kruising vormde het begin van de voorvaderen van de Boston Terrier. Ook in de Verenigde Staten werd het ophitsen van honden populair, vooral in en rond de stad Boston. In 1865 werd een hond met bovengenoemde achtergrond geïmporteerd en deze hond legde de basis voor het ras Boston Terrier. Onder de voorvaderen is ook de Franse Bulldog terug te vinden.
Leuk idee dit topic.
Leila, volgens mij is er bij het ontstaan van de ruwhaarteckel de Schnauzer gebruikt en bij de langhaar de Ierse setter.
Staat me iets van bij (niet opgezocht).
Trouwens, wat een lelijke teckels hadden ze in 1740!!
We kunnen ze wel weer terugbrengen in oude staat?
Naar de sportschool... maken we er bodybuildpacketjes van... daarnaast eiwitshakes en anabolen voeren? :-P
Dit komt doordat het onderwerp niet meer recent is en in het hondenforum archief terecht ik gekomen.
Als je over "Even terug in de geschiedenis van je hond..." wilt praten in het hondenforum dan kun je het beste een nieuw onderwerp aanmaken
Zoek je iets op de HondenPage ? Vul dan hier jouw zoekwoorden in ?